Gtemengd Nieuws eenmaal de gewoonte van Balkan-fat soen mee. Men nam het echter niet ernstig op. Ongelooflijk: Rusland en Roemenië deden lief tegen elkaar aan de oevers van Djnester en Proeth. En Duitschland Te Kiel werden daverende sportfeesten gegeven te eere van Engelsche mariniers 1 De koning van Wurtemberg werd blijgemaakt met een eere-doctoraal van de univer siteit te Oxford. De keizer spelevaarde op de Noordzee, en Krupp deed heele- maal niet geheimzinnig met een pas klaargekomen reuzenkanonSpeel goed.... Van Oostenrijk-Hongarije hoorde men niet veel, maar niemand dacht er aan, dat de stilte in de Donaulanden verraderlijk kon zijn. Wel heerschle in het naburige Servië een gevaarlijke kabinetscrisis, doch men vond dat eerder normaal dan abnormaal. Een Servië zonder kabinets crisis zou Servië niet geweest zijn. Somber en zwart stond in de Juni- maamd van 1914 het Albaneesche avontuurslechts wij, Nederlanders, moesten dat ondervinden. Onze gene raal De Veer kwam terug. Thompson werd gedood op de brug van Durazzo. Wie nerinnert zich niet de emotie rondom den dood, en de uitvaart van dien knappen lieder, dien humanen vormer der Albaneesche gendarmerie? Wij hadden ons gestoken in het Albaneesche avontuur om der wille van de mogendheden doch konden den Mbret prins Von Wied, niet hand haven. De Albaneesche stammen vlo gen tegen elkaar op; Italië en Servië loofden en boden om den gunst der krakeelende Albaneezeri. Duitschland liet den Mbret schieten en zag uit de verte toe. Veeleer maakte men zich in Duitschland druk om.... belasting van het vrijgezellen-dom. Thompsons opvolger, Kroon, kon het tegen Prenk Bib Doda niet bolwerken, maar wij lachten alweer, oubollig volk als wij zijn want kwam er niet een revue, waarin Prenk Bib Doda 'n stuk soda werd genoemd Men loopt immers liever naar een revue, dan dat men doordenkt op een woord van landgenooten, die in den barren vreemde zich een onmogelijke taak zien opgelegd. Dat woord echter luidde letterlijk »Albanië walgt ons Beroepsmilitairen spraken van walging, naar aanleiding van een avontuur gelijk aan een Indianenroman Het woord ging helaas verloren. Minder verloren was het woord waaraan wij den 22sten Juni 1914 herinnerd werden door den dood van een beroemde pacifiste, die tot ons gesproken had in het wereld-beroemd geworden werk »De Wap£n Neer 1" Bertha Von Sutlner. Haar walgde meer dan Albaneesche avonturen. Zij stierf aan den vooravond van het uitbreken van den wereldbrand- slingeren de afgevaardigden uit het vroegere Duitsche gebied den premier scherpe en welverdiende verwijten naar het hoofd. »Ik ben bevreesd voor hetgeen er gebeuren gaat", verzekerde de Elzasser afgevaardigde Schumann aan de Echo de Paris. »Ik verzeker u, het voortdu ren van het offensief van Herriot zal in onze gewesten de meest geduchte uitwerking hebben. Op den dag na den wapenstilstand hebben wij ons in de armen van Frankrijk geworpen, omdat wij meenden verzekerd te zijn dat de slechte dagen van godsdienstvervolging van den Combestijd, niet zouden terug- keeren." En zijn mede-afgevaardigde Charles Frsncois riep in de Ivamer, toen hij uit Herriot's mond vernomen had, dat de leekenwetten van A tot Z zouden worden doorgevoerd öök in Elzas-Lotharingen >>De Boches hebben ons onze vrijheid gelaten wil de heer Herriot ze ons nu ontnemen En de premier wist hierop geen ander antwoord te geven dan »Wat gij daar zegt, is schandelijk". Pardon, zoo roept de »Gav.loïs" uit,schandelijk is het niet dit woord te spreken, maar aanleiding ertoe te geven, dat het ge sproken moet worden. De zoogenaamde vrijdenkers van het slag van Herriot en Francois Albert zijn gevoed met den leeken-godsdienst en de leeken-moraal, voor welke het katholicisme de groote en eeuwige vijand is. Zal Herriot het inderdaad durven verstaan ter wille van de abstracte ideeën, die hij per soonlijk aanhangt, den burgeroorlog te ontketenen in de provincies die wij tot zoo duren prijs hebben heroverd Drijvers als hij, zijn vreeselijke men- schen. Wat beteekent voor hem een stuk vaderland I Zij willen de zedelijke eenheid van Frankrijk bewerken. El zassers, Lotha ringer zullen zich even wij Parijzenaars moeten bukken voor het dogma der verleeking en ontkenning, ofwel hij zal ze breken. Heeft Balzac niet gezegd »In de de mocratieën kent het despotisme geen grenzen, het noemt zich wet Of Herriot de katholieke harde kop pen der Elzassers zoo licht zal doen bukken als die der Parijzenaars, dur ven wij even vast betwijfelen als wij hopen dat hij daarin nimmer moge slagen. jf)e Katholieken in Elzas-Lotharingen doen zich gelden. Naar men weet is als een der eerste punten van het werkprogram van Frankrijk's nieuwen premier, Herriot, aangegeven, de opheffing van het ge zantschap bij het Vaticaan en verder de algeheele doorvoering der leeken wetten. Het Kamerlid Jonnart, oud-gezant ten Vaticane, heeft het voornemen te kennen gegeven om de regeering te interpelleeren omtrent het eerste punt. Wat het andere aangaat, ddarover is reeds alles in rep en roer in den Elzas Wel verre van zich de hooge gunst der heeren te Parijs te verzekeren door allerlei spitsvondige overeenkom sten te sluiten, waarbij de uitvoering der voorgenomen laïceeringsplannen toch niet wordt tegengehouden, doch enkel een schijn van goedgezindheid jegens den Katholieken godsdienst kunstmatig in stand wordt gehouden ernstige plooien aangenomen, en hij scheen het gekscheren geheel ver leerd. Jasper, sprak hij, ik kan je niet zeggen hoe akelig ik ben. Ik verklaar je, als er ooit weer van brand gespro ken wordt, zal je nooit meer van me hooren, dat ik het een mooi gezicht vind. Ik wil je gelooven, gaf ik hem ten antwoord, men moet zich ook nimmer in èens anders leed verheu gen. Het is het best alle harten naar zijn eigen te rekenen. Hij dwaalde weer van mij drong door de dicht opeengepakte me nigte heen en liep een bekende tegen het lijf, die zich met kracht een weg door het gedrang zocht te banen. Het was Reinold Flenking, die op verderen afstand van het kasteel woonde dan wij, en wiens voorkomen duidelijk de haast toonde waarmede hij had geloopen. Nauwelijks had hij het gevaar gezien waarin de jonker verkeerde, of hij begaf zich naar den rechtervleugel van het gebouw en mat de zich daar bevindende ladder als met zijn oog. Mijnheer Flenking 1 smeekte de freule, heb medelijden, heb mede lijden met ons, red mijn vaderGeef mij mijn vader terugGij alleen, ik weet het, hebt er den moed toe, en zult met Gods hulp hem voor mij be houden. Indien hij te redden is, zal ik het doen, was het korte en beslissende antwoord van den fabrikant, die in oogenblikken van het grootste gevaar Een slecht humeur, slapeloosheid en schele hoofdpijn worden vaak veroor zaakt door leverstoornissen. Foster's Maagpillen zullen het kwaad spoedig overwinnen. Zij wekken de lever op en worden aanbevolen tot het genezen van galzucht, verstopping en ms kwalen. Prijs per flacon van vijftig versuikerde pillen f 0.65 in apotheken en drogistzaken. 10 Ouder vroede vaderen. Donderdagavond kwam de raad der gemeente Hedikhuijzen bijeen. Dat het er zou spannen was bekend, de be langstelling was dan ook gröoter dan gewoonlijk. Hoe men in dezen raad debatteert, moge blijken uit het vol gende De heer Dobbelsteen Mijnheer de Voorzitter, ik wil het woord voor een persoonlijk feit. VoorzitterIk weet wel waar ge heen wilt. Ik geef daar geen gelegen heid voor. Dobbelsteen De Voorzitter met z'n bekrompen verstand heeft... VoorzitterWat zeg je daar Is jou verstand zoo groot? Maar ik zou maar eens zwijgen of anders... Dobbelsteen Jij wil nu altijd zoo'n goed katholiek zijn... Wethouder van Engelen: Wat heeft dat er nu mede te maken Dobbelsteen Laat me uitpraten. De dit op de meeste lieden voor had, zijn geest voor afwijkingen te kunnen be hoeden. De jonkvrouw had zich voor hem op de knieën geworpenhij richtte haar op en sprak haar moed in, het was of zij sinds datoogenblik veel kalmer en bedaarder werd. Jonker Richard stond in de onmid dellijke nabijheid, met over elkander geslagen armen en iets onbeschrijf baars in zijn blik, het onheil aan te staren. Reinold liep op hem aan, vatte hem bij den schouder en trok hem naar de ladder. Hij liet zich leiden als een kind. Ellendeling 1 riep hij, zoo gij uw leven in een tweegevecht hebt willen wagen, waarom toont ge dan hier niet uw moed, waar het noodig is Het geldt immers het leven van uw vader De nietswaardige jonker zweeg en beefde zichtbaar bij deze woorden. Gij hebt mij voor lafaard geschol den, vervolgde Reinoldweet j wel wat dat zeggen wil, voor lafaard Zie dan nu of ik een lafaard ben. Hier is mijne hand, voel haar, zij trilt en beeft niet gelijk de uwe. Bij deze woorden schudde hij den jonker, zooals men zegt, een door elkaardeze bood geen wederstand. Het eenige, wat de geest van den woestaard bezighield, was, dat de kostbare rozenkrans ver loren ging, dien hij zoo gaarne in zijn bezit zag. Welnu, de tijd is kort, die mij tot beraad overblijft, ging de fabrikant op gejaagden toon weer voortmaar Voorzitter wil altijd doorgaah voor èen heel braaf katholiek man, maar wil ik eens zeggen wat hij is Hij deugt niet. Het is een groote farizeër. Wethouder WinkelIk heb nog nooit zoo'n akelig ventje gezien als dien Dobbelsteen. Hij kan niets anders dan den boel in de war sturen. Een groote snotneus, een echte kwajongen is-ie. De Voorzitter: Bandieten streken uit halen kan hij, anders niet. Dobbelsteen Maar dan ben jij toch de grootste bandiet. Dat zal ik eens gauw bewijzen. Wethouder WinkelAls je er de kast niet voor in ging dan zou je hem den nek omdraaien, dat akelig »kleine ventje, maar van zoo'n zoodje heb je alles te wachten." De Voorzitter, Ik schors tot Vrijdag morgen de vergadering. Enkele leden van den Raad verklaar den niet meer te zullen terugkomen.... Ook een verontschuldiging. De melkboer P. Z. te Marken is door den kantonrechter te Purmerend ver oordeeld lot f 150 boete, omdat hij melk vervalschte met 16 pCt. water. Hij gaf als verontschuldiging te ken nen, dat hij anders niet al zijn klanten kon bedienen. Levend verbrand. Het »IJandelsbl. v. Antwerpen" meldt: Te St. Pauwels woonden twee oudjes van rond de 80 jaar, genaamd Frans en Alois De Bliek de een was half lam en de andere geweldig doof. Frans was nog al liefhebber van rooken en zijn broer Alois, moest altijd zijn pijp gereedheid maken en hem dan geven. Dit was ook het geval Zondag, en Frans zette zich dan te rooken in huis terwijl Alois buiten ging zitten. Opeens hoorden de buren een verschrikkelijk gekerm in huiszij liepen vol schrik toe en vonden den ongelukkige half verkoold in de woning. Geneesheer Van Haelst en onder pastoor Seys van Steneke, kwamen ter plaatse o«i den ongelukkige bij te staan, maar eenige oogenblikken nadien was hij overleden ten gevolge van de pijn. Zijn broeder buiten had niets gezien of gehoord: Tan dverzorging. Misschien ware het beter, wanneer wij schreven»tandverwaarloozing". Want het is droevig, maar waar: wordt aan de tanden, vooral van de kinderen, te weinig zorg besteed. En toch is een mooi, gaaf gebit niet alleen een sieraad, maar ook een eisch van goede gezondheid. Immers zonder een goed gebit is 't niet mogelijk ^ns voedsel behoorlijk te vermalen en daardoor wordt de maagte veel inge spannen. Onderzoekingen in het buitenland hebben aangetoond dat vooral bij kin deren een goed gebit hooge uilzonde ring is. Wanneer men in ons land daarnaar een onderzoek ging instellen zouden de resultaten waarschijnlijk wel dezelfde zijn. Gelukkig, dat men in verschillende steden, vooral in Duitschland, van ge meentewege veel doet ter bestrijding van mond- en landziekten speciaal bij kinderen. Straatsburg heeft eene kli niek, die meer dan anderhalve ton gekost heeft. In Dresden zijn van ge meentewege tien tandartsen aange steld, die zich den geheelen dag bezig houden met de verzorging van de ge bitten van schoolkinderen. Verdc krijgen de kinderen een blad met raadgevingen mede. Bijvoorbeeld, dat het goed is de tanden tweemaal per dag te horstelen met een solutie van een lepel zout en een liter water. En verder om den dag met tandpoeder. Ook in Zwitserland doen de gemeen ten veel voor de verzorging van de gebitten der schoolkinderen. Sinds dien tijd is de gezondheid van de schoolkinderen op eene aanmerkeliike wijze verbeterd. Een kreupele oplichter. 2 jaar gesimuleerd. Door het beleidvolle optreden van den recherche-inspecteur J. Stevens te Tilburg is dezer dagen een massa- oplichtingsaffaire aan 't licht gebracht welke voor een groot gedeelte voor de bevolking van 't Zuiden des lands, schier ongelooflijk is. Ruim twee jaar geleden verscheen plotseling in Tilburg een zich noemen de Pierre Ditz, die veel opzien baarde, door de vreeselijk ongelukkige wijze, waarop de man liep. Door zeemlappen te verkoopen langs de huizen, verdien de de man, behalve hetgeen hij aan giften kreeg, een behoorlijke brood winning. Zelfs door het medelijden van een rijke dame werd hem ruim een jaar geleden een mooie invalidewagen verschaft. Intusschen was de man reeds in de voornaamste plaatsen van het Zuiden des lends bekend geraakt Eenieder kende en groette den man, Pierre, die door een noodlottig onge luk in een mijn, zooals hij vertelde, in Duitschland, 9 ribben verloor, zijn rechtervoet en arm moest missen en wiens ruggespier geamputeerd was. Verschillende autoriteiten in het Zuiden des lands deden, door mede lijden bevangen, voor den ongelukkige alle mogelijke moeite, om hem zijn ellendig bestaan zooveel mogelijk te verzachten. Intusschen had niemand er ooit aan kunnen denken, dat deze man zoo schitterend simuleerde, zoo mooi zijn rol van een zoo wreed geknakt jong leven speelde, totdat de ongelooflijke ontgoocheling kwam. Vrijdag jl. deed de koopman B. te Tilburg aangifte, dat bedoelde Ditz hem onder valsche vo.orgevens f 25 had afhandig gemaakt. Ditz, die onder tusschen naar Ren Bosch vertrokken was ep napr Leeuwarden was doorge reisd, werd aldaar op, verzoek der Tilburgsche recherche aangehouden. Bij zijn verhoor, dat daarna volgde, slaagde de inspecteur Stevens na zeer veel moeite ep in hem aan 't praten te krijgen, waarna hij ten slotte ver klaarde, dat hij twee jaar lang gesi muleerd had en even gezond was en ioopen kon als een ander. De politie man die hem kende, stond hiervan verstomd en kon 't aanvankelijk niet gelooven, totdat, hij zioh ervan over tuigde. Ditz verklaarde genaamd te zijn W. F. Lauwersheimer, 28 jaar, afkomstig van Scheveningen. Van zijn 12e jaar af was zijn leven een aaneenschakeling geweest van misdrijven, waarvoor hij herhaaldelijk als jongen tot tucht- schoolstraf was veroordeeld. Op lateren leeftijd werd hij herhaalde malen tot gevangenisstraf veroordeeld, waarbij hij eenmaal krankzinnigheid zoó mooi simuleerde, dat hij op advies van di verse medici yoor een jaar opgezonden werd naar een krankzinnigengesticht. Hieruit ontvlucht, werd hij wederom naar de gevangenis te Scheveningen overgebracht, waaruit hij in Mei 1922 werd omslagen. Nog zij vermeld, dat hij eenmaal een poging tot ontvluchting deed uit een celwagen, door den vloer uit te trappen, welke poging echter mislukte, daar hij, niet wetende waar hij was, op de Koninginnegracht te Den Haag op de as van den celwagen bleef hangen. Na zijn ontslag uit de gevangenis besloot hij in het Zuiden des lands zijn geluk te gaan beproeven, waarna hij te Tilburg zijn rol van ongelukkige begon. Deze comedie wist hij 2 jaar vol te houden, totdat hij thans zeer bewogen zijn ellendige levensloop ver-' haalde. De man is ter beschikking der jus- zie dan nu wat ik doen zal en dal, zoo een van ons beiden een lafaard is, gij zult gaan, waar ik ga. Dit zeggende greep hij onverwacht den jonker om zijn middel, en trok hem, toen hij tegenspartelde, met geweld tegen de ladder op. De heer Flenking had bij zijn moed de kracht van een reus, en als men zijne geestkracht en volharding daarbij in aanmerking neeipt, bezit hij de beste eigenschappen, om de grootste moeilijkheden en bangste gevaren te overwinnen en daaraan te ontkomen, Het kostte hem echter eene vreese lijke inspanning van al zijne krachten om met zijn zwaren last de bovenste sport der ladder te bereiken. Richard, als het ware ontzet door zooveel stoutmoedigheid, en daarbij waar schijnlijk gedwee door gewetenskna- gingen, die den booze te midden van zijn euveldaden niet verlaten, deed ten laatste geen tegenweer en hij dankte den hemel zeker, toen hij, op het plat gekomen, weer vasten grond onder zijn voeten gewaar werd. Reinold hield hem nog altijd met den rechter arm omkneld, en het was kenbaa zijn doel hem door de vlammen te sleepen, om zonder het te willen, tot de redding van zijn vader mede te werken. De wijsvinger van de hand, welke hij nog vrij had, werd door hem naar 't punt gericht, waar op. het nog brandvrije gedeelte van het dak een spuitgast bezig was, vruchteloos eene zee van water in de vlammen te doen stroomen. Dezen verzocht hij de slang op hem te richten. De spuitgast vol deed oogenblikkelijk aan zijn verlan- titie te Breda gesteld, die verder öVer zijn lot zal hebben te beslissen. Nootjes om te kraken. Als er iets is, waarbij men niet buiten Gods zegen kan, dan is het de opvoeding ven het kind. Het is dikwijls veel gemakke lijker tien werkelijke kasteelen te ver nielen dan een luchtkasteel. Drank is de weg van den duivel naar den mensch en de.weg van den mensch naar den duivel. - Wie graag ijdele dingen hoort dwaas praat, verkoopt zijne ziel voor een geringen prijs. De school des levens is de hard ste, ze kent wel beproevingen, maar geen vacan tie. Te vaak genoten genot, houdt op genot te zijn. Als het waar is wat men zegt, dat de domme geluk heeft, zouden er veelal meer gelukkige mensohen zijn. Sociale actie bestaat niet in het schreeuwen en sohelden op vergade ringen, maar in de toepassing der bfl- ginselen van rechtvaardigheid en naastenliefde. Vader en moeder in liefde één, vader kalm en rustig, vooij een voorstel te vinden, moeder recht vaardig en karaktervast, heerschénd over haa? hart: dat geeft goede kin deren. Wie op z'n ouden dag wil oog sten, moet zaaien in z'n jeugd. Zwijgt altijd in geldzaken. Hebt ge.'t niet, dan ontwijkt men u; hebt ge 't vyel, dan wil de heele wereld geld van u leenen. Ouden moet men eeren, Jongen moet men leereri, Wijzen moet men vragen, Dwazen stil verdragen. Bosehbessenpluk. In weerwil van het droge weer der laatste dagen is de bosehbessenpluk het Rijk van Nijmegen niet misf- lukt. In de vele bosschen aan de oostzij de en zuidzijde der stad, alsmede in Nieder- en Reichswald trekken er dagelijks honderden op uit om een. daggeld aan boschbessen bijeen te. plukken. De »waldbessen" zijn dit jaar bij zonder groot van stuk en brengen een goeden prijs op, vooral die bestemd zijn voor Engeland, dat gewoonlijk veel boschbessen voor de jambereiding koopt. Sommige gezinnen verdienen m»4 twintig fot dertig gulden per dag. Een buitenkansje l Twee dooden en drie gewor^en Maandagmorgen had de h'eer Hage- dobrn uit Almelo het on',ejuk nabij Delden met zijn auto lege n een boom te rijden. De heer Fortmeijnr^rs en mevrouw Bierens de Haan -uit Almelo, die in de auto waren gezeten, werden op slag gedood. De h<5er Hagodoorn en de overige inzittenden werden licht gewond. Onze eier-export Het Ned. Weekblad voor den Han del in Kruidenierswaren vestigt de aandacht op het merkwaardige feit, dat onze eier-export zich geheel gaat richten op Duitschland. Terwijl onze eieren voor Engeland te duur zijn, (in plaats van eenige millioenen in andere jaren gingen er deze week nauwelijks 150.000 naar Londen) koopt Duitschland onze eieren speciaal de kleinere soorten, tot prijzen die in Duitschland niet kunnen wor den gemaakt. De veronderstelling ligt dan ook voor de hand, dat deze eieren gemengd worden met minderwaardige buiten landsche (Poolsche) en dan dit 'alles als Hollandsche waar in den handel wordt gebracht. gen, maar de stroom van plonzend water kwam met zulk een kracht op beiden neer, dat Reinold overbuitelde en Richard, met hem gevallen, door den schok tot bezinning gekomen, zich losrukte en, na een raam ingeslagen te hebben, voor de oog en der toe- Schouwers in den rechtervleugel van het kasteel verdween. Reinold gaf het op hem te achter halen, en nu, zonder eene seconde zich te bedenken, snelde de edelmoedige fabrikant over de gloeiende hardsteen, die onder hem knapte en kraakte en waarover de vlammen met onbetengelde woede flikkerden en sisten. De tQQ* schouwers stonden als in ndemloe' stilte, geen woord werd er kén6 maar de spanning, die er vcjtgd Jjs "n' een gen, aan de gevolgen waarvan hij reed» zoo langen tijd leed, nu hij zoogesjo' en gestooten werd, hem eene vr' lijke pijn moesten verooratak' <*ese- Pip groote inspanning had Re* hem het plat bereikt- w jn. Met nold met op zijn post en een stond doorweekte de dek' i00m van water lijdende jonker -fn\ waaronder de' Reinold zowdo. bevond, terwijl ten twéodw dat "IJ voor zl°b zelve ruime mal' .ale van het stortbad in geene taal te beschrijven fyfét enkelen sprong was bij bet raam in gegaan, waarvoor de oude edelman zich een paar minuten te voren han denwringend en om hulp schreiend, had vertoond. Iedereen geloofde, dat de jonkman het slachtoffer van zijn heldenmoed en menschlievendheid zou worden want hoe kort het was geleden, dat men hem door het venster had zien verdwijnen, iedere seconde wroette de vlam zich nieuwe baan en werd het gevaar grooler. Eindelijk vertöonde hij zich voor het raam, zijn zwaren last in de armen, door een deken naar ik meen, omwoeld. Men kon op een frooten afstand den jonker hooren reunen, en het was te begrijpen, dat, I zoo hij al geene brandwonden had be komen, de kneuzingen en verwondin- hsd gel»*"' J.ziïn kreeg. Het water niet Jkkig dezen keer de kracht *em omver te werpen, en met jjr d vaart, waartoe de nood waarin. *j verkeerde, hem alleen in staat kom stellen, vloog hij door de vlammen,, die zooveel mogelijk door het vijftal spuiten werden bedwongen. Door de menigte ging een dof ge mompel, dat in vele gevallen ontzetting, soms ook bewondering, doch hier bei den vereenigd moest uitdrukken, en langzaam ging het in een daverend gejuich over, toen Reinold behouden, maar met brandwonden overdekt, met den half zieltogenden edelman op het plat aankwam. Een vijftal lieden, waaronder Ko_..> Flinterman en mijn persoon, haddesg** zich, opgewekt door het voorbeeld van den moedigen jongeling, halverv/gge de ladder op begeven, en bevrijdden den fabrikant, die thans op he^«punt l was door vermoeienis te bedijken, van zijn zwaren last. Wij iraehteiv^ den edelman in het rijtuig, dat voor freule Constance nit het dorp was ontboden, maar waarvan zij geen ge bruik wilde maken. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1924 | | pagina 6