WRIGLEY'S Tweed© Blad van „PEEL II MAAS" I De eerste zaak &nfrl Adem is heel wat waard! De Kippenhouderij op het platteland FEUILLETON Als ik eens lid van den gemeenteraad was <.AICKUAIj II JUWI 1927 48e Jaargang. No. 24 door JOS. BOSHOUWERS te LENT. Eene schuur om te houwen voor kippenhok. VRAAG Ik heb eene groote schuur, gedekt met stroo en het onderste ge deelte met pannen. Een deel hiervan wilde ik ombouwen voor kippenhok. De bedoeling is, er ongeveer 100 hoen ders in te houden. Ik zou den hoek kunnen nemen, die aan den Zuidkant ligt. Nu vernam ik gaarne van U in Peel en Maas, of ik binnen volstaan kan met gaas en daar aan den buiten kant wat stroo legen, en of ik het tot boven aan het dak moet laten oploopen Hoeveel ramen zou ik in den Zuid muur dan uitbreken H. te O. ANTWOORD: Van een schuur is wel een kippenhok te maken, al zal 't dan. nimmer zoo aan de eischen vol doen, als een expres daarvoor gebouwd hok. Ik heb echler hier en daar nog al eens een hok ge ier, dat op dezelfde manier ontstaan is, zooals U het nu maken wilt. En, naar de resultaten gevraagd, werd mij gezegd.dat het wel voldeed. U heeft nu twee wanden van sleen, muren. Zijn dit z.g. spouwmuren, dan is dat zooveel te beter, omdat in dit geval de muren aan den binnenkant altijd veel droger zijn, dan bij andere muren. Droogte in het kippenhok is n.l. eene zeer gewichtige zaak. Het kan er niet te droog in zijn. De eene muur is Zuid, schrijft u. En de andere aan den Westkant? Dan zou u aan die muur m i. nog al vocht kunnen krijgen en raad ik u aan, deze aan den binnenkant te bepleis teren met cement. De ramen komen aan den Zuidkant, dat is wel in orde. Voor ongeveer 100 hoenders zou ik nemen eene lengte van 6 Meter en eene breedte van ruim 4 Meter (binnenwerks) De modellen van Horst kent u na tuurlijk wel, zulke treft men iu uwe streek overal aan. Zij voldoen buiten gewoon goed en daarom bouwt men in de overige deelen van ons land er steeds meer zoo. Een hok voor 100 hoenders, naar het model Horst, is 6 M. lang en 4 M. breed. Dan kom n in de 6 M. lange zijde, het voorfront, minstens 4 ramen 1 Maak deze nu niet te klein, want veel licht in het hok is gewonnen De heele bodem moet verlicht wor den, tot voor aan het front toe. Daar om de ramen ook niet te hoog van den grond af laten blijven. Ik zou zeg gen, dat ze tot 30 cM hoogstens 40 uicht bij den grond moeten komen. U heeft wel gezien, dat de ramen, wat het bovenste gedeelte aangaat, naar binnen open kunnen vallen, in z.g. tochtschermen. Ik raad u aan, het zoo ook te doen. Gaas alléén is binnen niet voldoende omdat de kippen dan te koud zouden zitten; in een niet gevulde schuur tocht het al licht. En tocht in het hok moe ten we zooveel mogelijk vermijden. Gaas met stroo aan den buitenkant is beter, vooral wanneer U eene spuit heeft en deze strooien wanden van tijd tot eens flink bespuit met eene créo lineoplossing. Om ongedierte te vermijden, zou ik echter deze wanden aan den binnen kant flink bestrijken met kalk, om zoo te zeggen, er muren van maken. Beter is het echter de binnenwanden van geploegde, geschaafde planken te maken. Ze hoeven niet dik te zijn, omdat deze wanden toch niet met de koude buitenlucht in aanmerking ko IN MIJNE NIEUWE BETREKKING Deze houten wanden gaan heel lang mee, vooral wanneer u ze elk jaar de carbolineum zet. Dan zijn ze over 20 jaar nog niet versleten, omdat het ruwe weer er nimmer vat op heeft Zulke wanden zijn neel proper, nooit veroorzaken ze trek, ongedierte vindt er geen gereede schuilplaats. U moet binnen in de schuur ook een dak aanbrengen, precies als bij een ander hok, in denzelfden vorm. Het kan enkel uit riet bestaan, om- dal het binnen is. Brengt u geen dak aan, m. a. w. moet het dak van de schuur als zoodanig dienst doen, dan zult u de wanden heel hoog moeten optrekken, wat ook veel kost en zoo'n hoog hok is kouder. Mijn raad is dus; bouw in den hoek der schuur, precies eender een hok als van Horst en doet dan maar nöt of er geen dak op de schuur ligt, m. a.w. laat hel dak der schuur niet als dak van het kippenhok gelden. De inrichting kan overigens hetzelf de zijn als bij een gewoon Horster hok Ik bedoel de mestzolder, de zitstokken, de legnesten enz. Denk er wel aan, dat eene goede huisvesting veel mser invloed op den winterleg heeft, dan alle andere zaken samen. Zonder goed hok geen wintereieren, zonder wintereieren geen winst 1 14 Hebt gij mij nog iets te zeggen vroeg ik. Hij voelde, dat hij zich verraden had en herstelde zich. Neen 1 Hij ging met den cipier mede. Louise Schmid moest binnentreden. Wanneer hebt gij den vleesch- houwer Alfred het laatst gezien? Voor twee of drie weken. Waar? Op straat. Was hij gisterenavond niet bij u? Ik was tot middernacht op het gerecht. Maar daarna? Vannacht? Ik heb hem niet gezien. Hij was toch bij u. Hij was niet bij mij. In uwe woning. Die u dat gezegd heeft, heeft mij belasterd. Gij zijt hem tot op straat tegemoet gegaan. Groote God, welk een schandelijke laster. Hij zeide u Nu zijt gij vrouw Alfred. Dat is niet waar, dat is gelogen. Hij heeft twee flesschen wijn Boam I de vuist van den ouder. Laak- man sloeg zoo geweldig op tafel, dat de glazen en flesschen twee centimeter in de hoogte sprongen, en vrouw Laak- mans, denkend, dat de kat in de glazen kast gesprongen was, ontsteld uit de keuken kwam loopen 1 Eén blik stelde haar gerust. Toen zij haar man zag, rechtop, met rood gezicht, woedende oogen en opge rezen haren, bleef zij staan, sloeg haar armen over elkaar en zei doodbedaard: O, 't is niks... Teun heeft 't weer over de politiek 1 Daarop draaide zij zich om en keer de terug naar de keuken, terwijl zij de schouders ophaalde met een beweging, die haar eigen was en duidelijk be teekende: Hoe kan men zich nu zóó aan stellen Hoe kan men zich nu zöö druk maken voor niks t Was waar. Teun was bezig met de politiek en wel de meest prikkelen de: de gemeentepolitiek Zoolang hij, de ruwe, sterke boer, hard had moeten werken van den morgen tot den avond, had ie zich van politiek niks aangetrokken. Maar nu zijn drie jongens groot en bekwaam genoeg waren om het werk te doen en hij mocht rentenieren, zat hij zich kwaad te maken over den gemeente raad. Ja, zoo declameerde hij, terwijl hij zijn vertoornda blikken over z'n drie jongens liet gaan, 't is afschuwe lijk om in zoo'n tijd te leven; er is geen rechtvaardigheid meer I geen ge lijkheid, geen... niks meer 1 Wat doen ze in den gemeenteraad? Ze doen alle maal niks 1 Ze zitten wat te vreigelenl Dal doen ze 1 Ze praten maar wat om de gunst der kiezers te houden, anders worden ze den volgenden keer niet herkozen. Ze praten de menschen van hun partij wat naar den mond. Maar eens eerlijk, oprecht en fier voor zijn meaning uitkomen, dat durft tegen woordig niemand. Ha 1 als ik eens in den gemeenteraad was, ik zou het hun wel zeggen; tegenover iedereen zou ik zeggen: Zoo is dat en dat is gebeurd en dat moet er gebeuren. Ja, dat zou ik, ik zou voor mijn meening uitkomen al was 't voor den gouverneur Excel lentie, zou ik zeggen...' kalmeerend, windt u toch niet zoo op. Niet opwinden Maar wat zit er tegenwoordig nog in d«n raad Waar zijn de deftige raadsleden van vroeger gebleven? Wat is onze burgemeester? wat zijn de wethouders? wat zijn de raadsleden 't Is immers allemaal niks meer 1 - Kom vader.... onderbrak hem weer de oudste. Niks te kom vader. Jij wilt mij ook al het zwijgen opleggen, als ik eens eerlijk mijn opinie zeg, maar ik laat me van niemand den mond snoe ren en ook van niemand de wet op leggen, versta je. Ja, vader, ge hebt groot gelijk, maar drink nog eens. Nou, op dat laatste punt scheen vader nog al gezeggelijk. Terwijl hij de flesch aanpakte en in de richting van zijn glas liet zakken, luisterde hij met zichtbaar welbehagen naar het klokken van het purperen vocht, zette de flesch op tafel met een krachtigen stoot, hief zijn* glas tot op de hoogte van zijn oog, zag eenige oogenblikken naar de schoone kleur van zijn wijn, toen liet hij langzaam met kleine teugen het volle glas naar binnen glijden. Toen de wijnboer van 't echte ras den vollen waren toon en 't licht ge parfumeerde boeket, eigen aan zijn wijn, geproefd had, lei hij zijn linker elleboog op tafel, en strekte zijn rech terhand uit, als een sein langs den spoorweg en zei Kijk, daareven was ik een beetje aan 't schoffelen in den tuin, toen ik op driehonderd meter afstand vader Nelis dor hout zag sprokkelen langs de haag van Frederik.arme man.,, op 85jarigen leeftijd nog verplicht zijn tot zulk werk.. Op eens zag ik, dat die ondeugende bengel Tijs Jansen, den armen man tegen den grond gooi de en hem een pak slaag toediende... was dat niet 'n schandaal Is dat niet barbaarsch ?J Zeker vader, dat is schandelijk. En moest zoo'n lummel niet den bak in Twee jaar moest ie krijgen. Maar politie was er natuurlijk niet te zien. De veldwachter moest zeker weer oproepingen rondbrengen voor de a.s. raadsvergadering. Dat ze den burge meester zelf rondbrengt of anders die dikke wethouder Isidoor Tondu. Niet wethouder maar »vethouder" moesten ze zoo'n bakbeest noemen Zijn vader heeft vroeger wijn van gedroogde ro zijnen verkocht voor echlen onversne den wijn. En z'n grootvader was in ean heel vies zaakje betrokken. Enfin ik zal er maar over zwijgen. Ik wil geen oude koeien uit de sloot halen. Maar dat zeg ik u, als ik in den ge meenteraad was, ik zou zeggen: Veld wach'er, daar is uw post, daar moet gij staan op die plaats en dat uurjj Maar vader, de veldwachter kan toch niet weten, dat Thijs Jansen den ouden Nelis ging afranselen Niet weten Natuurlijk, als je boodschappen moet doen voor de raads leden, weet je niks. Maar er moest gewaakt worden ec streng opgetreden tegen de baldadige jeugd; er moest gezorgd worden, dat het goed van een mensch niet vernield werd, er moest beter opgekomen worden voor de rech ten van den minderen man. Als ik eens lid van den gemeenteraad. Laakmans woordenstroom werd in zijn vaart gestuit door een schroomval lig kloppen aan de deur- Laakman zweeg en toen er voor de tweede maal geklopt werd, riep hij: Binnen. Langzaam ging de deur open en de oude Nelis kwam naar binnen. Maar hoe zag de arme man er uit, 't was om medelijden met hem te hebben zijn gezicht vol schrammen van de heg, was bebloed, zijn kleeren hingen aan vlarden, van zijn rechterhand, gekwetst door stokslagen, sijpelde het bloed door den geruiten zakdoek, waar meegebracht. Lieve hemel, hoe wordt ik, arm meisje, belasterd. Zij weende, tranen rolden over hare wangen. Was zij eene door de natuur zoo rijk en zeldzaam begaafde huiche laarster, dat zij kon W6enen als een onschuldig kind. Ik vervolgde Alfred bleef tot drie uren in den morgen bij u. Hij was in het geheel niet bij mij, snikte zij luid. Toen hij wegging, begeleidde gij hem weder op straat en nam een har telijk afscheid van hem. Het is allemaal schandelijk ver zonnen en gelogen. Ik zal u de overtuigendste bewijzen leveren. Doe dat, op staanden voet. Later, ik heb eerst een anderen plicht te vervullen. Tegen Alfred be staat een gegrond vermoeden, dat hij zijne vrouw vergeven heeft, door hier feiten te ontkennen, die genoegzaam bewezen kunnen worden, maakt gij u in hoogen graad verdacht van mede plichtigheid aan zijn misdaad en die verdenking neemt toe, naarmate gij hardnekkiger bij uw ontkentenis blijft Overweeg dit, voor dat ge, als ge on schuldig zijt, u in een toestand ge bracht hebt, die u als schuldig een straf op den hals haalt. Deze vermaning hielp niets, zij zag mij met hare lijdende, onschuldige oogen aan. Met haar kon ik niets uitrichten en daarom liet ik haar vader binnenbrengen. Op al mijne vragen en bemerkingen, dat Alfred 's nachts in zijn huis was geweest, antwoordde hij mij eenvoudig en standvastig: hij was 's nachts dors tig van het gerecht thuis gekomen, hij had zeker meer gedronken, dan hij had kunnen verdragen, was daarop slaperig geworden, had zich naar bed begeven en wist niet wat er 's nachts in zijn huis geschied was, maar hij geloofde niet, dat Alfred er geweest was, want dien had hij nog nooit in zijn huis gezien 1 Ik liet na zijne verwijdering zijn vrouw komen. Voor dat de cipier haar in de verhoorzaal bracht, deelde hij mij, om verschooning vragende, mede, dat door een verzuim zijnerzijds, de vrouw haar man gezien had, toen hij naar de gevangenis werd teruggebracht, gelukkig had hij haar niet gezien, zoodat zij zich geen teekens hadden kunnen geven. Dit toeval kwam mij ter hulp. De doortrapte, lislige vrouw trad niet met dezelfde zekerheid als gisteren binnen. Had zij werkelijk angst, dat haar nog half beschonken man, ge babbeld, den verrader gespeeld had Het zou onbillijk van mij geweest zijn die dwaling bij haar te versterken, maar ik mocht mij dezelve te nutte maken. Alfred is van nacht in uw huis geweest, zeide ik ineens. Zij verschrok. Hij heeft alles ver raden dacht zij bij haar zelve. Wie heeft dat gezegd vroeg zij bevend, ontwijkend maar loerend. Ik kan u op slag den man bren- Werkelijk goede verkoopsters weten dit wel en be steden dus niet alleen aan hun uiterlijk de meeste zorg. Behalve welverzorgde kleeding is een mooi gebit en een frissche adem voor een ieder die veel met publiek om moet gaan, van onschatbare waarde. WRIGLEVs P.K.'Kauwbonbons bewijzen hierbij de beste diensteru Want WRIGLEY's, geregeld na eiken maaltijd gebruikt, houdt de tanden schoon, het tandvleesch stevig eü den adem frisch, terwijl elke nasmaak van eten of rooken erdoor verdwijnt. HH-r kiKAUWBONBOMSy VOOR JON<j EN OUD mee zij omwonden was, heen. Het was zoo'n treurig gezicht en de man was zoo ontdaan, dat de vier wijnboeren een kreet van verontwaar diging uitstieten.... De drie jongens hadden hem al onder de armen genomen en zacht naar de tafel geleid. Zoo'n deugniet, zucht e de grijsaard ziet eens wat hij mij gedaan heeft, maar ik zal hem krijgen, ik zal hem een proces maken, goed dat gij 't zelf gezien hebt Laakman, nu heb ik ten minste een getuige. Wat gezien, vader Nelis vroeg Laakman ten hoogste verwonderd, wat gezien Is u een ongeluk overkomen En tegelijkertijd wisselde hij heimelijk een blik van verstandhouding met zijn drie zoons, een blik, die in alle landen van de wereld wil zeggen Opgepast... mond houden... Neen, geen ongeluk, Laakman, steunde de oude man, maar die deug niet, Tijs Jansen heeft me mishandeld, dat hebt ge immers gezien, gij stondt in uw tuin, ge waart aan 't schoffelen. Ik protesteerde Laakman met verontwaardiging, ik in mijn tuin gij vergist u, vader Nelis, al in geen twee uren ben ik buiten geweestnietwaar kinderen De jongens knikten met 't hoofd. Toch hield de ander aan, terwijl hij zijn omwikkelde hand ophief Ik heb iemand gezien in een blauwen boezeroen in uw tuin. Maar dat kan niet, vader Nelis. Er is den ganschen middag niemand in den tuin geweest... o, wacht 1 u zult den vogelverschrikker gezien hebben, die we tusschen de erwten gezet heb ben. Ja, ja, de strooman... Jammer, jammer, klaagde de oude Nelis en liet zijn hoofd op de borst zakken, er is dus niks aan te doen... geslagen worden door zoo'n deugniet en geen getuigen vindeD om hem te laten veroordeelen, dat is erg. Ja, dat is wel ongelukkig, ant woordde Laakman, maar wat wil ik er aan doen Als ik 't gezien had, maar nu ik het niet gezien heb, kan ik toch niet zeggen, dat ik het gezien heb.... Daar 1 Drink maar eens, dat zal je goed doen. Dat moet er nog bijkomen, zei Laakman, toen de oude Nelis goed versterkt he* huis verlaten had, dat ik voor het gerecht zou moeten verschij nen, dat ze er den veldwachter maar naar toesturen of de leden van den gemeenteraad, die voeren anders toch niet uit 1 (Naar het Franscb) gen, die het u in het gezicht zal zeggen. Dat is niet mogelijk 1 Zal ik? Ik greep naar de schelkoord. Ik zou haar de vier boden voorgesteld hebben om haar alles, wat dien nacht in haar huis gebeurd was, in het gezicht te zeggen. In den angst waarin zij ver keerde, kon ik daarvan een uitkomst verwachten, temeer, daar zij in hare dwaling moest verwachten, dat ik ten slotte haar eigen man zou laten komen Zij bespaarde mij de moeite. Neen, neen, riep zij angstig, ik wil alles zeggen. Haar angst was mij verklaarbaar. Zij vreesde tegenover haar man gesteld te worden en in zijne tegenwoordigheid volharden, zou hem zoodoende tot leu genaar maken. Ik wil alles zeggen, Alfred was van nacht bij ons, maar in alle eer, hij heeft niets met mijn dochter uit te staan. Wat deed hij bij u Hij eet graag iets lekkers, zijne vrouw was gierig en mijne dochter eene goede keukenmeid, dat is alles. Hij is dus meer bij u geweesl? Dikwijls, maar a leen daarom. Hij heeft gisteren wijn meege bracht Ja, twee flesschen. Hij bleef tot drie uur Het kan zijn. Nu moest ik wel verder gaan. Was hij eergisteren ook bij u, vroeg ik haar. Op welken tijd? lageiaaisa Miiiieillagia. Het water waarschuwt U. Als gij last hebt van een brandende, smartelijke pijn bij de loozing, of de urine dik is en troebel, met een scherpen geur, zanderig of met bloeddeeltjes, bestaat er geen twijfel of uw nieren zijn verzwakt. Neem Foster's Rugpijn Nieren Pillen, want uw nieren hebben behoefte aan een specifiek niermiddel. Let ook op de hoeveelheid geloosde urine. Als gij zeer groote of zeer kleine hoeveelheden loost, als gij te vaak of te weinig aandrang krijgt, wijst dit vrij zeker op nierzwakte. En dat is ernstig genoeg er bestaat gevaar vóór bloed vergiftiging en de schadelijke gevolgen op iedere zenuw, spier of weefsel van v lichaam. Stel het niet uit neem Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Verwaarloozing kan ernstige gevolgen met zich brengen. Foster's Pillen worden in Holland sinds vele jaren gebruikt en zijn alom bekend om hun goede resultaten. Men kent geen beter middel tegen nierzwakte, blaas- en urinestoornissen, rugpijn, spit, waterzuchtige zwellingen, rheuma- tiek en andere gevolgen van schadelijke stoffen, die bij trage werking der nieren in het bloed achterblijven. Laat Foster's Rugpijn Nieren Pillen u gezond maken en houden. Verkrijgbaar (in glasverpakking met geel etiket let hier vooral op) bij apotheken en drogisten f 1.75 per flacon. 36 's Avonds 1 Ik weet het nietl Lieg niet meer, vrouw 1 Ja, ja, het kan zijn, ik heb er niet op gelet, ik had bezigheden. Hoe laat was 't, toen hij kwam. 't Kan over achten geweest zijn. Ging hij alleen weg Ik denk het wel. Denk eens na, ge moet 't weten. Mijne dochter ging met hem, zei zij na een kleine pauze. Hoe laat was 't toen Het kon bijna tien uur zijn. Wanneer kwam ze terug Na een half uur. Alleen Alfred had haar tot bij- 't huis gebracht. Wat vertelde uwe dochter bij hare terugkomst? Wat kon zij vertellen Waar zij met Alfred geweest was De vrouw werd eensklaps doodsbleek en beefde weer, het kwam mij voor, dat zij met ontzetting zichzelve afvroeg: Zou mijn man ook dit verraden heb ben Spreek de waarheid, vermaande ik haar. Zij zag mij met grooten angst aan. Weet gij dat ook Ik wil het van u weten. Zij dacht nu werkelijk dat alles ver raden was en wrong de handan

Peel en Maas | 1927 | | pagina 5