MmiGStf Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. '(YQQRDËEUfóÏÏ Tweede Blad FEUILLETON Uesprongen handen schrale ippen Uit de Landbouwwereld MANUFACTUREN (i De groei der Nederlandsche mijnstreek. Het geheim van Charing Cross. Manufacturen BLIJKEN TOCH HET PEEL EN MAAS BLIJKEN TOCH HET PRIJS DER ADVERTENTIEN 1—8 regels 60 ct.. per regel 7'/» ct. bij abonnement lager tarief. Uitgave van FIRMA TAN DEN MUNCKHOF - TENRAT ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaalvoor Venray 65 ct., p, p. 75 ct Telefoon 51 voor het buitenland bij vooruitbetaling f 1.30, afz. nummers 5 ct In een schrijven uit Heerlen aan de N.R G. wordt een beeld gegeven van den groei der Mijnstreek sinds ie Heerlen de eerste mijn geopend werd. Wij onlleenen er het volgende aan Heerlen thans het centrum der Limburgsche mijnstreek was vroeger een klein dorpje... 'n Goeie ^honderd' jaar geleden, in 1830, had deze gemeente 3988 inwoners. En in 1850 20 jaar later, was dat aan tal nog niet ^verdubbeld. Het bedroeg toen 5478. Het dorpje Heerlen, alleen per post koets te bereiken, zou zijn kalm leventje van landbouwdorp rustig hebben verder geleefd en zou voor den meer Noorde lijk wonenden Nederlander even onbe- teekenend zijn gebleven, ware men niet in 1893 in het hartje der gemeente begonnen met boringen ten behoeve van den mijnbouw. De Oranje-Nassau- mijnen vingen in dat jaar haar werk zaamheden aan. Dit had vooralsnog weinig invloed op het bevolkingscijfer. In 1895 was het 5523. Het jaar daarop, den len Mei 1896 werd de spoorlijn SittardHeerlen in gebruik genomen; de mogelijkheid om de producten der mijn op groote schaal te vervoeren was hiermede geschapen. Toch merkt men de eerste twee jaren nog weinig van vooruitgang der ge meente. De bevolking wies in die jaren onderscheidenlijk aan met 0.31 en 0.92 pet. Daarna komt de snelle groei, die is blijven voortduren en zonder weik Heerlen nooit geworden was, wat het nu is. In 1898 stijgt de bevolking met 3 pet. het jaar daarop komt zij op 6312 zielen (een stijging met 9 6 pet.). Zoo gaat het door en in 1908 heeft de gemeente Heerlen 10.000 inwoners, in 1909 zijn het er 11.000, in 1910 12.000 (stijgings percentage 9.77 pet.). In de jaren 1912 en 1913 stijgt het inwonertal onder scheidenlijk met 114 en 11.95 pet.; eind 1913 is het 16.138; drie jaar later, eind 1916, is het 21.384 en eind 1917 wordt het 25.227 (stijgingspercentage dat jaar 18 1) De toeneming van de bevolking ge schiedt dan meer gelijkmatig, alhoewel abnormaal snel; in 1919 zijn de 30,000 en zeven jaar later, in 1926 de 40 000 bereikt. Deze bevolkingsaanwas is niet alleen veroorzaakt door den verderen uitbouw van de Oranje-Nassaumijn I, met den bouw waarvan men in 1893 was begon nen. Er zijn meer mijnen gekomen en op het oogenblik liggen op het grond gebied der gemeente Heerlen vier mijnzeiels, de O. N. I (Heerlen), de O. N. III (Heerlerheide), de O. N. IV (Hessenberg) en de Staatsmijn Emma (Treebeek), terwijl aan de grens der gemeente liggen de Staatsmijn Wilhel mina (Terwir.selen), de Staatsmijn Hendrik (Brunssum) en de mijn O. N: II te Schaesberg. Óp grondgebied der gemeente ligt ook de bruinkoolontgin ning Garisborg. Het blijkt, dat de meeste mijnen in en om Heerlen liggen. Behalve de reeds genoemde zijn er nog twee mijnen in de gemeente Kerkrade, die aan Heerlen grenst, de Domaniale mijn en de Willem-Sophie, één in Eygelshoven, de Laura (met de in aanbouw zijnde Julia van dezelfde maatschappij en tenslotte de Staatsmijn Maurits te Lutterade. In deze mijnen werken thans 33,000 arbeiders, waarvan een groot gedeelte op het gebied der gemeente Heerlen woont. Hoe ziet Heerlen er nu met zijn groot aantal mijnwerker-inwoners na zijn phenomenalen groei uit? Onnatuurlijk. De bebouwing heeft wel op zeer eigenaardige wijze plaats gehad. In de kom der gemeente liggen nog groote terreinen braak. De oorzaak hiervan moet gezocht worden in de grondspeculaties, tengevolge waarvan de prijzen dezer terreinen zoodanig zijn opgeloopen, dat toen de inzinking kwam, ze niet meer te betalen waren Heerlen heeft nog een bijzonderheid. De gemeente is niet een aaneen ge bouwd geheel. In de kom wonen slechts zeer weinig mijnwerkera en deze kom zal naar schatting een 10,000-tal inwo ners hebben. Voor het overige ligt hier en daar op groote onderlinge afstanden een bebouwd gedeelte der gemeente, zoo b v. bij elk der mijnzetels. Bij de Emma ligt Treebeek, een tuindorp; bij de O. N. III Heerlerheide (onderschei denlijk 5 en 3 K.M. van de kom Heer len). Ten Oosten der stad ligt Heerier baan; ten Zuiden Weiten, waarvan de bewoners zich nog goeddeels met land bouw zijn blijven bezig houden. Behalve in deze deelen, wonen de meerdere mijnwerkers hoofdzakelijk in de woning groepen, die eveneens zeer verspreid zijn. Voor de hand ligt het feit, dat dit zeer groote lasten voor de gemeente meebrengt. Men denke slechts aan de talrijke wegen, die hierdoor noodig werden, terwijl ook de uitkomsten der gemeentebedrijven door de groote aan- legkosten worden gedrukt. Zooals Heerlen gegroeid is, zoo groeien thans de mijngemeenten, die in opkomst zijn Vooral in de gemeente Geleen ziet men dezelfde verschijnselen Daar is in wording de grootste mijn van Europa, de Maurits 6n de bevol king neemt ook daar met den dag toe. Er wordt druk gebouwd. Ook een nieuw raadhuis is er opgetrokken in het gedeelte, dat de mijn beheerscht, nl Lutterade. Typisch is het feit, dat het raadhuis geheel alleen staat, vrijwel in het open veld, waarop alleen trot toirbanden de toekomstige stralen aan duiden. Sittard zal eveneens door de Maurits groeien, terwijl ook de andere gemeen ten zich blijven uitbreiden. Op het grondgebied der gemeente Ubach over Worms zal de mijn Laura een 600 tal woningen bouwen in Eygelshoven zijn door den raad plannen goedgekeurd voor den bouw van 500 woningen in de gemeente Kerkrade, wier inwonertal van 1 Januari '26 tot 1 December j.l groeide van 30.518 tot 32.253, zullen weer een 100-tal woningen worden gebouwd; alle mijngemeenten breiden zich gestadig uit. Wonen nu alle mijnwerkers in de eigenlijke mijnstreek Bij lange niet. Zij wonen in geheel Zuid-Limburg en komen zoowel uit Roermond als uit Vaals en Maastricht naar de mijn. Te hunnen behoeve loopen de speciale mijnwerkerstreinen die men niet in den officieelen gids 39. Nog steeds omtrent al die dingen in onzekerheid verkeerend, ging Hether- wick den volgenden morgen nog eens naar Lincoln's Inn Fields, waar hij een der firmanten te spreken vroeg. Hij werd naar de kamer gebracht, waar hij en Matherfield den vorigen dag het onderhoud hadden gehad. Maar hij vond majoor Penteney alleen. Blenkin- sop, aldus werd hem medegedeeld, had dien ochtend zaken bij de rechtbank. Ik kom bij u, verklaarde Hether- wick, om u te vragen, of ge iets nieuws over Baseverie's plotseling verdwijn te Dover gehoord hebt. Penteney keek ontstemd. Ik ben er werkelijk woedend overl antwoordde hij. Een absoluut niet te verontschuldigen dom optreden van de zijde van onzen man een man, die overigens vroeger steeds de grootste bekwaamheid getoond heeft Gisteravond is hij teruggekomen, geheel terneer geslagen. Hij heeft ons alles verteld en toen een flinke schrobbeering gekregen. In het begin had hij alles best gedaan. Was de man op den voet van Rivers- reade Court naar Dorking gevolgd, vandaar naar Redhill en dan naar Dover. Baseverie begaf zich toen naar vermeld vindt en rijden de vele auto bussen, terwijl honderden zich per fiets naar hun werk begeven om gedurende acht uur het zwarte goud te delven Het zwarte goud, dat de eenige oor zaak is van den voortdurenden abnor- malen aanwas der bevolking en de Amerikaansche toestanden in het Lim burgsche mijngebied. Wantandere belangrijke industrieën zijn er in de eigenlijke mijnstreek (nog) niet. een of ander hotel bij de haven. On man, die er zeker van was, dat Base verie in 'l geheel niet vermoedde, dal hij gevolgd werd, nam daar ook een kamer. Er gebeurde nieis. Hij zag Baseverie dineeren en later in de rook zaal biljart spelen, waarna Baseverie naar bed ging. De twee kamers lagen naast elkaar. Onze man was er zeker van dat hij den dokter weer bij 't ont bijt zou ontmoeten, maar toen hij den volgenden morgen beneden kwam, bevond hij dat de vogel gevlogen was, en wel, naar de nachtportier vertelde 's morgens voor zes uur. Hij wist niet waar heen. Onze man kon ook geen spoor meer yinden op 't station of de pier, of ergens anders. Een zorgelooze wijze om iemand te bewaken, bromde Hetherwick. De telefoon ging op 't bureau van Blenkinsop. Met een woord van ver ontschuldiging ging Penteney. Een oogenblik later liet hij een gesmoorde kreet van verbazing hooren, gevolgd door een scherpe ondervraging van zijn zijde. Plotseling wendde hij zich tot Hetherwick. Lieve hemel 1 riep hij uit. Wat beteekent dat allemaal. Hier is lady Riversreade aan ]de telefoon. Zij zegt, dat haar zuster, die gisteren gekomen is, en miss Featherstone ontvoerd zijn Ontvoerd 1 Hedenmorgen 1 Hetherwick sprong op met een scher pen uitroep half overweldigd, half ongeloovig. Maar reeds waren zijn ge dachten bij Rhona. Hij zag de gevaren van den toestand voor haar in, zooals Penteney ze niet kon zien. ruwe huid 66914 Varkensmestproef. Te Almelo bestaat een vereeniging van jonge landbouwers, «Ontwikkeling" geheeten, welke metterdaad toont haar kracht en voordeel te zoeken in ont wikkeling. Zoo heeft zij gepasseerden zomer een varkensmestproef opgezet, aanvangende 5 Juli en afgesloten 24 Oct. Doel wasle. te laten zien, dat het neel goed mogelijk is, varkens te mesten, ook van jonge biggen af, zonder ondermelk, etc.2e. de waarde van ondermelk als voedsel voor mestvarkens te bepalen3e. de rentabiliteit van 't varkensmesten te controleeren. De proef werd genomen met 8 biggen van dezelfde toom verdeeld in 2 x 4 stuks. Groep A kreeg een meelmengsel van 45 pCt. maïsmeel, 45 pCt. gerstemeel en 10 pCt. grint, plus 2 Liter onder melk op 1 K.G. meelmengsel, tot een maximum van 5 L. per dag. Toen op 't laatst de varkens meer dan 2i/i K G meel elk kregen, gaf men ze niet meer dan elk 5 L. ondermelk. Groep B ontving een meelmengsel van 40 pCt. maïsmeel, 40 pCt. gerste meel, 10 pCt grint en 10 pCt. visch. Beide groepen kregen zooveel meel als ze (praclisch) vreten wilden. Ook kregen behoorlijk weidegang. De varkens zijn 4 keer gewogen: 5 Juli, 24 Aug., 16 Sept. en 24 Óct. (einde). Groep A was gegroeid 309 K.Ggroep B 271i K.G.de varkens waren bij het af sluiten der proef ongeveer 66 ct. per kg, derhalve had groep A een meer waarde van 37is kg. en in geld f24.75 De proefnemers kwamen o.m. tot de volgende conclusies: le dat varkensmesten, ook van jonge biggen af, zonder ondermelk heel goed mogelijk is. Varkens van 166 dagen oud, op een gemiddeld gewicht van 88 Kg. is lang niet slecht, 't Waren ook nog mooie losse varkens, zeergeschikt tot verder mesten; 2e de volgens deze proefberekende voedingswaarde van ondermelk is ge durende de le periode (van 56 tot 128 dagen oud); 3.15 ct. per L. Gedurende de le en 2e periode (van 56 tot 128 dagen oud) 2.7 ct. per L. Gedurende de 2e periode (van 105 tot 150 dagen oud) 2.03 ct. per L Gedurende de le, 2o en 3e periode (heele proef), van 56 tot 166 dagen oud 2.07 ct. per L. Gedurende de 3e periode (van 128 tot 166 dagen')1.3 ct. per L. Onder melk maakt zich bij jonge varkens dus wel betaald, ook boven de analytische waarde. Bij zwaardere varkens is 't niet rendabel. 3e Varkens vreten de ondermelk extra op, kunnen dus (en doen 't ook) sneller groeien, zijn eerder klaar. 4e Varkens mesten blijkt bij deze verhoudingen niet erg schitterend. Een typische lijn ligt ook in de rentabiliteit in verhouding tot den leeftijdeinde le periode f 0,72 verlies perstuk; einde 2e periode f 2.69 winst, in de 2e periode f 3.41, einde 3e periode f 7.27, in de 3e periode f 7.27 f 2.69 is f 4.58 winst per stuk. Mogelijk kunnen velen onzer lezers met de uitkomsten van deze belangwekkende proef hun voordeel doen. Het „blauw" onder de schil by aardappelen. 't Is wel al een jaar of vijftien ge leden, dat ik in het «Hbld" las van «blauwe" aardappelen, min of-meer ongeschikt voor de consumptie waar- schijnlijk* naar het oordeel van den schrijver, een gevolg van 't gebruik van kunstmest, bepaaldelijk van kali. j Tegen dat oordeel ben ik toen opge komen: ik had toen n.l. acht jaren achtereen aardappelen geteeld in uil sluitend kunstmest, op hetzelfde land, dat in al dien tijd niet den minsten natuurlijken mest had ontvangen: de aardappelen waren al de jaren door puik geweestzonder ziekte, zonder «blauw" dus ook, en fijn van smaak. Natuurlijk was bij den kunstmest ook de kali niet vergeten, en zelfs in den vorm van patentkali in ruime mate aangewend, omdat aardappelen, gelijk bekend, evenals andere knolgewassen veel van kali houden. Thans, na zooveel jaren, is 't blauw onder de s^hil, dat zijn blauwgrijze vlekken in het vleesch van den knol nog aan de orde. Het verschijnsel dat tijdens de bewaring nog sterk kan toenemen, doet de kwaliteit van den aardappel zeer verminderen. Vandaar, dat men zocht naar een bestrijdings middel Zoo zijn in 1926 veldproeven geno men door den PiantenkundigeD Dienst door het Laboratorium voor aardappel onderzoek en door den bekenden on derzoeker Dr. J. Oortwijn en Botjes te Groningen. 't Onderzoek is hiermee niet afge loopen maar toch heeft het reeds een zoodanig resultaat opgeleverd, dat men in staat is de richting aan te wijzen waarin de bestrijding gezocht zal wor den. 't Is gebleken, dat de besmetting in deze een niet onbelangrijke factor is en dewijl vele landbouwers in den winter reeds hun bemestingsplan op maken en zelfs bij gunstig weer uit voeren, vestigen we nu ook al hun aandacht op de zaak. De schrijver in het Hbldhierboven bedoeld, wordt allerminst in het gelijk gesteld, integendeel. Tegen het «blauw" wordt nu juist een vrij sterke kalibe mesting aanbevolen. Men kan deze geven in den vorm van kalizout 40 pet. of als patentkali. De eerste meststof moet men met 't oog op mogelijke chloorbeschadiging uitstrooien in December of Januari; wordt het later in den lijd, dan ge* bruike men patentkali. De proeven hebben doen zien, dat een zoodanige bemesting in vele gevallen het «blauw" zeer sterk doet verminderen, in andere zelfs geheel doet verdwijnen. Onmogelijk 1 zeide hij. Ontvoerd op klaarlichten dag? Door wien Maar Penteney was nog steeds aan de telefoon bezig, met korte, snelle vragen en antwoorden. Ja, ja, zeide hij. Zijt ge daar zeker van Politie natuurlijk 1 Ik kom onmiddellijk naar toe nu auto zeg de politie, dat zij waakzaam zij. Zoodra hij de telefoon neergelegd had, keerde hij tot Hetherwick. Ik vrees, dat 't absoluut niet on mogelijk is, zeide hij. Lady Riversreade zegt, dat zij ontvoerd zijn op 't oogen blik dat zij van den Court naar het home gingen [zij heeft zoo iets ge hoord van een groote auto met vreem de mannen erin. Ik ga er direct heen, er zit meer in deze aangelegenheid dan we eerst wel dachten. Ik ga mee. Waar kunnen we 'n snelle auto krijgen vroeg Hetherwick Kom mee, hier in de buurt, we zijn er binnen het uur. Ge weet, ging hij voort, terwijl zij 't bureau verlieten, ik heb altijd zoo iets gevreesd. De kerels denken, dat ze lady Riversreade ontvoeren en nu hebben ze bij vergissing de [zuster genomen. Een losprijs natuurlijk. De chantage is mislukt, nu moet 't op deze wijze geprobeerd worden. Het schijnt anders een duivelsch paar te zijn, dat hier de hand in het spel heeft. Hetherwick knikte toestemmend. Hij dacht er over na wat te doen: aan Penteney vertellen of niet, dat de miss Featherstone, waarvan hij zoo juist gesproken had, in werkelijkheid de Op de perceelen, waar 't verschijnsel «blauw" wel eens voorkwam, kan men dus 't volgend jaar de proef nemen met genoemde kalimeststoffen. Hoeveel gegeven moet worden, hangt natuurlijk af flvan den besmettingstoestand van het perceel. Opgemerkt wordt nog, dat het blauw worden kan optreden na elke voor vrucht; in erge mate kan het zich echter vertoon en op gescheurd gras land, ook al is het scheuren al jaren geleden gebeurd. Ook is de kans op het ziekteverschijnsel grooter na klaver lucerne, erwten en bieten als voor vrucht. Wie nog nader wenscht te worden ingelicht, kan zich daartoe wenden tot den Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen. Weet gy dat in 1925 door de 435 fabrieken, welke zijn aangesloten bij den F. N. Z, niet minder dan ruim 1741 millioen K.G. melk is verwerkt, zijnde 7 pCt. meer dan in 1924dat het vooral de provinciën Overijsel, Gelderland, Limburg en Brabant zijn, die tot deze vermeerdering hebben bijgedragen, omdat daar steeds meer grond in cultuur wordt gebracht en steeds meer boeren zich bij de coöp. fabrieken aansluiten Weet gij, dat de meeste boter naar Duitschland gaat31500 ton van de 40000 ton, dus bijna 79 pCt. En weet ge ook, dat hierin voor de toekomst een gevaar ligt, omdat hier door de andere markten eenigszins worden verwaarloosd en dit zich later kan wreken Weet gijdat de lijmbanden, die in t begin van October om de stammen der vruchtboomen worden gelegd, alleen dienstig zijn tegen de wintervlinders waarvan de wijfjes ongevleugeld zijn, en niet tegen andere vlinders, die vliegende de kroon kunnen bereiken en daarin de eitjes kunnen leggen; dat het wijfje van den wintervlinder soms haar eitjes legt onder aan den stam, beneden den band, waarom het ge- wenscht is, dat gedeelte in Februari te bespuiten met 10 pCt. Vruchtboom- carbolineum Wenken en mededeelingen. Voor boerenmeiden werd tot heden verschillend geplakt: door den een 30, door den ander 40 ets. De Centrale Raad van Beroep te Utrecht heeft d.d. 27 Oct. 1925 uitgemaakt, dat voor dienstboden beneden 18 jaar, die niet in het huishouden meehelpen, kan worden volstaan met 30 centsvoor de andere, die zoowel in de huishou ding als in het bedrijf werken, dient cents te worden geplakt. Op een tentoonstelling op het gebied van de huishouding te Praag werd gewezen op de beteekenis van den arbeid der vrouw in den landbouw. De aandacht werd gevestigd op de prak tische en hygiënische inrichting der huishouding, waarvoor zelfs een wed strijd werd uitgeschreveu, maar ook werd in 't licht gesteld de belangrijke rol der boeren bij de organisatie van de landbouwproductie. Ook daar wordt dus ingezien, dat de welvaart in de boerderij, ook in de toekomst, van de boerin zoo goed als van den boer afhankelijk is. De verzorging der hoenders is veelal voor de boerin. Welnu, zij zorge dan, dat de kippen goed gehuisvest zijn. Dit is een eerste voorwaarde, om in den winter sieren te kunnen rapen. Waar dit laatste niet geschiedt, betalen de kleindochter van Hannaford was. Dat feit zou vroeg of laat toch moeten uit komen als lady Riversreade vernam, dat Rhona bij haar gekomen was. Was 't niet beter Penteney in vertrouwen te nemen, en eerlijk bekennen. Maar hij besloot te wachten, tot zij den juisten gang van zaken op Riversreade Court beter kenden. XIX. DE LONDON ROAD. Een uur later reed de groote auto in volle vaart 't park van Riversreade Court binnen. Hetherwick bevond aldra dat lady Riversreade geenszins over dreven had. Zij vloog zelf naar buiten om hen te ontvangen. Overal in de omgeving zagen ze politiemannen. Ik heb u vroeger al eens gezien, zeide zij tegen Hetherwick. Gij waart bij mijn secretaresse Zondagmorgen op het Victoriastation. Zijt gij met haar verloofd Neen, antwoordde Hetherwick, maar wij zijn goede vrienden. Nu, miss Featherstone is ontvoerd en eveneens mijn zuster, madame Lis- torelle. Dat is de geheele geschiedenis, in een paar woorden weergegeven. Ge scheent 't niet te willen ge- looven, toen ik u opbelde, ging zij voort, terwijl zij zich tot Penteney wendde, zij zijn opgelicht en ontvoerd vlak onder mijn eigen vensters en we hebben geen spoor van welken aard ook. Tenminste voor zoover gij weet, antwoordde Penteney koel. Maar kom, vertel me alles wat ge weet. Heel veel bijzonderheden. Bijzonderheden, riep lady Rivers reade verbaasd uit. Maar ik heb u toch gezegd, dat we geen bijzonder heden weten. Een der dienstboden die voor een der dakvensters had staan kijken, vertelde mij, dat zij een auto had gezien, die in volle vaart door de middenlaan in de richting van den hoogen weg reed, kort nadat madame Listorelle en miss Featherstone 't huis verlaten hadden. Zij zijn in die auto ontvoerd. Dat is weer het werk van dien dokter Baseverie. Ge hebt aan de telefoon gezegd dat er vreemde mannen in die auto gezeten waren. O ja, diezelfde dienstbode heeft mij gezegd, da) zij meende te zien, dat er twee mannen in de auto zaten, ant woordde lady Riversreade Natuurlijk moeten dat vreemde mannen geweest zijn. Penteney wendde zich tot de politie en greep tegelijkertijd Hetherwick bij den arm. Ik geloof, dat we beter doen, zeide hij om 't park af te zoeken en eens te zien of we ergeDS teekenen van een strijd kunnen vinden. Ik kan mij niet voorstellen, dat madame Listorelle of miss Featherstone personen .waren, die zich lieten ontvoeren zonder zich krachtig te verweren. Hebt gij 't terrein al verkend, voegde hij eraan toe, zich tot den oudste der mannen koerend. Ik doel op den weg, waarlangs de auto gegaan is. Hetherwick nam de leiding op zich en wijdde zijn bijzondere aandacht aan

Peel en Maas | 1927 | | pagina 1