Hier zegt men waar
Fruitteelt.
De storm.
Gemengd Nieuws.
durende het Octaaf dagelijks leesmis.
Dan weerklinkt vroolijk stichtend
tusschen het eiken en berken plant
soen het door de jeugd gezongen Rhijn-
en Pelgrimslied: «Lofzang ter eere
van Sint Goar".
1Waarom worden van onze jonge
en jongere dames de mouwen al
korter en korter 1
Opdat ze vroegtijdig zouden
leeren de handen uit de mou
wen te steken en ze geen mode
poppen zullen worden.
Wie lacht daar 1
2. Als O. L. Heer U iets vraagt.
moogtge nooit afpingelenals Hij
U dan een staaltje vraagt, geef
Hem dan het heele stuk.
3. Waarom komen gewoonlijk de
groote en waarlijk energieke man
nen uit groote gezinnen Waarom
ook zoo zoovelen onder hen uit
zoogenaamde »arme" gezinnen
Omdat men daar gewoonlijk het
beste leert «leven". Want:
4. Het sterk maken van den wil
(in de opvoeding van het aller
grootste belang) is niet mogelijk,
zonder dat men geleerd heeft zich
iels te ontzeggen.
5. Als de drank is in den man,
Is de wijsheid in de kan.
»Dat geld is niet van mij», zei
de boer en hij betaalde zijn
schulden.
7. Groot doen en boven zijn stand
leven kost dikwijls heel veel
geld... aan iémand anders
De sorteeriiig en de verpakking.
In het Maandblad der Ned. Pomolo-
gische Vereeniging, Hoofdafdeeling
«Fruitteelt" der Nederlandsche Heide
maatschappij, van Juli schrijft de heer
Lijsien over het gevaar van den uitvoer
van fruit naar Duitschland.
Noodgedwongen is de teler er in de
jaren, dat er geen export naar Duitsch
land mogelijk was, toe overgaan meer
zorg aan zijn product te besteden,
vooral ten opzichte van sorteering en
verpakking en heeft hij wat betreft dit
onderdeel een voorbeeld genomen aan
den Amerikaanschen teler.
Voorloopig vraagt Duitschland weer
een onverpakt produkt en waar het
den teler gemakkelijker is geen sor
teering en verpakking toe te passen,
vreest schrijver, dat dè vooruitgang,
welke er de laatste jaren was te be
speuren, weer verloren zal gaan. In
dit verband wijst het echter op hetgeen
de leider der Duitsche oofttelers op
een congres heeft gezegd en waarbij
deze den leden wijst op de noodzake
lijkheid van een betere sorteering en
verpakking en mededeeling doet van
den sterk toenemenden invoer van
Amerikaansch fruit, dat door de goede
sorteering en verpakking het inlandsche
product zal verdringen.
De heer Lijsten is van oordeel, dat
ook de Nederlandsche teler zich reken
schap moet geven van dezen toestand
en in plaats van voort te gaan op den
ooit te boven komen
Noem dit geene vernedering, jon
ker toen ik de hand van uwe dochter
vroeg, hebt gij mij geweigerd nu gij
mij deze aanbiedt, weiger ik u, zoo
hebben wij elkander niets te verwijten.
Wees gerust, niemand zal ooit, van
mij gewaar worden, welk onderwerp
wij hier behandelden. Gij kunt op mijn
bescheidenheid en kieschheid in deze
rekenen. Wat jonkvrouw Constance
aanbelangt, wensch ik, dat ik spoedig
moge vernemen, dat zij iemand harer
waardig heeft gevonden, dat wil zeggen,
iemand van haar stand. Zij verdient
echter meer dan dat, want het is een
braaf, godsdienstig en deugdzaam meisje;
hierom, en ook om haar eenvoud, heb
ik haar liefgehad. Om hare adellijke
geboorte dacht ik in 't geheel met,
want ik zou haar hebben bemind, al
ware zij eene arme burgerdochter ge
weest.
Mijnheer Flenking, gij verschijnt
mij in een geheel ander licht dan
vroeger; ik heb mij in u vergist, ik
waande u alleen een braaf jongeling,
maar gij zijt uw tijd vooruit en ver
boven velen verheven.
Jonker Zeilker, was het antwoord,
ik heb steeds getracht, mijn plicht
te doen en tot dat einde mij zeiven
willen leeren kenneneen van' de
moeilijkste studiën in het menschelijk
leven, die, hoe verder men er in vor
dert, ons dikwerf des te meer over
ons gedrag doet blozen.
De heerVan Doeblenburg reikte den
fabrikant de hand, toen hij was opge
staan om te vertrekken, en zeide
ouden weg, meer en meer zijn aan
dacht dient te wijden aan de behande
ling van het fruit na de oogst.
Alleen, wanneer wij in staatzijr» een
product te leveren, hetwelk ten opzichte
van sorteering en verpakking gelijk
waardig is met het Amerikaansche. zal
het mogelijk zijn in de toekomst het
groote afzetgebied in Duitschland te
behouden.
Voorts bevat dit tijdschrift o.m. het
verslag van den Centralen Proeftuin
voor ooftbouw te Utrecht.
De ramp op de Schelde.
Een der opvarenden van de reddings
boot »Maria Carolina Blankenheim" te
Vlissingen, welke ter redding was uit
gevaren, heeft aan de »Tel." het vol
gende medegedeeld
»Wij waren", zoo verhaalde hij,
«nauwelijks buiten, of wij kwamen
langs zwaar gehavende schepen één
was er zelfs met stukgereten zeilen.
Wij hebben ze allemaal gepraaid of zij
ook assitentie noodig hadden, maarzij
riepen terug, dat er buiten schepen in
nood zaten; die onze hulp meer noodig
hadden."
«Omgeslagen schepen hebben wij
niet gezien. Al zoekende zagen wij een
vaartuig op Zoutelande op het strand
zitten. Het bleek even later de Arn. 38
te zijn. Zij zat leelijk en het was
duidelijk, dat zij met hoog water tegen
de haven kapot zou slaan. Wij nader
den de boot zoo dicht mogelijk, maar
al te dicht kon ook niet, daar anders
het gevaar bestond, dat wij zelf vast
zouden raken.
Even later hadden wij een lijn naar
de Arn. 38 geschoten maar wij misten
en de lijn dreef weg.
Toen is een matroos van de reddings
boot «Crucq" over boord gesprongen
en al zwemmende, met een lijn om
zijn middel, bij de Arn. 38 gekomen.
De opvarenden van de Arn. 38 weiger
den echter zich langs de lijn in zee
te wagen. Wij hebben toen zéér groote
moeite gehad om de boot vlot te krij
gen. Wij draaiden op het anker en
zetten de schroef er op. Zoo slaagden
wij er na eenigen tijd in, de Arn. 38
vlot te krijgen en behouden te Vlissin
gen binnen te brengen. Wij hebben
verder geen gelegenheid gehad assisten
tie te verleenen."
Tot zoover het verhaal van den red
dingsbootman.
Ten slotte constateerde men dat 16
man vermist werden, toen de loodsboot
onder leiding van kapitein T. van der
Struijs, meldde, dat hij een schipbreu
keling van de Arn. 27 aan boord had.
Zoodoende waren er nog 16 vermisten.
De heer Van der Struijs, doet aan
het blad het volgende verhaal van de
redding.
«Wij bevonden ons nabij Calloo-bank
om loodsdiensten te verrichten en
wachtten tot wij zouden worden afgelost.
Om 7 uur werd de zee echter zeer
onrustig en er woei een harde bries.
Ik besloot toen, met het oog op de
hooge zee, mijn post te verlaten. Bij
het naar binnen gaan kwamen wij
verschillende visschersvaartuigen tegen,
welke met groote moeite trachtten de
haven te bereiken.
Plotseling nam ik waar, dat één der
vaartuigen, naar ik later hoorde, de
Arn. 27, in zinkenden toestand ver
keerde. Onmiddellijk zette ik koers
erheen en naderde het schip, tol op 5
meter. Dichter kon ik niet bijdraaien,
daar er dan te veel gevaar voor ons
zou zijn, dat onze schroef in de uitge
worpen netten verward zou raken.
Ik zette onze boot met den kop op
zee en wierp een lijn aan boord van
het zinkende vaartuig. Een jeugdig
matroos van de Arn. 27 sprong over
boord, greep de lijn en wij slaagden
er met groote moeite in hem aan boord
Vaarwel, mijnheer Flenking, ik
heb mij te verwijten ondoordacht ge
handeld te hebben, daardoor verlaat
ik u minder opgeruimd dan ik was
gekomen.
Reinold drukte haar met hartelijk
heid en antwoordde
Laat, bid ik u, dit geval geen
klove tusschen ons teweegbrengen, en
veroordeel mij niet om het gedrag,
veroordeel mij niet om het gedrag,
waardoor ik door mijn hart gedwongen
ben.
Gij hebt recht te weigeren, wat
u niet aanstaat, wie zou u dat kwalijk
kunnen nemen sprak de jonker droef-
geestig.
Middelerwijl waren zij de deur ge
naderd, welke door den fabrikant ge
opend werd. De heer Van Doeblenburg
trad langzaam de stoep af, in eene
gebogen houding, en scheen in die
oogenblikken tien jaar ouder. Meteen
vlijmenden zucht vervolgde hij zijn
weg. Reinold zag hem na, en eene
teedere deernis met den ouden man,
dien hij onwillig zulk eene smart had
moeten veroorzaken, overweldigde zijn
hart. Menigeen in zijne plaats had ge
noten bij de vernedering, welke hij
als eene rechtmatige vergelding had
toegebracht, en het zoete der wraak
gevoelende, gejuicht in die zegepraal
ij hem was dit het geval niet; hij
gevoelde zoo gehandeld te hebben, om
dat hij niet anders kon, en ware een
huwelijk niet eene zaak van zulk een
froot gewicht, hij had misschien, om
en jonker dien smaad te besparen,
zijn aanbod niet geweigerd. Had de
te brengen. Het bleek te zijn Gornelis
Meerman, de zoon van schipper Meer
man.
Hij deelde ons mede, dat zijn vader
even van te voren in zee was gevallen.
Hij had met zijn vader hand in hand
gestaan, teneinde niet in het water te
vallen, maar op het laatst had zijn
vader tot hem gezegd »Ik zal je maar
loslaten, jongen, want wij kunnen ieder
voor zich beter oppassen, dan wij het
zamen doen." Een oogenblik daarna
zag hij zijn vader in de diepte verdwij
nen.
Er bevonden zich aan boord van de
Arn. 27 toen nog twee man. Wij riepen
hun toe, eveneens den boei te pakken,
nadat wij hun deze opnieuw hadden
toegeworpen. Geen van beiden durfden
zij echter van boord te komen. Ook
was het onmogelijk, door het hevige
stormweer en den feilen Noord-Westen
wind, een jol over boord te zetten. En
terwijl wij nog in de nabijheid waren,
zagen wij het vaartuig plotseling in de
diepte verdwijnen, zonder dat het ons
mogelijk was,- de beide opvarenden te
redden.
Wij zijn toen maar naar Vlissingen
teruggekeerd en hebben daar rapport
uitgebracht van hetgeen wij hadden
meegemaakt."
De loodsboot heeft, later nog de om
geslagen Arn. 27 nabij Rommekens op
het strand gezet.
Militaire oefeningen om Venlo.
Half September zullen in de omge
ving van Venlo groote militaire oefenin
gen gehouden worden, waaraan een
7000 tal militairen van diverse lichtin
gen zullen deelnemen. Zij komen te
liggen in de kazerne of in tenten op
het terrein, alsmede op de Gr. Heide.
Daar deze oefeningen' mede samenval
len met de najaarskermis belooft deze
zeer druk te worden.
De sïgarenindustrie.
Hoewel voor eenige weken in de
sigarenindustrie te Eindhoven een
kleine opleving te bespeuren viel, is
thans weer een ernstige slapte inge
treden.
Bij verschillende sigarenfabrikanten
zijn werklieden ontslagen, terwijl bij
anderen halve dagen gewerkt wordt.
De toekomst ziet er hier voor de tabaks
bewerkers donker uit.
Ernstig auto-ongeluk.
Zondagnacht om kwart over een heeft
te Amsterdam een ernstig auto-ongeluk
plaats gehad.
Een Fordauto, plaats biedende voor
4 personen, maar waarin 7 personen
zaten is in snelle vaart aan de Gelder-
sche kade tegen een paal van het
geleidingsnet der electrisehe tram
aangebotst.
Alle inzittenden werden uit de auto
geworpen. Drie inzittenden werden zeer
ernstig gewond.
Ze werden naar het Binnengasthuis
vervoerd, waar twee der ernstig gewon
den bij aankomst overleden bleek.
Het voorloopig onderzoek heeft uit
gemaakt, dat de inzittenden allen in
sterke mate onder invloed van drank
verkeerden.
De auto-bestuurder is in hechtenis
genomen.
De baksteenindustrie tot Mei 1924.
Aan het in de jongste aflevering van
het Maandschrift van het Centraal
Bureau voor de Statistiek opgenomen
overzicht van den stand der arbeids
markt in de baksteenindustrie gedu
rende de afgeloopen winterperiode,
ontleenen wij, dat, terwijl in vorige
jaren meer en meer fabrieken zich wat
het «grondsporen" betreft, hadden in
gericht op uitsluitend zomerbedrijf,
men thans in verschillende dezer
fabrieken weer tot het vroegere
edelman zooeven gezegd, dat Reinold
hem heden in een ander licht ver
scheen, de laatste moest ook bekennen,
dat hij den afgewezene minder hart
had toegekend. Zoo vergissen wij ons
dikwerf in de lieden, die wij op onzen
weg ontmoeteneen hoofdgebrek is
niet zelden de borstwering, waarachter
zich beminnelijke hoedanigheden ver
schuilen, die wij niet kunnen opmer
ken, voor wij daarachter hebben .ge
zien. Het menschelijk hart is een
labrynth, waar zelfs de beste opmerkers
en karakterkundigen in verdwalen.
Freule Constance had reeds een on-
gunstigen afloop vermoed, toen zij haar
vader het logement zag binnentreden,
waar beiden zich nog altijd ophielden.
Toch trof haar de slag, toen zij alles
vernam, zóó verpletterend, dat zij hare
tranen niet kon weerhouden, en uit
riep, terwijl zij haar vader medelijdend
aanzagIk heb het wel gedacht,
wij hebben den jonkman verkeerd be
oordeeld, en de vérnedering, welke wij
ondergaan, is de straf, die ons toe
komt. Vader, ik zal Reinold nooit ver
geten wie weet, hoe gelukkig ik met
hem zou geweest zijn, want hij bezit
een edel hart en be'ere zielshoedanig
heden dan menige graaf of baron, aan
wiens leiding ik mij ongaarne zou toe
vertrouwen.
Toen er een jaar na deze gebeurtenis
verloopen was, namen de jonker en
zijne dochter weder hun intrek op het
kasteel. De afgebrande linkervleugel
naderde langzaam zijn voltooing, en de
systeem om in de wintermaanden klei
aan te voeren, is teruggekeerd.
Over het algemeen hebben de hooge
waterstanden en de herhaalde vorst
periodes het grondsporen zeer belem
merd, zoodat er voor een deel van het
anders daarbij werkzame personeel
geen werk was
Hoewel men er tegenwoordig naar
streeft de campagne vroeg (nl. begin
April) aan te vangen, was de weers
gesteldheid oorzaak dat men over het
algemeen eerst vrij laat met steen
maken kon beginnen. In een aantal
fabrieken, welke daarmede reeds vóór
eind April aanvingen, gingen groote
hoeveelheden steen (naar schatting-
alleen aan de groote rivieren reeds
circa 15 millioen) door bevriezen ver
loren. Bovendien ondervonden verschil
lende fabrieken hinder van veel regen
en hoog water. Het aanbod van werk
krachten was over het algemeen groot
en over zgn. onderhuren viel niet te
klagen.
Wat de vraag naar steen betreft was
over het geheel de terugslag waar te
nemen van den ongunstigen invloed,
welken de zeer lange winter op den
toestand in het bouwbedrijf heeft uit
geoefend. Wegens de volle tasvelden
werd tegen zeer lage prijzen verkocht.
Echter is in April de afzet belangrijk
toegenomen en aan het eind dier
maand was er ook verbetering in de
prijzen. Intusschen moet als nadeelige
factor nog worden genoemd de invoer
uit België, welke dit jaar zeer groot
dreigt te worden. Voor zoover «onver-
glaasde metselsteenen en straatklinkers"
betreft, werd in de eerste 4 maanden
van dit jaar in totaal ruim 228.000
ton ingevoerd (waarvan 209.000 uit
België), tegen resp. ruim 48.000(29.000)
en ruim 200.000 (145.000) ton in dezelfde
maanden van 1923 en 1922.
Samson huwt het sterksfe meisje.
Samson Brown, bekend als de
«sterkste man van de aarde" is Zater
dag te Lewisham in het huwelijk ge
treden met Dorothea Dawes, die het
«sterkste meisje van Engeland" ge
noemd wordt.
Onmiddellijk na de huwelijksplech
tigheden begaven de gelukkige «ster
ken" zich naar Cratford om aldaar een
voorstelling te geven. Onderweg hield
Brown even bij een automobielreparatie
door eenige minuten een kant van den
auto 1 d.M. van den grond te houden
Bij de voorstelling kneep hij een appel
tot moes, dreef met de hand een nagel
in een paardenhoef, beet een ijzeren
ketting met zijn tanden in tweeën en
droeg vier mannen op een tafel.
Brown's sterke vrouw verrichtte
toeren met halters van 56 pond en
droeg twee mannen op een tafel rond
Dief en... diefjesmaat.
Twee sigarensmokkelaars uit Vaals
werden te Aken gearresteerd2000
sigaren werden in beslag genomen.
Een dier smokkelaars wist te ont
vluchten de andere werd naar de
gevangenis overgebracht. De politie
mannen hadden van de 2000 sigaren
er 500 voor zich gehouden en verkocht.
Ook zij zijn in arrest gesteld.
Hanzebank.
Naar wij vernemen is wederom aan
een tiental beambten, werkzaam bij de
Hanzebank te 's Bosch, ontslag tegen
1 Aug. a.s. aangezegd zoodat op dien
datum nog slechts ongeveer 25 beamb
ten daar in betrekking zullen zijn.
Door den bliksem gedood.
Te Geesbrug is de 18-jarige zoon van
den arbeider Luchies door den bliksem
gedood.
Te Zwinderscheveld is de arbeider
L., die op het land aan het werk was,
door den bliksem gedood.
Ernstige val.
Mej. P., uit Rotterdam, viel te
rechtervleugel, welke slechts gedeelte
lijk geleden had, was geheel hersteld,
zoodat niets hun weerhield dezen te
bewonen. De jonker nam langzamer
hand in krachten af, en werd nog
eenigen tijd door allerlei kunstmiddelen
op de been gehouden, doch nü twee
jaar geleden stierf hij aan die onge
lukkige kwaal, welke men verval van
krachten noemt. Zijne dochter bewoont
sedert dien tijd met tal van dienst
boden, als eenige gebiedster, het kasteel
Verschillende adellijke heeren hebben
sinds aanzoek om hare hand gedaan,
waaronder er twee voorkomen van
onbesproken gedrag en zeden zij heeft
ze echter allen geweigerd. Ook Reinold
bleef ongehuwd, en dikwijls ontmoetten
zij nog altijd als vroeger elkander op
hunne wandeling, doch, ofschoon er
dan van weerszijden eene zekere soort
van treurig beleefde groeten werden
gewisseld, niemand heeft ze ooit weer
te zamen zien spreken.
Ziedaar dan nu, mijne heeren, de
geschiedenis van het kasteel «Doeblen
burg" en zijne bewoners, welke ik u
heb verteld, zooals de rentmeester mij
die zeker wel tienmaal heeft mede
gedeeld. Veel daarvan heb ik zelf ge
zien en ondervonden, maar mijnheer
Van der Wille was bij meer tooneelen
tegenwoordig geweest dan ik, en wist
ook, als meer voortdurend in de on
middellijke nabijheid der familie Zeil
ker zijnde, ophelderende bijzonder
heden. Ik heb in alles getracht, laatst
genoemde te volgen, zelfs zijne manier
van vertellen, die altijd is of hij uit
Stavenisse zoo van haar rijwiel, dat
zij een hevige hersenschudding kreeg
en thans in bedenkelijken toestand
verkeert.
Lijken opgevischt.
Te Deest gemeente Drulen werden
uit de Waal opgevischt de lijken van
een man en een vrouw, welke door
een gordel aan elkaar waren verbon
den.
Uit hetgeen op de lijken werd aan
getroffen, maakt men op dat de perso
nen uit Den Haag afkomstig zijn en
zich te Nijmegen hebben verdronken.
Veiligheid in Autobussen.
Voor het kantongerecht te Nijmegen
werd een autobestuurder uit Grave,
die met een autobus een geregelden
dienst tusschen Grave en Nijmegen
onderhoudt en door de Provinciale
Verkeersinspectie van Gelderland was
geverbaliseerd, terzake het rijden met
een onvoldoend werkend remtoestel,
veroordeeld tot f 100 boete of 50 dagen
hechtenis.
Bij een tournée. door de Inspectie
dien dag in de omgeving van Nijmegen
gemaakt, werden o.a. weer een tweetal
bestuurders van autobussen terzake
het rijden met ondeugdelijke rem-
toestellen geverbaliseerd. Een dezer
bestuurders moest opmerkzaam worden
gemaakt op een ernstige breuk in het
onderstel van het vehikel, waarvan
hij, zoo hij zeide, niets wist.
Een romantisch leven.
Op he-t politiebureau te Utrecht
meldde zich een man van 78 jaar aan,
nog kras voor zijn leeftijd, die een
poos gezworven had, geen uitweg meer
wist en nu om opzending naar Veen-
huizen verzocht.
Het kon niet. Eenige jaren geleden
had hij hetzelfde gevraagd, maar bij
onderzoek was toen gebleken dat hij
niet in staat was te werken.
Toen hem dit verteld werd, deed hij
het verhaal van zijn leven... een
roman...
Hij was in 1846 geboren te Utrecht,
van goede huize, diende 5 jaar als
dragonder, meldde zich in 1870 bij het
Fransche leger aan, maakte tal van
bekende veldslagen mee, ging later
met een Fransche expeditie naar Algiers
om een opstand van Arabieren te
onderdrukken, nam ook hier aan ver
schillende veldslagen deel, volgde weer
vice-admiraal Gourbet naar Formosa
vocht eenige jaren in China en kreeg
na 19 jaren zwaren dienst een pensioen
van 705 fr. Driemaal was hij gewond,
een bajonetsteek in de hand, een kogel
in 't been, een sabelhouw in den hals.
Na zijn pensionneering leidde hij
een zwervend leven, werd eenigè jaren
geleden in het Armenhuis te Utrecht
opgenomen, kon 't daar niet uithouden,
maar was na een nieuwe zwervers
periode ten einde raad bij de politie te
iand gekomen. Deze verwees hem weer
naar de Aalmoezenierskamer, waar hij
in genade werd aangenomen.
Ontploffing.
Zaterdag is in de asphaltfabriek
Holland van Hartog en Co. te Nij
megen een ontploffing geschied. Bij
het openmaken van een ijzeren-vat,
dat grondstoffen voor het maken van
asphalt bevatte sloeg plotseling het
deksel van het vat af. De fabriekschef
D. kreeg het ijzeren gevaarte tegen het
hoofd en was onmiddellijk dood. De
smid De H. werd inwendig zwaar ge
kneusd, zoodat men voor zijn leven
vreest. De arbeider v. d. L. kreeg een
lichte schram aan den arm.
Noodlottig ongeval.
Bij het vervoeren van een met 2000
K.G. ijzeren balken beladen kar van
den Maasdijk te Lithoyen af, schoof
een der balken naar voren van de kar,
waardoor de voerman P. M. van Oss
in den rug werd getroffen.
Hierdoor kwam M. zoo ongelukkig
een boek voorleest, heb ik mij, door
hem dikwijls aan tehooren, eigen ge
maakt.
Had ik u op mijne wijze ver
haald, z.ooals ik dit in mijne jeugd
gewoon was, dan zou dit waarschijn
lijk in een anderen vorm zijn geweest.
Mijnheer Van der Wilk houdt er van
die deftige woorden op na, welke men,
zonder te willen, overneemt, althans
als men iemand gaarne mag lijden.
Ik bad wat gegeven, zoo hij zelf hier
ware geweest, dan hadt ge nog iets
anders gehoordevenwel ik heb mijn
best gedaan, en ik hoop dat gij allen
tevreden zult zijn.
Wij verklaarden ons zeer voldaan,
uitgenomen Krelis Blauw, die verheugd
scheen dat het verhaal eindelijk uit
was.
Mijne heeren, riep Jasper, wij
zijn nabij het nieuwe jaar, de klok zal
zoo twaalf slaanwat mag ik u aan
bieden, om op ons aller welzijn te
drinken
Ik hield mij bij het oude receptje.
Krelis Blauw wenschte een eenvoudig
glas water, en hoe men hem wilde
beduiden, dat dit niet was zooals het
behoort hij scheen daar niet van af te
brengen. Jasper, Pulman en Kalp
namen een glaasje cognac. Ik vermeld
dit alles, omdat het tot den goeden
loop van het verhaal noodzakelijk is,
en vestig bijzonder de aandacht mijner
lezers juist op de cognac.
De Friesche klok gaf de «eerste
snik", welke altijd het volle uur schijnt
vooraf te moeten gaan, en daar kwam
de eerste slag. Wordt vervolgd.