Tweede Blad ra „PEEL Ei MMS" 'n Landbouwbelang. Niet wachten Van den armen Frans. Vrijdag 31 October 1924 No. 44 FEUILLETON Bij Hoest en Verkoudheid Ifigs33nd?a Miéedeellagaa. Gemengd Nieuws. ii. Het begin en het einde van elke boekhouding is de inventaris, of een staat van alle bezittingen, alle vorderin gen en alle schulden, die een persoon, een zaak of vereeniging op zeker tijd stip heeft. Begint men dus met 't aanleggen eener boekhouding dan gaat men eerst na, wat men bezit en wat men schuldig is, alles liefst zoo nauwkeurig mogelijk. Trekt men nu het geheel van schulden af van het geheel van bezittingen, dan houdt men over het kapitaal of ver mogen, dat op zeker oogenblik aan wezig is. Zou men zich nu verder niet om eenige administratie bekommeren, maar na verloop van tijd, drie maanden een half of een heel jaar, slechts weer een inventaris opmaken, dan zou men door vergelijking van de nu verkregen einduitkomst met de vroegere, kunnen zien, hoeveel het kapitaal in dien tijd toegenomen of verminderd is. Hoe die vermeerdering of vermindering tot stand gekomen is, de oorzaken van voor- of achteruitgang kan men uit zoo'n vergelijking echter niet opmaken. En waar dit juist een zeer voornaam punt is, ja 'l doel is van elke admini stratie, kan m'n met die aanteekeningen alleen niet volstaan. De oorzaken van winst of verlies moeten ons juist recht duidelijk voor oogen staan, want zij moeten de leiddraad zijn voor de toe komst. Bovendien krijgt men zoo slechts van tijd tot tijd een overzicht der zaak, hetgeen ons plotseling kan brengen voor minder aangename verrassingen Het opmaken van een inventaris moet met de meeste zorg geschieden. Door eene te hooge schatting komt men tot te hooge winst, door te lage schatting tot te kleine winst, of zelfs tot verlies. De schatting of liever gezegd de inven tarisatie moet met kennis gebeuren. Zoo ergens, dan is hier gelegenheid zich zelf wat wijs te maken. Nemen we een voorbeeld van een zeer een voudige inventaris. Geld f 1000- Goederen f 3000. Machines, Gereedschappen f 1000- Vorderingen Totaal f (3000.- Schulden f 2000.- Zeker neemt men goederen, die men ten verkoop in voorraad heeft, niet tegen verkoopprijs op, want dan zou men reeds winst boeken, die men eerst veel later bij verkoop en (|an nog niet zoo heel zeker maakt. Een paar opmerkingen moeten we thans nog maken. Vooreerst is bij dezen inventaris zooals gebruikelijk, absoluut geen rekening gehouden met particulier of privé eigendom. Woon huis, meubels, kleeding enz. is geheel buiten beschouwing gelaten, we hebben uitsluitend en alleen het oog gevestigd op de zaak met wat alleen daarbij be hoort. Dan moet van Goederen, Gereed schappen enz. een aparte staat aange legd worden, waarop elke soort met gewicht, getal of maat, eenheidsprijs en totaalprijs voorkomt, zoodat dit op zich zelf al eene heele bijlage kan vormen. Neemt men nu een dubbel vel papier en plaatst men links daarop de geldmiddelen, gewoonlijk onderden naam Kas aangeduid, en verder alle bezittingen en vorderingen en rechts de schulden en het kapitaal, dit laatste als zijnde eene schuld van de zaak aan den bezitter, waardoor men dus links en rechts gelijke eindbedragen krijgt, dan heeft men een balans. Om het groote belang van den inven taris, tevens om de moeilijkheden, die speciaal onze landbouwers er mee kunnen hebben, willen we er nog niet geheel van afstappen, temeer waar ons door jongelui op boekhoudcursussen meermalen de vraag gesteld werd »Hoe moeten we het nu eigenlijk aan pakken In het volgende artikel zullen we in de eerste plaats deze vraag trachten te beantwoorden. P. N. Zuiver Vermogen f 4000. Het is nu wel direct duidelijk, dat de grootte van het vermogen onmid dellijk afhankelijk is van het opmaken der voorraden. N^men we eens aan, dat er in eenig tijdsbestek geen han- delsvoorval in de zaak plaats vindt, dan een contante verkoop van f 1000, geld om geld. Dan zou bij eene nieuwe inventarisatie Goederen voor f 2000 en Geld ook voor f 2000 voorkomen. Door nu Goederen voor f 2500 of machines en Gereedschap voor f 1300, op te nemen, zou men, waar inderdaad niets verdiend is, zijn vermogen zien stijgen van f 4000 op f 4500 en men zou zich dus zelf iets wijs maken. Dus nog maals, een juiste opgave van heel zijn hebben en houden is een eisch. Dus neemt men alles op tegen inkoopsprijs mits men niet te doen heeft met tijden van buitengewone prijsstijging of daling. Vorderingen schat men op het bedrag, dat men vermoedt, dat werkelijk bin nenkomt, terwijl men schulden natuur lijk voor hun volle waarde aanneemt. Machines, Gereedschap, kortom alles, wat aan slijtage onderhevig is neemt men op voor de aanschaffingswaarde, verminderd met het bedrag, dat zij jaarlijks dooi 't gebruik in waarde achteruitgaan. 43. SLOT. Dit is maar hetgeen ik van je wilde weten, zeide ik tot Jasper: ik heb daar vroeger niet van willen sprekenmaar toen ik den vorigen keer hier gelogeerd was, is jonker Richard, als spook, door zijne onrust gedreven, hier op mijne kamer geweest, en dat kon alleen door die deur plaats hebben. Je hebt me reeds vroeger ver teld, dat hij van zijne kindschheid af, geheel met de lokaliteit van het huis bekend was, en liep waar hij verkoos; nu is de zaak mij opgehelderd. Dat ik hem met aljrjrlei kluchtige sprongen, die nacht door het maanlicht beschenen in den besneeuwden tuin zag, altijd den rozenkrans omhoog ge heven, kon ik nu verklaren, en het stond bij mij vast dat, zoo hij al niet aan vlagen van krankzinnigheid leed, hij ten minste het slachtoffer van een «idéé fixe" was, dat hem nacht en dag niet met rust liet. Jasper verhaalde mij, hoe uitmuntend de pastoor zorg voor hem had gedra gen, en hem weder geheel tot zijn plicht had gebracht. Over een paar maar nu reeds beginnen Uw handen in te wrijen met Purol; pat voorkomt het ruw worden en stukspringen. Daar woonden veel rijke menschen in zijn stad Assicië. Maar zijn vader was een der rijksten van allen. Die was lakenkoopman, en dierf weken lang op reis gaan, tot naar Frankrijk toe, met zware pakken laken op den rug van muilezels. Toen Frans nog heel jong was, stond hij thuis achter den toog, of in hun kraam op de markt en mat het kleer goed af voor de klanten en liet de goudstukken in zijn beurs glijden. En de menschen werden gaarne geriefd door dien vriendelijken, beleefden jongen, die onder 't betasten en af meten van 't laken zoo lustig praatte, en hun vlak in 't gezicht keek met zijn vlugge, vranke oogen. Maar Frans had ook den lust in zijn lijf en den dans in zijn beenen. En geld was rond gemaakt om te rollen Onder de lommerhuisjes bij de her bergen, waar de druiventrossen over hun koppen hingen, zat hij met zijn maten, fijn uitgeborsteld, met gouden stiksels over zijn kleeren en geurig gekamd haar; at groote schotels vleesch leeg, dronk rooden kralenden wijn en stond dan boven op de bank liekens te zingen van eigen dichtsel. En 'snachts als de menschen allemaal sliepen, kwamen zij de straten doorgedanst, op rij, arm aan arm, zongen dat 't klonk en bliezen op hoorns. Dan stapte Frans voorop, speelde op zijn viool en wipte zijn beenen omhoog, op maat. 't Duurde niet. 't Was eens oorlog geworden en Frans had zijn paard ge zadeld, een blinkend zwaard gekocht, veeren op zijnen helm gestoken, ge droomd dat hij als kapitein gingweer- keeren. Maar hij werd gevangen ge nomen en een jaar vastgezet. Wel zong hij alle dagen als een vink in de kooi, maar zijn kapiteinsdroom lag in duigen. Dan was hij ziek gevallen en had weken en weken te bed gelegen en terwijl hij door 't open raam naar de blauwe lucht keek, had hij veel nage dacht en weinig gezeid. En als hij weer goed ter been was i op 'n zomernacht met zijn maten al zingend door de straten danste, was hij stilaan achtergebleven en dan blij ven staan. En opeens werd hij het zóö beu, al dat wallebakken en roezemoe zen en al dat dwaas gedoe... En dan, op eens, dacht hij op Onzen Lieven Heer en dat het wat anders zou zijn, voor die alleen te leven en te zingen. En 't werd hem zoo zoet in zijn hart dat ge 't niet zeggen kunt en hij niet meer voort kon van lust. En toen een der makkers hem kwam zoeken en riep «Hé, Frans, slaat ge daar te droomen van trouwen schoot hij op »Ja, jongen, ik denk aan trou wen. Maar met de schoonste bruid die er bestaat s Anderendaags ging hij uit, met een volle beurs aan zijn gordel; en als hij arme menschen of bedelaars tegen kwam, haalde hij een handvol boven, dat de stukken nog tusschen zijn vingeren uitstaken «Daar neem aan 1 Om de liefde Gods 1 Hij laadde pakken laken op zijn paard, ging ze uitleuren en goot het geld in den hoed van 'nen armen priester, om zijn kerksken te laten oppoetsen. Zijn vader werd kwaad, pakte hem bij zijn oor en leidde hem voor de rechtbank van den Bisschop. Maar Frans gooide zijnen mantel af, schoot al zijne schoone kleeren uit tot op zijn hemd en gaf ze aan zijn vader weer: «Voortaan zal ik zeggen: Onze Vader, die in de hemelen zijt I" De Bisschop gaf hem de gelapte kleeren van zijnen hovenier en Frans teekende met kalk een groot kruis over den rug en trok zingend de bergen in. De muren van een kerksken uit de buurt vielen uiteen. Frans vroeg stee- nen "en kalk aan de menschen en ging aan 't metselen. Tegen den avonc bedelde hij rond in de stad, met een grauw kleed aan, een koord aan zijn lenden en een kap op, en kreeg van zijn vroegere vrienden een bord soep en een snee brood. En 's nachts kroop hij in een spelonk en zat daar op zijn knieën te bidden of te zingen. Twee, drie mannen kwamen naar hem, deelden al hun goed aan de armen uit. Met hun vieren bouwden zij een hut van boomtakken en be streken die met leem. In den voornoen werkten zij op 't veld, en in den nanoen gingen zij de straten en pleinen op, en stonden daar te preeken «Van onzen Lieven Heer, die de menschen toch zoo gaarne ziet..." Meer mannen kwamen naar hem toe, tien, twintig. En ze mochten schuilen in een vervallen, houten stal en sliepen op takken en stroo over den vloer. Op de balken schreef Frans, met krijt, eikendeens naam. Zij hadden niets meer. Zij wilden niets meer, dan God alleen, gelijk Frans. Want hij was met de schoonste bruid getrouwd, zeide hijmet de Armoede. In zijn lusligen tijd, toen hij schoon gekleed te paard uitreed, stond eens een melaatsche naast de baan, die om een aalmoes vroeg. Doch als Frans dien weggevreten neus bekeek, en die afgerotte vingeren, en den vuilen geur rook, had hij zijn hand voor zijnen mond gehouden en dan willen voort rijden. Maar dan was hij van zijn paard afgesprongen, had zijn beurs in den schoot van den melaatsche uitge schud, en hem op zijn kaken en op weken, had hij gehoord, zou hij naar Duitschland in het klooster der Augus tijnen gezonden worden, waar men verder voor zijn geestelijk welzijn zou zorgen, terwijl men nadat hij een jaar aldaar zou hebben doorgebracht, hem de een of andere betrekking zou trach ten te bezorgen, welke het vooruitzicht voor hem opende, nog eenmaal weer eene gunstige positie in de maatschappij in te nemen. Zoolang hij bij den pastoor gehuisvest was, bleef hij onder behan deling van een kundig geneesheer, die sporen van zinsverbijstering bij hem waarnam. De arts nam als zeker aan, dat hij bij tijd en wijlen aan vlagen van krankzinnigheid had geleden, die thans nog eene zeer zorgvuldige op passing noodzakelijk maakten. Ik bracht een veel rustiger nacht, dan den vorigen keer, op dezelfde kamer door. Des anderen daags bezocht ik met den rentmeester het kasteel. Het was een oud slot, welks bouw uit de 16e eeuw dagteekende, althans dat gedeelte dat niet door den brand ver nield werd. De andere zijde was nieuw opgetrok ken, overeenkomstig den stijl bij den opbouw in acht genomen. In lange hooge zalen en enkele kleine boudoirs werd het kasteel verdeeld, en ik kon mij duidelijk voorstellen hoe de som berheid, welke door het gansche slot heerschte, jonkvrouw Constance moet aangegrepen hebben, als zij zich met hare smart en angst alleen in eene dier groote zalen bevond. De beeltenis sen in olieverf van hare voorzaten be dekte in eene lange rij den wand. Het geheele voorgeslacht der Zeilkers'i kon men er aanschouwen. Bejaarde dames, met kapsels welke, door hunne bespottelijke hoogte, die van den tegen woordigen tijd nog zouden beschamen, waarbij jeugdige meisjes met lange krullen en lijfjes zoo streng in haar keurslijf geregen, dat men zich ver beelden zou, dat zij een bezemsteel hadden doorgeslikt. Geharnaste ridders met vederbossen op hunne helmen, die spookachtig van onder hun geopend vizier, den toeschouwer aanstaarden, tusschen grijsaards in eenvoudige kleeding, wier oogen nog van levens lust fonkelden aan den oever van het graf, gaven den geest hier ruime stof tot overweging. In het geheel was niets opwekkends, of het moest het plafond van sommige zalen zijn geweest, welke uitmuntten door prachtig beeldhouwwerk, en waar van vriendelijk lachende engeltjes op den toeschouwer nederzagen, bereid als zij schenen, hem bij hun nederdalen hem met hunne reeds uitgestrekte armpjes te omheizen. Eindelijk kwamen wij in het kleine boudoir dat jonkvrouw Constance ten allen tijde als bidvertrek had gediend. Mijne nieuwsgierigheid werd niet be vredigd ik had gedacht daar het gouden bidsnoer te vinden, maar de rentmeester deelde mij mede, dat de zijn stompvingeren gekust. Als hij nu met zijn armoedige mak kers naar huis kwam, met op den rug een zak brood, dat zij op 't veld ver diend of in de stad gekregen hadden en als ze arme vrouwkens tegen kwa men, dan hing Frans haar den zak over haar schouders«Gauw, doet u maar deugd vandaagEn hij en zijn vrienden haalden hun koord wat bij, lagen 's avonds op hun stroo te zingen. Als zij in hun stal in ronde op den jrond zaten en smakeliik door het >rood gingen bijten, en een reiziger of bedelaar zijnen kop tusschen de plan ken door stak, dan sprongen zij alle maal op, om hem hun deel te geven. Dan moest Frans er tusschen kom en «Zachtjes aan, broers, de ronde wat wijder maken en smaldeelen 1" «Die Frans heeft niets meer, niets 1" zeiden de menschen. En daarom is hij de gelukkigste en lustigste man ter wereld 1 antwoordden zijn vrienden. Hij kon. zijn lust en ?ijn vreugde niet inhouden. Onderweg door de koren velden praatte hij over Onzen Lieven Heer, die de wereld zóó schoon ge maakt had, met kruid en bloemen, en hun dagelijksch brood gaf en hen ver wachtte in den hemel. En dan pakte hij zijn vrienden met hun handen en begon met hen in ronde te dansen, midden op de baan, lijk blijde kinderen. Ofwel raapte hij twee takken op, zette den eenen onder zijn kin, gelijk een viool, en begon er met den anderen over te strijken, juist als in zijn jon gen tijd. Als de vogelen in de boomen zaten te kwetteren, knipten hij met duim en wijsvinger«Komt er eens af naar mij, vogels mijn broerkens, ik zal u wat vertellen van Onzen Schepper." En de vogelen vlogen er af, naar hem toe, en zaten op den grond rond hem te luisteren, met hun bekskens open. Tegen Kerstmis had hij in een grot in de bosschen, een kribbeken gemaakt vol hooi, en daar een kindje in gelegd, een altaar voor gezet. En honder den boeren uit de buurt kwamen af, met fakkelsen terwijl de Kerstmis gezongen werd, wemelde het bosch van fakkellicht en snikten de menschen van geluk. V Als hij ziek en versleten was en bij na blind, lag hij in een rieten hut, op strooen spongen de muizen uit het riet en liepen over zijn gezicht. En dan begon hij te dichten en een lied te zingen, wonderschoon «Allerhoogste, almachtige, goede Heer, «U zij alle eer, lof en glorie en alle (zegeningen... «Geloofd zijt gij, mijn Heer, met al uw schepselen, «Bijzonder heer broeder Zon...." V Hij was niet meer met tien, twintig vrienden. Maar duizenden en nog duizenden deden en leefden als hij, vrijwillig in armoede met God alleen bezig. In alle landen 1 En ze zagen elkaar en al de menschen heel gaarne, en heeten elkaar «broers." Vrouwen deden ook zoo en woonden in armoedige kloosters. Zij sloegen palen in den vloer, nagelden planken daarop, en aten aan die tafels, wat de buren haar brachten. V Menschen in de wereld, getrouwde mans en vrouwen, die met hun gezin moesten blijven, deden na wat zij kon den, vertroetelden hun lijf niet meer, liepen de plezieren niet meer achterna, waren lief voor alleman, en heetten «de broeders en zusters van de «Derde Orde." De wereld was veel beter geworden. Omdat Frans arm geworden was. Met de armoede getrouwd was. Hij mocht nu heengaan naar God. Af, vol pijn en zeer, lag hij in een hut op zijn strooizak. Als de dokter hem zei dat hij niet lang meer te leven had, sloeg hij zijn armen open en juichte «Wees dan welkom, Zuster Dood Alle dagen moesten twee broeders bij hem het Zonnelied zingen, en tel kens zong hij de laatste stroof mee «Geloofd zijt gij, Heer, voor Zuster Dood I" Den 3en October deed hij asch over zijn lichaan strooien «Weldra zal ik niets meer zijn dan stof en asch." Dan begon hij te zingen, zoo luid dat het klonk door het bosch rondom «Met mijn stem roep ik tot den Heer..." Als hij het uit was, was het donker gewonden in de hut, en was hij naar God overgegaan. Zingend en lustig. Heel de wereld kent hem thans, dien armen Frans. En heet hem «den heiligen Frans van Assisië", en viert hem op den 4 October. TH. VAN TICHELEN. Mynhardt's Emscr-Tabletton 35 c. Mynhardt's Salmiak-Tabletten 40 c. Thermo-Tabletten 45 c. Anga-Bonbons 60 c. Bij Apothekers en Drogisten 9 By hard werk. Hoe kan iemand zijn werk verrich ten, als hij bij bukken of zich bewegen voortdurend last heeft van pijn Hij moet zich dan wel in acht nemen. Die hevige rugpijn kan veroorzaakt worden door urinezuur, dat als gevolg van zwakke nieren in het bloed achterbleef en dan dient men op zijn hoede te zijn. Verwaarloozing van deze waar schuwing lijdt vaak tot nier- en blaas ontsteking, waterzucht, nierzand. rheu- matiek, nier- en blaassteen, en opstop ping van de urine. Een verstandig mensch zal trachten dit te voorkomen en het valt niet moeilijk. Leef eenvoudig, vermijd overwerking, zorgen, laat naar bed gaan en alcohol, en houdt zoodoende het overtollige urinezuur uit uw gestel. Laat Foster's Rugpijn Nieren Pillen u helpen, als gij een geneesmiddel noodig hebt. Zij werken rechtstreeks op de nieren en blaas, en verdrijven de stoornisverschijnselen uit deze organen. Verkrijgbaar in apotheken en drogist zaken f 1,75 per flacon (geel etiket met zwarten opdruk). 28 freule zonder dit voor haar dubbel kostbaar kleinood, haar huwelijksreisje niet wilde aanvaarden. Ik vond echter het zwart ebbenhouten crucifix met zilveren corpus onder een glazen stolp, juist zooals Jasper 't mij had beschre ven. Ruim een uur bracht ik op het kasteel door, waarna ik afscheid van den heer Van der Wilk nam, hem be dankende voor de eer der kennis making, en mij in zijne vriendschap aanbevelende. Tegen twaalf uur verliet ik «De gekroonde Posthoorn", en met hem Jasper Klink en zijne vriendelijke vrouw. Ik vermaakte mij nog eenige uren in de omstreken, en begaf mij op reis naar huis, wel voldaan over mijn uitstapje, en met nieuwen lust voor den arbeid bezield. Vele jaren zijn er sinds dien tijd verloopen en den vriendelijken lezer, die zeker nog gaarne iets van het jeugdige echtpaar zou willen vernemen, kan ik de verzekering geven dat Reinold en Constance, die zich met twee kin deren, een zoon en eene dochter, zagen gezegend, zich voortdurend mochten verheugen in een onverstoorbaar echte lijk geluk. Niet zonder opzet kies ik hier het woord «onverstoorbaar", daar de adel lijke dames uit de nabuurschap, door Auto-ongevallen in Amerika. Automobielen en andere motorrij tuigen, met uitzondering van de mo torrijwielen, veroorzaakten in de Ver- eenigde Staten gedurende het jaar 1923 volgens het Census Statistiek-bureau 14.412 ongevallen met doodelijken afloop. Een lot uit de lotery. Uit Portsmouth komt bericht, dat mej. Sara Fray, eene rijke weduwe uit Washington in het huwelijk zal treden met Jack Griffith, organist van het theater Nowa te Norfolk' De ge lukkige bruidegom is 29 jaar, het niet minder gelukkige bruidje.... 82. Natuurlijk zijn de aanstaande echt- genooten over hun wel wat ongewone plannen geïntervieuwd. De bejaarde weduwe merkte wijs- geerig op, dat de liefde nog wel uit wat anders bestond dan uit kussen en omhelzingen. Er is geen zuiverder liefde dan die van een moeder voor haar zoon. Ik houd van Jack en ik geloof, dat hij mij bemint. Het toekomstig hoofd des huisge- zins verklaarde Ik bemin haar zooals ik mijn moeder zou beminnen. Bestaat er een zuiverder sentiment. Ik geloof, dat we gelukkig zullen zijn, als men ons maar met rust laat. Wie nu het lot uit de loterij heeft, laten wij aan de beoordeeling van de lezers en lezeressen over. allerlei lasterlijke aantijgingen, het huiselijk geluk der jeugdige echtge- nooten dreigden te verstoren. Zij kon den het Constance maar niet vergeven, dat zij met een fabrikant was gehuwd, en schuwden daarom haar gezelschap. Constance beloonde haar gedrag met fiere minachting. Het bijzijn van hare vroegere vriendinnen was haar heden vrij onverschillig, want zij gevoelde zich gelukkig in de liefde van haar braven, trouwen echtgenoot, die haar alles was, en de teedere moederlijke zorgen, voor hare beide kinderen, ont namen haar dikwerf den tijd, een oogenblik aan hare vijandinnen te denken. Geen dag ging er voorbij, zonder dat zij van den rozenkrans gebruik maak te, welke voortdurend zijne zelfde plaats innam. Zij zorgde echter altijd, dat zij hare gebeden geëindigd had, voor dat Reinold op het kasteel terugkwam, om dan geheel en al voor hem te leven, en eene teedere, liefhebbende echt vriendin, in den volsten zin des woords, te zijn. Dus genoten zij, op den christe- lijken weg, al de reine genoegens des levens, en effenden voor elkander het pad, dat opvoert tot dat eindeloos geluk, waar wij allen naar haken doch be schouwden, hoe gelukkig zij zich reeds beneden mochten gevoelen, toch dit leven alleen als een doortocht naar een volmaakter gewest. EINDE.

Peel en Maas | 1924 | | pagina 7