Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
ALLEN,
Dit nummer bestaat
uit TWEE bladen.
Openbare vergadering
Gemeenteraad te VENRAY.
Zaterdag 13 Juni 1925
46e Jaargang No. 24.
AHONNEM KNTSPRIJ'
PER KWARTAAL:
voor VENRAY 65 c.
franco per post 75 c.
voor het huitenland
(bij voo' uitbetaling) f 1,30
nfzonrWI. "ummers 5 c.
PEEL EN MAAS
Uitgave van FIRIVtA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon 61.
PRIJS DER
ADVEKTENTIEN
t—8 regels 60 cl
elke regel meer 7l/t c:
Advertentiën bij abonne
ment groote reductie
die zich niet ingang van 1 JULI a.s.
op dit blad abonneeren, ontvangen de
voor dien datum verschijnende num
mers GRATIS.
van den
op VRIJDAG 5 JUNI, nam. I uur
Afwezig de heeren W. Winters en
V. Fonck Jr. welke laatste met kennis
geving, 1 Vacature.
De voorzitter opende de vergadering
met gebed en deelde mede, dat er van
den heer Fonck bericht was ingekomen,
dat hij verhinderd was deze vergade-
bij te wonen.
1 Notulen.
De notulen der laatste en voorlaatste
vergadering werden door den secretaris
voorgelezen en ongewijzigd goedge
keurd.
2 Vaststelling een er verordening
krachtens artikel 178 der Gemeentewet.
De voorzitter deelde mede, dat alle
5 jaren moet geconstateerd worden
welke strafverordeningen nog van kracht
zijn en geschiedt dit bij eene verord^
ning, die de titels der n«>g geldende
verordeningen of de nog geldende be
palingen van gedeeltelijk afgeschafte
verordeningen vermeldt.
De voorzitter las daarop deze ver
ordening voor en werd deze zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd.
3 Aanbieding van het Verslag der
Commissie van toezicht op het L.O.
De voorzitter deelde mede, dat het de
gewoonte was om dit verslag voor de
leden ter secretarie ter inzage te leggen
en stelde hij mitsdien voor zulks ook
thans te doen. Werd goedgevonden.
A Aanbieding van het verslag inge
volge ari. 58 der Woningwet.
5 Aanbieding van het verslag der
bebosschiug met renteloos voorschot.
De voorzitter stelde voor ook deze
beide verslagen ter secretarie ter visie
te leggen en werd dit eveneens goed
gevonden.
6 Behandeling der aanvrage om
subsidie van den R K. Politiebond te
's Hertogenbosch.
De voorzitter deelde mede, dat een
zelfde request reeds 't vorig jaar en
ook voorverleden jaar was ingekomen,
doch had de raad daarop toen afwijzend
beschikt omreden het aantal subsidie
aanvragen jaarlijks steeds grooter werd.
Wel had de raad besloten het diploma
dezer vereeniging te erkennen, doch
wijl de raad destijds niet op deze aan
vrage wenschte in te gaan, stelde B
en W. thans voor dit request voor
kennisgeving aan te nemen.
Werd goedgevonden.
7 Voorstel van B. en W. tot het
verleenen van eervol ontslag, overeen
komstig zijn verzoek, aan J. M. Reijn-
ders, als hoofd der school te IJsselsteijn
wegens zijne benoeming elders.
De voorzitter deelde mede, dat B. en
W. voorstelden aan den heer Reijnders
overeenkomstig zijn verzoek met in
gang van 1 Augustus a.s. eervol ontslag
te verleenen als hoofd der school te
IJsselstein. Werd goedgevonden.
8 Ingekomen schrijven van A. Ver-
straelen, die wegens vertrek uit de
gemeente opgehouden Reeft lid van den
Gemeenteraad te zijn. j
De voorzitter deelde mede, dat er
een schrijven was ingekomen van den
heer Verstraelen, dat hij deze gemeente
metterwoon verlaten had en hij had
dus opgehouden lid van den raad te
zijn.
Alvorens echter verder te gaan ge
voelde de voorzitter zich verplicht om
met een enkel woord den heer Ver
straelen te gedenken. De heer Verstraelen
aldus spreker, was nog slechts kort
lid van den gemeenteraad en heeft
zich in dien tijd niet op den voorgrond
geplaatst; als hij echter't woord vroeg,
dan bleek daarbij telkens, dat hij zijne
woorden weloverwogen had, en kon hij
goed een zelfstandig standpunt in
nemen en verdedigen. Spreker hoopte,
dat het den heer Verstraelen in zijn
nieuwe woonplaats mocht welgaan en
zeer zeker zouden alle leden hem nog
vele jaren dankbaar gedenken.
9 Onderzoek der geloofsbrieven van
het nieuw benoemde lid van den Ge
meenteraad de heer Peter van Bergen
De voorzitter benoemde tot leden der
commissie van onderzoek de heeren
Stoot, Geurts en Nelissen en schorste
daarna voor een oogenblik de verga
dering. Na heropening deelde de heer
Stoot namens de commissie mede, dat
de geloofsbrieven van den heer van
Bergen in orde waren en bestond er
huns inziens tegen diens toelating geen
bezwaar.
Werd besloten den heer van Bergen
als raadslid toe te laten.
10 Bespreking paardenmarkten.
De voorzitter deelde mede, dat men
hem van verschillende zijden er op
had gewezen, dat de eerste paarden
markt alhier te laat in den tijd gehou
den werd. Natuurlijk kon hierin direct
geen verandering gebracht worden, wijl
de almanakken waarin deze markten
waren opgenomen voor 't meerendeel
reeds afgedrukt waren en het minder
aangenaam zou zijn wanneer de koop
lui op den vastgesteiden d,ag. ter markt
kwamen en er was dan niets te doen.
De voorzitter deelde verder mede, dat
er twee stroomingen heerschten, n.l.
een om er nog een markt bij te voegen
en de andere om slechts de beslaande
te handhaven, wijl deze nog niet waren
wat ze zijn moeten. B. en W. waren
van oordeel niet no odeloos te tornen
aan marktdagen, die reeds tientallen
van jaren bestaan hadden. Spr. had
echter gemeend dit punt op de agenda
te moeten plaatsen, dan konden de
leden daarover eens denken en zich
een opinie vormen.
11 Voorstel van B. en W. tot vast
stelling der afschrijvingen op de bezit
tingen der gasfabriek per 31 December
1924, ingevolge de artikelen 21 en 19
eerste lid, der bedrijfsverordening.
De voorzitter las de verschillende af
schrijvingspercentages voor en bleek,
dat in totaal zou worden afgeschreven
f 4088,89, ongeveer 't zelfde als vorig
jaar Van 't batig saldo over 1924 zou
f 1000 worden gestort in 't vernieu
wingsfonds en de rest overgeschreven
op nieuwe rekening.
Op een desbetrQffende vraag van den
heer Stoot deelde de voorzitter mede,
dat een en ander werd voorgesteld
overeenkomstig het voorstel van den
accoutant.
Werd goedgevonden.
12 Verzoek van G. Smits e. a. tol
verbetering van den weg Schoor
Overbroek.
In dit verzoek werd door belangheb
benden gewezen op een raadsbesluit van
1922. waaraan tot heden nog geen uit
voering was gegeven en dat de ver
betering van dezen weg van 't grootste
belang was.
De voorzitter deelde mede, dat B. en
W. betreffende dit verzoek wenschten
op te merken, dat in 1922 een rekwest
van genoemde buurt was ingekomen en
de raad toen besloot de slechtste ge
deelten met sintels te verbeteren. Direct
waren er echter meerdere rekwesten
over andere wegen binnengekomen,
waaraan vanwege de hooge kosten on
mogelijk kon worden voldaan. De raad
heeft daarop besloter om den weg van
Schoor naar Overbroek te verbeteren
met de gewone hand- en spandiensten,
hetgeen ook geschied isde weg is
verbreed, de laagten zijn aangevuld,
enz. doch er is voor deze gemeente
geen beginnen aan om al zulke wegen
kunstmatig te gaan verharden. B en
W. hadden eens een staat opgemaakt
van de verschillende buurtwegen, welke
er hier nog bestonden en dat waren er
89 stuksvan deze 89 wegen waren er
nu in het laatste halfjaar reeds'n groot
aantal door middel van de gewone
hand- en spandiensten verbeterd, maar
alles kon natuurlijk niet in eens. B.
en W. stonden dan ook op het stand
punt, dat zij ter dezer zake niet anders
kunnen handelen vanwege de geweldige
gevolgen voor de gemeentekas, en
daarom kan onmogelijk verlgngd wor
den, dat al die 89 buurtwegen\erhard
worden. Ook met eene weggeldbelasting
was men er nog niet. B. en W. hadden
de eigendommen langs den weg loopon-
de van den Prov. weg bij de Wed. v. d.
Berg te Leunen over de Steeg laten
opnemen en daarbij gebleken, dat de
kadastrale opbrengst van de gebouwde
en ongebouwde eigendommen van al
die perceelen slechts f6000 bedroegen.
Nam men daarvan nu eene weggeld
belasting van 10 pCt. dan zou dat eene
opbrengst zijn van f600, waarmede
deze weg bij lange niet kon onder
houden worden.
B. en W. waren echter op dit punt
steeds dilligent geweest en zouden ook
in de toekomst hun best blijven doen
om allen zooveel mogelijke bevredigen.
13 Verzoek van Fr. Janssen e.a. tot
verbetering van de twee wegen, loopende
van den Stationsweg raar de Bosch
huizen door middel der hand- en span
diensten.
De voorzitter las dit verzoek voor en
deelde daaromtrent mede, dat het al
een zeer slechte methode van B. en
VV. zoude zijn om maar aanstonds die
menschen te helpen, die even een
requeslje insturen allen worden echter
op beurten gehojpen en zoo staat ook
deze weg op het program van dit jaar
De heer Stoot vroeg of hei dan zoo'n
groot bezwaar zou zijn om deze men
schen aanstonds te helpen zij willen
zelf het werk doen, maar hebben daar
bij toezicht noodig en als zij er weder
mede in den Winter geraken, komt er
niets van.
De voorzitter zeide nogmaals toe, dat
deze weg ook in dit seizoen nog in
orde gemaakt zou worden.
De heer Odenhoven herinnerde zich
nog, dat de heer Fonck 'n paar jaar
geleden over het verbeteren van dezen
weg gesproken had, en was hem toen
toegezegd, dat er voor gezorgd zou
worden. Nu waren er echter zooveel
andere wegen in orde gemaakt, die
van minder belang waren en die dus
ook beier nog wat hadden kunnen
wachten.
De heer Stoot was het volkomen eens
met den heer Odenhoven, want juist
van deze wegen Vwam -het slib op den
hoofdweg, waarvan men vooral op den
stationsweg nogal eens last had.
Weihouder Janssen zeide, dat men
niet moest vergelen, dat we in 1924
ook een bijzonder nat jaar gehad had
den.
Nadat de voorzitter nog herhaalde
lijk had toegezegd, dat er voor gezorgd
zou worden, kon de raad zich hiermede
vereenigen.
14 Voorstel van B. en W. tot het
verleenen van een crediet groot f4000
tot het doen opmaken van een rapport
met begrooting, rentabiliteitsberekening
enz. voor eene waterleiding en het
maken van een waarnemingsput van
ongeveer 80 Meter diepte, het inrichten
daarvan, het nemen van monsters en
het verrichten van proeven ter zuivering
van water.
De voorzitter deelde hieromtrent mede,
dat B. en W. zich naar aanleiding van
de in een vroegere vergadering ge
houden besprekingen tot Heeren Ged.
Staten hadden gewend en de gemeente
volgens dit college bevoegd om binnen
haar gebied eene waterleiding aan te
leggen. Ook hadden B. en W, ter dezer
zake nog het advies ingewonnen van
de Gezondheidscommissie ter dezer
plaatse en deze commissie, die her
haalde malen water van verschillende
putten ter onderzoek had opgezonden,
was van oordeel, dat eeno waterleiding
hier hoogst noodzakelijk was. Boven
dien verkeerde de gemeente thans in
de gunstige omstandigheid, dat er on
middellijk aansluiting te verwachten
was van het St. Anna-en St Servatius-
Se8ticht. In 't St. Annagesticht was n.l.
e waterleiding versleten en stonden
dit gesticht afdoende werken te wach
ten indien er nu echter uitzicht be
stond, dat er een gemeentelijke water
leiding kwam, wilde dit gesticht echter
nog wel een tijdlang heensukkelen
totdat de gemeentelijke waterleiding
gereed was. Ging de gemeente er
echter thans niet toe over, dan zou
het gesticht zelf eene ge'neele nieuwe
waterleiding aanleggen en alsdan was
aansluiting bij de gemeentelijke water
leiding voorgoed van de baan.
In hetzelfde geval verkeerde ongeveer
het St. Servatiusgeslicht en ook het
bes<uur van dit gesticht was thans nog
in principe bereid om bij de gemeente
lijke waterleiding aan te sluiten. Ging
de gemeente er echter thans niet toe
over en hadden de beide genoemde
gestichten eenmaal hun eigen water
leiding, dan behoefde men hier in
Venray gedurende twee menschen-
geslachten niet meer aan de totstand
koming eener waterleiding te denken.
We zouden echter vermoedelijk diepe
putten moeten hebben, wijl de putten
aan de beide gestichten, die respectieve
lijk tot 26 en 41 meter gingen nog geen
goed water leverden. B. en W. hadden
daarom gemeend den raad te moeten
voorstellen allereerst door deskundigen
'n plan met rentabiliteitsberekening te
laten opmaken en een waarnemingspul
te laten boien om te zien of eene
waterleiding mogelijk was. Daarom
hadden zij dezen post op de agenda
geplaatst. Ook alle in deze gemeente
woonachtige medici waren unaniem
van gevoelen, dat eene waterleiding
voor Venray dringend noodzakelijk was.
De heer Odenhoven vroeg, waarom
dit punt nu toch op de agenda geplaatst
was, ondanks dat er in 'n vorige ver
gadering besloten was om eerst de
rioleering aan te leggen.
De voorzitter merkte den heer Oden
hoven op, dat deze zich vergiste, wijl
er juist besloten was om het rioleerings-
plan en het waterleidingsplan gelijk
tijdig uit te voeren, wijl dat voor de
gemeente eene enorme besparing zou
beleekenen.
De heer Odenhoven zeide thans nog
niet te kunnen beslissen over deze
kapitale som van t 4000.
De voorzitter zeide, dat dit de per
soonlijke meening van den heer Oden
hoven was, doch spreker was van
oordeel 1stedat het dringend nood
zakelijk was. 2de: willen we het doen
dan moest er direct doorgetast worden,
en 3de: wanneer het thans niet gedaan
wordt, dan zal men er wellicht geduren
de twee rnenschengeslachten de gele
genheid niet meer voor krijgen, zooals
deze zich thans voordoet.
De heer Geurts zou ook wel eens
gaarne het oordeel van den heer Stoot,
die secretaris is van de Gezondheids
commissie, als raadslid hooren.
De heer Stoot zeide, dat hij in 'n
vorige vergadering vooral tegen de
groote kosten opzag, doch nadat er nog
meerdere onderzoeken hadden plaats
gehad vanwege de Gezondheidscom
missie, was ook hem gebleken, dat het
wel hard noodig was en daarom was
spreker er dan thans ook voor. Spreker
zou echter eerst de put laten boren om
te zien of er goed water te krijgen was
en kon men werkelijk goed water
krijgen, dan kan met het opmaken der
plannen en rentabiliteitsberekening
worden doorgegaan en het boren van
dien put zou geen f 4000 kosten.
De voorzitter vond de opmerking van
den heer Stoot zeer juist en zeide, dat
de kosten van den put. f 2000 zouden
bedragen.
De heer Dr. Janssen achtte zijn ge
voelen hieromtrent voldoende bekend
den bestaanden toestand te bestendigen
zou zijns inziens hoogst gevaarlijk zijn
en spreker was het met alle hier
wonende medici eens, dat de aanleg
eener waterleiding noodzakelijk was,
want mocht er onverhoopt eens eene
besmettelijke ziekte uitbreken, dan
waren de gevolgen niet te overzien.
Spreker haalde een voorbeeld aan van
de besmettelijke ziekte typhus te Horst.
Venray was volgens spreker gelukkig
nog vrij geblevqn van besmettelijke
ziekten, maar ook hier kunnen we die
krijgen, daar we ieder oogenblik aan
die gevaren blootstaan en daarom
mogen wij den bestaanden toestand niet
langer bestendingen. Tenzij de kosten
onoverkomelijk mochten zijn, was de
raad als overheid, zijns inziens ver
plicht voor verbetering te zorgen.
Rioleering en waterleiding waren
volgens spreker inrichtingen van on
schatbare waarde voor de volksgezond
heid. Spreker kon zich dan ook onder
de door den heer Stoot gemaakte
restrictie volkomen met het voorstel
van B. en W. vereenigen.
De voorzitter zeide, dat ook hij een
deskundige op dit gebied gesproken
had en wel de heer Schrijnen, apotheker
te Venlo en tevens secretaris der Ge
zondheidscommissie aldaar en deze had
hem medegedeeld, dat zoowel bij de
invoering van de waterleiding als van
de rioleering aldaar telkens eene be
langrijke daling van het sterftecijfer
van zuigelingen was te constateeren
geweest.
De heer Odenhoven vond, dat de heer
Dr. Janssen wel wat veel zijn phantasie
had laten werken en wel wat overdre
ven had, ofschoon hij het doorgaans
goed kon wetenspreker kon in ieder
geval thans hierover niet beslissen en
hij zou liever zien, dat dit punt aan
gehouden werd tot de volgende verga
dering en kunnen alsdan de drie
andere leden, welke thans niet aan
wezig zijn, daarover hun gevoelen ook
nog eens zeggen ook vermeende hij,
dat in Venray niet allen er voor waren.
Spreker zou het echter in de eerstvol
gende vergadering, desnoods over 14
dagen te houden, wenschen te behan
delen, onder voorwaarde, dat hem als
dan verlof wordt verleend om een rede
te houden over sVenray's toekomst op
financieel gebied."
De voorzitter vermeende te moeten
opmerken, dat de heer Odenhoven
zeide, dat de motieven van Dr. Janssen
niet voor geheel Venray golden, maar
de heer Odenhoven moest toch zoo
verstandig zijn om vertrouwen te stellen
in Dr. Janssen, die hier sprak en als
raadslid, en als voorzitter aer Gezond
heidscommissie en als medicus.
De heer Odenhoven interrumpeerde
s>we kunnen dan ook wel rotsen gaan
bouwen, want 't volgende jaar krijgen
we oorlog."
Wat nu het verlof betrof om eene
rede te mogen houden over Venray's
toekomst op financieel gebied" deelde
de voorzitter mede, dat het wel de ge
woonte van B. en W. was om jaarlijks
bij het aanbieden der begrooting. een
financieel overzicht te geven, doch
wanneer de heer Odenhoven bij de
rondvraag eene weloverwogen finan-
cieele beschouwing wil houden, waar
uit ook de andere leden nog iets kun
nen leeren, dan krijgt hij daarvoor
volledige vrijheid.
De heer Pubben vond deze post ook
verbazend hoogspreker heeft Dr.
Janssen gaarne hooren spreken en
zullen die motieven ook wel waarziin
en dit plan ook wel zijns inziens het
meest afdoende middel zijn. Spreker
vroeg echter of het niet wenschelijk
zou zijn om eens eerst een algemeene
vergadering te beleggen, waarop een
en ander door Dr. Janssen werd uit
eengezet, want als er thans door de
inwoners over gestemd zou moeten
worden, dan geloofde spreker niet dat
er 20 man voor waren.
De heer Jacobs zeide, dat hij het
volkomen eens was met den heer
Pubben.
De voorzitter gaf gaarne toe, dat de
publieke opinie eenigszins bewerkt
moest worden, doch wat de meening
van den heer Pubben betrof, als zouden
er thans nog geen 20 voor zijn, betwij
felde spreker sterk, vroeger was zulks
misschien het geval, maar thans na
het ingezonden stuk van de Medici
niet meer.
Om het misverstand weg te nemen,
als zouden ook de bewoners van de
gehuchten in de kosten moeten bijdra
gen, deelde de voorzitter mede, dat
zulks niet het geval was en werden
deze kosten uitsluitend door de ge
bruikers gedragen.
De heer Odenhoven bleef bij zijn
voorstel om dit punt aan te houden
tot de volgende vergadering en ook de
andere 3 leden tegenwoordig waren.
De voorzitter vónd echter geen reden
aanwezig om deze kwestie nog aan te
houden, wijl de redenen, waarom B.
en W. dit punt op de agenda geplaatst
hadden voldoende besproken en toege
licht waren.
De heer Pubben was ook voor aan
houden en zou eerst gaarne eene ver
gadering belegd zien.
De heer Stoot vond, dat, wanneer
deze zaak aangehouden werd, men
niet alleen kans liep, dat de beide Ge
stichten niet meer wachten, maar er
was hem nog een derde instelling be
kend, dié ter dezer zake wachtende is.
De voorzitter zeide, dat de beide ge
noemde gestichten door hunne toezeg
ging eene groote moreele en financieele
verplichting op zich hadden genomen
en deed het spreker genoegen dit ook
nog eens uit den mond van een lid
van den gemeenteraad te hooren.
De heer Dr. Janssen verklaarde zich
gaafne bereid om zulk een vergadering
te beleggen en hij zou alsdan voldoen
de gelegenheid hebben de noodzakelijk
heid eenër waterleiding aan te toonen,
doch thans kon zulks niet meer voor
de beslissing.
De heer Nelissen zou die vergadering
toch gaarne gehouden zien voordat er
met den put begonnen werd en voor
aleer men begon met geld uitgeven.
De heer Dr. Janssen zette daarna
den toestand aan het St. Servatiusge-
sticht nog eens uiteen.
De heer Odenhoven zeide in het
plaatsen van dit punt op de agenda
meer een overrompeling van den raad
gezien te hebben en zou dan ook liever
gehad hebben, dat in deze vergadering
alles besproken was geworden en dan
in 'n volgende vergadering de beslis
sing was genomen. Spreker stelde dan
ook voor om dit punt aan te houden
tot de volgende vergadering, welk
voorstel door den heer Pubben gesteund
werd.
De voorzitter bracht daarna dit voor
stel in stemming doch werd dit met
6 tegen 4 stemmen verworpen.
Voor stemden de heeren Pubben,
Jacobs, Nelissen en Odenhoven, tegen
de heeren Dr. Janssen, Stoot, Geurts,
Haenen en de beide Wethouders.
Vervolgens werd in stemming ge
bracht het voorstel van B. en W. en
werd dit voorstel aangenomen met 6
tegen 4 stemmen.
Voor stemden de heeren Dr. Janssen,
Stoot, Geurts, Haenen en de beide
Wethouders, tegen de heeren Pubben,
Jacobs, Nelissen en Odenhoven.
15 Voorstel van B. en W. tot he*
aangaan eener overeenkomst met het
Bestuur van het St. Servatiusgeslicht
tot het begraven van lijken, die niet
kunnen begraven worden op een der
begraafplaatsen der kerkelijke gezind
ten en tot het gesloten verklaren der
aan de gemeente toebehoorende alge
meene begraafplaats.
De voorzitter deelde mede, dat de
besprekingen met het Bestuur van het
St. Servatiusgesticht zoover gevorderd
waren, dat tot het aangaan eener over
eenkomst kon worden overgegaan en
stelden B. en W. voor met dat Bestuur
voor den tijd van 10 jaren ingaande
1 Januari 1926 en eindigende 31 Decem
ber 1935 eene overeenkomst aan te
gaan, waarbij de gemeente de volledige
beschikking kreeg over 'n gedeelte van
de begraafplaats van genoemd gesticht
met hjkenhuisje en sectiekamer tegen
eene vergoeding van f 2,50 per begraven
lijk.
Werd zonder hoofdelijke stemming
besloten deze overeenkomst aan te gaan
en verder om de aan de Gemeente toe
behoorende algemeene begraafplaats
gesloten te verklaren.
16 Voorstel van B. en W. tot goed
keuring van den aankoop van het huis
Poels met aanhoorigheden naast de
gasfabriek.
De voorzitter deelde mede, dat de
leden hiermede zooveel mogelijk op de
hoogte waren gesteld, alleen de heeren
Dr. Janssen en Haenen had men niet
thuis getroffen en was dit huis met
aanhoorigheden groot 25 Aren 29 c. a.
voor de gemeente aangekocht voor de
som van f 5400,05.
Werd goedgevonden.
17 Voorstel van B. en W. tot het
aangaan eener ïrekening-courant-over-
eenkomst met de Nederlandsche Land-
bouwbank, bijkantoor Venray.
In verband met dit punt werd de
openbare vergadering door den voor
zitter geschorst en ging de raad in
geheime zitting over.
Na ongeveer 'n half uur werd dc