Tweede Blad ra „PEEL Ei MMS"
'n Landbouwbelang.
Niet wachten
Van den armen Frans.
Vrijdag 31 October 1924 No. 44
FEUILLETON
Bij Hoest en
Verkoudheid
Ifigs33nd?a Miéedeellagaa.
Gemengd Nieuws.
ii.
Het begin en het einde van elke
boekhouding is de inventaris, of een
staat van alle bezittingen, alle vorderin
gen en alle schulden, die een persoon,
een zaak of vereeniging op zeker tijd
stip heeft.
Begint men dus met 't aanleggen
eener boekhouding dan gaat men eerst
na, wat men bezit en wat men schuldig
is, alles liefst zoo nauwkeurig mogelijk.
Trekt men nu het geheel van schulden
af van het geheel van bezittingen, dan
houdt men over het kapitaal of ver
mogen, dat op zeker oogenblik aan
wezig is. Zou men zich nu verder niet
om eenige administratie bekommeren,
maar na verloop van tijd, drie maanden
een half of een heel jaar, slechts weer
een inventaris opmaken, dan zou men
door vergelijking van de nu verkregen
einduitkomst met de vroegere, kunnen
zien, hoeveel het kapitaal in dien tijd
toegenomen of verminderd is. Hoe die
vermeerdering of vermindering tot
stand gekomen is, de oorzaken van
voor- of achteruitgang kan men uit
zoo'n vergelijking echter niet opmaken.
En waar dit juist een zeer voornaam
punt is, ja 'l doel is van elke admini
stratie, kan m'n met die aanteekeningen
alleen niet volstaan. De oorzaken van
winst of verlies moeten ons juist recht
duidelijk voor oogen staan, want zij
moeten de leiddraad zijn voor de toe
komst. Bovendien krijgt men zoo slechts
van tijd tot tijd een overzicht der zaak,
hetgeen ons plotseling kan brengen
voor minder aangename verrassingen
Het opmaken van een inventaris moet
met de meeste zorg geschieden. Door
eene te hooge schatting komt men tot
te hooge winst, door te lage schatting
tot te kleine winst, of zelfs tot verlies.
De schatting of liever gezegd de inven
tarisatie moet met kennis gebeuren.
Zoo ergens, dan is hier gelegenheid
zich zelf wat wijs te maken. Nemen
we een voorbeeld van een zeer een
voudige inventaris.
Geld f 1000-
Goederen f 3000.
Machines, Gereedschappen f 1000-
Vorderingen
Totaal f (3000.-
Schulden f 2000.-
Zeker neemt men goederen, die men
ten verkoop in voorraad heeft, niet
tegen verkoopprijs op, want dan zou
men reeds winst boeken, die men eerst
veel later bij verkoop en (|an nog niet
zoo heel zeker maakt.
Een paar opmerkingen moeten we
thans nog maken. Vooreerst is bij
dezen inventaris zooals gebruikelijk,
absoluut geen rekening gehouden met
particulier of privé eigendom. Woon
huis, meubels, kleeding enz. is geheel
buiten beschouwing gelaten, we hebben
uitsluitend en alleen het oog gevestigd
op de zaak met wat alleen daarbij be
hoort.
Dan moet van Goederen, Gereed
schappen enz. een aparte staat aange
legd worden, waarop elke soort met
gewicht, getal of maat, eenheidsprijs
en totaalprijs voorkomt, zoodat dit op
zich zelf al eene heele bijlage kan
vormen. Neemt men nu een dubbel
vel papier en plaatst men links daarop
de geldmiddelen, gewoonlijk onderden
naam Kas aangeduid, en verder alle
bezittingen en vorderingen en rechts
de schulden en het kapitaal, dit laatste
als zijnde eene schuld van de zaak
aan den bezitter, waardoor men dus
links en rechts gelijke eindbedragen
krijgt, dan heeft men een balans.
Om het groote belang van den inven
taris, tevens om de moeilijkheden, die
speciaal onze landbouwers er mee
kunnen hebben, willen we er nog niet
geheel van afstappen, temeer waar ons
door jongelui op boekhoudcursussen
meermalen de vraag gesteld werd
»Hoe moeten we het nu eigenlijk aan
pakken In het volgende artikel zullen
we in de eerste plaats deze vraag
trachten te beantwoorden. P. N.
Zuiver Vermogen f 4000.
Het is nu wel direct duidelijk, dat
de grootte van het vermogen onmid
dellijk afhankelijk is van het opmaken
der voorraden. N^men we eens aan,
dat er in eenig tijdsbestek geen han-
delsvoorval in de zaak plaats vindt,
dan een contante verkoop van f 1000,
geld om geld. Dan zou bij eene nieuwe
inventarisatie Goederen voor f 2000 en
Geld ook voor f 2000 voorkomen. Door
nu Goederen voor f 2500 of machines
en Gereedschap voor f 1300, op te
nemen, zou men, waar inderdaad niets
verdiend is, zijn vermogen zien stijgen
van f 4000 op f 4500 en men zou
zich dus zelf iets wijs maken. Dus nog
maals, een juiste opgave van heel zijn
hebben en houden is een eisch. Dus
neemt men alles op tegen inkoopsprijs
mits men niet te doen heeft met tijden
van buitengewone prijsstijging of daling.
Vorderingen schat men op het bedrag,
dat men vermoedt, dat werkelijk bin
nenkomt, terwijl men schulden natuur
lijk voor hun volle waarde aanneemt.
Machines, Gereedschap, kortom alles,
wat aan slijtage onderhevig is neemt
men op voor de aanschaffingswaarde,
verminderd met het bedrag, dat zij
jaarlijks dooi 't gebruik in waarde
achteruitgaan.
43.
SLOT.
Dit is maar hetgeen ik van je
wilde weten, zeide ik tot Jasper: ik
heb daar vroeger niet van willen
sprekenmaar toen ik den vorigen
keer hier gelogeerd was, is jonker
Richard, als spook, door zijne onrust
gedreven, hier op mijne kamer geweest,
en dat kon alleen door die deur plaats
hebben. Je hebt me reeds vroeger ver
teld, dat hij van zijne kindschheid af,
geheel met de lokaliteit van het huis
bekend was, en liep waar hij verkoos;
nu is de zaak mij opgehelderd.
Dat ik hem met aljrjrlei kluchtige
sprongen, die nacht door het maanlicht
beschenen in den besneeuwden tuin
zag, altijd den rozenkrans omhoog ge
heven, kon ik nu verklaren, en het
stond bij mij vast dat, zoo hij al niet
aan vlagen van krankzinnigheid leed,
hij ten minste het slachtoffer van een
«idéé fixe" was, dat hem nacht en dag
niet met rust liet.
Jasper verhaalde mij, hoe uitmuntend
de pastoor zorg voor hem had gedra
gen, en hem weder geheel tot zijn
plicht had gebracht. Over een paar
maar nu reeds beginnen Uw handen
in te wrijen met Purol; pat voorkomt
het ruw worden en stukspringen.
Daar woonden veel rijke menschen
in zijn stad Assicië. Maar zijn vader
was een der rijksten van allen. Die
was lakenkoopman, en dierf weken
lang op reis gaan, tot naar Frankrijk
toe, met zware pakken laken op den
rug van muilezels.
Toen Frans nog heel jong was, stond
hij thuis achter den toog, of in hun
kraam op de markt en mat het kleer
goed af voor de klanten en liet de
goudstukken in zijn beurs glijden. En
de menschen werden gaarne geriefd
door dien vriendelijken, beleefden
jongen, die onder 't betasten en af
meten van 't laken zoo lustig praatte,
en hun vlak in 't gezicht keek met
zijn vlugge, vranke oogen.
Maar Frans had ook den lust in zijn
lijf en den dans in zijn beenen. En
geld was rond gemaakt om te rollen
Onder de lommerhuisjes bij de her
bergen, waar de druiventrossen over
hun koppen hingen, zat hij met zijn
maten, fijn uitgeborsteld, met gouden
stiksels over zijn kleeren en geurig
gekamd haar; at groote schotels vleesch
leeg, dronk rooden kralenden wijn en
stond dan boven op de bank liekens
te zingen van eigen dichtsel. En 'snachts
als de menschen allemaal sliepen,
kwamen zij de straten doorgedanst, op
rij, arm aan arm, zongen dat 't klonk
en bliezen op hoorns. Dan stapte Frans
voorop, speelde op zijn viool en wipte
zijn beenen omhoog, op maat.
't Duurde niet. 't Was eens oorlog
geworden en Frans had zijn paard ge
zadeld, een blinkend zwaard gekocht,
veeren op zijnen helm gestoken, ge
droomd dat hij als kapitein gingweer-
keeren. Maar hij werd gevangen ge
nomen en een jaar vastgezet. Wel
zong hij alle dagen als een vink in
de kooi, maar zijn kapiteinsdroom lag
in duigen.
Dan was hij ziek gevallen en had
weken en weken te bed gelegen en
terwijl hij door 't open raam naar de
blauwe lucht keek, had hij veel nage
dacht en weinig gezeid.
En als hij weer goed ter been was
i op 'n zomernacht met zijn maten
al zingend door de straten danste, was
hij stilaan achtergebleven en dan blij
ven staan. En opeens werd hij het zóö
beu, al dat wallebakken en roezemoe
zen en al dat dwaas gedoe... En dan,
op eens, dacht hij op Onzen Lieven
Heer en dat het wat anders zou zijn,
voor die alleen te leven en te zingen.
En 't werd hem zoo zoet in zijn hart
dat ge 't niet zeggen kunt en hij niet
meer voort kon van lust.
En toen een der makkers hem kwam
zoeken en riep «Hé, Frans, slaat ge
daar te droomen van trouwen schoot
hij op »Ja, jongen, ik denk aan trou
wen. Maar met de schoonste bruid die
er bestaat
s Anderendaags ging hij uit, met een
volle beurs aan zijn gordel; en als hij
arme menschen of bedelaars tegen
kwam, haalde hij een handvol boven,
dat de stukken nog tusschen zijn
vingeren uitstaken «Daar neem aan 1
Om de liefde Gods 1
Hij laadde pakken laken op zijn
paard, ging ze uitleuren en goot het
geld in den hoed van 'nen armen
priester, om zijn kerksken te laten
oppoetsen.
Zijn vader werd kwaad, pakte hem
bij zijn oor en leidde hem voor de
rechtbank van den Bisschop. Maar
Frans gooide zijnen mantel af, schoot
al zijne schoone kleeren uit tot op zijn
hemd en gaf ze aan zijn vader weer:
«Voortaan zal ik zeggen: Onze Vader,
die in de hemelen zijt I" De Bisschop
gaf hem de gelapte kleeren van zijnen
hovenier en Frans teekende met kalk
een groot kruis over den rug en trok
zingend de bergen in.
De muren van een kerksken uit de
buurt vielen uiteen. Frans vroeg stee-
nen "en kalk aan de menschen en ging
aan 't metselen. Tegen den avonc
bedelde hij rond in de stad, met een
grauw kleed aan, een koord aan zijn
lenden en een kap op, en kreeg van
zijn vroegere vrienden een bord soep
en een snee brood. En 's nachts kroop
hij in een spelonk en zat daar op zijn
knieën te bidden of te zingen.
Twee, drie mannen kwamen naar
hem, deelden al hun goed aan de
armen uit. Met hun vieren bouwden
zij een hut van boomtakken en be
streken die met leem. In den voornoen
werkten zij op 't veld, en in den nanoen
gingen zij de straten en pleinen op,
en stonden daar te preeken «Van onzen
Lieven Heer, die de menschen toch
zoo gaarne ziet..."
Meer mannen kwamen naar hem
toe, tien, twintig. En ze mochten
schuilen in een vervallen, houten stal
en sliepen op takken en stroo over den
vloer. Op de balken schreef Frans, met
krijt, eikendeens naam.
Zij hadden niets meer. Zij wilden
niets meer, dan God alleen, gelijk
Frans. Want hij was met de schoonste
bruid getrouwd, zeide hijmet de
Armoede.
In zijn lusligen tijd, toen hij schoon
gekleed te paard uitreed, stond eens
een melaatsche naast de baan, die om
een aalmoes vroeg. Doch als Frans
dien weggevreten neus bekeek, en die
afgerotte vingeren, en den vuilen geur
rook, had hij zijn hand voor zijnen
mond gehouden en dan willen voort
rijden. Maar dan was hij van zijn
paard afgesprongen, had zijn beurs in
den schoot van den melaatsche uitge
schud, en hem op zijn kaken en op
weken, had hij gehoord, zou hij naar
Duitschland in het klooster der Augus
tijnen gezonden worden, waar men
verder voor zijn geestelijk welzijn zou
zorgen, terwijl men nadat hij een jaar
aldaar zou hebben doorgebracht, hem
de een of andere betrekking zou trach
ten te bezorgen, welke het vooruitzicht
voor hem opende, nog eenmaal weer
eene gunstige positie in de maatschappij
in te nemen. Zoolang hij bij den pastoor
gehuisvest was, bleef hij onder behan
deling van een kundig geneesheer, die
sporen van zinsverbijstering bij hem
waarnam. De arts nam als zeker aan,
dat hij bij tijd en wijlen aan vlagen
van krankzinnigheid had geleden, die
thans nog eene zeer zorgvuldige op
passing noodzakelijk maakten.
Ik bracht een veel rustiger nacht,
dan den vorigen keer, op dezelfde
kamer door. Des anderen daags bezocht
ik met den rentmeester het kasteel.
Het was een oud slot, welks bouw uit
de 16e eeuw dagteekende, althans dat
gedeelte dat niet door den brand ver
nield werd.
De andere zijde was nieuw opgetrok
ken, overeenkomstig den stijl bij den
opbouw in acht genomen. In lange
hooge zalen en enkele kleine boudoirs
werd het kasteel verdeeld, en ik kon
mij duidelijk voorstellen hoe de som
berheid, welke door het gansche slot
heerschte, jonkvrouw Constance moet
aangegrepen hebben, als zij zich met
hare smart en angst alleen in eene
dier groote zalen bevond. De beeltenis
sen in olieverf van hare voorzaten be
dekte in eene lange rij den wand. Het
geheele voorgeslacht der Zeilkers'i
kon men er aanschouwen. Bejaarde
dames, met kapsels welke, door hunne
bespottelijke hoogte, die van den tegen
woordigen tijd nog zouden beschamen,
waarbij jeugdige meisjes met lange
krullen en lijfjes zoo streng in haar
keurslijf geregen, dat men zich ver
beelden zou, dat zij een bezemsteel
hadden doorgeslikt. Geharnaste ridders
met vederbossen op hunne helmen, die
spookachtig van onder hun geopend
vizier, den toeschouwer aanstaarden,
tusschen grijsaards in eenvoudige
kleeding, wier oogen nog van levens
lust fonkelden aan den oever van het
graf, gaven den geest hier ruime stof
tot overweging.
In het geheel was niets opwekkends,
of het moest het plafond van sommige
zalen zijn geweest, welke uitmuntten
door prachtig beeldhouwwerk, en waar
van vriendelijk lachende engeltjes op
den toeschouwer nederzagen, bereid als
zij schenen, hem bij hun nederdalen
hem met hunne reeds uitgestrekte
armpjes te omheizen.
Eindelijk kwamen wij in het kleine
boudoir dat jonkvrouw Constance ten
allen tijde als bidvertrek had gediend.
Mijne nieuwsgierigheid werd niet be
vredigd ik had gedacht daar het
gouden bidsnoer te vinden, maar de
rentmeester deelde mij mede, dat de
zijn stompvingeren gekust.
Als hij nu met zijn armoedige mak
kers naar huis kwam, met op den rug
een zak brood, dat zij op 't veld ver
diend of in de stad gekregen hadden
en als ze arme vrouwkens tegen kwa
men, dan hing Frans haar den zak
over haar schouders«Gauw, doet u
maar deugd vandaagEn hij en zijn
vrienden haalden hun koord wat bij,
lagen 's avonds op hun stroo te
zingen.
Als zij in hun stal in ronde op den
jrond zaten en smakeliik door het
>rood gingen bijten, en een reiziger of
bedelaar zijnen kop tusschen de plan
ken door stak, dan sprongen zij alle
maal op, om hem hun deel te geven.
Dan moest Frans er tusschen kom en
«Zachtjes aan, broers, de ronde wat
wijder maken en smaldeelen 1"
«Die Frans heeft niets meer, niets 1"
zeiden de menschen. En daarom is hij
de gelukkigste en lustigste man ter
wereld 1 antwoordden zijn vrienden.
Hij kon. zijn lust en ?ijn vreugde
niet inhouden. Onderweg door de koren
velden praatte hij over Onzen Lieven
Heer, die de wereld zóó schoon ge
maakt had, met kruid en bloemen, en
hun dagelijksch brood gaf en hen ver
wachtte in den hemel.
En dan pakte hij zijn vrienden met
hun handen en begon met hen in
ronde te dansen, midden op de baan,
lijk blijde kinderen.
Ofwel raapte hij twee takken op,
zette den eenen onder zijn kin, gelijk
een viool, en begon er met den anderen
over te strijken, juist als in zijn jon
gen tijd.
Als de vogelen in de boomen zaten
te kwetteren, knipten hij met duim en
wijsvinger«Komt er eens af naar
mij, vogels mijn broerkens, ik zal u
wat vertellen van Onzen Schepper."
En de vogelen vlogen er af, naar hem
toe, en zaten op den grond rond hem
te luisteren, met hun bekskens open.
Tegen Kerstmis had hij in een grot
in de bosschen, een kribbeken gemaakt
vol hooi, en daar een kindje in gelegd,
een altaar voor gezet. En honder
den boeren uit de buurt kwamen af,
met fakkelsen terwijl de Kerstmis
gezongen werd, wemelde het bosch van
fakkellicht en snikten de menschen
van geluk.
V
Als hij ziek en versleten was en bij
na blind, lag hij in een rieten hut, op
strooen spongen de muizen uit het
riet en liepen over zijn gezicht. En dan
begon hij te dichten en een lied te
zingen, wonderschoon
«Allerhoogste, almachtige, goede Heer,
«U zij alle eer, lof en glorie en alle
(zegeningen...
«Geloofd zijt gij, mijn Heer, met al
uw schepselen,
«Bijzonder heer broeder Zon...."
V
Hij was niet meer met tien, twintig
vrienden. Maar duizenden en nog
duizenden deden en leefden als hij,
vrijwillig in armoede met God alleen
bezig. In alle landen 1 En ze zagen
elkaar en al de menschen heel gaarne,
en heeten elkaar «broers."
Vrouwen deden ook zoo en woonden
in armoedige kloosters. Zij sloegen
palen in den vloer, nagelden planken
daarop, en aten aan die tafels, wat de
buren haar brachten.
V
Menschen in de wereld, getrouwde
mans en vrouwen, die met hun gezin
moesten blijven, deden na wat zij kon
den, vertroetelden hun lijf niet meer,
liepen de plezieren niet meer achterna,
waren lief voor alleman, en heetten
«de broeders en zusters van de «Derde
Orde."
De wereld was veel beter geworden.
Omdat Frans arm geworden was. Met
de armoede getrouwd was.
Hij mocht nu heengaan naar God.
Af, vol pijn en zeer, lag hij in een hut
op zijn strooizak. Als de dokter hem
zei dat hij niet lang meer te leven had,
sloeg hij zijn armen open en juichte
«Wees dan welkom, Zuster Dood
Alle dagen moesten twee broeders
bij hem het Zonnelied zingen, en tel
kens zong hij de laatste stroof mee
«Geloofd zijt gij, Heer, voor Zuster
Dood I"
Den 3en October deed hij asch over
zijn lichaan strooien «Weldra zal ik
niets meer zijn dan stof en asch."
Dan begon hij te zingen, zoo luid
dat het klonk door het bosch rondom
«Met mijn stem roep ik tot den Heer..."
Als hij het uit was, was het donker
gewonden in de hut, en was hij naar
God overgegaan. Zingend en lustig.
Heel de wereld kent hem thans, dien
armen Frans. En heet hem «den
heiligen Frans van Assisië", en viert
hem op den 4 October.
TH. VAN TICHELEN.
Mynhardt's Emscr-Tabletton 35 c.
Mynhardt's Salmiak-Tabletten 40 c.
Thermo-Tabletten 45 c.
Anga-Bonbons 60 c.
Bij Apothekers en Drogisten 9
By hard werk.
Hoe kan iemand zijn werk verrich
ten, als hij bij bukken of zich bewegen
voortdurend last heeft van pijn Hij
moet zich dan wel in acht nemen. Die
hevige rugpijn kan veroorzaakt worden
door urinezuur, dat als gevolg van
zwakke nieren in het bloed achterbleef
en dan dient men op zijn hoede te
zijn. Verwaarloozing van deze waar
schuwing lijdt vaak tot nier- en blaas
ontsteking, waterzucht, nierzand. rheu-
matiek, nier- en blaassteen, en opstop
ping van de urine.
Een verstandig mensch zal trachten
dit te voorkomen en het valt niet
moeilijk. Leef eenvoudig, vermijd
overwerking, zorgen, laat naar bed
gaan en alcohol, en houdt zoodoende
het overtollige urinezuur uit uw gestel.
Laat Foster's Rugpijn Nieren Pillen u
helpen, als gij een geneesmiddel noodig
hebt. Zij werken rechtstreeks op de
nieren en blaas, en verdrijven de
stoornisverschijnselen uit deze organen.
Verkrijgbaar in apotheken en drogist
zaken f 1,75 per flacon (geel etiket
met zwarten opdruk). 28
freule zonder dit voor haar dubbel
kostbaar kleinood, haar huwelijksreisje
niet wilde aanvaarden. Ik vond echter
het zwart ebbenhouten crucifix met
zilveren corpus onder een glazen stolp,
juist zooals Jasper 't mij had beschre
ven.
Ruim een uur bracht ik op het
kasteel door, waarna ik afscheid van
den heer Van der Wilk nam, hem be
dankende voor de eer der kennis
making, en mij in zijne vriendschap
aanbevelende.
Tegen twaalf uur verliet ik «De
gekroonde Posthoorn", en met hem
Jasper Klink en zijne vriendelijke
vrouw. Ik vermaakte mij nog eenige
uren in de omstreken, en begaf mij op
reis naar huis, wel voldaan over mijn
uitstapje, en met nieuwen lust voor
den arbeid bezield.
Vele jaren zijn er sinds dien tijd
verloopen en den vriendelijken lezer,
die zeker nog gaarne iets van het
jeugdige echtpaar zou willen vernemen,
kan ik de verzekering geven dat Reinold
en Constance, die zich met twee kin
deren, een zoon en eene dochter, zagen
gezegend, zich voortdurend mochten
verheugen in een onverstoorbaar echte
lijk geluk.
Niet zonder opzet kies ik hier het
woord «onverstoorbaar", daar de adel
lijke dames uit de nabuurschap, door
Auto-ongevallen in Amerika.
Automobielen en andere motorrij
tuigen, met uitzondering van de mo
torrijwielen, veroorzaakten in de Ver-
eenigde Staten gedurende het jaar 1923
volgens het Census Statistiek-bureau
14.412 ongevallen met doodelijken
afloop.
Een lot uit de lotery.
Uit Portsmouth komt bericht, dat
mej. Sara Fray, eene rijke weduwe
uit Washington in het huwelijk zal
treden met Jack Griffith, organist van
het theater Nowa te Norfolk' De ge
lukkige bruidegom is 29 jaar, het niet
minder gelukkige bruidje.... 82.
Natuurlijk zijn de aanstaande echt-
genooten over hun wel wat ongewone
plannen geïntervieuwd.
De bejaarde weduwe merkte wijs-
geerig op, dat de liefde nog wel uit
wat anders bestond dan uit kussen en
omhelzingen. Er is geen zuiverder
liefde dan die van een moeder voor
haar zoon. Ik houd van Jack en ik
geloof, dat hij mij bemint.
Het toekomstig hoofd des huisge-
zins verklaarde Ik bemin haar zooals
ik mijn moeder zou beminnen. Bestaat
er een zuiverder sentiment. Ik geloof,
dat we gelukkig zullen zijn, als men
ons maar met rust laat.
Wie nu het lot uit de loterij heeft,
laten wij aan de beoordeeling van de
lezers en lezeressen over.
allerlei lasterlijke aantijgingen, het
huiselijk geluk der jeugdige echtge-
nooten dreigden te verstoren. Zij kon
den het Constance maar niet vergeven,
dat zij met een fabrikant was gehuwd,
en schuwden daarom haar gezelschap.
Constance beloonde haar gedrag met
fiere minachting. Het bijzijn van hare
vroegere vriendinnen was haar heden
vrij onverschillig, want zij gevoelde
zich gelukkig in de liefde van haar
braven, trouwen echtgenoot, die haar
alles was, en de teedere moederlijke
zorgen, voor hare beide kinderen, ont
namen haar dikwerf den tijd, een
oogenblik aan hare vijandinnen te
denken.
Geen dag ging er voorbij, zonder dat
zij van den rozenkrans gebruik maak
te, welke voortdurend zijne zelfde plaats
innam. Zij zorgde echter altijd, dat zij
hare gebeden geëindigd had, voor dat
Reinold op het kasteel terugkwam, om
dan geheel en al voor hem te leven,
en eene teedere, liefhebbende echt
vriendin, in den volsten zin des woords,
te zijn. Dus genoten zij, op den christe-
lijken weg, al de reine genoegens des
levens, en effenden voor elkander het
pad, dat opvoert tot dat eindeloos geluk,
waar wij allen naar haken doch be
schouwden, hoe gelukkig zij zich reeds
beneden mochten gevoelen, toch dit
leven alleen als een doortocht naar
een volmaakter gewest.
EINDE.