Tweede Had vaa „PEEL Ei MAAS"
Het gouden Bidsnoer.
Zaterdag 13 September 1924 No. 37
De voordeelen van leelijk
weer.
Het vreemde geval te
Culemborg.
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
De Heer Jacq Timmermans, Rijks-,
veeleellconsulent te Roermond, schrijft:
in de N.K.
We hebben niet veel zomer gehad
en de stoppelvelden, de herfsttinten,
de bloeiende hei en al die mooie din
gen herinneren ons er aan, dat de
zomer weer voorbij spoedt en de winter
er zal wezen, vóór wij er aan denken.
Ik houd veel meer van zomer dan van
winter. Er zijn menschen, die er juist
andersom over denken. Gelukkig maar,
want dezulken zijn dan bijzonder in
slaat om de voordeelen van den winter
te verdedigen en hoog te houden. Niet
dat ik geen enkel voordeel van den
winter zie. Ik zie zelfs een heel groot
voordeel van den winter. Namelijk een
buitengewoon geschikten tijd voor den
landbouwer en zijn zoons, om zich in
hun vak te bekwamen. Door het bij
wonen van lezingen of voordrachten,
hoe je die dingen noemen wilt; door
het trouw bezoeken van vergaderingen
van de landbouworganisaties; door het
volgen en met ijver en volharding
volgen van landbouwcursussen, cur
sussen in rundvee- of paardenkennis,
cursussen in bemestingsleer, cursussen
in varkensfokkerij enz.door het be
zoeken der lagere landbouwscholen te
Weert of te Venray of door het be
zoeken der R. K. Landbouwwinter-
school te Roermond.
Moet ik nog bijzondere aandacht op
deze laatste vestigen Er wordt al zoo
veel en dikwijls op gewezen en over
geschreven. Maar als veeteeltconsulent,
wil ik toch even melden, dat het mij
als aangename ondervinding opvalt,
dat waar krachtig de veeverbetering
en doorgezet, waar men op de hoogte
tracht te blijven van zijn tijd op het
gebied van veeteelt en in dit opzicht
ook veel heeft bereikt, bijna altijd oud-
leerlingen van Sittard in het spel zijn
Op het gebied van plantenteelt, of
liever van akkerbouw is het niet an
ders, naar men mij mededeelt. Dat
pleit toch zeker voor een landbouw-
winterschool. Een ander merkwaardig
feit is, dat wanneer uit een plaats
leerlingen op de landbouwwinterschool
in Sittard waren geweest, uit die plaats
weer bij herhaling in latere jaren
nieuwe leerlingen verschenen.
Nu is het geen rijkslandbouwwinler-
school meernu is de heer Bulder
geen directeur noch leeraar meernu
is de school niet meer te Sittard maar
te Roermond gevestigd. Maar dit al
brengt geen verandering in de kwaliteit.
Katholieken zullen zelfs blij zijn, dat
hun zoons thans tevens een meer
katholieke vorming kunnen krijgen.
't Is toch te hopen, dat de meer ge
goede boeren hun zoons niet te vroeg
gaan exploiteeren en niet thuis houden
van Roermond om een knecht te kun
nen uitsparen. Behalve de stille en
misschien uitgesproken verwijten, die
ze dienaangaande van hun eigen kin
deren op lateren leeftijd te verwachten
hebben, zal dan nog een zelfverwijt
komen knagen. Vooral in moeilijker
tijden. Het gaat tegenwoordig niet meer
als in de jeugd van de bejaarde boeren
van heden. De landbouwer, de fokker,
moet ontwikkeld wezen en zich op de
hoogte stellen en kunnen houden van
de nieuwere inzichten, de nieuwere
toestanden en omstandigheden, de
nieuwere werkwijzen, enz. Voor een
eenigszins grooter bedrijf wordt hiertoe
minstens de ontwikkeling vereischt
die men krijgt door het afloopen van
een landbouwwinterschool.
Ouders voorkomt zelfverwijt! Laat
de liefde voor uw jongens geleid wor
den door uw verstand. Laat desnoods
het ouderlijk gezag gelden, als uw
zoons het groot nut van het volgen der
landbouwwinterschool nog niet inzien.
Brengt wat offertjes en geeft u wat
moeite, om een en ander zoo te regelen,
dat uw zoon twee winters gemist kan
worden in uw bedrijf.
En nu wou ik toch graag nog een
woordje zeggen aan de moeders van
onze boerendochters. Wanneer ik een
lezing houd, die ook toegankelijk is
voor vrouwen en zooals in den laatsten
tijd, uitsluitend voor vrouwen en
meisjes, dan valt het mij bijzonder op,
dat die vrouwen en meisjes zoo met
heel hun verstand en met heel hun
geest volgen. Uit haar groote en inten
sieve oplettendheid blijkt duidelijk, hoe
groot ook haar leergierigheid is. Wij
mannen trekken wel altijd geleerde
gezichten en voelen ons wel voldoende
als heer en meester, maar we moeten
toch bekennen, dat de vrouwen voor
hèèr bedrijf (huishouden, opfokken
van jongvee, voeden en verplegen van
het vee enz.) zeker even grooten ijver
hebben als de manslui voor wat zij te
doen hebben. Nu is het zoo jammer,
dat tot voor kort betrekkelijk weinig
werd gedaan om de boerin als boerin
te ontwikkelen. En toch, als zij het
moeten hebben van wat de man ver
telt, als hij van een lezing komt, of
een cursus volgt, dan is dat ook Don-
derdagsche soep, zonder balletjes en
zonder worst. Wij mannen zijn nu
eenmaal niet erg spraakzaam en mede
deelzaam van wat wij opstaken.
Daar komt voor de Limburgsche
boerin nog iets heel bijzonders bij. Zij
heeft haar man dikwijls raad te geven
in bijna alle zaken, het landbouwbe
drijf betreffende. Het is volstrekt niet
altijd om er af te zijn, als de boer
zegt: »Ik zal er moeder de vrouw eens
over spreken." Overigens tal van be-
drijfskwesties overlegt de Limburgsche
boer met zijn vrouw. Dat pleit zeer
voor de uitstekende hoedanigheden
van de Limburgsche boerin. Zij is
volstrekt geen luxe artikel. Maar be-
behalve koningin van het gezin ook
een stuk bedrijfsleidster met twee
stevige handen en een gezond verstand.
Maar voor de Limburgsche boerin
ge)dt juist hetzelfde als wat ik daar
even zei van den boer ook met haar
gaat het niet meer als in de jeugd van
de bejaarde boerinnen van heden. Zij
ook moet veel meer ontwikkeld wor
den in alle opzichten. Ook in het tech
nische van het bedrijf voor zoover zij
het zelf te doen, uit te voeren heeft.
Maar haar moet ook een gezond in
zicht in het geheel bijgebracht worden,
opdat haar besprekingen met haar
man, deze niet afhouden van werke
lijke verbeteringen, maar hem daartoe
zelfs aansporen.
Ouders, stuurt uw dochters dus naar
landbouwhuishoudcursussen. En allen,
die het maar eenigszins doen kunnen
stuurt uw dochters naar Posterholt,
En velen kunnen dat, als zij maar
willen. Er kan zooveel bereikt worden
met overleg, met wat meer moeite en
inspanning, met een beetje bezuiniging
enz. Uw dochter geeft gij door de ont
wikkeling en vorming in Posterholt
een bruidschat mee, die moeilijk in
geld is uit te drukken. En zoolang zij
nog thuis blijft nè Posterholt, hebt u
van de vorming op die voortreffelijke
school alle voldoening.
De Nieuwe Culemborgsche Courant
voegt in zijn nummer van 3 September
aan het bericht van het Ilaagsche
Correspondentie-bureau de mededeeling
toe, dat 99 pCt. van de Culemborgsche
bevolking de meening is toegedaan,
dat commissaris Blok van zijn buiten-
landsch serblijf niet meer in ons land
terugkomt.
Daarvoor is alle aanleiding, schrijft
het Volk.
»De commissaris handhaafde een
rechercheur, die door een groot deel
der bevolking als de beroepsinbreker
van het stadje werd beschouwd.
's Nachts ging deze politiebeambte er
met zijn zoeklicht op uit en betrad
woningen en erven, die niet afgesloten
waren"wat tot voor korten tijd in
den regel het geval was. Werden de
bewoners wakker, dan maande de
politieman tot stilte; hij had onraad
bespeurd en zocht naar inbrekers.
Sliepen de bewoners, tja, dan kon
het gebeuren, dat er dien nacht iels
ontvreemd werd. Het gelukte den steeds
waakzamen politieman nooit de inbre
kers op heeterdaad te betrappen, noch
hun spoor te vinden.
Werd dit spoor gevonden, zooals ge
beurde na de inbraak in het station,
waar de chef de voetsporen aanwees,
dan wisehte de rechercheur die uit
na vastgesteld te hebben, dat zijn
voeten er in pasten.
De eer van het politiekorps is reeds
aangetast, wanneer straffeloos een
politiebeambte in het openbaar als
inbreker kan worden gekwalificeerd
zooals te Culemborg geschiedde.
Dat ten slotte deze politieman uit
den dienst werd verwijderd, geschiedde
niet op initiatief van den commissaris
Blok, den eerst aangewezene om den
naam van zijn korps hoog te houden.
Voor den moord op Thomas en
Gerritje van Wiggen was een deel der
bevolking over den commissaris al zeer
slecht te spreken, omdat zijn onver
woestbaar vertrouwen in den ten slotte
ontslagen rechercheur Haveman wan
trouwen, althans in zijn doorzicht en
beleid inboezemde.
Toen na den moord, ieder ook de
justitie, Haveman verdacht, was weer
de commissaris overtuigd van 's mans
onschuld.
Zoo was het ook mogelijk, dat deze
bij uitzondering op het terrein van de
misdaad werd toegelaten voor de politie
hond zijn werk begon. Alle aanwijzin
gen, welke naar Haveman voerden
verwaarloosde de commissaris, terwijl
zijn aanvankelijk onderzoek werd ge
leid op een wijze, die bij den meest
milden beoordeelaar het vermoeden
wekte, dat het den commissaris aan
elke notie van een goede recherche
ontbreekt.
De commissaris zocht in het buiten
land terwijl de naasce buren, die de
meest waardevolle aanwijzingen konden
geven en naderhand aan den ver
slaggever van het blad gaven niet
werden gehoord.
Haveman, die op slinksche wijze
ontdekt heeft, dat de van Wiggens hun
geld in huis bewaren en waar, maakt
na den moord grove verteringen, be
drinkt zich geregeld, wordt door ieder
met den vinger nagewezen, eindelijk
nageroepen als den moordenaar de
commissaris alleen is niet overtuigd.
En het is ten slotte weer niet de schuld
van den commissaris als de man ge
vangen genomen wordt.
Is het wonder, dat ei onder de
Culemborgers velen zijn, die oordeelen,
dat de onbekwaamheid van een com
missaris grenzen heeft en dat er een
oogenblik komt, waarop het vermoeden
gerechtigd is, dat onwil om den schul
dige te vinden voorzit?
Wij hebben aan dit vermoeden geen
uiting gegeven. Het lijkt ons ook over
bodig. Er zijn voldoende feiten bekend,
die op ernstige nalatigheid en plichts
verzuim bij den commissaris Blok
wijzen om een officieel onderzoek naar
zijn gedragingen te rechtvaardigen en
daarop hebben wij met klem aange
drongen."
Nader wordt bericht, dat de substi
tuut-officier van justitie bij de Tielsche
rechtbank mr P. Oosting, den inspec
teur van politie D. K. J.W. Overeem te
Tiel opgedragen heeft te Culemborg
een nauwkeurig onderzoek in te stellen,
waarbij o.m. den schrijver van de
artikelen in de Arbeid, het Culemborg-
sehe gemeenteraadslid de Beus, onbe
perkte vrijheid en gelegenheid zal
worden gegeven, zijn bezwaren tegen
den persoon en het beleid van den
heer Blok, commissaris van politie te
Culemborg, toe te lichten.
Uit dat onderzoek zal dan tevens
blijken, in hoeverre de heer de Beus
aan laster schuldig staat.
De justitie wil volkomen onpartijdig
heid en strenge nauwgezetheid bij dit
onderzoek betracht zien.
Wenken.
Heeft u spleten en scheuren in uw
oude planken vloer? Dompel dan kran
ten in koud watermaak er een niet
al te nat papje van wring het uit en
duw het tusschen de re'en. Wanneer
het later droog is, kunt u het papier
stopsel verven. Let vooral goed op, dat
de reten geheel zijn opgevuld met een
mes of een hoedenspeld bijv. kunt u
het papier er goed tusschen persen.
Een glazen stop, die moeilijk van
een flesehje of flacon af gaat, is
makkelijk los te krijgen, door zacht
tegen den stop te tikken met een andere
glazen fleseh of flacon.
Een aardappel, die fijn gehakt is,
en uitgespreid wordt op een zakdoek,
zal dadelijk de pijn van een brandplek
verzachten en ontsteking voorkomen.
Vlekken van bijna elke soortspe
ciaal bloed, vruchten en thee, kunnen
gemakkelijk verwijderd worden wan
neer ge de plek een weinig bevochtigd
met fijne stijfsel" Als het opdroogt,
borstelt men het af, en de vlek is
tien tegen één verdwenen.
Het poetsen van laarzen gaat ge
makkelijker en vlugger, als men in de
schoensmeer een paar droppels petro
leum giet. Ook worden de laarzen er
glimmender en zwarter door.
Inktvlekken verwijdert men heel
gemakkelijk door de vlekken met het
sap van rijpe tomaten in te wrijven.
Oude wijsheid.
Een paard zonder toom, een kind
zonder roede, doen nooit iets goeds.
Liever geen kinderen dan slechte
kinderen.
Wat de kinderen in huis hooren,
vertellen ze op straat.
Kinderen letten meer op hetgeen
hunne ouders doen, dan op hetgeen ze
zeggen.
Een wonderbare genezing te Kevelaer.
Men meldt uit Oberhausen
Den vorigen Zondag ging de proces
sie van Osterfeld naar Kevelaer. Bij
de processie had zich aangesloten de
heer J. Bus, die voor ongeveer lOjaren
tijdens zijn diensttijd zijn spraakver
mogen verloren had. Meerdere dokters
die hij raadpleegde verklaarde hem
ongeneeslijk. Hij had dan ook alle
hoop op herstel opgegeven. Toen hij
36.
En nu, beste Jaspar, zeide ik, na
eene l'rissche teug gedronken te heb
ben, welk voorbeeld de waard volgde,
laat nu eens hooren, wal je me te
vertellen hebt.
Mijnheer had het zeker niet beter
kunnen treffen, om de geschiedenis in
al hare* kleuren te vernemen, ant
woordde de dorpskastelein met een
tevreden lach. Ik heb u vroeger wel
eens van mijnheer Van der Wilk, den
rentmeester, gesproken mag ik het
genoegen hebben ZEd. aan u voor te
stellen Mijnheer Van der Wilk.
Mijnheer... die bij de geschiedenis van
den oudejaarsavond tegenwoordig was,
en zeer gaarne van u den vérdere
afloop zou vernemen, indien gij u
althans de moeite wilt geven.
Zeer gaarne, zeer gaarne, was
het vriendelijk antwoord van den toe-
gesprokene. Mijnheer, aangenaam u te
ontmoeten en met u kennis te maken.
Onder het spreken van deze woor
den was hij opgestaan, en reikte mij
de handik verliet met eenige moeite
mijne gemakkelijke houding, en volgde
hem in zijne plichtpleging, waarna
wij weder rustig gingen zitten.
Jasper, dan moet je eerst nog een
glas halen, zeide ik, het verhaal zal
er beter om wezen, wanneer mijnheer
mij de eer wil doen je wijn eens te
proeven, waarvan je me zooveel goeds
vertelt.
Mijnheer Van der Wilk had er niets
op tegen, en Jasper, die blijkbaar met
mijn voorstel in zijn schik was, had
spoedig aan mijn verzoek voldaan.
Gij hebt, zooals ik van Jasper heb
vernomen, begon de rentmeester, zich
tot mij keerende, de lotgevallen van
het kasteel »Doeblenburg" en zijne
bewoners, op den voor u zeker onver-
geetbaren oudejaarsavond, uit den
mond van onzen goeden waard verno
men, en op eene zonderlinge manier
met een onaangenaam Epersonage ken
nis gemaakt, wiens beeld gewis nog
niet uit uw geheugen zal verdwenen
zijn.
Zooals Jasper u verhaald heeft,
was ik jarenlang rentmeester van
«Doeblenburg", zoodat ik niet alleen
met die familie van nabij bekend was,
maar, ik zou haast moeten zeggen,
als vriend des huizes in haar kring
werd opgenomen. Al hetgeen u vroeger
is meegedeeld, heb ik, om zoo te zeg
gen, voor mijne oogen zien gebeuren.
Ik heb met die lieden geleefd en ge
leden, en werd, na den dood van
mevrouw Zeilker, de eenige raadsman
en vriend van de freule, die in dien
tijd niet veel genoegen van haar vader
ondervond, daar hij meestal afwezig
was, om zich buiten den huiselijken
kring te vermaken. Het onderling
vertrouwen, en de oprechte vriendschap,
welke er tusschen de jonkvrouw en
mij waren ontstaan, werden meer en
meer versterkt, toen haar vader, aan
de gevolgen van een ongeval, dat hem
op de jacht overkwam, na een lang
durig en smartelijk lijden overleed.
De noodlottige brand, waardoor het
kasteel gedeeltelijk in asch werd ge
legd, en bij welke ramp da oude jon
ker met moeite het leven er afbracht,
had bovendien zijn dood verhaast, en
de jonkvrouw leefde gansch alleen,
door hare bedienden omgeven.
Haar broeder was bij den brand om
gekomen, en mocht zij dikwijls huive
ren bij de gedachte aan zulk vreeselijk
uiteinde, daar de jonker, zooals u be
kend is, zeer slecht had geleefd; niet
'zelden gevoelde zij zich tevreden en
gerust, daar zij nu voor altijd van zijn
lastig gezelschap ontslagen was.
Twee zaken waren er echter,
welke haar nacht en dag hinderden.
De eerste was het gemis van den
kostbaren rozenkrans, waarmee haar
broeder in de vlammen verdwenen
was, en waarvoor zij zich verweet niet
die zorg te hebben gedragen, welke,
hare moeder haar op haar sterfbed
zoozeer had aanbevolen.
De tweede zaak was, de grieven
de behandeling, welke zij van den
fabrikant Flenking had ondervonden,
toen haar vader aan dezen hare hand
bood, als loon voor den moed en de
zelfopoffering, waarmede hij hem bij
den brand het leven redde.
De heer Flenking had hare hand
beleefd geweigerd, omdat, toen hij
vroeger werkelijk zijn genegenheid
voor de freule verklaarde, zij hem
terugstiet, ofschoon hare vroegere ge
dragingen den fabrikant moesten doen
vermoeden dat zij hem oprecht beminde.
Dit laatste was ook werkelijk het ge
val maar zij kon niet over de hreede
klove stappen, welke, zooals zij meende,
den jonkman, (in stand en geboorte
verreweg haar mindere) van haar
scheidde.
Zij had bij hare eerste kennismaking
en haar verdere omgang met hem,
daar niet zoo aan gedacht, maar toen
haar trotsche vader de gevolgen eener
mésaillance duidelijk uiteenzette, en
een huwelijk met den fabrikant harer
geheel onwaardig noemde dat daaren
boven haar de achting van al hare
adellijke vrienden en vriendinnen uit
den omtrek zou doen verliezen, terwijl
zij voortaan den toegang tot hun vorste
lijk verblijf voor haar gesloten zou
vinden, liet het zwakke meisjeshart
zich door het koele verstand overheer-
schen, en zij wees den heer Flenking
af, die den hem aangedane hoon nooit
vergat.
Dit belette hem echter niet, nadat
hij vroeger der jonkvrouw het leven
had gered, ook haar vader voor den
vreeselijke dood van verbranding te
behoedenen de freule, wier geweten
toch reeds knaagde over de behande
ling, den braven jonkman aangedaan,
en die hem in waarheid toch oprecht
beminde, gevoelde zich gelukkig toen
haar vader op het denkbeeld kwam,
hare hand, als het loon voor de edele
daad, den fabrikant aan te bieden. Als
een smadelijke, maar toch verdiende
straf, trof haar zijne weigering, en nu
eerst begon zij te begrijpen, hoeveel
voor het genadebeeld geknield lag kon
hij plotseling weder spreken, niet
enkele woorden doch zoo goed als hij
voor zijn ongeluk kon spreken.
Treffend was het hoe hij bij de
terugreis in den spoorwagen mede
liederen zong ter eere van de Moeder
Gods, die zijn bidden verhoord had.
M. M.
De kritieke vjjf minuten.
In een Kopenhaagsch dagblad heeft
een dokter met veel menschenkennis
geschreven, dat er vijf minuten in het
huwelijksleven zijn, die vaak beslissend
zijn voor een gelukkig of ongelukkig
huwelijk.
Het is wanneer de man des middags
of des avonds moe van zijn werk of
zijn zorgen thuis komt. De jonge vrouw
verwacht zijn blijdschap haar weer te
zien, verwacht opgewektheid, lief
kozingen, nieuwtjes enz. Dikwijls is
hel juist omgekeerd, de man kijkt vaak
verdrietig, is stil en de vrouw wordt
daarover dan dikwijls ontstemd en
boos.
Wanneer zij in die «Kritieke vijf
minuten" zichzelf kan beheerschen,
en met kalme vriendelijkheid zijn
schijnbare onhartelijkheid, die vaak
alleen moeheid is, beantwoordt, zal zij
hem voor goed aan huis binden.
Geeft zij toe aan haar ontstemming,
dan is vaak voor goed de harmonie
verstoord en zoekt de man elders wat
hij thuis vinden moest.
Het autobus-ongeluk by Heino.
Onbevoegden achter het stuur?
In de «Autobus" lezen we o.a. het
volgendenaar aanleiding van het
ernstige ongeluk te Heino:
»We hebben het altijd beneden ons
geacht om al die ongevallen van met
Fordjes rijdende snorders te bespreken.
Wij erkennen die rijders op alle moge
lijke trajekten niet als busdienstonder
nemers en wij bemoeien ons derhalve
niet met hen. Zij brengen het bedrijf
maar in discrediet bij het publiek.
Het ongeval te Heino echter kan
een gevaar worden voor het geregeld
busverkeer. De stemming van het pu
bliek kan omslaan, niet ten gunste
van hel geregeld busverkeer en dat
dient te worden voorkomen.
De schuld van de meeste ongelukken
ligt grootendeels bij het publiek. Zoo
lang het een degelijken dienst niet
weet te waardeeren en soms voor 5
cent minder in een rammelende, knar
sende versleten Ford van den een of
anderen snorder kruipt, zoo lang moet
het publiek maar geen eischen stellen
aan de veiligheid. Heeft men zich wel
eens afgevraagd, dat veiligheid geld
kost, dat veiligheid ook wat waard is
En zooals het met de wagens gaat,
zoo gaat het met de chauffeurs. Jonge
lieden, die voor 14 dagen nog in het
land acnter de koeien liepen, zitten nu
als chauffeur op een bus, voor een
niet al te groot salaris. Er wordt ge
vlogen langs den weg. En praats voor
zes, geroutineerde chauffeurs, die op
meer dan een Ford hebben gereden.
En het publiek vindt het aardig.
De overheid, zoo besluit het artikel,
kan veiligheid eischen maar dan moet
ze eerst beginnen met flink opruiming
te houden op de wijze, zooals de ver-
eeniging van autodienstondernemers
dat altijd bepleit heeft en niet op een
aveiechtsche wijze."
fagewafea MidedseHngeg.
Zelfonderzoek.
Ontwaakt gij 's morgens met pijn in
den rug? Hebt gij donkere zwellingen
onder de oogen Zijn de enkels en
handen gezwollen Is de urine bewolkt,
zanderig of brandend Geschiedt de
loozing te vaak of te weinig? Zijn uw
ledematen beverig en rheumatisch,
vooral bij ruw en vochtig weer? Doet
uw rug zeer, als gij bukt of opstaat?
Hoedt u bijtijdslaat Foster's Rug
pijn Nieren Pillen een nierziekte voor
komen spoedige behandeling is het
eenige betrouwbare voorbehoedmiddel.
Verwaarloozing kweekt al te dikwijls
blaasontsteking, waterzucht, rheumatiek
steenvorming en urinezuur-vergiftiging.
Hoewel Foster's. Pillen zelfs bij deze
latere verkwikkelingen baten, is het
verstandiger om dit speciaal nierge
neesmiddel tot voorkoming van nier
ziekte te gebruiken.
Verkrijgbaar in apotheken en drogist
zaken f 1.75 per flacon (geel etiket
met zwarten opdruk). 25
zij door de genegenheid van den
edelen en moedigen jongeling had ver
loren. Wat was adel, vergeleken bij
eene oprechte genegenheid, en eene
zuivere onbaatzuchtige liefde? Wat
gingen haar eigenlijk al hare adellijke
vrienden en vriendinnen aan, wanneer
zij zich aan den arm van een braven
echtgenoot gelukkig mocht gevoelen
Hoe ouder zij werd, hoe meer de
gedachte in hare ziel oprees, dat de
heer Flenking meerdere achting ver
diende, dan al hare adellijke vrienden
te zamen, wier wenschen en streven
alleen zichtbaar was in de zucht om
te schitteren en zich zoo ijdel mogelijk
te gedragen, waartoe het vermogen
van hunne voorzaten hen in de ge
legenheid .stelde; terwijl de edele
fabrikant zijn eigen pad had gebaand,
en zich zeiven eene opvoeding had
gegeven, welke, in ware zielsbeschaving
niet bij die van hen behoefde achter
te staan.
Wordt vervolgd.