Hier zegt men waar Fruitteelt. De storm. Gemengd Nieuws. durende het Octaaf dagelijks leesmis. Dan weerklinkt vroolijk stichtend tusschen het eiken en berken plant soen het door de jeugd gezongen Rhijn- en Pelgrimslied: «Lofzang ter eere van Sint Goar". 1Waarom worden van onze jonge en jongere dames de mouwen al korter en korter 1 Opdat ze vroegtijdig zouden leeren de handen uit de mou wen te steken en ze geen mode poppen zullen worden. Wie lacht daar 1 2. Als O. L. Heer U iets vraagt. moogtge nooit afpingelenals Hij U dan een staaltje vraagt, geef Hem dan het heele stuk. 3. Waarom komen gewoonlijk de groote en waarlijk energieke man nen uit groote gezinnen Waarom ook zoo zoovelen onder hen uit zoogenaamde »arme" gezinnen Omdat men daar gewoonlijk het beste leert «leven". Want: 4. Het sterk maken van den wil (in de opvoeding van het aller grootste belang) is niet mogelijk, zonder dat men geleerd heeft zich iels te ontzeggen. 5. Als de drank is in den man, Is de wijsheid in de kan. »Dat geld is niet van mij», zei de boer en hij betaalde zijn schulden. 7. Groot doen en boven zijn stand leven kost dikwijls heel veel geld... aan iémand anders De sorteeriiig en de verpakking. In het Maandblad der Ned. Pomolo- gische Vereeniging, Hoofdafdeeling «Fruitteelt" der Nederlandsche Heide maatschappij, van Juli schrijft de heer Lijsien over het gevaar van den uitvoer van fruit naar Duitschland. Noodgedwongen is de teler er in de jaren, dat er geen export naar Duitsch land mogelijk was, toe overgaan meer zorg aan zijn product te besteden, vooral ten opzichte van sorteering en verpakking en heeft hij wat betreft dit onderdeel een voorbeeld genomen aan den Amerikaanschen teler. Voorloopig vraagt Duitschland weer een onverpakt produkt en waar het den teler gemakkelijker is geen sor teering en verpakking toe te passen, vreest schrijver, dat dè vooruitgang, welke er de laatste jaren was te be speuren, weer verloren zal gaan. In dit verband wijst het echter op hetgeen de leider der Duitsche oofttelers op een congres heeft gezegd en waarbij deze den leden wijst op de noodzake lijkheid van een betere sorteering en verpakking en mededeeling doet van den sterk toenemenden invoer van Amerikaansch fruit, dat door de goede sorteering en verpakking het inlandsche product zal verdringen. De heer Lijsten is van oordeel, dat ook de Nederlandsche teler zich reken schap moet geven van dezen toestand en in plaats van voort te gaan op den ooit te boven komen Noem dit geene vernedering, jon ker toen ik de hand van uwe dochter vroeg, hebt gij mij geweigerd nu gij mij deze aanbiedt, weiger ik u, zoo hebben wij elkander niets te verwijten. Wees gerust, niemand zal ooit, van mij gewaar worden, welk onderwerp wij hier behandelden. Gij kunt op mijn bescheidenheid en kieschheid in deze rekenen. Wat jonkvrouw Constance aanbelangt, wensch ik, dat ik spoedig moge vernemen, dat zij iemand harer waardig heeft gevonden, dat wil zeggen, iemand van haar stand. Zij verdient echter meer dan dat, want het is een braaf, godsdienstig en deugdzaam meisje; hierom, en ook om haar eenvoud, heb ik haar liefgehad. Om hare adellijke geboorte dacht ik in 't geheel met, want ik zou haar hebben bemind, al ware zij eene arme burgerdochter ge weest. Mijnheer Flenking, gij verschijnt mij in een geheel ander licht dan vroeger; ik heb mij in u vergist, ik waande u alleen een braaf jongeling, maar gij zijt uw tijd vooruit en ver boven velen verheven. Jonker Zeilker, was het antwoord, ik heb steeds getracht, mijn plicht te doen en tot dat einde mij zeiven willen leeren kenneneen van' de moeilijkste studiën in het menschelijk leven, die, hoe verder men er in vor dert, ons dikwerf des te meer over ons gedrag doet blozen. De heerVan Doeblenburg reikte den fabrikant de hand, toen hij was opge staan om te vertrekken, en zeide ouden weg, meer en meer zijn aan dacht dient te wijden aan de behande ling van het fruit na de oogst. Alleen, wanneer wij in staatzijr» een product te leveren, hetwelk ten opzichte van sorteering en verpakking gelijk waardig is met het Amerikaansche. zal het mogelijk zijn in de toekomst het groote afzetgebied in Duitschland te behouden. Voorts bevat dit tijdschrift o.m. het verslag van den Centralen Proeftuin voor ooftbouw te Utrecht. De ramp op de Schelde. Een der opvarenden van de reddings boot »Maria Carolina Blankenheim" te Vlissingen, welke ter redding was uit gevaren, heeft aan de »Tel." het vol gende medegedeeld »Wij waren", zoo verhaalde hij, «nauwelijks buiten, of wij kwamen langs zwaar gehavende schepen één was er zelfs met stukgereten zeilen. Wij hebben ze allemaal gepraaid of zij ook assitentie noodig hadden, maarzij riepen terug, dat er buiten schepen in nood zaten; die onze hulp meer noodig hadden." «Omgeslagen schepen hebben wij niet gezien. Al zoekende zagen wij een vaartuig op Zoutelande op het strand zitten. Het bleek even later de Arn. 38 te zijn. Zij zat leelijk en het was duidelijk, dat zij met hoog water tegen de haven kapot zou slaan. Wij nader den de boot zoo dicht mogelijk, maar al te dicht kon ook niet, daar anders het gevaar bestond, dat wij zelf vast zouden raken. Even later hadden wij een lijn naar de Arn. 38 geschoten maar wij misten en de lijn dreef weg. Toen is een matroos van de reddings boot «Crucq" over boord gesprongen en al zwemmende, met een lijn om zijn middel, bij de Arn. 38 gekomen. De opvarenden van de Arn. 38 weiger den echter zich langs de lijn in zee te wagen. Wij hebben toen zéér groote moeite gehad om de boot vlot te krij gen. Wij draaiden op het anker en zetten de schroef er op. Zoo slaagden wij er na eenigen tijd in, de Arn. 38 vlot te krijgen en behouden te Vlissin gen binnen te brengen. Wij hebben verder geen gelegenheid gehad assisten tie te verleenen." Tot zoover het verhaal van den red dingsbootman. Ten slotte constateerde men dat 16 man vermist werden, toen de loodsboot onder leiding van kapitein T. van der Struijs, meldde, dat hij een schipbreu keling van de Arn. 27 aan boord had. Zoodoende waren er nog 16 vermisten. De heer Van der Struijs, doet aan het blad het volgende verhaal van de redding. «Wij bevonden ons nabij Calloo-bank om loodsdiensten te verrichten en wachtten tot wij zouden worden afgelost. Om 7 uur werd de zee echter zeer onrustig en er woei een harde bries. Ik besloot toen, met het oog op de hooge zee, mijn post te verlaten. Bij het naar binnen gaan kwamen wij verschillende visschersvaartuigen tegen, welke met groote moeite trachtten de haven te bereiken. Plotseling nam ik waar, dat één der vaartuigen, naar ik later hoorde, de Arn. 27, in zinkenden toestand ver keerde. Onmiddellijk zette ik koers erheen en naderde het schip, tol op 5 meter. Dichter kon ik niet bijdraaien, daar er dan te veel gevaar voor ons zou zijn, dat onze schroef in de uitge worpen netten verward zou raken. Ik zette onze boot met den kop op zee en wierp een lijn aan boord van het zinkende vaartuig. Een jeugdig matroos van de Arn. 27 sprong over boord, greep de lijn en wij slaagden er met groote moeite in hem aan boord Vaarwel, mijnheer Flenking, ik heb mij te verwijten ondoordacht ge handeld te hebben, daardoor verlaat ik u minder opgeruimd dan ik was gekomen. Reinold drukte haar met hartelijk heid en antwoordde Laat, bid ik u, dit geval geen klove tusschen ons teweegbrengen, en veroordeel mij niet om het gedrag, veroordeel mij niet om het gedrag, waardoor ik door mijn hart gedwongen ben. Gij hebt recht te weigeren, wat u niet aanstaat, wie zou u dat kwalijk kunnen nemen sprak de jonker droef- geestig. Middelerwijl waren zij de deur ge naderd, welke door den fabrikant ge opend werd. De heer Van Doeblenburg trad langzaam de stoep af, in eene gebogen houding, en scheen in die oogenblikken tien jaar ouder. Meteen vlijmenden zucht vervolgde hij zijn weg. Reinold zag hem na, en eene teedere deernis met den ouden man, dien hij onwillig zulk eene smart had moeten veroorzaken, overweldigde zijn hart. Menigeen in zijne plaats had ge noten bij de vernedering, welke hij als eene rechtmatige vergelding had toegebracht, en het zoete der wraak gevoelende, gejuicht in die zegepraal ij hem was dit het geval niet; hij gevoelde zoo gehandeld te hebben, om dat hij niet anders kon, en ware een huwelijk niet eene zaak van zulk een froot gewicht, hij had misschien, om en jonker dien smaad te besparen, zijn aanbod niet geweigerd. Had de te brengen. Het bleek te zijn Gornelis Meerman, de zoon van schipper Meer man. Hij deelde ons mede, dat zijn vader even van te voren in zee was gevallen. Hij had met zijn vader hand in hand gestaan, teneinde niet in het water te vallen, maar op het laatst had zijn vader tot hem gezegd »Ik zal je maar loslaten, jongen, want wij kunnen ieder voor zich beter oppassen, dan wij het zamen doen." Een oogenblik daarna zag hij zijn vader in de diepte verdwij nen. Er bevonden zich aan boord van de Arn. 27 toen nog twee man. Wij riepen hun toe, eveneens den boei te pakken, nadat wij hun deze opnieuw hadden toegeworpen. Geen van beiden durfden zij echter van boord te komen. Ook was het onmogelijk, door het hevige stormweer en den feilen Noord-Westen wind, een jol over boord te zetten. En terwijl wij nog in de nabijheid waren, zagen wij het vaartuig plotseling in de diepte verdwijnen, zonder dat het ons mogelijk was,- de beide opvarenden te redden. Wij zijn toen maar naar Vlissingen teruggekeerd en hebben daar rapport uitgebracht van hetgeen wij hadden meegemaakt." De loodsboot heeft, later nog de om geslagen Arn. 27 nabij Rommekens op het strand gezet. Militaire oefeningen om Venlo. Half September zullen in de omge ving van Venlo groote militaire oefenin gen gehouden worden, waaraan een 7000 tal militairen van diverse lichtin gen zullen deelnemen. Zij komen te liggen in de kazerne of in tenten op het terrein, alsmede op de Gr. Heide. Daar deze oefeningen' mede samenval len met de najaarskermis belooft deze zeer druk te worden. De sïgarenindustrie. Hoewel voor eenige weken in de sigarenindustrie te Eindhoven een kleine opleving te bespeuren viel, is thans weer een ernstige slapte inge treden. Bij verschillende sigarenfabrikanten zijn werklieden ontslagen, terwijl bij anderen halve dagen gewerkt wordt. De toekomst ziet er hier voor de tabaks bewerkers donker uit. Ernstig auto-ongeluk. Zondagnacht om kwart over een heeft te Amsterdam een ernstig auto-ongeluk plaats gehad. Een Fordauto, plaats biedende voor 4 personen, maar waarin 7 personen zaten is in snelle vaart aan de Gelder- sche kade tegen een paal van het geleidingsnet der electrisehe tram aangebotst. Alle inzittenden werden uit de auto geworpen. Drie inzittenden werden zeer ernstig gewond. Ze werden naar het Binnengasthuis vervoerd, waar twee der ernstig gewon den bij aankomst overleden bleek. Het voorloopig onderzoek heeft uit gemaakt, dat de inzittenden allen in sterke mate onder invloed van drank verkeerden. De auto-bestuurder is in hechtenis genomen. De baksteenindustrie tot Mei 1924. Aan het in de jongste aflevering van het Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek opgenomen overzicht van den stand der arbeids markt in de baksteenindustrie gedu rende de afgeloopen winterperiode, ontleenen wij, dat, terwijl in vorige jaren meer en meer fabrieken zich wat het «grondsporen" betreft, hadden in gericht op uitsluitend zomerbedrijf, men thans in verschillende dezer fabrieken weer tot het vroegere edelman zooeven gezegd, dat Reinold hem heden in een ander licht ver scheen, de laatste moest ook bekennen, dat hij den afgewezene minder hart had toegekend. Zoo vergissen wij ons dikwerf in de lieden, die wij op onzen weg ontmoeteneen hoofdgebrek is niet zelden de borstwering, waarachter zich beminnelijke hoedanigheden ver schuilen, die wij niet kunnen opmer ken, voor wij daarachter hebben .ge zien. Het menschelijk hart is een labrynth, waar zelfs de beste opmerkers en karakterkundigen in verdwalen. Freule Constance had reeds een on- gunstigen afloop vermoed, toen zij haar vader het logement zag binnentreden, waar beiden zich nog altijd ophielden. Toch trof haar de slag, toen zij alles vernam, zóó verpletterend, dat zij hare tranen niet kon weerhouden, en uit riep, terwijl zij haar vader medelijdend aanzagIk heb het wel gedacht, wij hebben den jonkman verkeerd be oordeeld, en de vérnedering, welke wij ondergaan, is de straf, die ons toe komt. Vader, ik zal Reinold nooit ver geten wie weet, hoe gelukkig ik met hem zou geweest zijn, want hij bezit een edel hart en be'ere zielshoedanig heden dan menige graaf of baron, aan wiens leiding ik mij ongaarne zou toe vertrouwen. Toen er een jaar na deze gebeurtenis verloopen was, namen de jonker en zijne dochter weder hun intrek op het kasteel. De afgebrande linkervleugel naderde langzaam zijn voltooing, en de systeem om in de wintermaanden klei aan te voeren, is teruggekeerd. Over het algemeen hebben de hooge waterstanden en de herhaalde vorst periodes het grondsporen zeer belem merd, zoodat er voor een deel van het anders daarbij werkzame personeel geen werk was Hoewel men er tegenwoordig naar streeft de campagne vroeg (nl. begin April) aan te vangen, was de weers gesteldheid oorzaak dat men over het algemeen eerst vrij laat met steen maken kon beginnen. In een aantal fabrieken, welke daarmede reeds vóór eind April aanvingen, gingen groote hoeveelheden steen (naar schatting- alleen aan de groote rivieren reeds circa 15 millioen) door bevriezen ver loren. Bovendien ondervonden verschil lende fabrieken hinder van veel regen en hoog water. Het aanbod van werk krachten was over het algemeen groot en over zgn. onderhuren viel niet te klagen. Wat de vraag naar steen betreft was over het geheel de terugslag waar te nemen van den ongunstigen invloed, welken de zeer lange winter op den toestand in het bouwbedrijf heeft uit geoefend. Wegens de volle tasvelden werd tegen zeer lage prijzen verkocht. Echter is in April de afzet belangrijk toegenomen en aan het eind dier maand was er ook verbetering in de prijzen. Intusschen moet als nadeelige factor nog worden genoemd de invoer uit België, welke dit jaar zeer groot dreigt te worden. Voor zoover «onver- glaasde metselsteenen en straatklinkers" betreft, werd in de eerste 4 maanden van dit jaar in totaal ruim 228.000 ton ingevoerd (waarvan 209.000 uit België), tegen resp. ruim 48.000(29.000) en ruim 200.000 (145.000) ton in dezelfde maanden van 1923 en 1922. Samson huwt het sterksfe meisje. Samson Brown, bekend als de «sterkste man van de aarde" is Zater dag te Lewisham in het huwelijk ge treden met Dorothea Dawes, die het «sterkste meisje van Engeland" ge noemd wordt. Onmiddellijk na de huwelijksplech tigheden begaven de gelukkige «ster ken" zich naar Cratford om aldaar een voorstelling te geven. Onderweg hield Brown even bij een automobielreparatie door eenige minuten een kant van den auto 1 d.M. van den grond te houden Bij de voorstelling kneep hij een appel tot moes, dreef met de hand een nagel in een paardenhoef, beet een ijzeren ketting met zijn tanden in tweeën en droeg vier mannen op een tafel. Brown's sterke vrouw verrichtte toeren met halters van 56 pond en droeg twee mannen op een tafel rond Dief en... diefjesmaat. Twee sigarensmokkelaars uit Vaals werden te Aken gearresteerd2000 sigaren werden in beslag genomen. Een dier smokkelaars wist te ont vluchten de andere werd naar de gevangenis overgebracht. De politie mannen hadden van de 2000 sigaren er 500 voor zich gehouden en verkocht. Ook zij zijn in arrest gesteld. Hanzebank. Naar wij vernemen is wederom aan een tiental beambten, werkzaam bij de Hanzebank te 's Bosch, ontslag tegen 1 Aug. a.s. aangezegd zoodat op dien datum nog slechts ongeveer 25 beamb ten daar in betrekking zullen zijn. Door den bliksem gedood. Te Geesbrug is de 18-jarige zoon van den arbeider Luchies door den bliksem gedood. Te Zwinderscheveld is de arbeider L., die op het land aan het werk was, door den bliksem gedood. Ernstige val. Mej. P., uit Rotterdam, viel te rechtervleugel, welke slechts gedeelte lijk geleden had, was geheel hersteld, zoodat niets hun weerhield dezen te bewonen. De jonker nam langzamer hand in krachten af, en werd nog eenigen tijd door allerlei kunstmiddelen op de been gehouden, doch nü twee jaar geleden stierf hij aan die onge lukkige kwaal, welke men verval van krachten noemt. Zijne dochter bewoont sedert dien tijd met tal van dienst boden, als eenige gebiedster, het kasteel Verschillende adellijke heeren hebben sinds aanzoek om hare hand gedaan, waaronder er twee voorkomen van onbesproken gedrag en zeden zij heeft ze echter allen geweigerd. Ook Reinold bleef ongehuwd, en dikwijls ontmoetten zij nog altijd als vroeger elkander op hunne wandeling, doch, ofschoon er dan van weerszijden eene zekere soort van treurig beleefde groeten werden gewisseld, niemand heeft ze ooit weer te zamen zien spreken. Ziedaar dan nu, mijne heeren, de geschiedenis van het kasteel «Doeblen burg" en zijne bewoners, welke ik u heb verteld, zooals de rentmeester mij die zeker wel tienmaal heeft mede gedeeld. Veel daarvan heb ik zelf ge zien en ondervonden, maar mijnheer Van der Wille was bij meer tooneelen tegenwoordig geweest dan ik, en wist ook, als meer voortdurend in de on middellijke nabijheid der familie Zeil ker zijnde, ophelderende bijzonder heden. Ik heb in alles getracht, laatst genoemde te volgen, zelfs zijne manier van vertellen, die altijd is of hij uit Stavenisse zoo van haar rijwiel, dat zij een hevige hersenschudding kreeg en thans in bedenkelijken toestand verkeert. Lijken opgevischt. Te Deest gemeente Drulen werden uit de Waal opgevischt de lijken van een man en een vrouw, welke door een gordel aan elkaar waren verbon den. Uit hetgeen op de lijken werd aan getroffen, maakt men op dat de perso nen uit Den Haag afkomstig zijn en zich te Nijmegen hebben verdronken. Veiligheid in Autobussen. Voor het kantongerecht te Nijmegen werd een autobestuurder uit Grave, die met een autobus een geregelden dienst tusschen Grave en Nijmegen onderhoudt en door de Provinciale Verkeersinspectie van Gelderland was geverbaliseerd, terzake het rijden met een onvoldoend werkend remtoestel, veroordeeld tot f 100 boete of 50 dagen hechtenis. Bij een tournée. door de Inspectie dien dag in de omgeving van Nijmegen gemaakt, werden o.a. weer een tweetal bestuurders van autobussen terzake het rijden met ondeugdelijke rem- toestellen geverbaliseerd. Een dezer bestuurders moest opmerkzaam worden gemaakt op een ernstige breuk in het onderstel van het vehikel, waarvan hij, zoo hij zeide, niets wist. Een romantisch leven. Op he-t politiebureau te Utrecht meldde zich een man van 78 jaar aan, nog kras voor zijn leeftijd, die een poos gezworven had, geen uitweg meer wist en nu om opzending naar Veen- huizen verzocht. Het kon niet. Eenige jaren geleden had hij hetzelfde gevraagd, maar bij onderzoek was toen gebleken dat hij niet in staat was te werken. Toen hem dit verteld werd, deed hij het verhaal van zijn leven... een roman... Hij was in 1846 geboren te Utrecht, van goede huize, diende 5 jaar als dragonder, meldde zich in 1870 bij het Fransche leger aan, maakte tal van bekende veldslagen mee, ging later met een Fransche expeditie naar Algiers om een opstand van Arabieren te onderdrukken, nam ook hier aan ver schillende veldslagen deel, volgde weer vice-admiraal Gourbet naar Formosa vocht eenige jaren in China en kreeg na 19 jaren zwaren dienst een pensioen van 705 fr. Driemaal was hij gewond, een bajonetsteek in de hand, een kogel in 't been, een sabelhouw in den hals. Na zijn pensionneering leidde hij een zwervend leven, werd eenigè jaren geleden in het Armenhuis te Utrecht opgenomen, kon 't daar niet uithouden, maar was na een nieuwe zwervers periode ten einde raad bij de politie te iand gekomen. Deze verwees hem weer naar de Aalmoezenierskamer, waar hij in genade werd aangenomen. Ontploffing. Zaterdag is in de asphaltfabriek Holland van Hartog en Co. te Nij megen een ontploffing geschied. Bij het openmaken van een ijzeren-vat, dat grondstoffen voor het maken van asphalt bevatte sloeg plotseling het deksel van het vat af. De fabriekschef D. kreeg het ijzeren gevaarte tegen het hoofd en was onmiddellijk dood. De smid De H. werd inwendig zwaar ge kneusd, zoodat men voor zijn leven vreest. De arbeider v. d. L. kreeg een lichte schram aan den arm. Noodlottig ongeval. Bij het vervoeren van een met 2000 K.G. ijzeren balken beladen kar van den Maasdijk te Lithoyen af, schoof een der balken naar voren van de kar, waardoor de voerman P. M. van Oss in den rug werd getroffen. Hierdoor kwam M. zoo ongelukkig een boek voorleest, heb ik mij, door hem dikwijls aan tehooren, eigen ge maakt. Had ik u op mijne wijze ver haald, z.ooals ik dit in mijne jeugd gewoon was, dan zou dit waarschijn lijk in een anderen vorm zijn geweest. Mijnheer Van der Wilk houdt er van die deftige woorden op na, welke men, zonder te willen, overneemt, althans als men iemand gaarne mag lijden. Ik bad wat gegeven, zoo hij zelf hier ware geweest, dan hadt ge nog iets anders gehoordevenwel ik heb mijn best gedaan, en ik hoop dat gij allen tevreden zult zijn. Wij verklaarden ons zeer voldaan, uitgenomen Krelis Blauw, die verheugd scheen dat het verhaal eindelijk uit was. Mijne heeren, riep Jasper, wij zijn nabij het nieuwe jaar, de klok zal zoo twaalf slaanwat mag ik u aan bieden, om op ons aller welzijn te drinken Ik hield mij bij het oude receptje. Krelis Blauw wenschte een eenvoudig glas water, en hoe men hem wilde beduiden, dat dit niet was zooals het behoort hij scheen daar niet van af te brengen. Jasper, Pulman en Kalp namen een glaasje cognac. Ik vermeld dit alles, omdat het tot den goeden loop van het verhaal noodzakelijk is, en vestig bijzonder de aandacht mijner lezers juist op de cognac. De Friesche klok gaf de «eerste snik", welke altijd het volle uur schijnt vooraf te moeten gaan, en daar kwam de eerste slag. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1924 | | pagina 6