KERKELIJK 1EVEN. St. Canisius-feesten te NIJMEGEN. kan? Gaat op de a.s. Landbouwten toonstelling te Venray zien naar de model-bedrijfspluimveehouderij, die daar zal worden opgesteld, en geef daarna aan U zelf het antwoord op die vraag. Hoe dat pluimveebedrijf zich ontwik keld heeft in de laatste 25 jaren, wil ik hier dan eenigzins uitvoerig be schrijven. In den tijd, dat de boer nog onge organiseerd was, waren zijne producten als boter, eieren, fruit, over 't algemeen niet hoog in prijs. En toch verloren de opkoopers (dat waren de winkeliers ter plaatse)bijnageregeld aan deze artikelen. Leefden die lui dan van de schade Och kom't Heele geheim bestond hierin, dat die opkoopers nooit met geld, doch steeds met winkelgoederen betaal den. Een dubbeltje per pond boter, een halve of heele cent per ei meer of minder, dat gaf niet veel. De koffie- boonen, de katoentjes, de kantjes, strikjes en lintjes brachten dat weer in orde. Wie niet ziende blind was, moest dit spel doorschouwen. Boven dien liet men zich, tengevolge der onderlinge concurrentie, wel eens danig in de kaarten kijken, zoodat zelfs den allerminst ergdenkenden het verkeerde van dezen ruilhandel en gedwongen winkelnering, niet meer ontging. Dat was b.v. dan, als de boter en eieren van boer Zus-en-zoo plotseling in waarde stegen, zoodra bekend werd, dat zijn dochter met Paschen zou trouwen... In de jaren tusschen 1890 en 1900 begon zich echter het vereenigingsleven onder den boeren en arbeidersstand te ontwikkelen. Boerenbonden werden opgericht, zuivelfabrieken (met hand- kracht) verrezen overalDe geprodu ceerde boter werd voor gemeenschap pelijke rekening verkocht op de Boter- mijnen van den Z.N.Z. te Maastricht. Als bij tooverslag verdween die boler- ruilhandel, en voor 't eerst van zijn leven voelde thans de georganiseerde boer, dat eendracht macht maakt. Had de boterafzet in korten tijd zich zeer ten gunste van den boer gewijzigd, met den handel in eieren bleef alles nog den ouden sleur gaan. Om klanten te krijgen en te houden, werd niet zelden een halve of drievierde cent per ei boven den marktprijs ge geven, en trachtte de winkelier vaak voor 'n geheel jaar met den kippen houder te contracteeren. Zoo herinner ik mij, dat boeren voor een geheel jaar hun eieren verkochten tegen 2.5 of 2.GO cent per stuk, een enkele maal voor 3 cent. Zoo'n contract kwam in ieder geval ten goede aan het product, want met eieren bewaren in boekweitkaf, tot ze duurder waren, kon men dan niets verdienen. Gedurende 't jaar 1900 (dus juist 25 jaar geleden) was de winkelprijs der eieren als volgt 1 Jan. 5 cent per stuk. 21 Jan. 3.5 cent per stuk. 2 Maart 3 cent per stuk. 18 Maart 2.5 cent per stuk. 25 Maart 3 cent per stuk 15 April 2.5 cent per stuk. 24 Juni 3 cent per stuk. 5 Sept. 3.5 cent per stuk. 1 Oct 4 cent per stuk. 22 Oct. 4.5 cent per stuk. 7 Nov. 5 cent per stuk. 2 Dec. 5.5 cent per stuk. 19 Dec. 5 cent per stuk. In datzelfde jaar 1900 was er ook een kippenhouder in deze gemeente, die wist, dat er voor werkelijk versche eieren van voldoende grootte (in geen van beiden echter muntten de meeste eieren destijds uit) in de grootere sleden van ons land, heel wat betere prijzen dan de bovenstaande te maken waren. Dat deed hem in die plaatsen zoeken naar een soliden afnemer, en hij slaagde daarin volkomen. Op den 7den Feb. 1901 werden yan 4 kippenhouders in totaal 400 eieren verpakt met hooi in een mand, naar Den Haag gestuurd. Eu hiermede was de eerste Coöperatieve Eiervereeniging van Zuid-Nederland geboren. Het vereenigingetje was klein vier leden 1 Doch de bereikte resultaten waren zöó schitterend, dat het ledental spoedig steeg tot 20, 30 en hooger. De prijzen gingen niet allen 0.5 tot 1 cent boven den hier geldenden winkelprijs) doch ze werden uitbetaald in klinkende Hollandsche munt, een soort geld, des" tijds zeldzaam, maar des te meer gewild in deze streek. Wederom ondervond de georganiseerde boer de voordeelen van het vereenigingsleven. Toch ging alles niet zoo van een leien dakje, zooals pnenig lezer 't zich misschien voorstelt. De leden, maar vooral de leiders dezer jeugdige, en tot dan toe ongekende vereeniging, hebben aanvankelijk heel wat strijd, en soms harden strijd te voeren gehad tegen de handelaars in eieren, die (ten onrechte) meenden, dat zoo'n eierbond, kreeg hij navolging (en daarvoor bestond alle kanszoo al niet hun ondergang ten gevolge had, dan toch minstens genomen hun sterk benadeelen zou in hunne winkelnering. En de winkelier-eierhan- delaar kreeg als bondgenooten tegen deze nieuwigheid: le Driek Achter dochtig 2e Klaas Ouderwetsch3e Hannes Mopperaar en 4e (ofschoon deze misschien met tegenzin) de zich niet vrij bewegende familie Kladschuld. Al die tegenwerkingen ten spijt, steeg de aanvoer van eieren voortdurend, zoodat de twee particuliere afnemers in Den Haag al spoedig niet alles meer gebruiken konden. Terzelfdertijd was men van Tungelroy (Weert) uit, als proef begonnen met aan de botermijn van den Z. N. Z. te Maastricht, eieren te verkoopen. Spoedig was ook de Venraysche Vereeniging daarbij aangesloten, en reeds op 8 Maart 1901, werden, behalve naar Den Haag, ook reeds 1500 eieren naar Maastricht gestuurd. En nog vóór Maart ten eind» was, had deze Vereeniging zich geheel los gemaakt van den particulieren handelaar, om nergens anders meer te leveren dan aan de op coöperatieven grondslag rustende veiling te Maas tricht. 1). Binnen enkele jaren verrezen nu in deze gemeente, alsook in de naaste omgeving (Horst, Deurne, Oploo, Well, enz) meerdere, gelijksoortige vereeni- gingen. Daarmee was de eierhandel op gang, doch er kleefden nog vele en groote fouten aan. Vooreerst was de verpakking zeer primitief; ze geschiedde met hooi in manden van diverse afmetingen. Te begrijpen is, dat breuk zeer veel voor kwam. Bovendien kwamen er vele klachten over slechte eieren, ofschoon sedert Sept. 1902 hetstempelen van elk ei door den leverancier verplicht was, waardoor dus controle aan de Mijn eenigszins mogelijk werd. 't Liep dus nog lang niet op rolletjes. En de bestuursleden van den Z. N. Z. op een kleine uilzondering na, voelden zich maar zeer matig aangetrokken door'de eieren-zaak. 't Kwam zelfs zoo ver, dat in een brief, d.d. 21 Maart 1903 door den heer Jelmger, Directeur der Botermijn te Maastricht, o.m. ge schreven werd: »indien dev°rkoopvan eieren aan de Botermijn alhier blijft doorgaan." Nu werd het tijd de handen opnieuw uit de mouwen te steken, opdat niet verloren ging, wal met zooveel moeite en volharding was tot stand gebracht. Er werd beraadslaagd over een betere verpakking. Eenige leden der Mijn- commissie en een paar personen daar buiten, schroomden geen moeiten, die te verkrijgen. En het gevolg was, dat de eerste zending eieren, verpakt in kisten met carton, uit Venray verzonden werd begin Juli 1903. Naar aanleiding daarvan schreef de Directeur den volgenden brief Maastricht, 10 Juli 1903. Geachte Heer De eierenkist door u verzonden op Maandag 1.1. naar de Mijn is in besten toestand aangekomen. Niet één ei was gebroken. De heer Herberz, die Dinsdag a8n de Mijn was, vond de verpakking keurig. Laten we hopen, dat binnen korten tijd de verzending der eieren in kisten mag plaats hebben. Deze verpaking, die sedert nog vele veranderingen (tevens verbeteringen) onderging, werd nu spoedig algemeen, waarmede Venray tevens eene industrie, een cartonnagefabriek, rijker werd. Er was nu reeds veel verbeterd, niettemin haperde er nog veel. 6 September. Veertiende Zondag na Pinksteren. GROEN. Tweede gebed van het Octaaf van Kerkwijding. Derde a Domo Gloria CredoPrefatie der H. Drievuldigheid. De christen is geroepen tot het rijk Gods, dat hij boven alle goederen dezer wereld moet beminnen, (men kan geen twee heeren dienen, God en den mam mon "het gelddaarom heet deze Zordag de Zondag der twee meesters) maar niemand, die een slaaf zijner driften is, zal dit rijk verwerven daar toe immers is het noodig ons vleesch met zijne begeerlijkheden te kruisigen. Tot zulke zedelijke hoogte kan de menschelijke zwakheid zich niet om werken doch al wie op den Heer be trouwt, zal Gods bijstand ondervinden en de hulp der zaligheid zal hij putten uit het H. Offer en de Communie. 0 7 September. Maandag. Vijfde dag van liet Octaaf van Kerkwijding. WIT. (Zwart). Tweede gebed ter eere der H. Maagd (Concede); Derde voor de Kerk of voor den Paus; Vierde a Domo; Gloria Credo gewone prefatie. 0 8 September. Dinsdag. Maria Ge boorte. WIT. Tweede gebed ter eere Zoo bijv. kon het Mijnbestuur, dat zijn handen vol had met de regeling, den boterhandel en de boterproductie betreffende, zich maar weinig, te weinig bekommeren om de kippen- en eieren- aangelegenheden. Bovendien erkende het niet, wellicht gemakshalve, de af zonderlijke besturen der Eiervereenigin- gen, doch hield zich, ook wat de eieren betrof, nog lang vast aan de besturen der boterfabrieken, die meestal voor de eierenzaak niets of heel weinig voelden. Had het Mijnbestuur toen maar be sloten, de geheele pluimvee- en eieren- zaak testellen onder een, voqr zijn laak berekend afzonderlijk bestuur, en tevens de eierbonden, los van de boterfabriek- jes gevormd, als afzonderlijke vereeni- gingen erkend, zonder twijfel was de heele eierhandel van Limburg en Noord Brabant gebleven in één organisatie-. Die fout, als ik 't zoo noemen mag. heeft zich hersteld, want zij gaf in 1904 het aanschijn aan de coop. Roermond- sche Eiermijn. Het Bestuur dezer mijn nu, die enkel en alleen eiermijn was (en nog is) kon zich geheel aan de pluimveezaak geven Daardoor, alsmede door hare goede organisatie ontwikkelde deze instelling zich spoedig tot de grootste eiermarkt ter wereld. Geen wonder, dat bijna alle eiervereenigingen zich voor en na bij Roermond aansloten. Thans willen weeens nagaan, hoe 't voor een kwarteeuw gesteld was met het product van 't hoenderbedrijf, n.l. 't ei. Ik heb reeds opgemerkt, dat er nog al eens klachten over slechte eieren kwamen. Met een beetje overdrijving zou men kunnen zeggen, dat er toen wel eens menschen waren, die meenden, dat, zoolang 't kuikentje nog niet met de pootjes uit de schaal kwam, het ei nog wel verkoopbaar was. Behalve dan vaak niet versch of zelfs vuil van binnen, kwamen er ook vele eieren, die onzindelijk van buiten waren en dan bovendien klein van stuk. Het kostte dikwijls heel wat moeite een le verancier aan 't verstand te brengen, dal voor het maken van behoorlijke prijzen goede waar geleverd moest worden. Dat slechte eieren verkoopen, lang niet eer lijk was, geloofde lang niet iedereen. Krasse staaltjes zijn me daaromtrent bekend. Ziehier één ter illustratie: De »kremmer" komt bij een boerin en laadt uit een hem voorgezet mandje met eieren zijn pet vol, ondertusschen al maar speurende of zijn geoefend oog (en oor; ook slechte (voele) eieren ont dekt. Jawel, hij legt 10 stuks terug. Daar zat de boerin echter niets mee in. Ze was slim en »eerlijk". Ze gaf deze afgekeurde eieren niet als goede aan den opkooper, want dat zou zijn iemand »betoepen", doch ze mengde ze telkens weer onder de werkelijk ver sche, liet den skremmer" telkens zelf uitzoeken, totdat hij eindelijk alle be dorven eieren in zijn mars had Het gewicht der eieren schommelde veelal tusschen 50 en 56 gram per stuk dus gemiddeld 18 20 stuks per K.G En met het aantal eieren per kip en per jaar gelegd, was 't al even schit terend. De vier leden, die de eerste eiervereeniging stichtten en als de meest vooruitstrevenden op pluimvee- gebied konden aangemerkt worden, hadden in 1902 al iets ter verbetering van den kippenstapel gedaan. En hoe ze er toen daarmee opstonden, moge blijken uit volgend staaltje Lid no. 1 leverde van 250 kippen 23217 eieren, wegende 1428.5 Kg. (per kip dus 93 eieren van 61 gr.) Lid no 2 leverde van 250 kippen 16371 eieren, wegende 92385 Kg. (per kip dus 65 eieren van 56 gr.) Lid no. 3 leverde van 80 kippen 8565 eieren, wegende 485.45 Kg. (per kip dus 107 eieren van 56 gr.) Lid no. 4 leverde van 129 kippen 11272 eieren, wegende 663 95 Kg. (per kip dus 87 eieren van 58 gr.) Van het meerendeel der leden schom melde het aantal eieren per jaar en per kip tusschen 70 en 90 stuks. De ouderwetsche kippen presteerden dus maar zeer weinig. Maar dat lag niet enkel aan de dieren zelf. De be- van den H. Iiadrianus (in stille li- Missen) Gloria Credo Prefatie van O. L. Vrouw. Gelijk de opkomende dageraad, zoo goot Maria's Geboorte, blijdschap en vreugde over het aardrijk uit, de komst voorspellend van de eeuwige Zoon, Christus, en van het zaligend licht der goddelijke genade. Met schrik zag de hel de morgenschemering aanbreken, want nu was haar nederlaag en daar mede de verlossing van het mensche- lijk geslacht niet ver Smeer. Op het geboortefeest van dit kind, welks voor bestemming in Gods raadsbesluiten, na die van Christus, de allereerste plaats innam, uit den koninklijken bloede van David gesproten, heft de H. Kerk vol begeestering een loflied aan ter eere van het goddelijk moederschap, dat het ongerepte lichaam dezer Maagd met een onsterfelijken glans omstraal de. Moge dit blijde feest ook in onze harten den geestelijken vrede vermeer deren. De H. Iiadrianus, waarvan wij heden de gedachtenis vieren, werd met 23 andere christenen te Nicomedië voor het geloof gemarteld f 304. 0— 9 September. Woensdag, Zevende dag van het Octaaf van Kerkwijding. WIT. (Zwart). Tweede gebed ter eere van den H. Gorgonius; Derde ter eere handeling die vaak een mishandeling leek, droeg voor een zeer groot deel mede schuld. Voor zoover de kippen gevoederd werden, bestond het voedsel uit 't geen de boer zelf verbouwde: rogge, haver, maar dan liefst niet van 't beste. Sommigen kochten mais en voerden dan mais van Zondags tot Zaterdags, van 1 Jan. tot 31 Dec. En daar waar ze niet gevoerd werden (o, ja, dat kwam ook voor) daar moesten ze leven van 't afval, alsmede wat ze gapten uit de voerbakken van varkens, koeien en paarden Aan groot risico verbonden vanwege de onbarm hartigheid van den voerman en de kortbij hangende zweepslok. De huisvesting? De kippen mochten vaak al blij zijn als ze 's nacbts niet nat regenden of onder sneeuwden. En toch is 't nog een grcote vraag, wat slechter zou zijn voor de dieren, 't heele jaar in een open karschop of in een boom te moeten slapen of op een »hort" vol stinkenden mest op eenige decimeters boven den koestal. Zoo was dan de toestand voor 25 jaar. Met de verbetering in den afzet der eieren, ging nu hand aan hand de verbetering van den hoenderstapel, er kwam betere voeding, betere huisves ting. De kippenhouder merkte, dat zijne dieren zulks verdienden. Vergelijken we nu die vroegere toe standen eens met wat we heden op dat gebied kunnen waarnemen. Vooreerst om maar in de buurt te blijven, het centraal fokstation te Horst waar onder deskundige leiding kippen gefokt worden met legcijfers van 200, 250 en meer stuks per jaar, alsof 't zoo niets is. En hoewel sedert 't jaar 1900 geregeld gewerkt werd aan de verbetering der legresultalen, vooral door middel der zg. plaatselijke fok- stations, is 't toch zonder twijfel deze model-inrichting, waardoor de kippen houders op den waren weg zullen ko men of reeds gekomen zijn. Zien we verder om ons heen, dan treffen we zeer doelmatig ingerichte kippenhokken bij tienlallen aan De voeding van 't pluimvee geschiet bijna niet anders meer dan volgens de regels der voedingsleer. Kuikens worden ma chinaal gebroed en kunstmatig groot gebracht. De omzet van eieren is een iron van inkomsten geworden. En daar deze jaarlijksche opbreng sten van den pluimveeslapel, de dub beltjes dus, waar 't hier om gaat, de beste maatstaf zijn voor den bloei en den omvang van het bedrijf, wil ik dit overzicht besluiten met het volgende altje, dat verder voor zich zelf spreekt. Geleverd door de Venraysche Eier vereenigingen te samen Jaar Aantal eieren Opbrengst 1901 115460 f 3429,60 1908 1285968 f 49123,97 1916 3242146 f 256743,61 1918 1295778 f 176124.88 1924 3241252 f 238460,49 P.S. 1918 is 't jaar na de groote afslachting onder 't pluimvee, die ge schieden moest wegens de voeder- schaarschte tijdens den oorlog. J. G. JANSSEN. Leunen, Augustus 1925. 1) Later in 1905 is door de Ven raysche Eiervereenigingen samen, nog eens een proef genomen met den ex port op Londen, doch wegens de groo'e bezwaren, daaraan verbonden, werd deze proef spoedig gestaakt. der H. Maagd (Concede); Vierde a Domo. Gloria Credo gewone Prefatie. De H. Gorgonius, waarvan wij heden de gedachtenis vieren, stierf, na vele folteringen te hebben ondergaan, den marteldood te Nicomedië. f 302. 0— 10 September. Donderdag. Achtste dag van het Octaaf van Kerkwijding. WIT. Tweede gebed ter eere van den H. Nicolaas van Tolentinoderde ter eere van den H. TheodardusVierde a Domo. Gloria Credo gewone Prefatie. De H. Nicolaas van Tolentino, waar van wij heden de gedachtenis vieren, werd door zijn godvruchtige ouders aan het graf van den II. Bisschop, Nicolaas, te Bari, van den hemel afge beden uit dankbaarheid gaven zij hem bij het Doopsel den naam van zijn hemelschen Beschermer. Hij groeide in onschuld en vroomheid op, voltooide op schitterende wijze zijn studie en ontving eene plaats in het Kapittel van de stad Tolentijn. Niet lang echter behield hij deze waardigheid van Kannunnikhij trad immers in de orde van de H. Augustinus, waar hij spoedig voor zijne medebroeders een voorbeeld van heiligheid washet ge lukte hem vele verstokte zondaars tot God terug te voeren, f 1310. De II. Theodardus, waarvan wij heden eveneens de gedachtenis vieren, Nu wij vernemen, dat zoovelen onzer geachte lezers Zondag 6 Sept. naar Nijmegen gaan, geven wij hier een overzicht van den Historischen Optocht. Dan kan men dit uitknippen en medenemen. -0- Plechtige intocht van Z.D.H. Mgr. Dr. M. Besson met de relieken van den H. Petrus Canisius. Samenstelling van den stoet. Vaandrigs. Tamboers. Herauten met bazuinen Wapendrager der familie Kanis. De familie Kanis behoorde reeds in de 15e eeuw 'tot de aanzienlijk ste geslachten van Nijmegen. Jacob Kanis, de vader van den H. PeUus werd door hertog René van Lotha ringen in den ridderstand verheven. 3. Scholieren der Latijnsche school met een Frater. Canisius genoot zijn eerste weten schappelijke opleiding in de La tijnsche school te Nijmegen. Roededragers De burgemeesters Jacob Kanis en Thomas van Triest* Schepenen. Leden van het St. Nicolaasgilde; deftige burgers. De stadsgerechtsboden droegen een roede als symbool der stedelijke rechtspraak Er waren altijd 2 bur gemeesters die voor een jaar door keuze van den Raad aangesteld werden. Het groot aanzien, dat Ca nisius' vader Jacob genoot, blijkt uit het feit, dat hij negenmaal tot Bur gemeester en veertienmaal tot sche pen werd gekozen. Het St. Nicolaasgilde had veel in vloed in het bestuur der stad. Wapendrager van Nijmegen te paard. „Canisius, roem van Nijmegen". Jongens met palmen. Canisius is de roemrijkste zoon van Nijmegen. Nooit is er een Nijmege- naar geweest wiens naam zulke in ternationale beteekenis gehad heeft. Hij behoort tot de groote historiscne persoonlijkheden zijner eeuw. Wapendrager van Keulen te paard „Canisius, doctor in de Wijsbe geerte en in de Godgeleerdheid" Geleerden met symbolen der wetenschap. Na voltooiing zijner voorbereidende studies te Nijmegen vertrok Canisius naar de Universiteit van Keulen, vervolgens naar die van Leuven en Bologna en behaalde daar de hoogste wetenschappelijke titels. „Canisius, de eerste Nederland- sche Jezuïet". De Jezuïeten-Orde werd gesticht door den H. Ignatius van Loyola in 1540. Twee jaren later verscheen de eerste Jezuïet in Duitschland. Het was de Zalige Patrus Faber. Canisius hoor de met veel lof over hem spreken, ging hem te Mainz bezoeken en liet zich in de nieuwe Orde opnemen. Dit gebeurde den 8sten Mei 1543, op zijn 23sten verjaardag. Wapendrager van Ingolstadt te paard. „Canisius, opvoeder der jeugd." „Canisius, hervormer der hooge- scholen". Groepen studenten. Bijzonder groot en algemeen erkend zijn de verdiensten geweest van Ca nisius voor het onderwijs. Het lager en hooger onderwijs verkeerden in dien tijd in een zeer vervallen toe stand. Door de stichting van Colle ges bevorderde hij de godsdienstige en wetenschappelijke opvoeding der jeugd. Als hoogleeraar aan de Uni versiteit te Ingolstadt begon hij daar de hervorming van het hooger on derwijs. Wapendrager van Weenen te paard „Canisius, schrijver van den Ca techismus." Groep kinderen. De catechetische arbeid van Cani sius is van onberekenbaren invloed geweest op het herleven van den godsdienstzin in de Duitsche landen. Óp last van keizer Ferdinand I begon Canisius, als hoogleeraar aan de Universiteit van Weenen, met het samenstellen van een Catechismus. Het succes van zijn boek was onge looflijk groot. Nog voor zijn dood zag hij den Catechismus meer dan 200 maal herdrukt en in haast alle Euro- peesche talen vertaald, 10. „Canisius, verdediger der Kerk". was de opvolger van den H. Remaclusi en werd bisschop van Maastricht ge wijd door den H. Cunibertus. Hij bouwde vele kerken en kloosters. Toen eenige lieden zich kerken en kloosters hadden toegeëigend, ging hij de hulp inroepen van den Franschen koning Childerik II. Doch hij werd door sluip moordenaars, afgezonden door de on rechtvaardige grondbezitters, verrader lijk om het leven gebracht, f 668. Zijn heilige overblijfselen berusten in de Kathedraal van Luik. 0 11 September. Vrijdag. II. Otgerus, Belijder. WIT. Tweede gebed ter eere van den TI. Prolus en Hyacinthus. Derde a Domo Gloria geen Credo gewone Prefatie. De H. Otgerus, in Engeland geboren, was als diaken medehelper in het be- keeringswerk der H Bisschoppen Wiro en Plechelmus f 713. De H. Protus en Hyacinthus, waar van wij heden de gedachtenis vieren, werden als belijders van Christus' naam aangeklaagdzij weigerden aan de afgoden te offeren. Lij werden daarom na een wreede geeseling, te Rome onthoofd, f Derde eeuw. 0— 12 September. Zaterdag. Allerhei ligste naam der H. Maagd Maria, Tweede gebed a Domo Gloria Credo Prefatie van O. L. Vrouw. Dit feest dankt zijn naam aan de godsvrucht der geloovigen en werd het eerst voor het bisdom Cuenca in Spanje door de H. Stoel in 1513 goedgekeurd. Pius V schafte het af, Sixtus V stond het echter weer toe, en paus Innocen- tius XI schreef het in 1683, naar aan leiding van de bevrijding van Weenen uil de hand der Turken, voor de ge heele kerk voor en plaatste het op Zondag na Maria geboorte. Pius X, die zooveel mogelijk de Zondagen weer vrijmaakte voor de vroegere, eigenlijke Zondagsviering, plaatste het op 12 September vast. Evenals de Kerk, na het feest van 's Heeren geboorte, het feest van den Zoeten Naam van Jezus viert, zoo wijdt zij, na O.L. Vrouw geboorte, ook een feest aan den zoeten naam van Maria, welke in de II. Schrift uitdrukkelijk vermeld wordt. Den naam dezer onge repte Maagd en Moeder Gods, dezer §ezegende onder vrouwen, verheerlijkt e H. Kerk en roept hem met ver trouwen aan, om zich Maria's gunst en bescherming te verzekeren. Tot slot: Wijwater. Waar eenerzijds de Kerk het gebruik van het wijwater veelvuldig aanbeveelt en anderzijds zij zelve het zoo herhaal delijk gebruikt, ligt het voor de hand,

Peel en Maas | 1925 | | pagina 2