Tweede blad. Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken, fM gouden Bidsnoer. Een Kolenmijn. De Wereldbrand. K K U L LiJLiiCTON Klaassen-Hoedemakers te klas Dames- en Ueeren- Kleermakerij Zaterdag 19 Juli 1924 4Be"Jaargang No 29 ABONNEMENTSPRIJS PER KWARTAAL voor VENRAY 65 c. franco per post 75 c. voor bet buitenland (bij vooruitbetaling) f 1,30 Hfzonderl. nummers 5 c. PEEL EN MAAS Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon 81. PRtfS DER ADVERTENTIEN 1—8 regels 60 ct elke regel meer 71/* ct Advertentiën bij abonne ment groote reductie. De verwilderde gymnasiast Prinzip zwierf te Belgrado rond. Soort zoekt soort, en soort vindt soort: in minder dan geen tijd was Prinzip opgevallen aan en ontdekt door andere wraak zuchtige Bosnische emigranten, die op allerlei wonderlijke wijze aan het leven zochten te komen en naar gunst bewijzen haakten uit den kring der Servische koningmoorder van 1903, Dragoetin, Dimitrijewitsj, Petrowitsj, Doeliisj, Antitsj, Gentsjitsj, Novakowitsi e.d. waren de mannen die hun gunsten, steun en raad in 't geheim aan de «dolle Bosniërs" verleenden. Zelf moeten die Servische rassamen zweerders alles vermeden hebben, dat de regeering te Belgrado iets van hun gekonkel te weten kwam. Des te bit terder voor de Servische regeering, toen zij zich door het zijdelingsche gekuip van enkele harer onderdanen die lot den moord van Serajewo hadden gedreven en geholpen, na den 29en Juni voor een ultimatum geplaatst zag, dat oorlog inhield. In materieel opzicht had de ex-gym nasiast Prinzip het te Belgrado niet breed gehad. Meestal leed hij honger, sliep nachten achtereen op banken aan de rivier. Dat, gevoegd bij zijn geestelijken en lichamelijken aanleg, bestemde hem voor, om "temidden der naar hun Bosnië terugverlangende emigranten, de bijzondere rol te ver vullen, welke dergelijke noodlotligen naar voren dringt Toch werkte Prinzip nog en deed hij staats-examen. Een nietige gebeurtenis zou den doorslag geven. Prinzip ontving een envelopje, waar in een onbekende hem een kranten- uitknipseltje in handen speelde. Het bevatte niets anders dan dit: «Einde Juni (1914) zullen twee Oostenrijksché korpsen, manoeuvres houden in midden en zuidelijk-Bosnië onder leiding van Aartshertog Frans-Ferdinand. Den 29sten Juni a.s. wordt de aartshertog, begeleid door zijn gemalin, te Serajawo verwacht." Prinzip bezwijmde; hij, met de praktijk van »geheim-bonder" achter zich, voelde dat er een beroep werd gedaan op zijn vastberaden opofferingsgezindheid. Eerst zeer onlangs (Jewitsj heeft dit bekend) is uitgekomen, dat de anonyme verzender van het krantenknipseltje de arbeider Tsjabrinowitsj is geweest. Prinzip zou het schot lossen, waar toe de terrorist Tsjabrinowitsj het Ku Klux Klan-achtige bevel gaf. Zonder verder veel van Tsjabrinowitsj af te weten, maakte Prinzip zich op voor de reis. Hij was dus reeds de voor een nog niet beganen moord bezwe- kene... Prinzip ging tot zijn mede uitgewe kenen. Ik ga den Oostenrijker dooden. Wie gaat mee? Men verschafte hem bommen ('t is op den Balkan)! de Servische majoor Tankosijts zorgde voor revolvers; Prinzip kon gaan. Maar toen hij ging, merkte hij, dat veel anderen zich opgemaakt hadden naar Serajewo te trekken om »den Oostenrijker te dooden." Tsjabrinowitsj de arbeider, en de onderwijzer Iljitsj werkten druk aan een uitgebreide moordcampagnehet was hun niet vbldoende dat de dweper Prinzip alleen ging, gehoorzamend aan een anonymen wenk Op verschillende punten in Serajewo zouden de uitgewekenen binnendringen en postvatten langs den weg, dien aartshertog Frans Ferdinand volgen zou. Met behulp van bevriende inwo ners van Serajewo zouden de terroris ten plekken uitkiezen van waar ge schoten en met bommen gegooid kon worden... Weer werd Prinzip een briefje in handen gespeeldhet luidde aalles is in orde Voorwaarts 1" Behalve van revolvers en bommen, bevond ieder der deelnemers zich in 't bezit van een fleschje vergifhet doel laat zich licht raden. Cynisch doet het ons thans aan in de geheime rappor ten te lezen, welke nog steeds niet volledig gepubliceerd zijn «het vergif is gebleken niet deugdelijk te zijn"... Ook had ieder samenzweerder een doosje Driana-sigaretten bij zich daar aan kon men elkaar herkennen. De ploeg Tsjabrinowitsj-Iljitsj kwam nog eenmaal samen in een kroegje buiten Serajewo»wij waren somber en gedrukt. Niet zoozeer dat wij zelf slachtoffers konden worden van ons fatale plan, zat ons dwars, veeleer het gevoel dat wij iets gingen doen, waar van de wereld zou opschrikken en waarvan de gevolgen niet waren te overzien. Maar ach wij waren Slaven, wij zongen gedempt somber op- zweepende liederen. Wij dronken ons dronken aan den waarzin waarin wij geleefd en gestreden hadden. Wij had den dien graad van koelbloedige krank zinnigheid bereid, die al het mensche- lijke vervangt door dierlijkheid. Wij verlieten elkaar. Elke wolf zwierf zijns weegs. Bosnië's vonnis was geveld. De executie drong"... 24. Deze was op hartelijken toon ge schreven, en liet niet onduidelijk door schemeren, dat de edelman zich in een eenigszins moeilijk geval bevond, nu hij het menschlievend gedrag van den braven fabrikant tegenover den harden maatregel van afwijzing stelde waartoe hij zich «genoodzaakt" vond, zooals hij altijd nog dacht, toen Reinold om de hand zijner dochter aanzoek deed. De toestand van freule Constance baarde echter al spoedig zeer veel zorgen, en de vrees, dat de zware koortsen, waaraan zij lijdende was, haar het leven zouden kosten, leidde zijne gedachten af, en vestigde zijn geest op geheel andere zaken. Veertien dagen lang lag het meisje buiten ken nis, en de dokter had de hoop op haar behoud reeds opgegeven, toen er na de crisis in haar lijdende toestand eenige verbetering was te bespeuren. Wat men vreesde, gebeurde niet. Ofschoon geheel uitgeput en krachteloos, had men spoedig de verblijdende overtuiging dat het gevaar geweken was, en zij herstelde, doch zeer langzaam. Ook in den toestand van haar vader kwam eenige verbeteringzijne wonde genas gaandeweg, en ofschoon zijne kneuzin gen geen volkomen herstel deden ver- BOXMEER Prachtige coupe. Fyne stoffen. Billijken prijs. Levering direct. Door GERARD LEMMENS. (Slot.) We gaan weer in de kooi afgesloten naar boven, waar we na slechts enkele malen tot tien geteld te hebben, aan komen. Even wil ik nog aanhalen in 't kort wachten, was hij na drie maanden zoover gevorderd, dat hij uit kon gaan. Zijne gezondheid was echter gesloopt en de dokter geloofde, dat zijn einde niet ver meer verwijderd was, hoewel hij hierover zich nimmer uitliet. Lang voor de tijd was gekomen, dat haar vader kon uitgaan, had Con stance genoegzaam hare krachten her kregen, om zich buitenshuis te begeven, en hoe zorgvuldig er vroeger op werd gepast, dat zij zich nooit in den omtrek alleen vertoonde (gij allen weet waar om), thans deed zij lange wandelingen, geheel alleen, en de jonker scheen daar niets van op te merken, of haar althans daar niet in te willen tegen gaan. Reinold, die na het onheil van »Doeblenburg", hoezeer hij ook lijdende was, geen oogenblik te huis bleef, wanneer zijne tegenwoordigheid, zooals hij meende, daar buiten werd vereischt kwam de jokvrouw herhaalde malen tegen, groette haar bij die ontmoetingen zeer beleefd, doch liet het daarbij dan ook blijven. Het verwonderde het meisje even zeer als haar vader deed, al sprak hij er nimmer met zijne dochter over, dat de fabrikant hun nooit een bezoek bracht, te meer daar hij zich dikwerf in de buurt bevend. De koele beleefdheid van den jonkman griefde Constance zeer. Zij vertelde het nimmer aan haar vader, maar zij had een gevoel, alsof zij hem het grootste onrecht had aangedaan en ofschoon zij Reinold nog altijd eene hoe een schacht wordt aangelegd. Het is een werk dat jaren kan duren, ge middeld 2 tot 3 jaren, maar ook lan ger, vooral als men door sterk water- inhoudende aardlagen of dooreen laag drijfzand heen moet, die soms 60, ja, naar ik meen, op de Maurits 330 M. dikte kan hebbefa. Men past hiervoor allerlei hulpmid delen toeeen dier hulpmiddelen is, wat thans het meest wordt gebruikt, de bevriezing. Door de proefboringen van voorher weet men reeds hoe de lagen, waardoor men heen moet, er uit zien, d. w. z. welke lagen steen, zand enz. men heeft te doorwerken. In de »natle" lagen wordt, als juist ezegd, de grond tot op een flinke iepte onder die lagen bevroren. De koude wordt door mecanische werk tuigen enz. den grond ingejaagd, zooals men dat zegt. Het bevriezen gaat echter zooin de boorgaten cir culeert een vloeistof (bv. chloorcalcium enz.), die den grond warmte onttrekt, welke dan boven wordt afgestaan aan een andere vloeistof van uiterst lage temperatuur, een en ander natuur lijk ver onder het normaal vriespunt van water. Dit doet men zoolang tot de ge- wenschte ijsmuur rond de toekomstige schacht is verkregen. Dan wordt er verder afgediept en de schacht ferm bekleed, dat ze niet meer wordt inge drukt en men geen last meer heeft van het drijfzand enz., dat weer gaat ontdooien. Met hijschwerktuigen wordt het uitgediepte zand, steen enz. langs de reeds zoover afgediepte schacht naar boven gebracht, en ook de arbêi- ders naar beneden gelaten, zelfs soms in een soort ton. Zooals in een der vorige bijdragen aangehaald, komen de kolen met de zelfde kooien, als waarmee de arbei ders worden vervoerd, naar boven. Maar dan gaat de kooi snellermen past in diepe mijnen wel snelheden toe van 18 M. per seconde, wat voor waar een aardig vaartje is. Met zulk een snelheid zou men vanuit Venray in 'n 22 minuten te Venlo aankomen 1 Maar de snelheid van 15 M. per seconde is nog niet het minimum. Wanneer de volle kol en wagentjes (in elk kolenwagen te zit ongeveer een halve ton) opkomen, worden ze direct op den daar aanwezig zijnden losvloer getrokken uit de kooiverdiepingen, terwijl terzeifdertijd aan den anderen kant de geledigde wagentjes in de kooiverdiepingen geduwd worden. Dat dit een flink lawaai geeft, behoeft geen nader vertoog. Men moet haast schreeuwen wil men elkaar verstaan Als de volle kolenwagentjes op den losvloer getrokken zijn, worden ze direct omgekiept of omgestort in een der gewoonlijk meerdere aanwezig zijnde zeefinrichtingen, die konstant door liggen te schudden, dat de vloer ervan dreunt. Ze jagen een flinke massa stof omhoog. De ledige wagentjes worden weer schachtwaarts gereden maar onderwijl is de kooi reeds naar beneden gegierd, en een nieuwe kooi boven, waar de volle kolenwagentjes weerom worden uitgetrokken en dé zoo juist ledig gekomen wagentjes worden ingeduwd, alles vlug, vlug, oprechte genegenheid toedroeg, haar verstand, door hare familiekwaal «adeltrots" in de war gebracht, stelde haar echter gerust, dat zij geene partij voor den fabrikant kon zijn, en daar om het woord van afwijzing, door haar vader Reinold toegevoegd, iets was, dat zoo moest wezen. Toch kon zij niet nalaten, dage lijks over den moedigen en mensch- lievende jongeling met haar vader te spreken, en bleef het hem niet verbor gen, dal zijn kind den braven fabri kant nog altijd een warm hart toedroeg. Jonkvrouw Constance betreurde hei nacht en dag, dat de heer Flenking niet van adellijke familie afstamde. Hoe meer de laatste voortging, het meisje met die koele beleefdheid te behandelen, welke alle gemeenzaam heid buitensluit, en dikwijls voor een fijngevoelig hart zoo kwetsend is, des te krachtiger werd hare genegenheid, en er waren oogenblikken, dat zij alles er voor zou hebben gegeven, als zij zijne stem maar eens had mogen hooren. Reinold bewaarde echter eene onverstoorbare gemoedskalmte zonder onvriendelijk te zien, stond zijn gelaat, wanneer hij haar ontmoette altijd even strak, en had bijwijlen zelfs iels treurigs. Dikwerf kwamen de gedachten in haar op, hoe zijne blikken zouden veranderen, en welk eene vroolijkheid en opgewektheid zij zouden vertoonen, zoo hij op het onverwachts hare hand verkreeg, en zonder het zijne dochter mede te deelen hield de jonker zich dikweif met dezelfde gedachten bezig. Bijna geraden, maar niet heelemaal juist. Mijne schoenen zijn nog als nieuw. Aan een goede vriendin als jij, wil ik mijn geheim wel verklappen. Ik laat mijn schoe nen geregeld met bruine of donker bruine Erdal onderhouden, dan waar ge op 't eerste gezicht 't hart van vasthoudt, denkend elk oogenblik een ongeluk te zien gebeuren, dat evenwel toch uitblijft. Door de zeefinrichting, waarin de koleninhoud der wagentjes is neerge stort, krijgt dit werk-gedeelte der bovengrondsche werk-afdeelingen den naamzeverij, soms ook separatie genoemd, van het Fransche woordje séporer (verdeelen, zeven) afgeleid. De immer schuddende zeefinrichting scheidt de kolen hier in grootere soorten, de stukkolen, half-stukkolen, en dergelijke afmetingen deze kolen worden ook genoemd de ongewassche- ne kolen, ter onderscheiding van de andere kolenafmetingen, die, zooals we dadelijk zullen zien, gewasschen worden. Vanuit de zeefinrichting vallen de gezeefde grootere soorten kolen op lange banen, elke baan heeft zijn eigen kolensoort. Langs deze steeds voort- wentelende en weer terugkeerende banen staat een of twee rijen arbeiders, die de steenen uil de kolen halen daarom noemt men deze arbeiders Hij begreep evenzeer als Constance waaraan die treurigheid en koelheid te wijten was, maar bet kon nu een maal niet anders, er moesten toch ver schillende standen in de maatschappij bestaan, en hij mocht zijne dochter niet aan een fabrikant uithuwen, en dan nog wel een van zulk een lagen oorsprong. De vormen van het leven, door het koele, afmetende verstand teweegge bracht, waren voor den edelman alles, en deze mochten nimmer verwaarloosd worden. Wat het hart gevoelde moest onderdrukt worden, ten koste van wat ook, wanneer het den glans van zijn geslachtswapen kon verduisteren. Toch kon hij niet ontkennen, dat Reinold Flenking geen gewoon mensch was hij bezat ook in zijn oog edele ziels hoedanigheden, schoone eigenschappen, die 't hart van een edelman zouden versieren, en waarbij menig adellijk heer te kort schoot. Hij had eerbied voor zijn moed, waarvan hij nu ten tweede male zulk een schitterende proeve had afgelegd, koesterde geene geringe achting voor zijne mensch- lievenheid, welke in alles doorstraalde, en bovenal waren het verstand en be leid, waarmee hij zijne zaken bestuur de, en waardoor hij aan zoo menigeen brood verschafte, toonbeelden van zijne oprechte bewondering. Daarbij voegde zich nog een gevoel van dankbaarheid voor den redder van zijn leven, die ook dat zijner dochter eenmaal had behouden, en de slotsom was, dat hij bij zich zeiven redeneerde: «Ik wil toch wel gelooven, dat de jonkman sorteerders. Daar de baan blijft door glijden tot aan de ommedraai, waar ze zich buigt en terugkeert, gaan de kolen van zelf mee, en glijden bij het baan- eind in een z.g. gleuf, die de kolen stort in de daar onderstaande wagon. Deze, vol zijnde, wordt weggehaald, en een nieuwe, ledige nog, wagon er weer onder gereden. De volle wagons worden van deze plaats dan weggehaald door de aan de mijn-zelve toebehoorende locomotieven en gereden naar de lijn der Staatsspoorwegen, alwaar ze aan de kolentreinen worden gekoppeld en weggereden. Het gruis en de kleinere kolen- brokken, die de zeefinrichting doorlaat, vallen in een andere vergaarinrichting, van waaruit aanhoudend een glijbaan opwaarts gaat, en de kolen zoodus meevoert tot de bovenste verdieping van een ander groot mijngebouw. Dit gebouw is de wasscherij. Men begrijpt wel, dat het ondoenlijk zou zijn voor de arbeiders, om uit het gruis en de kleinere kolenbrokken de steenen te zoeken. Voor dit, voor handen ondoen lijk werk, heeft men een ander hulp middel, nl. het water. zich zeer getroffen zal hebben gevoeld toen ik hem zijn aanzoek niet toestond. Maar als ik nu eens over dat verschil van stand kon heenstappen," dacht hij dan weer, «zeker is het dat Constance met hem gelukkig zou zijn. Met zijne uitmuntende zielshoedanigheden weet hij eene vrouw te waardeeren. Zijn vermogen, dat hij door noeste vlijt op eene eerlijke manier heeft verworven is aanzienlijk genoeg, om mijn kind, ook al bracht zij van haar zelve niets mee ten huwelijk, allerlei gemakken en genoegens te bezorgen, die het leven veraangenamen. Is hij al niet van adel. hij heeft zich die beschaving weten eigen te maken, waardoor hij in onze kringen zeer goed op zijne plaats is. Nimmer zou hij Constance oneer aandoenhet is nu maar alleen, wat zullen mijne adellijke vrienden er van zeggen Maar ben ik niet dwaas mij daaraan te storen, wanneer ik mijn kind gelukkig kan maken Want dat zal ik zeker. Geen mijner vrienden heeft zonen, die Reinold in rechtscha- Ipenheid evenaren. I Deze gedachte uitte hij aan zijne dochter, toen hij besloten was den anderen dag, nu hij zich genoegzaam hersteld gevoelde, na eene wandeling, een bezoek van dankbetuiging bij Reinold af te leggen. Spoedig bemerkte hij, dat hij van de zijde zijner dochter geen tegenstand ondervond, en dat, zoo hij als vader zijne toestemming tot eene echtverbintenis met den fabrikant niet weigerde, van hare zijde volstrekt geen tegenstand was te verwachten.

Peel en Maas | 1924 | | pagina 5