Benauwd
Abdijsiroop
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Tweede Blad
Reinigingsdienst
JAN SCHARESLIEF
Niet verwaarloozen
KWIJT TjLTSTON
Bij Hoest en
Verkoudheid
Hoestsiropen
voor kinderen
Het sombere leven in
het sombere Drente.
Zaterdag 22 November 1924
l Se Jaargang Mo 47
A H()NN l-'.M H.NTSI' I IJS
PEK KWAK I AAL:
voor VENRAY (>5 c.
franco per poat r.
voor het buitenband
(bij vooruitbetaling) f 1,30
afzonder!, nummers 5 c.
PEEL
MAAS
Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon 51.
PRIJS HEK
A O V EKTENTI EN
1—8 regels 60 ct
elke regel meer 71/* c»
Advertentiëo bij abonne
ment groote reductie-
Instelling
voor de kom der gemeente.
Burgemeester en Wethouders van
Ven ray brengen ter algemeene kennis,
dat door den Raad der gemeente is be
sloten om met ingang van 1 Januari
а.s. een reinigingsdienst in de kom
der gemeente in te richten.
De reinigingsdienst zal voorloopig hel
navolgende gedeelte der gemeente om
vallen
Kruisstraat, te beginnen bij de brou
werij van Hulsman, Paterslaan, Lang-
slraat vanaf Marechausseekazerne,
Leeuwstraat, Henseniusslraat, Palers-
slraal tot Gymdasium, Henseniusplein,
Schoolstraat, Hoenderslraat, Bontekoe-
slraat, Eindslraat lot St. Jozefsgesticht,
Marktstraat, Markt, Groote straal, Hof-
slraal, Stationsstraat lol Sl. Servalius-
geslichl, Maasheesche weg, Sl. Odaslraat
Willemstraat.
Gezinnen, die van den Reinigings
dienst wenschen gebruik temaken, zijn
daarvoor verschuldigd een vergoeding
van VIJF GULDEN per kalenderjaar
per gezin. Voor een gedeelte van het
kalenderjaar is het volle bedrag ver
schuldigd, indien de aangifte voor 1
Juli en de helft indien de aangifte op
of na 1 Juli geschiedt.
Bij samenwoning van niet één gezin
vormende personen of van meerdere
gezinnen, zal door Burgemeesier en
Wethouders worden uitgemaakt, hoe
veel gezinnen voor de toepassing der
bepaling in de vorige alinea worden
geacht aanwezig te zijn.
Al degenen, die met 1 Januari bij
den Reinigingsdienst wenschen aan te
sluiten, moeten in den loop dezer
maand, uiterlyk 10 December a.s. aan
gifte doen bij den Gemeente-Ontvanger
en gelijktijdig het verschuldigde bedrag
storten. Zoolang het bedrag niet is ge
stort, wordt geacht geen aangifte te
zijn gedaan.
De dienst is als volgt geregeld
1. De huisvuilnis, welke zal worden
afgehaald zal beslaan uit vaste stoffen
als keukenafval, asch en ander huis
houdelijk afval.
2. Faecalien of aan hevige rotting
onderworpen sloffen, fabrieksafval of
van afbraak komende materiaien zullen
niet worden aangenomen.
3. De vuilnis zal worden afgehaald
eiken Zaterdag tusschen 8 uur voor
middag en 5 uur namiddag.
4. De komst der vuilniskar zal door
ratelen worden aangekondigd.
5. Elk aangeslotene kan na deze
waarschuwing de vuilnis in een be
hoorlijke gesloten bak, ton of emmer
welks inhoud niet grooter mag zijn dan
1 tiende M3 buiten de deur zetten.
Het buitenzetten van vuilnisbakken
op andere tijden is verboden.
7. De ledige bakken moeten terstond
worden binnengehaald.
8. Vóór feestdagen of door bijzondere
Door Dr. A. S.
3.
'k Zal ekik dat 'ne keer op zen
Bröbant veurlezen zegde de docter, 't
is ummers pertang in de Brobantsche
taal.
Ja, dat is waar! riep de kleer
maker, en hij snoot met de twee vin
geren de vetkaars, welker licht een
treurigen glans over de driftige poli
tiekers wierp.
Nu dat was beslist; maar wat zou
er gelezen worden dat was de groote
vraag, en men was op het punt in een
hevig geschil te komen toen eensklaps
de docter uitriep le bataillon infernal
en dat vertaalde door het infernael
bataillon doch toen hij onmiddellijk
daarna en dat zonder hulp van het
woordenboek van Deroches een
tweede vertaling gaf het helsch batail
lon, liep er eene rilling over de lede
maten van al de aanwezigen.
Lezer, herinnert gij u niet dat gij,
klein zijnde, zat te trillen van angst,
maar toch blakend van nieuwsgierig
heid, als de lange, domme kindermeid
ii de een of andere spookvertelling op-
dischte?
Weet gij nog hoe ge rechts en links
loerde schrikkend voor uwe eigene
schaduw op den muur, bevreesd dat
het spook u bij de ooren zou grijpen.
omstandigheden kan ook op andere
dagen als des Zaterdags het vuil wor
den afgehaald.
Voor het afhalen van vuil van fa
brieken, gestichten, bedrijven van
industrieelen of commercieelen aard of
landbouwbedrijven, waar het vuil niet
in gewone bakken wordt gestort, doch
op met de vuilniskar bereikbare plaat
sen op hoopen wordt gezet, of in bij
zondere bergplaatsen wordt opgeborgen,
bedraagt de vergoeding f 0.75 per M3
of gedeelten daarvan met een minimun
van f 1.50.
De aangiften hiervan moeten mins
tens 14 dagen te voren ten kantore
van den gemeente-Ontvanger geschie
den.
Eventueel zal later nog gelegenheid
worden gegeven om sterfputten of
zinkputten, kolken of dergelijke voor
zoover die aan of in de onmiddellijke
nabijheid van de straat in de kom der
gemeente gelegen zijn, op met de vuil
niskar bereikbare plaatsen van gemeen
tewege te doen reinigen, legen een
vergoeding, welke berekend wordt naar
de grootte der putten en bedraagt drie
gulden per M3 of gedeelten daarvan,
gemeten binnen den rand.
Zoodra met deze verrichtingen'van
gemeentewege een aanvang kan wor
den gemaakt, zal zulks nader worden
gepubliceerd.
Venray 12 November .1924,
Burgemeester en Wethouders voornmd
O. VAN DE LOO.
De Secretaris,
VAN HA AREN.
Mynhardt's Emser-Tablcttcn 35 c.
Mynhardt's Salmiak-Tabletten 40 c.
Thcrmo-Tabletten 45 c.
Anga-Bonbons 60 c.
Bij Apothekers en Drogisten 9
Ik heb 'n rijken vriend, die om de
drie jaar een nieuwe automobiel koopt
en de oude inruilt. Vraagt men hem,
of na drie jaar zoo'n wagen versleten
is, dan antwoordt hijoch^neen, maar
het beste is er af. Ik rijd nogal veel
en dan komen na drie jaar de strub
belingen. Vandaag dit en morgen dat,
daar houd ik niet van. Eiken keer dat
je met den wagen uitgaat, verslijt er
iets, al is 't nog maar zoo weinig. En
mijn wagen moet naar me luisteren
als m'n hart naar mijn levenslust.
Terwijl hij zoo praatte, reden we op
'n dag langs Manresa bij Venlo, het
bekende retraitehuis der Paters Jesuie-
ten, het eerste in Nederland. Dat ligt
daar prachtig op den Wagenberg, hoog
uitziende over het landschap en knus
omgroeid door boscli en tuin. Wij
weten allen nog, dat;hel';huis gebouwd
en geopend werdMinister Regout
heeft er zich toentertijd verdienstelijk
voor gemaakt en als goede roomsche
menschen hebben wij deze nieuwe
stichting toegejuicht. Waarschijnlijk
Welnu, in dien aard zaten de groote
kinderen in het Molentje.
Men schoof dichter bij de tafel, men
legde de pijp neer, en de lange'hospes,
stond met gapende mond naar de ik
zal maar zeggen spookvertelling te
luisteren.
Wie zich overtuigen wil, dat de doc
ter letterlijk gelezen heeft, verwijs ik
naar het nummer van den Antwerpe
naar.
Het infernael bataillon zijn de Bel
gische kozakken.
De brouwer wilde den lezer onder
breken hij wist immers van de Ko
zakken te spreken hij had ze gezien,
met hen gesproken en een karaktertrek
van dat volk, hem altijd in herinnering
gebleven, was, dat ze soep van stok
visch kookten. Hij had dit nu willen
zeggen, of liever voor de duizendste
maal herhalen, maar men liet hem
den tijd hiervoor niet.
De docter hervatte
De dapperste en onbeschroomdste
mannen worden in hetzelve aenveerd
zij dragen eene zwarte bloes....
Stillees voort, lees voort docter.
Ze hebben, hervatte de docter met
eene stem, welke van ontroering beefde
ze hebben eenen doodskop op hunne
shakos....
De kleermaker werd bleek als een
lijk.
Ze laeten het hair, knevels en
baard ruwig wassenzijn sterk ge
wapend, bevinden zich op alle voor
posten leeven, zoo haest zij op den
vijandelijken grond zijn, van roof en
buyt....
zelfs het voornemen gemaakt er 'n
keer heen te gaan.
Maar de gevel van dit huis is al
aardig verweerd en wij zijn er nog
nooit geweest.
Talrijke vrienden, die het voornemen
hadden gemaakt, als wij, om er eens
'n keer heen te gaan, hebben die kans
niet gekregen, ze zijn dood.
M'n vriend raakte even aan het
stuur en de wagen zwenkte. D'r zit
niet de minste speling in heel de stuur
inrichting, pochte hij. Na drie jaar is
dat niet meer zoo. Er is altijd eenig
slijtsel, hoe weinig dan ook
Met den draai waren wij het retraite
huis kwijt geraakt, maar dat gesprek
over dien wagen hield me vast.
Hoe goed wij ook mogen zijn, slijten
ook wij niet uit
Krijgen wij niet onze gewoontetjes,
onze sleurgangentjes, en is het niet
noodig, dat wij van lijd tot tijd den
ouden mensch uittrekken en eer.
nieuwen, frisschen geest in ons stor
ten
Dat is natuurlijk voor iedereen goed
maar het wil ons voorkomen, dat
slechts betrekkelijk weinigen zich deze
vraag stellen en beantwoorden. In het
gewone, dagelijksche leven komen wij
niet gemakkelijk tot zulk een vraag,
want wij glijden van den eenen dag
in den anderen_ en vandaag pakt dit
ons vast en morgen giijpt weer iets
anders oris aan. Wij hebben wel eens
een veelgeplaagd medemensch hooren
zeggen ik leef niet, maar ik word
geleefd ze sleuren mij van het een
in het ander. Vnor ieder is dat geluk
kig niet waar, doch lijd, om 'ns even
rustig na te denken over ons zeiven,
vinden wij maar weinig. En zin voor
diep-ernstig nadenkend over wat ons
het naaste ligt: ons eigen ik, hebben
er slechts enkelen. Alleen een vluch
tige goede gedachte kan ons grijpen
en vasthouden we slijten uit, we
loopen in 'n tredmolen, onze stap op
het levenspad is die van een vermoei
den wandelaar, dat verveelt ons, dat
komt niet overeen met onzen wensch
om God te dienen met hart en ziel,
dus is het goed enkele dagen af te
zonderen voor o'us geestelijk herstel,
voor de verfrissching van onzen gods-
dienstigen geest.
Een bepaald soort menschen gaat
naar de retraite en een ander soort
niet. Dal is vreemd. Wij hebben soms
zulke rare voorstellingen van wat we
niet kennen en dat lijkt ons de reden,
waarom velen tot heden verzuimden
naar de retraite te gaan. Het is nog
nooit gehoord, dal iemand onvoldaan
van een retraite is weergekeerd en
lallooze malen hoorden of zagen we
menschen, die er enthousiast vandaan
kwamen.
Toch blijft de retraite een voorrecht
waarvan betrekkelijk weinigen gebruik
maken, al loopt het cijfer dat Man
resa bezocht, naar de twintig duizend.
Het lijkt daarom nuttig, al is het
slechts met 'n enkel woord, van tijd
tot tijd de aandacht te trekken op de
retraitehuizen, en dan het liefst de
aandacht dergenen, die het geluk van
De secretaris dacht bevend aan zijnen
spaarpot, dien hij misschien onder de
dakpannen, of in het mest van den
koestal, had verborgen.
Doen den vijand geene gratie,
geeven zich nimmer over, maar zij
vegten tot dat ze doorzijn. Indien deze
beschrijving van het infernael bataillon
waerheid is dan zal dit een waer leger
tje van Belgische duivels zijn, uyt
zynen aerd bestemd om den schrik en
doodengst in de gelederen onzer vyan
den te verspreyden.
Als er een doodshoofd in het mid
den der politiekers was gevallen, had
zulk een ijselijk uitwerksel niet ge
maakt als het bewuste artikel.
De docter zag met een zegepralende
blik in het gezelschap.
De kleermaker kon zijn ooren niet
gelooven hij dacht dat de docter er
wat bij hing en opstaande loerde hij
over den schouder van den Esculaap
heen.
Wat zullen de Hollandsche held-
jens, zoo las de docter voort, die by
het naderen van een keeltjen de vlucht
nemen, van dat infernael bataillon of
Belgische duyvelen, zeggen. Hun aan
schouwen alleen, zal al menig Hol-
landsch mevrouwtjen, uyt adel bloed
voortgesproten, bezwijmen.
Ja dat zal waar zijn, riep de
kleermaker.
Drommels, ik geloof het wel?
«ipineerde de brouwer, wie is tegen
zulk volk bestand
Ze zullen den Hollander met
haar en huid opvreten beweerde de
smokkelaar.
zoo'n driedaagsche oefening nog niet
kennen.
Het geluk eener retraite, dat is veel
gezegd.
Maar komt ieder er niet gelukkig
vandaan en is het geen ander en
beter geluk, dan wat wij in den regel
najagen
Men vindtzich zelf in een retraite en
men vindt er God.
Zich zelf vinden geeft een groote
voldoening, omdat al Ie/V'onzekerheid
omtrent ons zeiven erdoor wordt weg
genomen. In den regel staan wij voor
ons eigen binnenste als wij staan voor
een diep water: de oppervlakte ervan
zien wij en alles, wat boven drijft,
kennen we. Doch^wat er'binnen in
leeft en zich beweegt, vermoeden we
slechtsen wat binnen in onze ziel
leeft, kennen wij slechts ten halve.
Wanneer kijken wij tot den bodem
als wij de oogen omkeeren naar bin
nen en wanneer tastenvwij door, als
wij ons zei ven onderzoeken
En toch is er weinig zoo noodzake
lijk, als de juiste kennis van ons zei
ven.
Wie heeft de zekerheid omtrent zich
zeiven Wie kan, zonder met de oogen
zijner ziel te knippen, zeggen, dat hij
volkomen bereid zou zijn, als God hem
op het oogenblik zelf zou treffen
In de retraite vindt men zich zelf
i ziet men zich zeiven tot in alle
hoeken. De atmosfeer is er zuiver en
het licht is er bovennatuurlijk. Men
ziet er anders en beter. Men kijkt door
z'n zelfgenoegzaamheid en z'n eigen
liefde heen en ook, als men zich dan
arm voelt en hulpbehoevend, is men
gelukkig, want men vindt in de retraite
jehalve zich zeiven, God, den Rijken,
Edelmoedigen God, Die alle heuvelen
slecht en alle dalen overstroomt met
Zijne genade.
Eigenlijk is dit laatste het geheim,
waarom allen zoo gelukkig van de
retraite huiswaarts keeren. De wereld
staart de huiskeerende retraitanten
dikwijls met «roole vraagoogen aan en
weet niet, waarom die menschen zoo
gelukkig zijn en waarom velen van hen
anderen deelgenoot willen maken van
de vreugde. Zij vonden allen God, de
een zus en de ander zoo. Ieder heeft
zijn eigen aard, zijn eigen ontwikkeling,
zijn eigen geestelijke vorming en
scholing; God kent dit alles en vindt
bij allen andere velden om met Zijn
buitengewone genaden te bedauwen.
Maar bizondere genaden stort hij uit
in ieder, die van goeden wil is en
elkeen trekt Hij tot Zich die oprecht
vraagt tot Hem te mogen naderen.
Gaat ter retraite, gij vooral, die er
nog nooit geweest zijt, gij in 't bizonder,
die deze goede en mooie gelegenheid
tot zelfherstel en zelfregeneratie lol
heden hebt verwaarloosd, gunt aan U
zeiven 't geluk eener retraite. Gij doet
U geestelijk te-kort, zoo gij dit werk
blijft verwaarloozen. Gld.
Mynhardt's Borsthoningsiroop f 0.60
Mynhardt's Thymsiroop f 0.75
Anga-siroop (ook bij Kinkhoest) f 1.75
Bij Apothekers en Drogisten 9
Ja, want zulke kerels moeten
bloed drinken, gelijk wij bier.
Ahwel, jö, zegde de docter, ze
drinken zay bloed, zulle 1
Staat er dat ook vroeg de nieuws
gierige kleermaker.
Ahwel, neeë, was 't antwoord,
mor da zau er perlang moetestön.
Nah, zegde de jood, me tunkt
dattet zoo al wel is.
't Is uit met Oranje en van
Maanen 1 zegde de secretaris bedenke
lijk.
Maar wat zouden de Mogendheden
van dat alles wel zeggen wierp de
snijder op.
Gelikkig, spotte de kleerkooper,
dat de kieimannen swarte ploesen
tragenik was maar pang dat het
gloeiende tuivels ware, en tan souën
se alweer in mijn rooi kamisolen ge
kropen sijn.
Maar wat schrijven die kranten
toch schoon I riep de smid.
Ja, dat is van belang, zegde de
secretaris.
De schoolmeester wilde wel iets of
wat gispen op taal en stijlmaar de
meerderheid vond den Antwerpenaer
het best en schoonst geredigeerd blad
der wereld, en wie zou zich tegen dè
meerderheid verzetten 1
Ook had de meester den tijd niet om
opmerkingen te maken, dewijl juist de
deur der gelagkamer geopend werd en
een vreemdeling binnentrad, die wel
iets mompelde, maar toch juist geen
'goeden avond" zegde.
Hij had eene flinke gestalte, droeg
zoo men meende, een zwarten kiel,
tot stikkens toe
Voorkom die folterende benauwd
heden die Uw gestel ondermijnen!
Geen vergiften of verdoovings-
middelen maar geneeskrachtige,
borstzuiverende kruiden zijn de
oorzaak van de krachtdadige en
onschadelijke werking van Akker''s
bij Asthma, Bronchitis en Hoest.
De groote
Wij vinden in de 'Volkskrant" een
zeer somberen brief van een veenar
beider uit Erica. Dat in het verwaar
loosde en weinig bekende Drenthe
donkere toestanden heslaan, is niet
*eheel onbekend, maar de volle waar-
leid schijnt nauwelijks gekend te wor
den. Ondanks de enkele onjuistheden
in den brief, zooals de tegenstelling
tusschen veenarbeiders en ambtenaren
welke psychologisch verklaarbaar, maar
niet juist is, verdient het pessimistische
schrijven toch verdere publiciteit. Er
blijkt uit, dat hier alle alle aanleiding
bestaat voor een nationale poging in
grooten stijl, om dit armoedige en
kwijnende Nederlandsche gewest tot
een nieuw leven te brengen. Maar of
dat gebeuren zal...?
De brief in de 'Volkskrant" luidt
aldus:
'Dagelijks wordt het verlagen van
de salarissen der ambtenaren in de
pers, en vooral in de katholieke pers
w.o. ook de «Volkskrant," beschreven
en wel in die mate, dat blijkt, dat het
verlagen van het salaris van deze
groep onzer bevolking een onredelijke
daad is. Moties worden opgesteld en
gepubliceerd, ja, zelfs het vertrouwen
in de Regeering en katholieke Kamer
fractie wordt opgezegd.
Het zal mij dan ook niet verwonde
ren of de Regeering zal op een of
andere wijze voor de geweldige actie
der ambtenaren moeten zwichten. Zou
en had een wonderlijk gedeukten hoed,
met breede rand, op het hoofd.
Ofschoon de breede rand des hoeds
eene schaduw op het gebruind gelaat
des vreemdelings wierp, zag men toch
eene roode streep, welke op de linker
wang aanvang nam, dwars over het
oog liep en op het voorhoofd eindigen
moesthet ander oog fonkelde als een
vuurvonk; kin en bovenlip waren door
een zwarten baard bedekt en waar
achtig nog onder den indruk der lezing,
dacht men niet anders of er was plotse
ling een specimen van het infernael
bataillon voor hen opgerezen.
De kleermaker was de eerste die zijn
gelag op tafel wièrp, achter de tafel
omging om den vreemdeling zoo veel
mogelijk te ontwijkenen als een
bliksem de deur uitschoot; de school
meester schoof den secretaris achterna
de brouwer stiet den smid onder de
tafel, tegen de knie en voelde te dezer
gelegenheid dat het opperhoofd van
het arsenaal der ganzenroeren en oude
huzaren sabels, beefde als een koorts
lijder de twee laatsten verdrongen
zich om het eerst de deur uil te zijn.
De vreemdeling bleef alleen; hij zag
die dorpshelden met een oog waarin
verwondering en tevens verachting
tintelde, achterna en staarde daarna
op den kastelein, die in den hoek der
kamer eene acte van berouw verwekte,
niet anders denkende, of zijn laatste
uur was gekomon. Wat zag hij er ook
vreeselijk uit, die kerel
De vreemde dronk zijn glas ledig,
wierp eenige centen op tafel en ging
spotlachend de deur uit.