Van Oostrum
naar Geijsteren
Uit Canada.
Kom de natuur
te hulp!
AbdusïroOP
JAlFQKlft
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
JACfQNQft
Tweede Blad
48e jaargang. no. o
MANUFACTUREN
(VOODDEELlöST/)
.MANUFACTURE
YQORimiGSm
F" FJTJITiL BTO N
Het geheim van
Charing Cross
B asm stti ngsgevaar.
ZAIEKUAU 5 FEBkUAfti i»z i
1 BLIJKEN I
TOCH HET J>
FEEL EN MAAS
l BLIJKEN 1
TOCH HET
PRIJS DER ADVERTENTIEN 1—8 regels 60 ct., per regel 7'/» ct.
bij abonnement lager tarief.
Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF
Telefoon 51
VENRAY
ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal: voor Venray 65 ct., p, p. 75 ct
voor het buitenland bij vooruitbetaling f 1.30, afz. nummers 5 ct
door A. F. VAN BEURDEN.
1.
Als wij aan den tijd terug denken,
dat wij als jorgmensch met de
processie van Boxmeer door de
Smakterheide en de toen nog bijna
ongerepte zandbergen naar O. L.
Vrouw van Oostrum trokken en we
nu nog eens de tegenwoordige ver
andering ter plaatse door het spoor
in die destijds zoo doodsche om
geving gebracht aanzien, dan valt
het op, dat wij die ommekeer in
uitzicht, die stijging van het verkeer
gaande weg medegemaakt hebben.
Oostrum is van een vergeten
dorpje, waar men af en toeter bede
vaart trok, de voorburcht van Venray
geworden; het huizenaantal en het
en het zielental is geweldig vooruit
gegaan. Er is nering en handel ge
komen waar de boerderij vroeger
een bescheiden bestaan veroorloofde,
is er voor velen plaats en welvaart,
terwijl de groote samenmelkerij en
fabriek zorgt voor den snellen om
en afzet der zuivelproducten.
De oude watermolen, overblijfsel
uit vroegere tijden, die de boven-
gelegen landerijen onder water moest
houden om te kunnen malen, is
onnoodig geworden, nu de stoom
kracht en de electriciieit in de plaats
zijn getreden. In onzen tijd moet
alles snelgaan. De oude postwagens
en diligences zijn vervangen door
auto's en van de wagens van Meuws
en Aerts, die vroeger het land van
Cuyk verbonden met Venray en
Horst is zelfs het aandenken vergeten.
Hoe ver ligt ook de herinnering
aan het klooster van Oostrum, waar
de vrome nonnetjes bidden en weef
den en spinden, om aldus het ora
et labora in practijk te brengen. Zelfs
de laatste kleine huisjes aan de beek
zijn al een kwart eeuw verdwenen,
even zoogoed als het antieke kerken-
huis van de Smakt.
En als we verderop Oostrum in
gaan, wie vermoedt er dan nog,
wien het niet gezegd is, dat daar
achter een groot versterkt huis of
kasteel Spraland lag, waarvan men
alleen nog wat half dichtgeloopen
en aangevulde grachten kan zien.
Van het invorderen van tienden door
de boeren, het brengen van een hoen
uit ieder huis, waar rook op ging,
van het gratis doen van werk voor
den hoogen heer, die op Spraland
commandeerde, is geen sprake meer.
In onzen tijd moet ieder maar stadig
aan voor zich zelf zorgen, anders
komt hij er niet.
Wij willen nu van „Ostrum" uit
een bezoek aan Oeysteren brengen
en nemen daartoe den rechten weg
over de Heihuizen, een weg, die
vroeger aangelegd is door Geyster-
sche heide, die een mengelmoes was
van lage moerassen, van heivelden
en met bosch begroeid terrein. Vooral
in het voorjaar en in den zomer was
de weg aantrekkelijk, omdat hij om
zoomd was met zilverwitte berken,
die bruine twijgenbundels met licht
geel gesierd hadden en met het
loofhout en de dennen wedijverden
in afwisseling van kleur. Daar huis
den nog de kwitten en de kuluut in
de lagere zure weiden en gierden
door de blauwe lucht, de koolmeezen
tjilpten door het hout en de eksters
schaterden om hunne nesten. Overal
was er rust en het gejaag en gebrul
der auto's verbrak nog niet de
plechtige stilte. Maar de vroegere
zandweg is ook al een jaar of vijftien
jrintweg geworden en dient ook al
iet jachtende rennen der vrachlreuzen.
Nog om eene andere zaak is de
weg te verkiezen, omdat men daar
gelegenheid heeft om nog eens een
zeldzaamheid te zien op molengebied,
namelijk de Rosmolen van Oeysteren.
Vreemd gelegen, vreemd gebouw,
vreemd van werking, geheel ver
scholen ligt de molen daar in het
bosch, geknipt voor een der wonder
verhalen uit een Duitsch woud, die
wij in onze jeugd te lezen kregen
en waarin verliefde ridders en domme
herderinnetjes schering en inslag
waren. Maar deze molen is niet zoo
beroemd als zijn collega's in het
Schwarzwald, maar toch merkwaardig
door zijn beknopten vorm, doorzijn
ligging in 't geboomte bij een oud
molenhuis, door zijn volgegroeid
voorraads-vijverfje, door zijn dubbele
werking als water en als rosmolen.
Menig schilder heeft er onder de
overwelving der hoornen, in de met
lichtgroen doorschemerden damp
kring het aardige gezicht zitten
conterfeijten en is voldaan huiswaarts
gegaan, met de hoop, dat dit molentje
nu ook eens niet den weg van alle
molens zal opgaan, maar ook eens
voor hen, die na ons komen, zal
bewaard blijven, omdat onze voor
ouders het voor ons in stand hielden.
Het beekje dat hun drijft, vereenigt
zich voor de Heihuizen met eene
andere, die haar water uit het lange
Wanssumer broek haalt.
Als wij dat overschrijden, wordt
de grondslag hooger eu krijgt men
links en rechts meer bouwland te
zien en begint men langzamerhand
aan Kasteels eigendom te komen.
Geijsteren is in drie deelen te ver
deden de Geijstersche heide is
lichte grond, bezet met hakhout,
bosch of ontgonnen, dan volgt het
middengedeelte, één groot rond per
ceel aaneensluitend bouwland, dan
tegen de Maas en de groote beek
het Kasteel in het zware weiland
met enkele huizen en hoven.
Wordt vervolgd.
44.
Den volgenden dag, toen Helherwick
eteeds op het spoor der ontvoerde
vrouwen was geweest, kwam hij thuis
waar zijn huisbewaarder op hem zat
te wachten.
Er is een jonge dame hier geweest
die naar u vroeg, air Helherwick, zei
de man. Ze is tweemaal hier geweest,
ik zei, dat ik niet wist waar ge waart
en wanneer ge terug zoudt komen. Ze
zei.... kijk, daar is de jonge dame weer
sir. Zij komt hierheen.
Hetherwick wendde zich snel om en
zag Rhona van de andere zijde van
de straat oversteken. Hij vloog haar
tegemoet en. geheel vergetende, dat
vreemde oogen hem aankeken, vatte
hij haar beide handen op een wijze
welke een vuurrood kleurtje op haar
wangen dreven.
Gij zijt dus weer in veiligheid?
vroeg hij snel. Zeker?
Ik ben heelemaal vrij en veilig,
dank u, antwoordde zij. Ik ben hier al
tweemaal te voren geweest, maar ge
waart niet thuis. Ik kwam wat geld
van u leenen. Ik heb mijn handtaschje
en portemonnaie achtergelaten in het
huis, waar wij opgesloten zijn geweest
Hetherwick haalde het handtaschje
Bij tijdig gebruik van Mijnhardt's Keel
pijn tabletten voorkomt gij besmetting,
daar deze tabletten mond en keel zuiveren
van alle smetstoffen. Buisje 30 ct.,
Fiacon 60 cl.
uit zijn binnenzak en overhandigde dit
aan Rhona. Deze staarde hem verbaasd
aan.
Zijt gij daar dan geweest? riep
zij uit. Hoe
Ik ben er vanmiddag geweest, een
uur geleden, antwoordde hij Maar kom
mee naar mijn kamer. Maar madame
Listorelle, waar is die?
Ik heb haar op het Victoriastation
achtergelaten, waar zij naar jmajoor
Penteney telefoneerde. Zij had ook geen
geld bij zich. Zij had graag gewild, dat
ik bij haar bleef, tot majoor Penteney
arriveerde, maar ik wilde niet Ik ben
hierheen gewandeld. Ik dacht, dat ge
graag wilde weten, dat wij ontsnapt
waren.
Hetherwick zeide niets, tot zij in de
zitkamer waren. Dan staarde hij haar
zwijgend aan, legde zijn armen rcnd
Rhona's schouders en terwijl hij haar
lang aankeek, boog hij zich plotseling
over baar heen en kuste haar
Neen, zeide hij met zachte stem
Ik wist werkelijk niet, hoe bezorgd ik
omtrent u was, toon ik u weer terug
zag. Maar nu... nu weet ik het.
Vrijheid 1 riep zij plotseling. Wij
hebben beiden een ontdekking gedaan
Terwijl gij dag en nacht gezocht hebt,
nadat wij ontvoerd waren.
Hoe is dal gebeurd? vroeg hij,
terwijl hij zich tot haar wendde. Na
tuurlijk weten wij alles over de ont
voering zelve, maar de rest, tot op den
dag van heden. Baseverie natuurlijk?
Baseverie en een andere man,
antwoordde zij. Een slanke, baarde-
ooze man, wiens naam we nooit ge
Waartegenover zij, die er pas zijn,
iak nog snakken om naar Holland
terug te keeren, omdat de zware en
langdurige arbeid in de vijf maanden
van bewerking van den grond tot en
met den oogst en vooral de afzondering
en verlatenheid, speciaal in de lange,
fel koude winters onder de sneeuw, de
moeilijkheden met het Engelsch enz
hun voorkomen op den duur ondrage
lijk te zullen worden.
Dezen moeilijken begintijd moet
iedere emigrant door en haast zonder
uilzondering valt het hun stuk voor
stuk hard, ook den geoefenden boere-
arbeider (jongelui uit andere vakken
moeten het zeer zeker niet op een
farm, en trouwens heelemaal niet in
Canada zoeken) omdat de wijze van
werken er zoo veel meer in de einde-
looze ruimte en in het groot is dan
hier, met tot tien paarden toe voor de
ploegen, tot zij gestadig aanwennen, de
spannen in hun macht krijgen, de wijde
vlakten tot aan den horizon vertrouwe
lijker overzien, gemakkelijker zich
leeren verstaanbaar maken in den
omgang met den Canadeeschen boer
en zijn gezin, smaak krijgen in de
wijze van ontspanning, de deugdelijke,
overvloedige maaltijden gaan waardee-
ren, en vooral ook ditdat een boeren
knecht, die als regel in ons landje ge
doemd is altijd boerenknecht te blijven,
na enkele jaren de kans krijgt zijn
eigen boerderij te koopen op gemakke
lijke condities en een vrije, en onaf
hankelijke, eigen boer te worden.
Waarbij hem in dien eersten, harden
tijd bedrevenheid in het omgaan met
paarden, in het melken en als het kan
in het herstellen van landbouwwerk
tuigen uitnemend te stade komt
Tot slot wilde ik toch nog twee oude
Hollandsche voortrekkers voor u aan
het woord laten, onder dit voorbehoud
echter, dat zij, dank zij hun stugge
arbeidzaamheid en hun niet te ont
moedigen energie, behooren tol de best
geslaagden, waarbij gij dus niet moogt
vergeten, dat er verscheidenen heel wat
minder gunstig te land zijn gekomen,
en ontegenzeggelijk een groot aantal
volkomen zijn mislukt.
De eerste was een tuinder in de
omstreken van Winnipeg, waar er
verscheiden gevestigd zijn, in zooge
naamde «wilde bedrijven" menscken
meesl, in andere vakken mislukt, die
het nu meer of minder fortuinlijk in
het kweeken van groenten probeeren
en het uitventen daarvan in de stad.
Daartegenover Z8g de tuin van den
bedoelden bejaarden hovenier er keurig
verzorgd uit, een bezitting om trotsch
op te zijn.
Hij vertelde: Vijf en twintig jaar
geleden was hij naar Canada getrokken
In Friesland was hij boerenknecht
geweest, en zou 't er wel altijd zijn
gebleven. Na een paar jaar was hij
gaan tuinen. En twintig jaar lang be
werkte hij nu deze warmoezierderij
Hij had dertig acres land gekocht, duur,
voor 600 dollar p9r acre, want er waren
20 acres onontgonnen grond bij. Maar
hij heeft altijd hard gewerkt. En hij
heeft succes gehad.
Een maand nadat hij er op was,
boden ze al duizend dollar voor de
acre. Nu heeft hij voor zijn twee zoons
twee plaatsen kunnen koopen, een van
15 acres voor 230 dollar, een van 17i/s
acre, direct aan den weg, voor 30U
dollar de acre. «En mijn huis staat
mooi in de verf en in de bloemen".
»'t Geheim van mijn slagen i», dat
ik den grond wel gemest heb, met
stalmest, net als in Holland. Maar ook
's winters was 't mij nooit te koud, om
mest uit de stad te gaan halen. En als
werk dat vereischte, nam ik werk
volk aan. Op 't oogenblik heb ik 'n
dertig mannen en vrouwen, Polen,
Galiciërs, Oostenrijkers aan den gang
«Hoofdzaak zijn inmaakuitjes, aard
appelen, uien, bloemkool, augurken,
't niet te koud is, veel voor de
fabrieken van mosterdzuur. Dat kweek
ik hier bij de ton. En de diepe, zwarte
teelgrond ia daar best geschikt voor.
Maar 't moet in vijf zomermaanden
alles gedaan zijn. En 's winters, als de
aardappelen en de kool ingekuild zijn,
hebben we 't vrij gemakkelijk.
«Is 't erg koud en valt er weinig
sneeuw dan brandt er een kachel in.
Want dan zit de vorst vier meter diep
den grond. Daar onder moeten dus
ook de waterleiding en rioleeringen
liggen. Maar alle hout boven de grond
rot nooit.
«Over 't algemeen zijn de menschen
hier zorgeloozer dan in Holland en
houden ze hun boel niet in orde.
«Voor iederen kolonist valt het eerste
paar jaar lang niet mee, wegens de
taal, de andere zeden en gewoonten.
En gaan ze daarom 't eerste jaar naar
Holland terug, dan blijven ze weg
Maar zijn ze na twee jaar nog ontevre
den, en repatrieeren, (naar het land van
afkomst terugkeeren), ze dan, dan
komen ze gewoonlijk toch naar Canada
weerom, omdat 't hier alles ruimer is.
Dan bijten ze er doorheen. Maar een
kolonist moet Canadees worden en geen
Hollander willen blijven.
«Er is hier een menschen leven noodig,
om een bestaan te maken voor je
gezin.
»Ik ben begonnen op een eiland van
de Vereenigde Staten, in de buurt van
Victoria, 't Was een oerbosch. Ik heb
er in de boschen gewerkt, om mijn
land klaar ie maken. Veertig acres
had ik gekocht, voor 17 dollar de acre,
met de boomen er op. Vier jaar heb
ik er gezwoegd. Toen had ik nog maar
de helft van mijn bezit gezien, omdat
ik op de verdere 20 acres niet komen
kon door 't oerwoud heen. Al dat
prachtige timmerhout moest ik ver
branden, de wortels er uit laten sprin
gen met dynamiet.
«Zoo zijn veel Hollariders begonnen.
Het vergt een menschen leven. Zij
komen jong en ongelrouwd, en als ze
oud en versleten zijn, krijgen ze een
behoorlijk leven Maar dan is het voor
hun kinderen all right I (alles in orde)
Hollanders zijn pioniers geweest, over
de heele wereld."
De ander, dien ik u wilde voorstel
len, was een welgestelde boer in
Slrathmore, een nederzetting, midden
in de prairies, op zes en vijftig K M.
afstand van de stad Calgery gelegen,
waarachter het machtig bergengebied
van de Canadeesche Rocky Mountains
begint.
In deze streek van Strathmore heeft
de Holland8che kapelaan Van Aken,
hoord hebben Maar Baseverie was
toch de grootste schurk. Maar over 't
verloop der geschiedenis gesproken
zij wachtten ons bij den lager gelegen
weg bij Riversraede Cjurt op en dwon
gen ons met den re"olver om in de
auto te stijgen en reden met ons weg
naar Londen naar Westminster
en in een huis daar. Maar in h6t huis
zelf zijt gij geweest. Daar...
De chauffeur van die auto? Hij
was ongetwijfeld een medeplichtige.
Zoer zeker, maar we hebben hem
niet meer teruggezien. Wij zagen alleen
die twee mannen en een vrouw, die
als gevangenbewaarster fungeerde en
onze maaltijden bracht. We hadden
goed te eten en te drinken en ze gaven
ons boeken en bladen, zelfs kregen we
regelmatig handwerkjes. Msarze waren
onverbiddeilijk voor madame Listorelle
en haar juweelen. Zij moeten daarvan
alles afgeweten hebben. Zij gebruikten
ook madame's eigen schrijfpapier
Ik weet daar alles van, zeide
Helherwick. Ik zal u mijn zienswijze
daaromtrent wel vertellen, als ge een
kopje thee gedronken hebt. Zij dwon
gen haar, veronderstel ik, om den brief
te schrijven.
Zij dwongen haar daartoe juist
op dezelfde wijze, als zij ons dwongen
in de auto te stappen, zeide Rhona;
met revolvers. En zij meenden het,
Ik denk wel dat zij nu de juweelen
in handen zullen hebben.
Dat staat nog te bezien, meende
Hetherwick. Heeft madame Listorelle
u wellicht verteld, hoeveel die juweelen
wel waard waren.
door Uw borst en adem
halingsorganen te zuiveren
van de scherp prikkelende
taaie slijm vol ziektekiemen.
Neemt daarvoor het terecht
beroemde kruidenmiddel
welke de natuurlijke ge
neeskracht bezit van vele
planten en kruiden. Uw
gezwollen slijmvliezen
slinken en Uw ademha
ling wordt weer diep en
vrij, hetgeen Uw geheele
gestel ten goede komt.
Overal verkrijgb. in kokers a f 1.50, 2.75, f 4.50
De groote flacons zijn voordeeliger.
een twaalftal meest Brabantsche
boerengezinnen, die hij daar zelf was
gaan halen, «overgepoot" om er te gaan
ontginnen en koloniseeren in den
woestec grond, waar de geestelijke
hoopte eenmaal zelfs Van Akenstad te
stichten. Dit settlement heeft zich uit
gebreid, er zijn ook verscheiden families
weer berooid teruggekeerd, de
idealen van den kapelaan zijn dus niet
verwezenlijkt
Inmiddels gaat het er volgens
veler getuigenis den menschen, die
door den zuren appel hebben heenge
beten en gebleven zijn, over het alge
meen redelijk goed. Ze zijn echter
allemaal Canadeezen geworden en
tegenwoordig kom» er tweemaal in de
maand een Ganadeesch Priester in
hun kerkje Mis lezen.
Een van de kolonisten zei het nog
wel schilderachtig»Ze zitten er schoon
op huiler gemak, hebben hard te
werken, en wat het vee oplevert, ver
goedt soms, wat aan den prijs van het
graan weer tekort komt 1"
Maar een buurman getuigde: «Hij
wooiide nu vijftien jaar hier maar kon
op den toestand niet «stoffen", (stoeven,
snoeven of pochen), al wilde hij ook
niet klagen. «Om de zes jaar krijgen
we twee goede oogsten, maar je blijft
in de schuld
En weer een derde«Ik kwam hier
met mijn familie zonder cent uit
Brabant over. Nu heb ik mijn land
vrij, bezit ik vijftig paarden, een macht
koeien, en de machinerieën zijn mijn.
Sedert 1911 heb ik nog geen graan
behoeven bij te koopen voor veevoer."
Een vierde«Ik begon hier met drie
honderd dollar te leenen. Daar heb ik
goed mee geboerd. Wie met niets
kwamen, zijn het beste gevaren. Wie
met geld zijn gekomen, hebben het
Zij sprak over bijna niets anders
Tus8chen negen honderdduizend en
een millioen gulden. Zij verkeerde in
een allerellendigste geestestoestand.
Maar het was voor haar letterlijk een
kwestie van haar leven of haar juweelen
Ik weet niet, wat zij met mij zouden
gedaan hebben. Maar dat is nu voorbij
ik ben nu weer in veiligheid 1
Zij dronk haar kopje thee uit en
dan begonnen zij de jongste gebeurtenis
sen te bespreken, tot donkere scha
duwen in de kamer begonnen te vallen
Ik denk, dat ik maar naar Rivers
reade Court zal terugkeeren, merkte
zij ten slotte op. Het is al laat.
Wacht een oogenblikje, zeide He
therwick, die haar op dat oogenblik
alles verteld had, wat hij wist. Ook
dat ze Ambrose dien morgen dood
hadden gevonden, ook vergiftigd door
den schurk Baseverie, opdat hij de
opbrengst hunner misdaden niet met
hem zou behoeven te deelen. Dat Ma-
therfield naar Southampton vertrokken
was om Baseverie daar te pakken. Ik
denk, dat er wel heel gauw 'n telegram
van Matherfield zal komen. Ga van
avond niet naar Riversraede terug.
Telefoneer aan de lady dat ge in Lon
den blijft. Haar zuster zal haar wel
alles verteld hebben. Wacht maar, tot
we het telegram van Matherfield ont
vangen hebben. Dan zullen we ergens
gaan dineeren en ge kunt dan in een
hotel den nacht doorbrengen. Maar
eerst moet ge weten wat zich te Sout
hampton heeft afgespeeld. Dat kan
buitengewoon belangwekkend zijn en
dan...
Hij brak den zin af, daar duidelijk
hoorbaar op de buitendeur geklopt
werd,
Dat zal het telegiamvan Mather
field zijn, riep hij opgewonden uit We
zullen nu wel gauw meer weleii.
Een oogenblik later kwam hij met
het telegram in de hand terug.
Het is van Matherfield, zeide hij.
Om zes uur negentien in Southampton
afgegeven. Er staat niet in of ze hem
gepakt hebben. Al wat hij meldt is
«Kom op het Waterloostation. Ik ar
riveer om acht uur twintig".
Ik ben werkelijk nieuwsgierig,
zeide Rhona.
Hetherwick keek op zijn horloge.
Kom mee, zeide hij, we hebbeu
nog juist den tijd om wat te gaan eten
te Waterloo en dan op het perron te.
zijn, als de trein van 8.20 binnenrolt
Het geheele terrein tusschen de sta
tionsgebouwen en den ingang tot het
perron te Waterloo, was geheel met
menschen gevuld, toen Hetherwick
informeerde op welk perron de trein
uit Soutbamptom zou arriveeren, voelde
hij plotseling hoe iemand hem zachtjes
aan den arm trok. Toen hij zich snel
omdraaide, zag hij Robraore, van de
geheime politie, die hem een zachten
wenk gaf en even verheugd glimlachte
Ik wed, dat ge hier ora dezelfde
redenen zijt, als ik, mr. Hetherwick'
Ge hebt zeker een telegram van Ma
therfield ontvangen, niet?
Juist 1 En gij
Evenzoo. En ik heb hulp meege
bracht. Er zijn vier van onze mannen
hier in den omtrek. En hebt ge niets