Als de HOEST
ABdusiroOP
Van Oostrum
naar Qeijsteren
Purol bij Ruwe en Schrale Huid
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
JAtTONOft
Tweede Blad
Voetbalnieuws.
!manufactur£n{
NOORDEEUGSTf
FEUILLETON
Ingekomen en vertrokken
personen.
't slapen belet.
Uit de Landbouwwereld
Het geheim van
Charing Cross.
nu. f
veld werden.
(Wordt vervolgd)
FEEL EN MAAS
BLIJKEN
TOCH HET
PRIJS DER ADVERTENTIEN 1—8 regels 60 ct.. per regel 7'/« ct.
bij abonnement lager tariel.
Uitgaye yan FIRMA VAN DEN MUNCKHOF
Telefoon 51
VENRAY
ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal: voor Venray 65 ct.f p, p. 75 ct
voor het buitenland bij vooruitbetaling f 1.30, afz. nummers 5 ct
door A. F. VAN BEURDEN.
II.
Het kasteel van Oeijsferen heeft
heel wat medegemaakt in den langen
loop der eeuwen. Laatstelijk nog in
1916 doorliep als een treurmare onze
landen, dat het geheel door brand
vernield was.
Qelukkig was het niet zoo ramp
zalig als het in het eerste oogenblik
gemeld werd. Toch is dat ongeluk
te betreuren, maar de adellijke familie
de Weichs de Wenne heeft onmid
dellijk met kracht de hand aan 't
werk geslagen, om het historisch
monument weer zoo goed mogelijk
te herstellen en al is er veel verloren
gegaan, wat niet te herstellen is, toch
is men dankbaar, dat het oude slot
weer in zijn groene omgeving in het
oude gewaad der eeuwen slaat als
getuige van zooveel liefs en leeds.
Want Qeijsteren is onafscheidelijk
verbonden met de bevolking der
streek, alles is oud aan 't slot.
Om te beginnen de naam Qeijste
ren is van denzelfden oorsprong als
al die verschillende namen Resteren,
Rasteren, afkomstig van het Romein'
sche Cas-trum, versterkte legerplaats,
met dezelfden stam voorzien als
Keifel, Rassel van Cast-ellum afge
leid.
Er zijn ook geleerden die Qeijste
ren van Oeesteren, weide afleiden,
wij laten de uitspraak, wie daarin
gelijk heeft aan anderen over.
De dikke hardroodgele muren van
het slot zijn door vastgeworden
mortel tof een klomp samengegroeid
Hier en daar zitfen in de specie van
die witte bolletjes, die het volk voor
meelkorrels aanziet, wat ze natuurlijk
niet zijn.
De wapens der vroegere bezitters,
hier en daar in de alleroudste ge
deelten of in de zerken te vinden,
vertoonen nog de eerste, kinderlijk
eenvoudige vormen der vroeg
heraldiek.
Hoe kalm er het oude slot met zijn
voorburgt, zijn hooge brug, zijn ver
troebelde grachten er nu ook ligt,
denkt niet dat het er steeds zoo
rustig toegegaan is op het „Huijsken
tho Qeijsteren" Er woonden soms
twee families van edellieden op, die
voor hun hoogen hertog in ijzer
gekleed en te paard met zwaard en
lans ten oorlog of ter beevaart
moesten trekken en wier vijanden
niet stilzaten.
Om het kasteel werd ook al ge
vochten in den langen tachtig jarigen
oorlog. Geijsteren ging dan gebukt
onder de krijgslasten en men moest
dikwijls verdragen tegen den zin in
wat men niet kon verhinderen.
Qeijsteren was al bekend in de
tijden der laatste Kruistochten. Het
is hoog opgebouwd als een blok
om een binnenplaatsje in gegraven
grachten, die door de groote beek
gevoed werden.
De grachten omsloten ook een
voorburcht, die door een ophaalbrug
toegang tot het kasteel gaf. Het ligt
tweehonderd meter van de Maas
tegenover het gehucht Leuken van
Welt. Rerk en dorp zullen wel na
den kasteelbouw ontstaar zijn.
Wij zullen nu in een kort over
zicht eens na gaan, wie de opvol
gende bezitters van Qeijsteren geweest
zijn. Wij beginnen dan al in 1304.
Toen bezat Ridder Jan van Stralen,
afkomstig uit het stadje Stralen, welke
familie ook verschillende andere
heerlijkheden als Welt en Bergen
bezaten.
In 1326 kreeg het een Ridder Jan,
die de heerlijkheid en kasteel zoo
aanzienlijk vond, dat hij zich jan van
Qeijsteren noemde.
Ongeveer een eeuw later kwam
Geijsteren aan Willem van Broeck-
huijsen van Oeijen en deze van
Broeckhuijsens behielden de heerlijk
heid tot 1465, toen ze in twee helften
gesplitst werd door deeling en dit
ook later bleef. De eene helft be
hoorde aan de Schellardts van
Obbendorfs, die een zwarten ge-
kroonden leeuw in het zilveren veld
voerden en de andere aan de van
Eylls, die als wapenteeken eene
zilveren lelie in een blauw veld had
den. Zelfs het huis werd in tweeën
gedeeld, wat na den brand nog goed
te zien kwam
De Schellardts bezaten ook de
vroeger reeds vermelde burcht Spraa-
lant. In 1581 werd het slot op last
der Vereenigde Staten van Holland
door Willem Werner, een Kapitein,
ook genaamd Hus, geslecht. Maar
later weer behoorlijk opgebouwd
Mot tifhrolzon rtr»rvr Hue -rol tirol nial
Dat benauwde gevoel
als gevolg van slechte
spijsvertering, zal spoe
dig verdwijnen na ge
bruik van Foster's Maag-
pillen, het laxeermiddel
bij uitnemendheid.
Foster's Maagplllen
Alom verkrijgbaar a f 0.65 per flacon.
Vitesse II - D.S.O. 4-4.
Zondag 1.1. kampten onze zwart-witten
te Gennep tegen 't volledige Vitesse II.
Het resultaat van dezen match was
-4.
Direct na den aftrap was Gennep
iets in de meerderheid doch al gauw
genoeg weet onze voorhoede zich los
te werken eri Gennep's doel te door
boren. 0—1.
Dan gaat Vitesse er alles opzetten
en door sluwheid, ja valschheid mogen
we wel zeggen, van een onzer achter-
'ers, weten de Oranjemannen al
gauw genoeg twee punten te forceeren.
Het elftal wordt dan veranderd en
dit schijnt beter te zijn, echter niet zoo
het zijn moesl. D S O. weet dan haar
achterstand om te zetten in 32 in
hun voordeel, waarmee de rust ingaat
Na de rust pakt Vitesse flink aan en
weet al gauw genoeg het derde doelpunt
in de touwen te deponeeren, door een
freekick op goal.
Dit vinden onze Venrayers te bar en
uit een mooie voorzet weten zij no. 4
in de touwen te jagen 4—3.
Tol slechts 10 seconden voor't einde
weten onze wit-zwarlen hardnekkig vol
te houden. Dan komt een corner, een
worsteling voor D S O.'s doel en nog
juist op 't nippertje weet Vitesse door
een effectbal den gelijkmaker te scoren
D.S O. brengt dan de bal in 't midden,
trapt af, en nog voor het leder uit den
midden-cirkel is, klinkt het eindsignaal.
A.s. Zondag zim beide elflallen vrij.
Van 28 Jan. 4 Febr
INGEKOMEN:
K. Theunissen, zadelmaker, Groote
Sibaat 24 van Xanten.
J. A. M. Oosterhuis, verpleegster, St.
Annalaan 5 van Bloemendaal.
VERTROKKEN
Th. A. Appelho.f, dienstknecht, naar
Schayk A 56.
H. J. H. Gooren, arbeider, naar
Nijmegen.
W. H. van Helden, z.b., naar Herten
Rijksweg 245.
M. G. E. Willems, winkeljuffrouw,
naar Sittard Rijksweg.
J. van Els, dienstknecht, naar Wans
sum, Heide.
W. H. van de Loo, assistent N.S.,
naar Zetten, Andelstraat.
J. Sanders, z.b, naar Boxtel.
G. J. Goes, W. P. Hessing, W. Kager,
A. J. P. L. Meers, broeders, naar
Wychen, klooster.
tweedracht zaait, en ik blijf bij mijn
bewering, dat gedupeerde heeft getracht
het publiek te misleiden.
Waarom niet in zijn eerste schrijven
die uiteenzetting gegeven van de toe
dracht der zaak, dan hadden verschil
lende reizigers niet behoeven te vragen,
als een trein te laat is gaat de auto
bus dan weg zonder te wachten", of
meer van dergelijke vragen, maar nu
blijkt wel, dat het gedupeerde werkelijk
te doen is geweest het reizend publiek
op een dwaalspoor te brengen, dit
teekent het karakter van den persoon
van gedupeerde.
In mijn vorig schrijven zegde ik,
door een samenloop van omstandig
heden zijn een paar menschen achter
gebleven (niet door de schuld van den
chauffeur) en dit wil ik nogmaals
herhalen, hetgeen gedupeerde zelf in
zijn tweede schrijven eenigszins duide
lijk maakt, ik wil er echter nog aan
toevoegen, en dat zal gedupeerde ook
wel bekend zijn, alsdat de chauffeur,
toen de reizigers in de bus hadden
>laats genomen, aan deze menschen
ïeeft gevraagd, zijn er nog meer reizi
gers, en ook toen deze antwoorden
NEEN" is de chauffeur nog op het
perron gaan zien en eerst daarna, toeD
hij geen reizigers meer zag, is hij
weggereden. Dus gedupeerde als gij
terstond in Uw eerste schrijven de
juiste toedracht dsr zaak had vermeld,
en dat wist gij ook toen reeds, dan had
gij honderden menschen niet in den
waan gebracht alsof de autobus niet
wacht als een trein te laat is.
Dat ik de tram nog aanhaalde in
mijn vorig schrijven, was alleen om
aan te toonen dat het niet van heden
dat er gewacht wordt op de aan
komst van een trein, maar dat dit steeds
heeft bestaan, maar gij gedupeerde ik
denk dat gij er een zijt van die
CHICANEURS die altijd wat aan-of op
te merken heeft, en toch geregeld, zoo
wel van den vroegeren tram, als thans
van de autobus gebruik maakt, want
ik leid dit weer af omdat gij schrijft,
dat gij veel lief en leed met den tram
hebt gedeeld.
Gedupeerde, gij zegt thans BASTA,
maar ik zal u bestrijden zoo dikwijls
als gij op deze zaakterug komt en niet
de juiste waarheid schrijft.
VERITAS.
doordat erontsteking veroor
zakende slijm op Uw.borstrzit,
zorg dan, dat er naast.Uw.bed
Staat, om U een rnstigen
nacht te bezorgen. Akker'»
Abdijsiroop lost de slijm
op eb verdrijft den hoest-
prikkel, beroemd en onge
ëvenaard bij bronchitis, kink
hoest, slijmhoest en asthma.
Overal verkrijgb. in kokers f 1.50, f 2.75, f 4.50
De'groóte flacons- zijn voordeeliger.
Wie zenuwachtig is
Onrustig en Overspannen en zijn gewone
Kalmte wil herwinnen, gebruikeeenigen
tijd de kalmeerende en zenuwsterkende
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drog
den mest, gaat de bemesting mank aan
eenzijdigheid.
Omdat men slechts stalmest aanwendt
zonder of slechts met weinig stalmest.
Ook een rijke stalmest aanwending is
eenzijdig en dus onvoldoende: de stik
stof is daarin overwegend, waarvan
het gevolg is o.m. dat de boom welig
in het hout schiet, maar te weinig
vruchten levert, welke niet zoo mooi
en duurzaam zijn.
Er onlbreken bij zulk een aanwen
ding minerale stoffen. Deze fout wordt
gaandeweg door meerderen ingezien
de boomgaardbezitlers worden er dooi
de tuinbouwconsulenten herhaaldelijk
opmerkzaam op gemaakt. Er is ver
betering, constateerde nog onlangs de
Rijksluinbouwconsulent voor Zuid
Gelderland, waar vele boomgaarden
zijn.
Daar zijn nu reeds verschillende
boomgaardbezitters, die vrij geregeld
hun stalmestgiften aanvullen mei
kunstmest, en zelfs kunnen reeds
eenige boomgaarden worden aangewezen
die al meerdere jaren achtereen uit-
qI 11 1 Ion n mot l/linotmaot llin knmnr.1 17rt
45.
Ik zal u zeggen, wat ik er van
denk, antwoordde Robmore van de
geheime politie. Ge zult zien, dat Ba
severie uit den trein stapt, op den
voet gevolgd door Matherfield. Om een
of andere reden, die ik niet ken, acht
Matherfield het beter, Baseverie hier
op het station in hechtenis te nemen
Ziedaar, wat ik er van denk. Zij heb
ben Baseverie daar gezien en hebben
toen besloten hem terug naar Londen
te volgen. Zoodra de trein binnenkomt...
Een plotselinge korte uitroep van
Rhona deed hem den zin afbreken en
beide mannen wendden zich tot haar.
Zij hield zich stevig aan Hetherwick's
arm vast, terwijl zij met de andere
hand naar het perron achter haar
wees.
Baseveriein eigen persoon 1
zeide zij. Daar... onder die klok. Zie
maar. Hij loopt naar den uitgang I
Met een snelle, allesbehalve ceremo-
nieele beweging legde Robmore een
hand op Rhona's schouder, trok haar
naar zich toe en duwde haar tusschen
een groep omstaanders.
Houdt u uit het gezicht, miss,
fluisterde hij. Hij zou u kunnen her
kennen. Nu, wie is die man dan. Die
met dat bleeke gezicht en dien hoogen
hoed Goed, ik zie hem. Uitstekend
om zijn uiterlijk vast te houden. Kan
te pas komen. All right! Blijf hier
slaan met u tweeën Indien hij in deze
richting komt rar. Hetherwick, ga dan
wat op zijde. En wacht nu maar.
Robmore glipte weg. Een oogenblik
later zagen zij hem met een paar kalm
uitziende mannen staan te praten, die
nu op hun beurt naar Baseverie keken.
Ook Hetherwick hield Baseverie in 't
oog. En deze, kalm, volkomen gerust,
klaarblijkelijk niets kwaad vermoedende
had nabij den uitgang plaats genomen
waardoor de passagiers uit Southamp
ton de controle moesten passeeren. Hij
ronkte een sigaar, kalm en rustig, met
zichtbaar genoegen.
Zij* ge er zeker van, dat bet onze
man is, fluisterde Hetherwick.
Baseverje absoluut zeker I ver
klaarde Rhona. Alsof ik mij in hem
zou kunnen vergissen. Neen, ik heb te
veel redenen om mij zijn geheele ver
schijning te herinneren. Maar, hier 1
opgepast I
Welnu, zeide Hetherwick. Er gaat
nu ten minste iets gebeuren I Achteruit
houd u goed op den achtergrond. We
kunnen van hieruit alles zien, zonder
zelf gezien te woiden. Indien hij u in
het oog kreeg....
Robmore kwam teruggekuierd en
sloot zich weer bij hen aan.
In orde 1 bromde hij. Vier paar
oogen, behalve de onze... dat is neg
drie paar meer... zijn op hem gericht.
Mijn mannen staan overigens vlak bij
hem. Zie maar: één, twee, drie, vier.
Zij staan rond hem, ofschoon hij er
niet het minste vermoeden van heeft,
Ik laat hem in geen geval gaan, of
Matherfield meekomt of niet. Een koel
bloedig misdadiger, vindt ge niet?
Het is tijd voor den trein, zeide
Hetherwick. Rhona had haar hand op
zijn arm gelegd en hij voelde dat zij
beefde.
Baseverie keek naar de groote klok.
Dan wendde hij den blik naar 't plat
form achter de afsluiting en keek in
afwachting naar de verlichte opper
vlakte. Ook de anderen keken. Een
oogenblik ging voorbij. Dan verscheen
uit de schemering van het uitgestrekte
station een locomotief, die langzaam
haar last van wagens optrok en nu
als een geweldige reus langs de zijde
van het perron vooruitschoof. De pas
sagiers uit de eerste wagens sprongen
op en begonnen naar den uitgang te
stroomen.
Nu gaat het er om, fluisterde Rob-
more. Gaat wat achteruit met uw twee.
Mijn mannen zullen hem bewaken en
den persoon, dien hij hier wacht, want
het is zeker, dat hij op iemand staat
te wachten.
De eerste minuut gebeurde er abso
luut niets. De menigte der uitgestapte
passagiers, mannen en vrouwen, bur
gers en soldaten, zeelieden, schoof
vooruit en ging haar weg. Langzamer
hand werd zij kleiner.
Plotseling trok Rhona voor de tweede
maal aan Hetherwicks arm en hij zag
dat zij naar iets achter de afsluiting
stond te staren.
Daar 1 riep zij uit. Daar... die man
met die grijze jas en dien slappen hoed
Dat is de man, die toen de auto ge
reden heeft. Zie maar Baseverie heeft
hem al gezien.
Hetherwick keek en zag hoe Base
verie met de hand wenkte, ten teeken
dat hij den verwachten persoon had
herkend. Deze was een jonge frissche
kerel, die zich naar de controle begaf,
en in zijn rechterhand een klein vier
kant droeg, dat waarschijnlijk de ju
weelen bevatte van madame Listorelie.
Maar Hetherwick zag meer. Vlak ach
ter dien jongen man kwam Matherfield
aan den eenen kant en een geheim
agent aan den ander. Zij naderden hem
nog dichter, toen hij bij den uitgang
kwam en van de andere zijde sloten
de detectiven zich steeds dichter om
Baseverie aan.
Het beslissende moment, fluisterde
Robmore en ongemerkt schoof hij naar
voren.
Alles speelde zich zoo snel af, dat
noch Hetherwick, noch Rhona precies
wisten, hoe alles in zijn werk gegaan
was. Voor 't tot hen doorgedrongen was
dal de beide mannen gevat waren, of
de verbaasde omstanders begrepen had
den, dat er vlak voor hun neus iels
belangwekkends gebeurde, waren Ba
severie en zijn medeplichtige twee
stevig geboeide gevangenen te midden
van een kleine groep zwijgende man
nen, die beiden haastig wegvoerden.
Binnen een minuut waren detectieven
en gevangenen buiten het station uit
aller oog verdwenen.
Eerst op dat oogenblik bemerkten de
twee wachtenden plotseling, dat Ma
therfield, met het kleine, vierkante
pakje in de hand, naast hen stond, met
een grimmigen, maar uiterst tevreden
glimlach in de oogen. Hij hield het
pakje voor hen in de hoogte.
Heel licht, mr. Hetherwick, heel
licht inderdaad, zeide hij. Buitenge
woon licht niet?
Maar Hetherwick begreep, dat deze
woorden riet op het pakje voor hem
sloegen.
GOED EN BETER.
Rhona ging dien nacht naar haar
oude kamers in het 'kleine hotel terug
en den volgenden morgen kwam He
therwick haar mei een armvol dag
bladen een bezoek brengen. Toen hij
haar alleen vond, legde hij de kranten
naast haar neer met een duidelijk
knikje met zijn hoofd naar sommige
groote letters, welke boven de hoofd
kolommen van het gemengd nieuws
stonden.
Matherfield moet de krantenman
nen gisteravond wel uren en uren
hebben bezig gehouden, merkte hij
met een spotlachje op. Alles, letterlijk
alles staat er in. Zijn eigen avonturen,
gisteren te Southampton, de mijne en
die van Robmore in Westminster, alles
wat er voorgevallen is. Maar als slot
tafereel natuurlijk de dramatische ar
restatie van Baseverie aan het station.
Ik ben bang, dat we een poosje het
middelpunt der publieke belangstelling
zullen uitmaken, daar moeten we door
heen.
Wordt vervolgd