iMmm Tweede blad. De ontginning van Peel. MANUFACTUREN j WMEUGSTf Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. Adverteert in dit M>d TO FEUILLETON. Het geheim van Charing Cross. I1U. OU BLIJKEN TOCH HET PEEL EN MAAS PRIJS DER ADVERTENTIEN 1—8 regels 60 ct., per regel 7ct. bij abonnement lager tarief. Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF - VENRAY ABONNEMENTSPRIJS p. kwartaal: voor Venray 65 ct., p, p. 75 ct Telefoon 51 voor het buitenland bij vooruitbetaling f 1.30, afz. nummers 5 ct-. Vrijdag en Zaterdag werd te Eind hoven de 38ste algemeene vergadering van de Nederlandsche Heidemaat schappij gehouden. Een groot gedeelte van het program ma was gewijd aan de ontginningen en bebouwing van de Peel, zoodat de vergaderplaats wel zeer doelmatig was gekozen. Vrijdagmiddag om 1 uur had Apollo's Lust de eerste vergadering Na afwerking van verschillende agendapunten verkreeg de Directeur van de Ned. Heide-Maatschappij. de heer J. P. van Lonkhuyzen het woord om te spreken over DE ONTGINNING VAN DE PEEL De Peel zegt spr. beslaat een oppervlakte van ruim 70.000 H.A., waarvan thans nog ongeveer 30.000 H.A. woest ligt. Het eigenlijke hoog veen beslaat niet meer dan 6000—7000 H.A. En hiervan komt nog slechts een gedeelte voor vervening in aanmerking zoodat de eigenlijke veenderijen hier nooit die beteekenis konden krijgen als in het Noorden van ons land. Door de geringe helling van de vrij hoog gelegen Peel (pl.m. 31—pl.m. 16 A.P) laat de natuurlijke afstrooming van het overtollige water veel te wen- schen over en bestond de vlakte aan vankelijk buiten het genoemde hoog veen uit lage heide, afgewisseld met grootere en kleinere ondiepe plassen, z.g. vennen en wal hooger gelegen gedeelten. Op enkele plaatsen zijn deze hoogere deelen in verstuiving geraakt, zoodat in de Peel ook nog zandverstuivingen voorkomen. Voor het meerendeel zijn deze echter reeds beboscht. Groote gedeelten waren vroeger drassig. Door de onlwaterss'ooten, de de ontginningen en de wegen zijn de omstandigheden later sterk gewijzigd, maar nu nog treft men in de Peel duizenden H.A. aan, waar de toestand nog is als vroeger. De 40—50 K.M. lange en 10—20 K.M. breede Peel stond dan ook eer tijds bekend als een streek, die niet zonder gevaar overschreden kon wor den. De Peel vormde vroeger ten deele ook de landgrens. In de 17e eeuw werden door deze grensstrook vele beelden uit de kerken in veiligheid gebracht naar Venray, waar de hout snijkunst thans nog in de kerk be waard wordt Eeuwenlang is deze groote onherberg zame vlakte woest blijven liggen. Langzaam breidden de cultuurgronden behoorende bij de randdorpen van de Peel, zich uit. Een enkele poging liep meestal op een mislukking uit. Er was geen goede afwatering, geen behoorlijke wegver binding, men kende het kunstmestge- bruik nog niet kortom men was nog niet in staat de ontginning van deze vlakte in het groot aan te pakken. Ook de lurfstrooisel- en veenderijen bedrijven kwamen niet tot grooten bloei. De eigenlijke ontginning van de groote oppervlakten heidegrond in de Peel begon eerst na 1890, nadat aan de Ned. Heide-Mij. de uitvoering werd opgedragen en een geheel andere wijze van ontginning in toepassing werd gebracht. De aanleg van dennenbosch geschied de nu eerst na grondbewerking en drooglegging. De Peel was voor velen een leer school. Het vertrouwen in ontginnen nam toe, gezien de uitkomsten. De aanleg tot bouw- en grasland nam weldra hand over band toe. Men kan dan ook gerust zeggen, dat het overgroote gedeelte van de Peel zeer geschikt is voor boerderijen. Toch zijn de boschontginningen nog steeds van groote beteekenis. Vooral de bebo8schingen van de woeste ge meentegronden met Staatsvoorschot, onder leiding van het Staatsboschbe- heer, beslaan ook in de Peel aanzien lijke oppervlakte en jaarlijks worden daaraan nog groote stukken toegevoegd Ook enkele particulieren zetten hunne bebosschingen voort, waarbij in de eerste plaats genoemd moet worden de familie Ledeboer, die meer dan 1000 H.A. heide 6n zandverstuiving deed omzetten in dennen- en loofhoutbosch, boerderijen en graslanden. Voor al deze groote ontginningen werden natuurlijk tevoren plannen op gemaakt. Plannen voor waterloozir.g voor indeeling en voor wegenaanleg. Op enkele plaatsen verscheen een menschelijke woning, een boschwach- terswoning of een enkele boerderij Wat echter in de Peel ontbrak, dat waren de goede verkeerswegen. Van de ontworpen plannen voor het ge- heele gebied wii ik hier noemen, die van het Ingenieursbureau voor Afwa- teringsbelangen en Openbare Werken van den heer Bongaerts. Die ontwierp in opdracht van de Staten van Noord Brabant, een afwalerings- en kanalisa tieplan voor de Peel. Tot uitvoering kwamen deze grootsche plannen nog niet. Wellicht dat de steenkolenmijnen die mettertijd in de Zuidelijke Peel tol ontwikkeling kunnen komen, daartoe den stoot zullen geven. De heer Van Beurden, destijds land meester bij het kadaster te Roermond, ontwierp een wegenplan voor de Ven raysche Peel. Het Staalsboschbeheer werkt natuurlijk eveneens volgens te voren vastgestelde plannen, terwijl onze Maatschappij onder Bakel, Gemert Oploo, Venray, Boekei, Uden en andere gemeenten meer of minder uitgebreide plannen voor wegenaanleg, indeeling en afwatering samenstelde. Ook werd een net van locaalspoor- wegen ontworpen in aansluiting aan de spoorlijnen Boxtel—Wezel en Hel mondVenlo, die de Peel dwars door snijden. Tot uitvoering echter kwamen ook deze plannen niet. Een groot bezwaar voor de verdere Peeion twikkeling bleef intusschen het gemis aan harde wegen. Vrij vroeg kwamen reeds tot stand de dwarsver bindingen door de Peel van Uden naar Mill in het Noorden en van Gemert naar St. Anthonis in het midden. Ver der was er echter niets. Toen kwam in 1910 de weg Venray— OverloonOploo, in 1915 de verbin dingsweg van Deurne naar Oploo, met een zijtak van den bestaanden weg van Gemert naar St. Anthonis. 22. En den volgenden morgen vroeg Hetherwick. Den volgenden morgen was zij weer juist als altijd en alles had verder zijn gewoon vei loop. Heeft zij ooit over den man of over het bezoek met u gesproken Neen, geen woord over hem. Maar ik heb dien Vrijdagmiddag zelf iets over hem ontdekt. Wat? Iets belangrijks? Kan iets belangrijks zijn... in eenig opzicht. Ik dacht over hem na en over het gedrukte kaartje. Het verwonderde mij ten zeerste, dat een geneesheer, die zoo elegant gekleed was als die man, zoo'n kaartje durfde te overhandigen, zelfs niet goed gedrukt, een goedkoop ding. Daarenboven stond er geen adres op. Ik vroeg mij met verbazing wellicht was het pure nieuwsgierigheid af, waar die man vandaan kwam. Nu hebben wij een aardige collectie van allerlei adres boeken op het home en er is een eerste klas bijna volmaakt up-lo date register van geneesheeren. En toen heb ik naar den naam van dr. Baseverie gezocht. Maar hoe ik het woord ook keerde, ik kon het niet vinden. Hij is Samenwerking van verschillende ge meenten en steun van rijk en provin cie werd tenslotte verkregen. Spr. noemt in verband hiermede o. m. de namen van den Commissaris der Koningin in Noordbrabant, den Burgemeester van Deurne en den Bur gemeester van Uden. Ook het thans in aanleg zijnde groote wegenplan, dat een Noord-Zuid verbinding midden door de Peel beoogt, met eenige dwars verbindingen, waarbij een 7tal ge meenten zijn betrokken, is mede voor een belangrijk deel aan beide laatslen te danken. Bij verdere samenwerking zullen nog duizenden H.A. goede heidegronden zonder bezwaren omgezet kunnen wor den in bouw-en grasland. Men ziet thans reeds de gevolgen van de nieuwe harde wegen. Overal verschijnen boerderijen en landarbei derswoningen en vestigden zich nering doenden. Eenige nieuwe dorpen met kerk en school zijn in wording en andere zul len nog volgen. Een grooten stoot aan deze ontwik keling heeft ook gegeven het van rijkswege beschikbaar stellen van voorschotten voor de stichting van onlginningsboerderijen. Daartoe werd door Minister van Ysselsteyn een commissie van advies inzake de ontginning van woeste gron den in het leven geroepen en werden voor het eerst op de Staatsbegrooting van 1920 gelden uitgetrokken. Tot dusver werden totaal ongeveer 1800 000 gulden besteed, waarvoor ruim 200 boerderijen totstandkwamen. Vele daarvan zijn in de Peel, in Venray, Deurne, Asten. Bakel, Sambeek, Maas hees, Boekei en Uden geslicht. Het ging in de Peel gemakkelijk, omdat daar zooveel Leste woeste grond lag, de behoefte aan boerderijen in Noord- Brabant en Limburg zeer groot is, vele geschikte landbouwers zich aan boden en vooral ook, omdat daar wel ongeveer de helft van de woeste gron den in handen der gemeenten is, die gaarne haar volle medewerking gaven om tot het beoogde doel te geraken. Het is dan ook wel zeer te betreuren, dat de Rijksschatkisl nog niet toelaat voor dit hoogst nuttige doel meer gelden beschikbaar ie stellen. Thans is voor geheel Nederland jaarlijks slechts f 50 000 beschikbaar, wat veel te weinig is om wat van beteekenis te kunnen doen. De Peel heeft voorloopig dringend twee zaken noodig, waarvoor de Over heid steun moet verleenen. Deze twee zaken zijn aanleg van verkeerswegen waarmede dan vanzelf samengaan de noodige waterloozingen, en stichting van nieuwe boerderijen. Men kan er van overtuigd wezen, dat de daarvoor beschikbaar gestelde bedragen in alle opzichten goed be steedde gelden zijn, omdat ons lander door wordt vergroot met goed cultuur land en goede gezinnen er door aan een woonplaats en een bes'aan worden geholpen. Ik hoop zeer 'zoo besloot spreker dat dit overzicht een sleentje mag bijdragen voor het mooie bouwwerk de ontsluiting en de ontginning van de Peel. Na afloop der vergadering werd met toerauto's een tocht gemaakt naar Valkenswaard en een bezoek gebracht aan de vloeiweiden en vischvijvers aldaar.. noch een Engelsch, noch een Scho'sch noch een Iersche geneesheer Een vreemdeling dus, zeide Hetherwick. Een Franschman of wel licht een Amerikaan. Het kan een Egyptenaar, een Pers of 'n Ethioepier of wat dan ook zijn merkte Rhona op, dal weel ik niet, Wat ik weet, is, dat hij niet op onze lijsten van geneesheeren slaat, ofschoon men uit zijn manieren en wijze van spreken zou opmaken, dat hij zijn geheele leven in West End de praktijk heeft uitgeoefend. In elk geval, dat is de historie. Ziet ge er iets voor u in Hetherwick nam zijn glas op en staarde nadenkend door het heldere vocht, alsof hij er een geheim in wilde ontsluieren. Wat mij er het meest in interes seert, is de graad en diepte van lady Riversreade's teleurstelling, ontstem ming of opwinding, zooals die door het bezoek van den man veroorzaakt is, zeide hij ten slotte. Indien zij werke lijk zeer opgewonden was. Indien ge mijn eerlijke meening als ooggetuige en als vrouw wenscht te weten, merkte Rhona op, lady Riversreade was ten zeerste opgewon den. Zij maakte op mij den indruk, dat ze zeer slecht, onaangenaam aan doend, vervelend nieuws gehoord had. Toen ik haar bij 't teekenen der brieven nauwkeurig gadesloeg en opnam twijfelde ik er geen oogenblik meer aan, dat de man mij opzettelijk belogen had, toen hij mij zeide, dat hij het home wenschte te zien. Wat hij werke lijk en inderdaad wilde, was toegang De Zaterdag aan de algemeene ver gadering van de Heidemaatschappij verbonden groote excursie leidde dit jaar naar de Peel en wel naar een der oudste werkgebieden in deze streek. Het is het groote complex ontginnin -j gen, voornamelijk gelegen in de ge meenten Bakel en Gemert, waar in 1892 met de werkzaamheden is begon nen, welke sedert onafgebroken zijn en worden voortgezet. Vooral na 1900 is de ontginning hier zeer krachtig ter hand genomen. Was hel oorspronkelijk in hoofdzaak aanleg tot bosch, in de latere perioden en vooral ook in de oorlogsjaren, overwoog in zeer sterke mate de ontginning tot bouw- en gras land. Geleidelijk onderging de streek hier dan ook een geheele verandering. De excursie ving aan bij de Dompt, bij het snijpunt van den ouden weg van Gemert naar Boxmeer met den hierboven genoemden nieuwen weg over de Rips naar Deurne. In noorde lijke richting ziet men op dit punt de dit jaar gelegde aardebaan naar het dorp Zeeland. Ook hier wordt thans getracht met hulp van Rijk en pro vincie een verharding lot stand te brengen. Een zeer groot complex uitstekende gronden wordt door dezen weg ontslo ten, terwijl na verharding het verkeer van het zuiden van Oost-Brabant naar den Rijksweg den BoschGrave voor namelijk langs dezen weg zal moeten plaats vinden. Deze aardebaan loopt door 7 gemeen ten. De plannen met inbegrip van die voor ontwatering van het te ontsluiten gebied zijn voor deze zeven gemeenten ontworpen en worden uitgevoerd door de Heidemaatschappij. Vervolgens werd gereden naar de ontginning de Gemert van de N.V. de Eerven A. Ledeboer te Enschede. Deze bezitting is 4:11 H.A. groot en werd in 1896 toen nog alles woeste grond door den heer Ledeboer aangekocht. Thans bestaat de bezitting uil: pl.m. 184 H.A bosch, pl.m. 183 H.A. bouw en grasland, pl.m. 44 H.A. woesten grond. Van de 183 H.A. bouw- en grasland alles uitstekende grond, is circa 173 H.A. grasland. Hierop zijn 5 boerderijen gesticht met 152 H.A. land. Van deze 5 boerderijen zijn er 4 verhuurd aan Hollandsche kaasboeren. De tocht ging verder naar de Rips, van ouds het centrum van dit ontgin- ningsgebied. De bezitting de Rips werd in 1898 aangekocht dcor de heeren van Water schoot van de Gracht en van Ogtrop en is thans eigendom van den heer Verkuijl te Boxmeer. Zij beslaat in haar tegenwoordigen vorm een opper vlakte van ruim 130 H.A. en wel 24 H.A. bosch en 106 H.A. bouw en wei land. Een boerderij met al het bouw land en een gedeelte van het weiland, totaal groot circa 32 H.A. is verhuurd, de rest van het weiland wordt in eigen beheer met vee van elders ingeschaard, en gedeeltelijk gehooid. Aan de andere zijde van den grind weg tegenover de Rips ligt de bezitting Blaarpeel van de familie Schoen te Zaandam. Deze gronden, die oorspron kelijk ook deel uitmaakten van de Rips, zijn in 1915, als woeste gronden door den heer Schoen aangekocht. Ze besloegen oorspronkelijk een opper vlakte van circa 170 H.A. In enkele jaren is dit geheele complex ontgonnen tot bouw en grasland De gronden te krijgen tot lady Riversreade. Nog watriep Hetherwick plotse ling uit. Waart ge er bij tegenwoordig, toen de man zich in de kamer van ady Riversreade begaf? Tegenwoordig? Natuurlijk was ik dat. Ik geleidde hem zelf naar binnen. Zaagt ge, dat ze elkaar ontmoet ten Ongetwijfeld. Welnu dan. Waren zij vreemde lingen voor elkaar Herkende zij hem Hebt ge bemerkt, dat ze eenig teeken van herkenning gaf, toen ze het oog op hem vestigde Neen, geen enkel teeken. Ik ben er absoluut zeker van, dat zij den man nooit te voren in haar leven gezien heeft. Ik kon heel goed zien, dat hij een volkomen vreemdeling voor haar was. En zij voor hem O, dat weet ik niet. Hij kan haar wel duizend maal gezien hebben. Maar ik ben er, nogmaals gezegd, zeker van, dat ze hem nooit gezien heeft. Hetherwick legde zijn mes en vork met een beweging van kalme berusting neer. Ik zal er eens achter zien te komen, wie die kerel is, antwoordde Hetherwick. En verder. Denkt ge, dat dit bezoek iets met den moord uitstaande heeft vroeg Rhona. Het kan zijn, ja. In elk geval, ik wil nog geen enkele kans laten ont snappen. Er ligt genoeg geheimzinnig heid in hetgeen ge me over den man verteld hebt, om zijn spoor eens nader berioodigd voor den bouw van kerk, school en pastorie en voor 26 arbei derswoningen iedere arbeider heeft circa 1 derde H.A. land zijn, nadat zij doelmatig ontgonnen waren van de Blaarpeel aangekocht, zoodat een be langrijk deel van het dorpje hierop gevestigd is. De bezitting is thans nog circa 118 H.A. groot, waarvan 1 boer derij met 27 H.A. verhuurd is. De rest is bijna uitsluitend grasland, dat in eigen beheer met vee van elders wordt ingeschaard en gedeeltelijk gehooid. Na de bezichtiging van deze omge ving word een wandeling gemaakt over het Beestenveld. Het beestenveld is een van de oudste ontginningen en werd omstreeks 1880 aangekocht door de heeren van Ogtrop en van Watersloot van de Gracht. Het ontginningswerk bestond hier oor spronkelijk in een zeer primitieve be- bossching: het inpotten van kluit- en plukdennen in den heidegrond, waar van met de schop een plag was afge stoken. Aan grondbewerking werd weinig gedaan. Het Beestenveld is thans eigendom van de Mijn Laura en Vereeniging te Eygelshoven en beslaat een oppervlakte van circa 410i/x H.A., waarvan 20 H.A. weiland, tuin, huis en erf en de rest bosschen. Al het dunsel, met uitzonde ring van de te lichte sortimenten, wordt thans reeds tot mijnhout verwerkt zoo dat hier uit de dunningen jaarlijks reeds 75100 wagons mijnhout aan de mijn afgeleverd kunnen worden Ten Zuiden van het Beestenveld ligt de bezitting Stippelberg. De Stippelberg is 820 H.A groot. Eigenaars zijn de Erven A. Ledeboer te Enschede. Met de ontginning werd in 1894 begonnen; de eerste beplanting werd aangelegd in 1895. De werkzaam heden zijn van het begin af door de Heide-Maatschappij uitgevoerd. Ook in dit boschcomplex zijn nog op verschillende plaatsen de gevolgen zichtbaar van de rupsenvreterij, die van 1918—1920 verschillende streken van ons land sterk geteisterd heeft. Bij de boschwachterswoning aan den grindweg Oploo Deurne werden de auto's weer bestegen en gereden naar Deurne, vanwaar in den namiddag nog een kort bezoek is gebracht aan het nieuwe dorp Ysselsteyn in de gemeente Venray en de hier met Rijkssteun gestichte on tginningsboerderijen. In 1920 werd met de ontginning te Ysselsteyn begonnen en ihans is reeds een gebied van ongeveer 400 H.A. in oultuur gebracht. Met Rijkssteun wer den 25 onlginningsboerderijen gesticht ter grootte van ongeveer 10—12 H.A. Aanvankelijk, toen de kosten zoowel van de ontginning als van het bouwen der boerderij nog hoog waren, werd een voorschot verleend van 1000 gulden per H A Geleidelijk werd dit echter verminderd. Thans wordt voor zoover nog gelden beschikbaar, f500 per H.A. gegeven. We mogen het relaas van dezen tocht besluiten met te verklaren, dat het niet lang meer zal duren, voor aansluiting aan de nieuwe wegen, welke in het meer Noordelijk gelegen gedeelte van de Peel in aanleg zijn, de ontginning in hooge mate wordt be vorderd en de bestaansmogelijkheid der oniginningsboeren zeer vergroot worden. te gaan volgen. Het moet gebeuren. Hoe wilt ge dat doen Ge hebt gehoord, dat hij zeide, dat hij Vrijdagmorgen van de volgende week weer om den zelfden lijd zou komen- Welnu, dan is het mijn zaak om hem af te wachten en hem te volgen als hij weggaat. Ik ben bang, dat ik u daarbij niet van dienst zal kunnen zijn. Hij kent mij. Ik zal het ook niet kunnen doen. Ik val te zeer op, lachte Hetherwick, Indien ik een hoofd en een schouder korter was, zou ik mijzelf kunnen gebruiken. Nu heb ik een ander noodig. Maar ik ken den juisten man, mijn klerk, een zekeren Mapperley. Hij is juist n kerel, die ieder kan volgen en naspeuren, zonder dat mer. hem ook maar een oogenblik gewaarwordt. Als je maar wilt zeggen, wanneer ge hem even kunt ontvangen. Mapperley is de gewoonste, minst opvallende mensch ter wereld; ik geloof niet, dat men hem nog ooit opgemerkt heeft. Maar het is tevens een buitengewoon scherp doordringende geest, die een bijzondere onvervaardheid onder zijn bijzondere ongedistingeerde trekken verbergt. Nu zal ik als volgt handelen Ik zal Mapperley een volledige en gedetailleerde beschrijving van dr. Cyprien Baseverie geven. Ik heb de uwe in mijn geheugen vastgeprent. Mapperley zal de mijne niet vergeten. Baseverie zal, wie hij ook zij, waar schijnlijk met den trein van 10 uur 10 van hier naar Dorking vertrekken. Mapperley zal hetzelfde doen. En als Mapperley zijn man eens in het zich1 gekregen heeft, zal hij hem niet meer uit het oog verliezen. En wat zal hij doen vroeg Rhona Hem naar Dorking volgen op hem wachten hem weer terug naar Londen volgen nagaan, waarheen de dokter zich begeeft, als deze weer te Londen is hem stap voor stap naspeuren. Dan zal hij mij rapport uitbrengen en we zullen dan meer weten, dan we nu doen en ook kunnen vaststellen, welke de volgende slap moet zijn. Ik vraag mij met verbazing af, waartoe dit alles zal voeren, zeide Rhona. Het heeft veel van een raadsel weg, niet? Inderdaad, gaf Hetherwick toe. Maar als we maar eens 'n houvast hebben, een vasten leidraad... Die wellicht afbreken zal, lachte zij. Welnu, dan wachten wij weer een anderen draad op, zeide hij. Er zijn nog heel wal losse eindjes, die reeds gereed liggen. Malherfield volgt er ook een of twee van. En Hetherwick ging den volgenden morgen naar Malherfield om deze de geheele geschiedenis, welke hij van Rhona gehoord had, te vertellen. Matherfleld's belangstelling nam steeds toe. Wordt vervolg.

Peel en Maas | 1926 | | pagina 5