ESSand"" Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. ^"1^ iïz Tweede blad. Onweerswolken, De Warmte Bij Muggebeten Openstelling Bureaux Secretarie Burgerl. Stand en Gemeente-Ontvanger. FBTJITjLETOISI. Het geheim van den millionnair. Economische vrijheid. De Heiligen op Klompen.1 Zaterdag 1 Augustus 1925 46e Jaargang No. 31. PEEL EN PERKWARTAAL: ■■■MB ■■■Ml W m PRIJS DER ADVERTENTIEN fcrltS1;-? Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY - Telefoon 51. ^TSSSJVlSSt De Secretarie is voor het publiek geopend iederen dag van 9 tot 12 voormiddag en van 2 lot 4 namiddags. Zaterdags allédn van 9 tot 12 voor middag Het Kantoor van den Gemeente- Ontvanger is voor het publiek geopend, met uilzondering van den laalsten dag van elke maand van 9 tol 12 voormiddag en van 2 tot 3 namiddag. Zaterdags alleen van 9 tot 12 voor middag. Na drie uur is dus het Kantoor van den Gemeente-Ontvanger en na vier uur de Secretarie voor het publiek GESLOTEN S.v.p uitknippen en goed bewaren. Al schijnt den laatsten tijd, zoo hier en daar, een kleine verbetering in te treden in den algemeenen economischen toestand van verschil lende deelen der wereld, men is door de ervaring in de achter ons liggen de jaren zoo verstandig geworden, dat op zoo'n enkel vleugje van opleving niet al te standvastige hoop wordt gevestigd. Handel en bedrijf in het algemeen maken zeer moeilijke tijden door, de scheepvaart klaagt steen en been en de tijd schijnt met alle theorieën te spotten, immers, na zulk een oorlog als wij nog geen 7 jaren geleden zagen... beëindigen, waarin behalve de vele menschen- offers onnoemelijk veel werd ver nietigd, dat nu opgebouwd en her steld moet worden, zou men verwacht hebbeq, dat na de eerste opluchting en de daarop gevolgde verdwazing, iedereen met alle macht zou meehel pen aan het schoone werk, een nieuwe en betere wereld te doen ontstaan. IJdele hoop, niemand heeft wat geleerd in de plaats van een oorlog tusschen volkeren (ofstaats lieden, als men wil) kwam een oor log binnen de eigen grenzen. Hier was het een geweldadig opruimen van sedert tientallen van jaren gehate en gevreesde staatsinstellingen, daar weer werd het een verbitterde kamp tusschen de twee groepen in de menschelijke samenleving, welke voor het welzijn van het volk eerder moesten eendrachtig te werk gaan 17. Lieve hemel, vraagt u dat nog Het spreekt van zelve, dat hij reeds lang ware teruggekomen, als hij niet dood was. Hij gevoelde zich hier geheel thuis en bovendien versta ik de kunst van koken, in de perfectie. Wanneer het iemand.... Mijnheer Brown verliet op dien bewusten avond om negen uur uw huis niet waar? aldns stuitte Berger den woordenvloed der vrouw. Jawel, mijnheer Je inspecteur, om negen uur. Ik zeg de zuivere waarheid. Overdag bleef hij thuis en des namid dags ging hij uit. Te zes uur kwam hij weer thuis om te eten en om negen uur verliet hij andermaal zijn kamer, om friasche lucht te scheppen. Ten minste, dat zeide hij, hem nagegaan heb ik niet.' Zeide hij dal? vroeg de pastoor verwonderd. In de vingertaai, natuurlijk. Hij was stom, maar niet doof en kon ijse- lijk vlug en welsprekend in de vinger- taal terecht. Ik versta die ook, moet u welen, voegde juffrouw Martin erbij, daar ik eene nicht heb, die doofstom is, en in een doofstommen-inrichting woont. Waarschijnlijk huurde hij bij 507—10 dan in felle tegenstelling tegenover elkaar staan. En zoo blijven wij in de benauwende en knellende cirkel- van-ellende voortsukkelen, zoodat geen econoom, geen staatsman geen idealist zelfs meer een uitweg ziet. Er dreigt een nieuwe, een econo mische oorlog, en waar die uitbreekt, tot dat land mits het maar een overwegenden rol speelt in het wereldgebeuren zullen de gevolgen niet beperkt kunnen blijven. De wereld is zoo in alle voegen ge scheurd en gekraakt, dat een eenigs- zins ernstige duw in een van de edele deelen van zulk een land ook ver buiten de eigen grenzen zijn invloed zal doen gevoelen. Daarom volgt men met ingespan nen aandacht het verloop van den strijd, welke zich nu al sedert weken in Engeland aan het ontwikkelen is. Engeland moge zich door een herolschen greep ontworsteld hebben aan de beklemming van de zware oorlogschulden aan de Vereenigde Staten, het is slechts doenlijk geweest door een overmatige belasting op de eigen burgers te leggen. In normale tijden zou de koppige, vastbijtende Brit dat alles prachtig overwonnen kunnen hebben nu, in dehelsche wanorde van de geheele wereld, met valuta-concurrentie aan alle zijden en een buitengewoon scherpe mededin ging, welke voor niets terugdeinst, nu blijkt het haast een economische «eifmoord te zijn. En gelijk altijd in die omstandigheden, de beroering in eigen land tusschen de groote mach ten van werkgevers en werknemers vindt voedsel in de gevolgen van dien grooten daad. De strijd daar heeft andere kanten dan wij bijv. hier zouden leeren ondervinden, wanneer onverhoopt zoo iets zou moeten gebeuren. De partijen zijn er anders opgegroeid tot de wederzijds groote macht, de geschilpunten zijn aanmerkelijk scherper toegespitst door de onverbrekelijke organisatie over en weer, die bindende bepalingen heeft, waaraan de een zich krampach tig vastklemt en die de ander als verderfelijk veroordeelt. In zooverre gaat een vergelijking met de Hollandsche omstandigheden niet op, maar desondanks kunnen ook wij uit het verloop daar veel leeren. Het schijnt, dat die lessen aan de wereld gegeven zullen wor den, want de vooruitzichten zien er door de positie van mijneigenaars tegenover de arbeiders allesbehalve kamers, omdat hij wist, dat ik de stom mentaal versta. Waar kwam die mijnheer Brown eigenlijk vandaan? Uit Londen, zooals hij mij te ver staan gaf. Over zichzelven sprak hij nooit veel dat is te zeggen, met zijn vingers. Hij was zeer afgetrokken, at en dronk, las boeken.... Welke boeken Romans in gele omslagen, die in een vreemde taal gedrukt zijn. Hier is zijn boekenrek, mijnheer de inspecteur. Mijnheer Brown schreef ook zeer veel, maar wat hij schreef, weet ik niet. Ik heb wel eens gedacht, of hij ook schrijver wilde worden. Berger nam van den boekenhanger een twaalftal romans, achtereenvolgens ter hand, en bladerde erin. Het waren werken van goede Fransche auteurs, een goedkoope, gebrocheerde uitgave, die ailerminst iets verdachts bevatte. In geen enkel boek stond een naam. Met een uitdrukking van teleurstelling op het gelaat, zette hij de boeken weer op hun plaats. Was uw huurder een Fransch- man vroeg hij. Ja, dat zou ik u heusch niet kun nen zeggen. Op zijn vingers sprak hij Engelsch, en hij las ook Engelsche couranten. Hij zag er niet uit als een vreem deling, merkte de pastoor aan. O, ik vergat, eerwaarde, dat u den persoon kent. Kunt u hem mij misschien nader beschrijven Hij was niet zeer groot, had lang, wit haar en dito baard, roode wangen opwekkend uit. Een groot deel van het productie-mechanisme, in het algemeen genomen, zal stil moeten worden gezet, omdat de transport arbeiders gereed staan het vervoer van steenkolen te helpen beletten, zoodra de mijnarbeiders in staking gaan. Wel zijn de kolenvoorraden nog groot en is eenige jaren geleden een dergelijke solidariteitsverklaring op niets uitgeloopen, de indirecte schade uit de allerwege gewekte onrust voortvloeiende is al ramp ge noeg. Deze zou nog in het niet ver zinken bij die, welke ontstaan zou, wanneer het inderdaad zou uitloopen op een verbitterden strijd. Hoezeer de toestand in het Ver- eenigd Koninkrijk een nog nader op de bijzonderheden van het geschil dóór-gaan „aantrekkelijk" voor een rustig beoordeelaar-van-uit-de-veste moge maken, het zou ons thans te ver voeren. Wie weet, het oogenblik is misschien niet meer ver, dat de verdere ontwikkeling ons er toe dwingen zal. Maar voor het huidige moeten wij ons bepalen tot het kort aanstippen van belangrijke punten. Een van de voornaamste is, dat de eigenaars het over het geheele land geldende arbeidsloon willen afschaf fen en dit districtsgewijze bepaald wenschen te zien. Tegen deze ver brokkelde loonsbepaling, waardoor hun het groote beschermingsmiddel van het aaneengesloten front zou worden ontnomen, verzetten de arbeiders zich ten stelligste. Hoe be grijpelijk van hun kant, de arbeiders begaan hiermee een geweldige econo mische foutéén loonschaal toch is met alle begrip en beginselen der prijsvorming in flagranten strijd. Voor een economisch goed als de steenkool immers, kan het evenwicht tusschen vraag en aanbod, slechts tot stand komen op die hoogte, waarbij de prijs juist de productiekosten dekt van de onderneming, welke op de grens werkt van productie en stillig gen. Ook deze economische wet is echter onder den invloed van de machtsverhoudingen der twee partijen tot een doode letter geworden, waar van men juist in deze tijdsomstandig heden het looden gewicht maar al te zwaar gevoelt. De zwakke steê bij de ondernemingen is echter, dat op zeer veel plaatsen de productiviteit en rentabilitet een bedenkelijken ach terstand vertoonen, welke wel eerst ingehaald mag worden voor men kan eischen met loonsverlaging genoegen te willen nemen. Maar de onweerswolken zijn zwaar samengepakt en het bliksemt en flitst bedenkelijk ook voor de zoo noodige rust en kalmte, welke een algemeene herleving van 's werelds welvaart dringend noodig heeft. en zwarte oogen. .Gewoonlijk was hij in het grijs gekleed, en droeg steeds een dikken stok. Hij had het pootje, kwam juffrouw Martin hier tusschen, die niet kon dulden, dat men geen acht op haar sloeg. Daarom dan ook droeg hij steeds everlasten laarsjes. Hij kon zeer slecht loopen, mijnheer de inspecteur. Zonderling, mompelde Berger, ter wijl hij de kamer rondkeek. Hoe kan iemand, die een pootje heeft en slecht loopen kan, een lijk wegslepen Hij heeft geen lijk weggesleept, riep juffrouw Martin, rood van toorn, wanneer u soms het lijk van mijnheer Marlow bedoelt. Ik geloof eerder, dat die arme mijnheer Brown eveneens vermoord werd, zooals de dokter. Zoo denk ik er ook over, zeide Berger veelbeteekenend. Juffrouw Mar tin wees zoo goed mij de kamer van mijnheer Brown te wijzen. Ik moet zijn bagage visiieeren. Er is maar één koffer, en die is gesloten. Ik zal de vrijheid nemen dien te openen. Maar dat mag u niet. Ik ben een eerlijke vrouw. Wat moet mijnheer Brown wel denken als hij terug komt en zijn bagage niet vindt? Ik heb bovendien nog.... Houd den mond, snauwde de inspecteur haar toe met een blik, die haar terstond deed zwijgen. Ik zal niets wegnemen. Ge schijnt te vergeten, wie ge voor hebt, juffrouw Martin. Wijs mij nu zijn slaapkamer. De hospita gehoorzaamde zonder veroorzaakt Slapeloosheid, maakt Be nauwd en Onrustig. Mignhardt's Zenuw- tabletten maken Kalm en geven U een Verkwikkenden slaap. Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten. 10 Wanneer men in sommige kringen van voorstanders van den achturigen arbeidsdag in ons land hoort verkon digen, dat in Engeland na den oor log den achturendag algemeen is ingevoerd, moet tegen deze bewering worden opgekomen, omdat zij in hare algemeenheid niet in overeen stemming is met de werkelijkheid. Niet de acht-urige arbeidsdag, maar de acht-en-veertig-urige werk week is vrij algemeen als norm aan genomen. Van eenige wettelijken dwang is geen sprake. De invoering van den verkorten arbeidstijd is in Engeland het resultaat van den vakstrijd. En het mag wel eens ge zegd worden, dat de Engelsche arbei ders over het algemeen weinig of niets voelen voor een wettelijk vast- gestelden achturendag. Zoo bijvoor beeld in de textiel-industrie, waar de acht-en-veertig-urige werkweek regel is. In vele bedrijven wordt op de werdagen 10 uren en meer gewerkt met de bedoeling den Zaterdag tot een vrijen dag te maken. Voor de fabrikanten levert deze regeling het economisch voordeel op, dat men Zaterdags de bedrijven niet voor enkele uren op gang behoeft te brengen. De Engelsche katoenindustrie komt met deze regeling van den arbeids tijd op het oogenblik uit, daar er geen overvloed van orders is. Volgens de laatste berichten uit de Engelsche textiel-centra is de productie nog ver beneden het nor male peil. Het verbond van katoenspinners heeft dezer dagen besloten den arbeidstijd nog belangrijk in te krim pen. In dezen tijd kan dan ook voor de textiel-industrie het vraagstuk van den maximum arbeidstijd per week als van geen belang worden beschouwd. Daarentegen is het voor de bedrijven van het grootste gewicht, dat de arbeidsdag in overleg met bedrijfs leider en het Jabriekspersoneel ge regeld kan worden, zonder inmenging van de overheid. Wanneer straks de toestanden in dezen tak van nijverheid beter worden kunnen de fabrikanten, vrij als zij zijn in de regeling van den arbeids tijd, de werkuren op de economisch en technisch voordeeligste wijze over de week verdeelen. tegenspraak. De koffer stond daar, een gewone, bruin-geverfde reiskoffer. Er stond noch naam, noch eenig ander teeken op, en hij was gesloten. De inspecteur ver langde een breekijzer, en brak den koffer open. Daarin lagen drie grijze costuums, ondergoed en kousen, voorts een paar stoffen laarsjes, anders niet. Het linnengoed was niet gemerkt, de costuums droegen niet den naam van den kleermaker of van de confectie zaak, waar ze konden gekocht zijn. Uit deze dingen kon men niet afleiden wat mijnheer Brown voor een persoon was. De groote onbekende, merkte de geestelijke aan, terwijl hij zoekend om zich heen keek. Maar inspecteur Berger was nog niet tevreden. Hij doorzocht zoowel de slaap- als de zitkamer, deed allerlei vragen aan juffrouw Martin, wroette in de asch van den haard, waarin eenige papiersnippers lagen, maar vond niets. De inspecteur en de pastoor verlieten het huis, niet wijzer, dan zij gekomen waren. Deze huiszoeking had geen resultaat opgeleverd. Dien dag liep Berger nog het heele dorp rond om inlichtingen in te win nen. Hij hoorde, dat ook Warren bij juffrouw Martin was geweest, en haar huis had verlaten, om, zoo mogelijk, den «stillen heer" te treffen, die vol gens het zeggen van een boer in de richting van de heide was gegaan. Berger herinnerde zich nu den naar beneden gevallen steen van den kerk hofmuur en zijn vermoeden, dathetlijk op die plaats over den muur getild was. Wij meenden goed te doen op deze „economische vrijheid" in het Engel sche industrieele leven, waarvan patroon en arbeider profiteeren, de aandacht van onze lezers te vestigen. Maar al te zeer toch, is hier de meening verspreid, dat in Engeland de achturen-dag verwezenlijkt is. Be studeert men evenwel den toestand van nabij, onderzoekt men de bestaan de regeling van den arbeidstijd in de verschillende industrieën, dan komt men tot geheel andere gevolgtrekkin gen. Bovendien ervaart men, hoe de werktijd op het oogenblik in belang rijke mate beinvloed wordt door de nog steeds heerschende industrieele crisis. •en beten van Andere Insecten geeft het inwrijven met PUROL dadelijk verlichting. 7 Wanneer men de geschiedenis van het Oude Testament leest, staat men er verwonderd over, hoe vaak de engelen uit den hemel nederdaalden, om zich ter wille der menschen in aardsche zaken te mengen. In de geschiedenis van het Nieuwe Testament komen er ook verschillende verhalen voor van tusschenkomst der engelen, maar veel meer nog is daarin sprake van hulp, door heiligen op de wonderbaarste wijze verleend. Lees de levensbeschrijving van een Antonius van Padua, van een Gerardus Majella en van honderden andere heiligen, en gij zult er verbaasd over staan, hoe zij voortdurend helpen en hoe groot hun macht en hun invloed bij God moet zijn. Maar juist daardoor is het vertrouwen der menschen op veel heiligen zoo on begrensd geworden, dat zij stellig ge- looven aan hun tusschenkomst in moeilijke oogenblikken, in tijden van ziekte, hij gevaar van sterven, ja zelfs in kleine en gewone zaken. Is er iets verloren, Sint Antonius moet het terugbezorgen, is er geldelijke moeilijkheid, Sint Gerardus Majella zal wel hulp brengen, en voor elk soort ziekte is er de eene of andere heilige, die uitkomst zal brengen. En dat vertrouwen wordt niet be schaamd. Integendeel, het gebed vindt vaak verhooring. Daardoor ontstaat er een innige toenadering tusschen den heilige, die aangeroepen wordt en den- gene, die om hulp vraagt, ja, die ver standhouding wordt, zooals uit de volgende verhalen blijkt, op den duur zoo innig en vertrouwelijk, dat de vrome vereerders met hen praten als met familieleden en soms ontstemd zijn, wanneer hun gebed niet verhoord wordt' i »De Heiligen op Klompen" en andere legenden en vertellingen. Naar het Duitsch van Heinrich Luhmann. Eindhoven, NV. Lecturis. Prijs fl.90. Hij zond agenten uit, liet de heide doorzoeken zelfs tot aan de hut waar het lijk van dokter Warren had gelegen, maar tevergeefs. Nog giste hij niet wat Cicero wist. Vermoeid en mismoedig keerde hij naar Heaton terug. Hier vond hij een briefje van pastoor Philips, waarin deze hem verzocht ten spoedigste aan de pastorie te komen. Hij snelde er heen en vond daar den heer Torold, die hem Cicero Gramp en mevrouw Warren voorstelde. Nu vertelde de landlooper aan Berger al wat hij wist. De inspec teur wreef zich peinzend de kin. Is het mogelijk, dat dokter War ren dezen Brown heeft geholpen bij het vervoeren van het lijk vroeg hij luide. Neen, dat is niet mogelijk, stoof mevrouw Warren op. Mijn man was de beste mensch van de wereld. Om welke reden zou hij een lijk stelen? Hm, ja, om welke reden? Berger herinnerde zich zooeven een waarneming welke hij in den graf- k el der had gemaakt, doch waarover hij niet eerder wilde spreken, dan nadai hij volkomen zeker van zijn zaak was. Daarom zweeg hij. Zelfs als de thans helaas ontslapen dokter Warren aan deze lijkschennis zou hebben deelgenomen, viel Cicero met zachte stem hierop in, wie heeft dan dokter Warren vermoord? Misschien de kleine man, die hem daarbij hielp? wierp de pastoor op. Dat was.... Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1925 | | pagina 1