Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. I30 milüoen gulden M gouden Bidsnoer. Een Kolenmijn. Dit nummer bestaat uit twee bladen Klaassen-Hoedemakers Zaterdag 8 Juli 1924 48e Jaargang No 27 ABONNEMENTSPRIJS PER KWARTAAL: voor VENRAY 65 c. franco per post 75 c. voor het buitenland (bij voo> uitbetaling) f 1»30 afzonderl. nummers 5 c. PEEL EN MAAS Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon 81. PRIJS DER ADVERTENTIEN 1—8 regels 60 ct elke regel meer 7'/i ct Advertentiën bij abonne ment groote reductie. Minister Colijn heeft Vrijdagavond te Hilversum een rede gehouden, die door den zender der seintoestellenfa- briek draadloos werd verbreid De minister heeft gesproken over den financieelen toestand des lands. Hij zeide o.a., dat half September 1923 een tekort moest worden gedekt van 130 millioen gulden en dat, wanneer de Kamers der Staten-Generaal de ver hooging op den tabaksaccijns en de wijziging van het tarief der invoer rechten aannemen, de begrooting voor 1925 zoo niet volkomen dan toch vrij wel geheel sluitend zal kunnen maakt worden. Om de beteekenis van dit resultaat te kunnen beseffen, moet men eenig begrip hebben van den omvang van 130 millioen gulden. De minister illustreerde op de volgende wijze, hoe groot deze som wel isAls men op 1 Januari middernacht begint elke minuut 10 bankjes van f 25 te tellen, dan heeft men in een uur f 15 000 gete'd en na 24 uur f 360.000. Gaat men zoo door, dan heeft men op 31 December de volle 130 millioen uitgesteld. Het wegwerken van een tekort van zulk een reusachtig bedrag, is natuur lijk geen kleinigheid. De minister bereikt dit doel door een vermindering der uitgaven met 90 millioen en een verhooging der indirecte belastingen met 40 millioen. Deze be lastingen zijn de verhooging van den accijns op bier en op tabak, de ver hooging der invoerrechten op thee, de rijwielbelasting en de wijziging van het tarief van invoerrechten. De minister gaf eenige bezuinigings- cijfers. Van ae versobering van den Staatsdienst is op het oogenblik ge vonden een bedrag van 15 millioen. Door de wijziging der onderwijswet is daarenboven een bezuiniging verkre gen van 12i/2 millioen. Van de 40 millioen voor de versobering op den Staatsdienst is dus bijna 3/4 gevonden. De ontbrekende 12i/i millioen moeten komen uit de militaire uitgaven, ver klaarde de minister. De last der salarissen is met een bedrag van 35 millioen verminderd, Het tekort op de spoorwegen is aan zienlijk minder en het postbedrijf heeft thans een overschot. Als men beide bedrijven tezamen neemt, kan zeker worden aangenomen, dat in 1925 het tekort op die bedrijven is vervallen en daardoor de uitgaven met 25 millioen zullen zijn verlaagd. Maar met een sluitende begrooting zijn-wij er nog niet, zegt de minister. Er moet rekening worden gehouden met een nieuwe stijging van den dienst der Nationale Schuid, terwijl velerlei uitgaven wel een paar jaar kunnen worden tegengehouden, maar niet af- KLULL_LJbQTON, 21. (Vervolg van 2e Blad) Toen echter haar vader, van de nat te deken ontdaan, gemakkelijk in het rijtuig nederlag, weigerde zij niet meer er ook in te gaan, en hem als uitge laten kussende en omhelzende, ver lieten vader en dochter de plaats van het onheil, om een veilig onderkomen te vinden in het genoemde dorps logement. Middelerwijl was een zesde spuit aangerukt, die uit de stad kwam, en daar de vlammen zich boven door naar het achtergedeelte van den rech tervleugel begonnen uit te strekken, werd zijne werking aldaar noodzake lijk en nam men de ladder, die thans hinderlijk was, weg, zonder aan jonker Richard te denken, die zich nog altijd, hetzij dood of levend, bin nen de muren bevond. De breede toren van den .linker vleugel, als doorgloeid en doorpulverd, "waggelde en men vreesde ieder oogenblik, dat hij in zou storten. Op een waarschuwing van de brandweer begaven de opeengedrongen toeschou wers zich achteruit, en wachtten het vreeselijk oogenblik met ingehouden adem af. De vlam verloor aan het linkergedeelte, dat bijna uitgeteerd was, in kracht, maar werd van daar gesteld. Zonder verlaging van onze belastin gen, mei name van onze directe be lastingen, is geen herstel van 's lands welvaart mogelijk. Daarom zal men in de eerstvolgen de jaren moeten voortgaan met het nastreven van versobering. De inkrim ping der uitgaven moet zoo lang mo gelijk worden voortgezet, zegt de mi nister. Wij moeten krijgen een .klein corps ambtenaren, dat beter kan wor den bezoldigd dan thans het geval is. Verder betoogt de minister, dat de kapitaalvorming niet verder mag wor den aangetast en dat dus door de huis houding van den Staat niet een groot deel van het kapitaal verteerd wordt. Toeneming van het kapitaal is nood zakelijk in verband met den aanwas der bevolking en ook met de steeds toenemende levenseischen. Wordt het kapitaal ingeteerd, dan zal de armoe de in Nederland grooter worden. Is de rede van den minister van Financiën eenerzijds optimistisch van toon, omdat zij de sluitende begrooting in een onmiddellijk verschiet stelt, anderzijds wijzen de woorden van den minister op een toestand, die hoogst ernstig blijft. Elk Nederlander moge er tevens de conclusie uit trekken, dat geregelde arbeid en zooveel mogelijk arbeid een zeer voorname -factor is, om nieuwe welvaart te brengen. Door belastingvermindering alleen toch zal geen voldoende kapitaalvor ming mogelijk zijn. BOXMEER te klas Dames- en Heeren- Kleermakerij Prachtige coupe. E\jne stoffen. Billyken prijs. Levering direct. Door GERARD LEMMENS. Daar vele oud-Venrayers in de Lim- burgsche mijnstreek 'verblijven en er zich voor goed hebben gevestigd, en daardoor vele Venrayers, door familie- of kennisverband, met den gang der gebeurtenissen enz. meeleven, zal het zonder twijfel voor dezen wel belang wekkend zijn een en ander te verne men, wat buiten de nieuwsberichten staat, bv.over de exploitatie van een steenkolenmijn, hoe de steenkool ont slaat en dergelijke. Te meer nóg, nu in de naaste toekomst wij mogelijk nog eenmaal in Noord-Limburg (de Peelmijnvelden) de mijngebouwen zul len zien verrijzen. En ook, omdat ver scheidene invloedrijke personen bijna wilde het mijn pen ontglippen DE invloedrijkste, nl. Dr. H. Poels in de mijnstreek, Venrayers van ge boorte zijn. Daarom stel ik me voor, als oud-Venrayer, om vanuit de mijn- naar de rechterzijde voortgedreven. Eensklaps verscheen jonker Richard voor het door hem verbrijzelde raam, sprong op het plat en toonde in den laaien gloed, zegevierend in de hoogte geheven, den rozenkrans. Duidelijk kon men bij het flikkeren der vlam het kostbare juwe'elen kruis zien schitteren en begeerlijke blikken wendden zich van alle kanten daar heen. Juist zou de maar al te goed geslaagde vagebond de ladder opzoe ken, om af te dalen, toen hij bemerkte dat deze verdwenen was. Hij stiet in hevigen angst een kreet om hulp uit, en eenige der toeschouwers hadden nog medelijden genoeg met hem, om het voorwerp, dat voor zijne redding onontbeerlijk was, te gaan halen. Altijd nog hield hij, met zijn vrate- rigen blik naar beneden geslagen, het prachtige bidsnoer in zegepraal om hoog geheven, en had zich, in af wachting van de hulp die zou opdagen, ruggelings naar het raam begeven, toen de toren op den linkervleugel,1# met heel den voorgevel daarbij, heen en weer schudde, en met een donde rend gekraak naar de rechterzijde overstortende, den rampzaligen jonge ling met het kostbare kleinood onaer zijn puin deed nederstorten. Kreten van afgrijzen en ontzetting verhieven zich nu in het ronde, en, mijne heeren, ik kan je zeggen, ik voelde geen grond onder mijn voeten. De gedachte, dat iemand van zulk een misdadigen levenswandel opzulk eene ellendige wijze om het leven kwam, deed mij, rillen en beven en nog dui- streek eenige artikelen in dit blad te plaatsen, die den lezers, ook anderen dan Venrayers, als leeken gewis zullen interesseeren. Een mijn bestaat hoofdzakelijk uit 2 bedrijven het ondergrondsch bedrijf en het bovengrondsche. Ondergronds, waar de arbeid het zwaarste is, wer ken de meeste arbeidersgemiddeld bedraagt dit getal 4 maal het aantal, 'twelk bovengronds werkzaam is. In Limburg hebben we 9 mijnen de Domaniale te Kerkrade, de Willem Sophie te Spekholzerheide, de Laura te Eijgelshoven, de Oranje-Nassau II te Schaesberg, de Oranje-Nassau I te Heerlen, de Oranje-Nassau III te Heer- lerheide, de Wilhelmina te Terwinse- len, de Emma te Iioensbroek, de Hendrik te Brunssum de eerste zijn particuliere, de andere 3 staats mijnen. In aanbouw zijn twee parti culiere mijnen de Julia bij Rimburg en de Oranje-Nassau IV te Heerlen, en één staatsmijn de Maurits te Lutterade bij Geleen. Een mijn, de Neuprick, begonnen in 1808; is in 1905 gedempt (te Bleijer- heide) De Domaniale is, volgens ver scheidene historici, de oudste van Europain 1013 wordt er reeds gewag van gemaakt. Wanneer we in de mijnstreek ko men, zien we reeds direct de zonder linge stellage-torens een soort hoo- gen bok uitsteken boven de mijn- gebouwen, die veelal in constructie werk van ijzer, soms ook in beton zijn uitgevoerd. Dat zijn de mijn schachten, die staan op den koker (de schacht zelve), welke recht naar beneden gaat, dwars door alle steen- en aard lagen, tot waar de kolenlagen zijn. De schacht is de kern, het begin van alle mijnbedrijf; hierlangs gaan de werklieden naar beneden om de kolen te delven (straks zullen we zien dat het woordje »delven" niet juist is), hierlangs komen ze ook weer op. En hierlangs worden de kolen ook naar omhoog gebracht. Zoo'n schacht is uitermate solied uitgebouwd. Zij is als een verticale tunnel, een put dus, met een middel lijn van 4 5 6 Meter, naargelang die diep, soms honderden en honderden meters, de aarde in gaat. Vanuit deze vertikale tunnel zijn op wetenschap pelijk vastgestelde plaatsen horizontale gangen de aarde ingedreven, die naar alle zijden toegang tot en afvoer van de begeerde steenkolen verschaffen. In den top van de mijnschacht zijn twee wielen aangebracht, waarover (op ieder) een kabel loopt, waarvan het eene eind uit de schachttoren weg schiet schuin omlaag tusschen de mijn- gebouwen, en het ander loodrecht naar beneden in de stellage zelf. Het eene eind gaat naar de ophaal- en neerlaatmachine, alwaar de kabel zich opwindt over of aflaat van een grooten trommel of schijfde machinist, die de mecanische installatie hiervoor moet bedienen, heeft voor zijn stand plaats allerlei zekerheidgegevens voor zich, o.a. een aanwijzingbord, waarop zich een wijzer over een baan beweegt, diè zoo genomen de schacht delijker herinner ik mij, hoe ik in dat oogenblik een neiging gevoelde om altijd deugdzaam te zijn, zoodat wan neer ik misschien door een plotselin- gen dood overvallen werd, mijn af sterven een begin mocht zijn van een nieuw en heerlijk leven. Dat jonker Richard den brand had aangestoken, tot die overtuiging kwamen de meesten eenige dagen na derhand. Men had jonkvrouw Constan ce hooren vertellen, dat zij bij hare thuiskomst op den noodlottigen oude jaarsavond, het slot van de deur, die toegang tot hare slaapkamer verleende verdraaid had gevonden en deze daad van geweld bracht men in verbsnd met de bedreiging van haar ontaarden broeder, dat zoo hij den rozenkrans niet machtig werd, hij het kasteel in brand zou steken. Daarbij was hij in denzelfden middag nog rondsluipend in het bosch van »Doeblenburg" op gemerkt en eenigen meenden hem nog dicht bij het kasteel gezien te hebben. Het was voor hem niet moeilijk ge weest de ouderlijke woning binnen te dringen, daar de bedienden zich her innerden door een onwillekeurig, maar toch strafbaar verzuim, daar het tegen deel hun zoo uitdrukkelijk bevolen was, de achterdeur open te hebben gelaten. Hoe het zij, Richard had zijn euveldaden op ellendige wijze geboet. En ofschoon velen zulk een uiteinde betreurden,- over het algemeen wensch- te men elkander geluk, dat men in den omtrek van zijne onaangename tegenwoordigheid bevrijd was; want moet voorstellen op kleine schaal. Het is een ambt, dat alleen diegenen kunnen uitoefenen, die hunne zenuwen volkomen beheerschen, want zij hebben bij de wisseling der ploeg telkens hel leven van 2 liften vol mijnwerkers in handen. Het andere eind is bevestigd aan de lift, korf of kooi genaamd, die meestal uit meerdere verdiepingen bestaat. Deze kooi nu is tyet middel dat het ondergrondsch bedrijf met het boven grondsche telkens en telkens verbindt, en de verbinding onderhoudt, dat de mijnwerkers en opzichters naar beneden voert en ze weer boven brengt, en dat de gedolven kolen gedurende den werktijd onophoudelijk naar boven haalt. Wanneer de mijnwerkers naar be neden worden vervoerd, of worden opgehaald, voorziet men telkens de kooien met veiligheidsdeuren, die echter wegvallen, wanneer het kolen- vervoer begint. De wisseling der ploe gen geschiedt om de 8 uur; de mor- genploeg der mijnwerkers vaart af om 6 uur 's morgens, dan komt de nacht ploeg op; de middagploeg vaart af om 2 uur 's namiddags, dan komt de morgenploeg weer op; de nachtploeg vaart om 10 uur 's avonds af, en komt weer om 6 uur 's morgens op. Wel interessant, maar bij het eerste gezicht hiervan wel wat terugstootend en meelij-wekkend, is het aanzien der ploegenwisseling, wanneer honderden mijnwerkers zwart en vuil opkomen en uit de kooien stappen, en andere honderden mijnwerkers in diezelfde kooien worden afgesloten en de som bere, duistere diepte ingieren. En even daarna begint met dezelfde kooien het kolenvervoer, veel sneller nog en veel ruwer. Gewoonlijk heeft een mijn twee schachten, soms nog meer. Behalve dat de schacht-zelve op de meest so liede wijze is gebouwd, en het vervoer (vooral het personenvervoer) tot in de uiterste finesses is verzorgd, is de schacht in hare heele lengte, van den bodem tot op de oppervlakte, voorzien van stevige, vaste ladderbetimmering, die meestal niet steiler is geplaatst dan onder een hoek van 80 graden, en die op vertikale afstanden, gewoon lijk 10 Meter, voorzien is van een rustvloer. Gaan we, vooraleer te zien hoe de kolen bovengronds verwerkt en ver zonden worden, eerst eens een kijkje naar beneden nemen en zien, hoe de kolen »gedolven" worden, daar diep weg, in de ingewanden der aarde Als ge plaats neemt in de kooi, na uw angst manmoedig te hebben over wonnen, voelt ge voor de eerste maal een eigenaardige gewaarwording, waeneer de kooi in duizelingwekkende vaart de diepte inglijdt. Het is alsof de lucht u wordt weggenepen. Over de warmte en slechte lucht behoeft ge u niet bezorgd le maken. De koude en versche lucht wordt in voldoende mate de mijn in gestuwd. Want wet telijk is vastgesteld, dat, wanneer de natuurlijke luchtverversching niet afdoende voorziet in de behoefte aan versche lucht, moet zij kunnen worden verstrekt door mecanisch gedreven hij was bij iedereen gehaat. Ik heb nooit iemand gesproken, die het voor hem opnam en ik geloof wel, dat er geen mensch werd gevonden, die een enkele goede hoedanigheid in hem wist op te merken. De oude jonker had met zijne dochter het logement bereikt, waar zij voorloopig hun intrek namen. Had de eerste, door het gevaar en den angst, waarin hij verkeerde, veel geleden, zijne wonden en kneuzingen waren er niet op verbeterd; schoon ook de brand dezen niet verergerd had. Con stance was in haar gestel dermate ge schokt, dat eene hevige zenuwkoorts er het gevolg van was en langen tijd langen tijd lag zij op den rand van het graf. Reinold Flenking was door den brand, zooals men denken kan, op ongelukkige wijze gehavend. Zijn ge laat was een en al brandwond. Zijn hoofdhaar en wenkbrauwen waren verschroeid en zijne rechterhand had eene wonde bekomen, die een onerva ren heelmeester aan zijn herstel had doen wanhopen. In zijn gelaat onher kenbaar en zijn arm in een óm zijn hals geslagen doek hangende, zag men hem eenige dagen na het ongeval toch zijne arbeidersgezinnen bezoeken, doch hoewel hij dikwijls het logement voor bijkwam, bracht hij nooit den heer Zellker van Doeblenburg en diens dochter een bezoek. Hij verzuimde echter niet van zijne belangstelling le doen blijken, door dagelijks naar hun toestand te laten vernemen en de jonker bleef wat hem aanbetrof, weder- venlilatoren. Deze zijn voorzien van zelf-registreerende depressie-meters en van zelfwerkende smeertoestellen, dit voor de konstante werking. De hoofdventilatoren zijn van zoo danig vermogen, dat zij in staat zijn van 3 M3 (3000 Liter) en meer versche lucht per minuut en pei man naar beneden kunnen brengen. Een heel vermogen dus en eveneens een flinke portie lucht. Echter is de hoeveelheid versche lucht, welke voor eiken mijnwerker en in elk deel der werken wordt in de mijn gebracht, per minuut 2 M3of meer, wat gewis voldoende is. De lucht neemt vanzelf door de blijvende toevoer de warmte weg. Zoo kan het in de mijn op plaatsen nog heel aardig tochten. Pas dus op, dat ge niet met een verkoudheid naar huis gaat, die ge 'n paar honderd meter onder den beganen bodem hebt opgeloopen I Wordt vervolgd. Gemengd Nieuwe. De Belgische leger-yliegmachine. Het bij de zinkfabriek te Budel ge lande Belgische militaire vliegtuig is bij de opstijging, die was toegestaan, verongelukt. Nauwelijks was het van den grond of het viel neer en kwam op den linkervleugel terecht. De beide vleugels en de schroef zijn geheel vernield. De inzittenden kwamen met den schrik vrij. Een drama. Dinsdagmorgen heeft zich in een perceel aan het Louise de Coligny- plein een vreeselijk drama afgespeeld. Een aldaar wonend heer heeft door zelfmoord getracht een einde aan zijn leven te maken, waartoe hij een dosis vergif had ingenomen. De dosis was echter zóó groot, dat het lichaam door een inwendige ont ploffing uit elkaar gereten is. Doodelyk ongeval. De 46-jarige P. de Smit, landbouwers knecht te Wilhelminadorp bij Goes, had het ongeluk van een geladen wagen te vallen met het gevolg dat een wiel den man dwars over het lichaam reed. Hij werd met ernstige inwendige kneu zingen naar het ziekenhuis te Middel burg overgebracht waar hij overleed aan de gevolgen. Dood gekneld. Zondag had te Thorn een tragisch ongeluk plaats. De vrachtauto van de N.V. Roermondsche Bierbrouwerij stond aan het café van den heer Forschelen Wilhelminaplein. Toen de kerkgangers na afloop der hoogmis huiswaarts keerden, wilde de knecht, een zekere A. N., den wagen, die dwars over den weg stond, ver plaatsen. De huisvrouw L. B. trachtte over het trottoir, tusschen vrachtauto en woonhuis te passeeren. Juist op *t moment dat ze achter de auto was, ging de wagen achteruit, met het noodlottig gevolg, dat zij tusschen wagen en muur bekneld raakte. De borstkas werd ingedrukt. keerig niet in gebreke. Om vier uren werd men den brand van Doeblenburg meester. De geheele rechtervleugel van het slot bleef nagenoeg gespaard; de andere zijde lag in puin. Het was een treurig gezicht, die rookende puinhoopen te aanschouwen, waartusschen nu en dan eene blauwe vlam omhoog flikkerde, als ware hare kracht nog niet genoeg bedwongen, om voor hare vernielings woede het overig gedeelte van het kasteel te beveiligen. Ik vond er een treurig genoegen in, op de plaats der ramp te verwijlen en de aanblik, die zij bij lichte maan opleverde, maakte een indruk op mijn gemoed, dien ik niet kan beschrijven. Bij deze laatste woorden toonde Krelis Blaauw zich zeer onrustig en mompelde iets tusschen de tanden. Wat zeg je Krelis, vroeg Jasper. Wel wat ik zeg? vraag je dat nog Hoe heb je het durven onder nemen, bij avond om het afgebrande kasteel te loopen De dorpswaard lachte vroolijk en zeideEr is mij op die plaats nooit eenig onheil overkomen, en ik zeg je nogmaals, ik geloof van al die vertel seltjes, welke in omloop zijn, geen zier. Je bent op dat punt al zeer on- geloovig, Jaspar, antwoordde de boer, die zat te beven als een riet, dat door den wind bewogen wordteerst moeten de menschen maar ondervinden zooals ik, dan praten ze wel anders. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1924 | | pagina 1