Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
0, die Banken
Het gouden Bidsnoer.
Dit nummer
bestaat uit twee bladen
KtóUILLETON.
Ons Kindje is ziek.
Gemengd Nieuws.
Zaterdag 28 Juni 1924
4Se Jaargang No 26
ABONNEMENTSPRIJS
PER KWARTAAL
voor VENRAY 65 c.
franco per post 75 c.
voor het buitenland
(bij vooruitbetaling) f 1,30
afzonderl. nummers 5 c.
PEEL EN MAAS
Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY Telefoon BI.
PRIJS DER
ADVERTENTIEN
1—8 regels 60 ct
elke regel meer 71/* ct
Advertentiën bij abonne
ment groote reductie.
Na de Hanzebank het Spaarfonds
voor bodemcultuur, en na het Spaar
fonds de Maas en Waalsche Bank
Wie volgt?
Deze drie gevallen vormen maar een
heel klein deel van de lange reeks
financieele ondernemingen, die den
laatsten tijd wat men noemt «over den
kop zijn gegaan," aldus de M. en
W.er.
Banken en alles wat daarop gelijkt,
hebben misschien nooit bij 't publiek
in zoo'n slechten reuk gestaan als
thans. En heusch niet ten onrechte.
Zij hebben het er inderdaad naar ge
maakt om hun reputatie te verliezen 1
Het is niet de bedoeling hier in te
§aan op de vraag, in hoeverre sommige
ezer débacles veroorzaakt zijn door
schuldige onvoorzichtigheid, roekeloos
speculeeren en dergelijke, van de be
heerders.
Hoe dat ook zij, het veelvuldig
«springen" van grootere en kleinere
bankondernemingen is een malaise-
verschijnsel van zeer ernstig karakter.
Het maakt tal van slachtoffers onder
alle standen der maatschappij. De
naarstige arbeider verliest er zijn moei
zaam verworven spaarduitje bij. Ouden
van dagen zien er hun onafhankelijk
bestaan door bedreigd. De zakenman
zit vast en menig middenstandshedrijf
wordt in den val der bank meegesleept.
Het grootkapitaal wordt er vaak ern
stig door getroffen.
Het »duikelen" van banken, zooals
dit in onzen tijd aan de orde van den
dag is, veroorzaakt veler ondergang en
ernstige economische stoornis.
Het is oorzaak van nieuwe malaise.
En het kan dan ook geen verwondering
baren, dat steeds meer de vraag wordt
gesteld, of dat nu zoo maar voort moet
gaan Of daar nu niets tegen te doen
Voor ons modern zakenleven is 't
bankwezen stelling onmisbaar, doch
het verliest zijn waarde, en zijn bruik
baarheid als zijn betrouwbaarheid ver
dwijnt.
Het publiek is zeer begrijpelijk
kopschuw geworden.
Het eischt waarborgen voor de veilig
heid van zijn geld, en anders... zal
het steeds meer de banken voorbijgaan
om op andere wijze zijn kapitaal ren
dabel te maken.
Waardoor het bedrijfsleven sterk
bemoeilijkt zou worden.
Het wantrouwig gemaakte publiek
eischt waarborgen, die debank
misschien geen enkele bank momen
teel geeft of kan geven.
Het instituut van commissarissen,
dat is nu wel duidelijk genoeg geble
ken houdt feitelijk voor den geld
belegger geen enkele reëele garantie in.
De accountantscontrole blijkbaar
evenmin. Want ondanks commissaris.
sen en accountants wordt men immers
telkens voor verrassingen van den
meest onaangenamen aard geplaatst.
Is onze wetgeving op het bankwezën
niet verouderd? Is 't oogenblik niet
gekomen om die wetgeving ingrijpend
te herzien
Men vraagt zich af, of de onbeperkte
vrijheid om als bankier op te treden
niet dient ingekrompen te worden 1 Of
het gewenscht is officiëele controle in
te voeren
Of niet gevorderd kan worden, dat
allen die gelden van anderen opnemen,
eerst waarborg tot een zeker percentage
hebben te stellen en scherper persoon
lijk verantwoordelijk worden gesteld?
Hoe de fout dan ook verholpen kan
worden, dat ze verholpen wordt, is
noodzakelijk, wil men het publiek
weer het vroegere vertrouwen terug
schenken en het voor nieuwe slagen
zooveel mogelijk vrijwaren.
19.
Vervolg van 2e Blad)
Neen, beste jongen, we zullen 't
er maar voor houden je zult toch wel
net zoo goed als ieder ander.... hoe
noem je dat mooie woord ook weer?...
eigenliefde?.... bezitten. Je bent wel
een goeie vent, een brave eerlijke
kerel, maar neem me niet kwalijk, je
wordt toch ook liever rijk, dan dat je
't een ander ziet worden, terwijl jij
arm blijft.
Er viel tegen die redeneering
niet veel in te brengen, en ik vond
het maar het best, daarover te zwijgen.
Onder dit gesprek kwamen wij de
plaats van het onheil al meer en
meer nabij, en toen wij ons nog zoo
wat tien minuten daar vandaan be
vonden, vroegen wij aan een boer, die
ons hollende wilde voorbijloopen, daar
wij op onze vragen aan anderen geene
voldoende verklaring hadden gekregen
Vrind, weet je ook waar het is'
Het kasteel «Doeblenburg" staat
in brandl gaf hij ten antwoord en zette
zich daarna weer in den draf.
Mijne heeren, ik kan je niet zeggen,
hoe ik schrikte. Dat oude kasteel,
waarop ik zooveel jaren als bediende
had doorgebracht en mijne goede
vrouw had leeren kennen 1 De tranen
De Nederlandsche Bond tot Bescher
ming van Zuigelingen verspreidt de
volgende waarschuwing.
In de warme zomermaanden worden
vele zuigelingen ernstig ziek. Deze
ziekte treedt soms plotseling op en
kenmerkt zich dóór braken en dunne
ontlasting.
Borstkinderen worden door deze
ziekte veel minder dikwijls aangetast
dan kinderen, die met de flesch gevoed
worden.
Als oorzaken voor het ontstaan dezer
ziekte kennen wij
1. Oververhitting van het kind door
te warme en te vast aangelegde klee
ding en verblijf in een vertrek dat
onvoldoende gelucht wordt.
2. Bederf der melk, die niet vol
doende versch is en niet koel bewaard
wordt.
3. Verontreiniging van het voedsel,
doordat de fleschjes en speentjes niet
zorgvuldig schoongemaakt en schoon-
gehouden worden.
4. Ondoelmatige voeding van hel
kind, -vooral overdadige voeding en
onregelmatige toediening van het
voedsel.
Let welNimmer is het doorkomen
van tandjes oorzaak van deze ziekte
Hoe kan de moeder het optreden van
deze ziekte zooveel mogelijk voor
komen
la Door het kind vooral op warme
dagen te doen verblijven in eene fris-
sche kamer, die goed gelucht wordt.
Het raam of de deur aan de schaduw
zijde flink open te zetten 1 (ook 's nachts.)
lb Door het kind op warme dagen
luchtig te kleeden. Op heete dagen kan
men den gezonden zuigeling slechts
met een hemdje en een luier kleeden
en hem met een lakentje dekken. Het
hoofdje moet men koel houden en niet
bedekken. Ook doet men goed indien
men den gezonden zuigeling veel buiten
brengt; bij groote hitte op een koele,
niet zonnige plek.
lc Door het kind dagelijks geheel te
wasschen of liever nog te baden.
2. Door de melk te koopen bij een
betrouwbare inrichting of melkboer.
Het voedsel van den zuigeling moet
kwamen mij in de oogen, toen ik aan
den ouden jonker en zijne dochter
dacht, en met een zucht ontsnapten
de woorden aan mijn mond:
God zij hen genadig en behoede
hun leven
Och, ben je mal, kerel, wat denk
je nou, dat zulke menschen verbran
den sprak Kowees verzekerd,
die hebben al lang de plaat gepoetst.
Je moet je alles niet zoo aantrekken.
Mijn hemel, als ik dat gedaan had,
Jasper, dan was ik al lang dood. Hou
je bedaard, 't zal beter gaan dan je
denkt, 't Kasteel «Doeblenburg" brandt
af, in de volgende week bouwen ze
het weer op, en dan gaan de jonker
met freule Constance er weer inwonen
of er niets gebeurd is.
Eene fijne jachtsneeuw, die lang
zamerhand in groote vlokken over
ging, begon ons nu onaangenaam in
het gezicht te waaien, en het werd
zoowat hetzelfde weer als wij dezen
avond hebben, maar de wind was niet
zoo sterk en bulderde ook niet met
zulke onverwachte vlagen.
Toen wij zwijgend nog eenige minu
ten hadden voortgeloopen, haalde Ko
Flinterman zijn zilveren horloge uit
den zak, dat veel op een raap geleek,
en riep
Daar heb ik zoo waar niet eens
aan gedacht met al die gedoente, 't is
half één, Jasper, wij zijn het nieuwe
jaar ingetredenik wensch je veel
zegen er mee, beste jongen, dat je be
vrijd van brand moge blijven en jij
en je vrouw een voordeelig jaar moogt
hebben en je kleinen jongen tot een
direct na ontvangst der melk bereid
worden, zoo vlug mógelijk afgekoeld
en in eene gesloten pan op een koele
plaats bewaard worden. Men plaatse
de melkpan direct op den keldervloer
of anders in eene. andere pan gevuld
met koud water, dat meermalen per
dag ververscht wordt.
3. Door de fleschjes en speentjes
direct ng ieder gebruik met heet water
zorgvuldig te reinigen en in eene ge
schoten pan met zuiver leidingwater
te bewaren.
4. Door het kind op de vastgestelde
tijdstippen nauwkeurig het voedsel te
geven, dat door den dokter aangeraden
Indien men meer geeft of de flesch
te spoedig na de vorige geeft, zoo stelt
men het kind aan groot gevaar bloot.
Indien gij' uw kind thans aan de
borst voedt, tracht dit dan voort te
zetten, gij doet dan het beste, wat gij
voor uw kind kunt doen 1
Geef uw kind nimmer een zoethou
der of dotje, dat kan gevaarlijk zijn.
Gebruik geen flesch met een lange
slang, doch met een korte speen.
Wat moet de moeder doen, indien
de zuigeling gaat braken of dunne
ontlasting krijgt?
Ie. Geef hem dan direct op de tijd
stippen, waarop hij anders zijn voedsel
krijgt, een fleschje rijstewater, bereid
volgens onderstaand voorschrift.
2e. Verzuim niet daarna met het
kindje op het eerstvolgend spreekuur
van den dokter te komen om verder
raad te ontvangen want het kind mag
niet langer dan één of twee dagen uit
sluitend rijstewater krijgen.
3e.- Indien de ziekteteekenen niet na
eenige uren wijken, roep dan spoedig
de hulp van uw huisdokter in.
Bereiding van Rijstewater. Breng
1 eetlepel vooraf gewasschen rijst met
1 Liter (kan) water aan de kook in
een open pannetje en laat het zoolang
koken^tot de helft van het water ver
kookt "is (ongeveer 20 minuten).
Giet het door een schoone zeefje.
Wanneer het te veel verkookt is, vul
het dan met gekookt water tot i/t Liter
bij. Bewaar het afgekoelde rijstewater
in een gesloten pan of toegedekte pan.
Vrachtauto verduisterd?
Door den tuinier H. F. te Venlo is
bij de politie aangifte gedaan dat zijn
chauffeur, de 20-jarige J. B. Vrijdag
j.l. met een vrachtauto groenten naar
Keulen is vertrokken, en sindsdien
niets meer van zich had laten hooren.
Bij de justitie te Keulen had de
chauffeur Vrijdagavond aangifte gedaan
dat hij al de papieren, die op de vracht
auto betrekking hadden, verloren had.
Rare schuilplaats.
Vorige week liep 'n 18-jarige, flink
gespierde jongeman angstig het dorp
Heijen rond. Zijn schuwe blik, dien
hij z'n voorbijgangers toewierp, verried
in hem een vreemd personage. Opeens
springt hij over den muur van het
kerkhof en verdwijnt daarna in de
kerk. Niemand sloeg hier acht op.
Een weinig later arriveerde hier een
flinken kerel ziet opgroeien.
Dank je, Ko, dank je, zeide ik,
en ik wensch je insgelijks veel
geluk, en wij schudden elkander de
hand zoo hartelijk, als dat onder vrien
den, die het goed met elkander meenen,
gebruikelijk is.
Wij hadden, zooals gij kunt nagaan,
een halfuur lang reeds het bosch van
»Doeblenburg" aari onze rechterzijde,
en het was een akelig gezicht, de dui
zenden vonken en sintels over het
uitgestrekte woud te zien spatten en
verdwijnen, daar de wind juist dien
kant heen was. Nu kwam er eene
donkere tint in den laaien gloed, die
het luchtruim deed weerglansen, en
ons tot elkander zeggenik geloof
dat zij den brand al meester worden
dan weer nam de speling van het ver
schrikkelijke licht met nieuwe kracht
toe, en hoe nader wij kwamen, hoe
meer mij 't hart begon te kloppen, bij
het vreeselijk schouwspel, dat ons le
wachten stond.
De brandklok, dat angstige geroep
om hulp, klonk ons reeds een halfuur
lang in de ooren, en hoe meer wij
ons verwijderden van het dorp, waar
zij werd geluid, schenen die kwijnen
de, sombere toonen mij het gekreun
van een stervende, die zich tot aan
zijn laatsten ademtocht aan het leven
vastklampt.
Wij waren nu aan de bekende krom
ming van den weg gekomen, drie
minuten voor men «Doeblenburg" be
reikt, en ik huiverde bij de gedachte,
dat, zoo wij de bocht om waren, ik
het onheil in al zijne afschuwelijk-
auto, afgezonden door het Krankzinni
gengesticht te Ven ray. Men informeer
de of mep hier een 18-jarig persoon
had gezien. Zoo hoorde men dat hij
de kerk binnengegaan was en sinds
dien niet meer gezien geworden.
De drie broeders van het Gesticht,
de chauffeur en de koster van Heijen
betraden en onderzochten alsdan het
kerkgebouw, doch de vluchteling scheen
spoorloos te zijn verdwenen. Echter na
lang zoeken vond men hem, verborgen
in de bovenste verdieping van den
toren. Men wilde hem hier grijpen,
maar den weerstand, welke hij bood
tegenover de zes tegenstanders was
van dien aard, dat men hem vooreerst
niet machtig kon worden. Na een lange
pooze van worsteling, werd de krank
zinnige afgemat en men overmeesterde
hem. Per auto werd hij wederom naar
Ven ray teruggetransporteerd.
Door den bliksem.
In een weide nabij Swalmen is
tijdens een onweder de bliksem op twee
koebeesten geslagen, welke onmiddel
lijk gedood werden.
Sic transit.
De Hanzebank te Drulen, gekost
hebbende pl.m. f60.000, is deze week
ingezet voor pl.m. f13.000. En de prijs
is nog meegevallen.
Ernstige aanrjj dingen.
Dinsdagmiddag werd een deelnemer
aan den wielerwedstrijd, komende van
Soesterberg nabij den Ginkel aange
reden door een motorrijder. De wiel
rijder bekwam een hersenschudding
en werd in zeer zorgwekkenden toe
stand naar het ziekenhnis te Arnhem
overgebracht.
De heer W. Tulp uit Ede, reed te
Ameide met zijn motor met zijspan-
wagen van den dijk. Hij brak een
been en kreeg een ernstige blessuur
aan een der rugwervels. Hij is in
levensgevaarlijken toestand naar het
ziekenhuis te Arnhem vervoerd.
Inbraak en bedreiging.
Te Lieveren onder Roden heeft
Dinsdagnacht een inbraak plaats gehad
bij den alleenwonenden, bijna tachtig
jarigen landbouwer J. Poede.
Twee tot heden onbekende personen
drongen het huis binnen en dwongen
den ouden man, onder bedreiging van
'm anders te zullen doodschieten, op
bed te blijven, terwijl zij het huis
doorzochten. Ze vonden slechts f 300,
met welken buit zij spoorloos verdwe-
;n.
Geheime distilleerderij.
Door de rijkscommiezen is iri samen
werking met de Haarlemsche recherche,
een geheime distilleerderij ontdekt ten
huize van den winkelier D. in de
Kruisstraat te Haarlem. Een distilleer
ketel, een gastoeslel, alcohol en eenige
grondstoffen werden in beslag genomen
Broekhuys gezocht.
Het Algemeen Politieblad meldt, dat
de Officier van Justitie te Amsterdam
verzoekt te worden bekend gemaakt
met de woon- of verblijfplaats van
Willem Hendrik Broeckhuijs. geb. te
Deventer 17 Juni 1883.
heid voor mij zou zien Dikke sneeuw
vlokken bedekten ons gezicht en
kleederen, maar zij smolten even
schielijk als zij nederkwamen, door de
brandhitte, die zich, ondanks het door
dringende weer, onuitstaanbaar deed
gevoelen.
Eindelijk kwamen wij de bocht om.
Daar zal je 't hebben, zei de tol
gaarder die zijn wensch eindelijk ver
vuld zou zien, om het mooie tooneel
te aanschouwen, 't is een knap
brandje; wat zeg jij er van?
Ik zeg er niets van, Ko, ant
woordde ik stamelend, en vraag mij
in de eerste oogenblikken maar niets.
Zooals je wilt, beste kerel, sprak
de tolgaarderik kan zwijgen en
spreken, bidden en vloeken, borreltjes
drinken en het ook laten; dus je kunt
net van me gedaan krijgen watje wilt.
Ik stond als aan den grond genageld,
toen ik het vreeselijk schouwspel aan
staarde de geheele linkervleugel stond
van onder tot boven in den brand. Ik
had me nog gevleid, dat de ramp niet
zoo groot zou geweest zijn, omdat het
kasteel van hardsteen is opgetrokken
maar de vlammen werden gevoed door
de oude droge balken, kozijnen en
dikke deelen, waarmede het slot, welks
beslaan reeds uit de middeneeuwen
dagteekende, in elkaar zat, en deze
brandden als pik en zwavel.
Het was een geflikker en geknetter,
dat hooren en zien vergingen, en de
wind dreef bijwijlen, door de grijze
sneeuwvlokken heen, eene zee van
gloed en vonken omhoog, die mij zoo
beangstigde en verschrikte, dat mijne
Temperament ongeschikt voor een
onderwijzer.
Dat niet elk temperament voor on
derwijzer geschikt is blijkt uit 't vol-
gende schetsje van D. te H. in het
hr. Schoolbl. »Onze Vacatures". Er
staat boven «weten is.... vergeven"
waarmee niet bedoeld zal zijn den
onderwijzer, maar het kind vergeven
Meester L. was een goed man, een
best onderwijzer, alleen speelde z'n
drift hem soms parten.
Keesje was een mager, stil joggie,
die altijd ijverig werkte. Thuis had
men 't niet breed. Meester en Keesje
konden best 'met elkaar opschieten.
Toen op een keer toen er sommen
gemaakt moesten worden en Keesje te
weinig af had.
Meester zei«Keesje je moet door
werken."
Maar Keesje had na eenige oogen
blikken nog niets méér af.
Toen werd Meester driftig en gaf
Keesje een draai om z'n ooren.
Keesje keek meester aan met stil
verwijt en 'n machteloozen blik in zijn
oogen. Hij kon niet. Meester merkte
niets en dachtIiij wil niet.
En Keesje's lei bleef zoo goed als
leeg.
»Na twaalven dan maar, Kees. Doe
je lei maar weg.
En Keesje deed het en zat verder
stil voor zich uit te staren-
Na schooltijd was Meester L. weer
kalm. Hij zou eens mei den jongen
praten. Anders was hij toch niet zoo.
«Zeg Kees, hoe komt dat nu
Keesje zweeg, alleen trilde z'n lip
verraderlijk.
«Kon je de sommen niet, Kees
Keesje zweeg, maar over z'n wang
rolde een traan.
«Of was je misschien lui, Kees?"
Toen kwam het antwoord, hortend,
stootend, snikkend.
>Nee, meester, ik heb vanochtend
geen boterham gehad en 'k heb zoo'n
honger 1"
Meester draaide zich om...
En schaamde zich, naar de lezer
hoopt.
De nieuwe salarisschalen.
Vermindering der maxima met 25 pCt.
Naar de Msb. verneem», zullen de
nieuwe militaire salarisschalen spoedig
aan de commissie van georganiseerd
overleg worden toegezonden. In deze
schalen zijn de maxima-jaarwedden
met pl.m. 25 pCt. verminderd.
De Tel. meldt, dat voor de adjudant
onderofficieren, de sergeant majoors, de
sergeanten met geschiktheid voor den
hoogeren rang en voor de sergeanten
de maxima-jaarwedden resp. pl.m. f700
f 600, f 575 en f 450 lager zullen zijn
dan de huidige jaarwedden.
Vechtpartij.
Maandagnacht had bij het douane
kantoor te Herzogenrath een ernstige
vechtpartij plaats. De Duitsche mijn
werker R. bekwam verschillende mes
steken, waarvan een de long raakte.
R. werd naar het ziekenhuis in Barden-
berg gebracht, terwijl de vermoede
lijke dader, iemand uit Kerkrade, in
arrest werd gesteld door de marechaus-
sée.
spraak als het ware daardoor belem"
merd werd.
Dit akelig tooneel deed mij onop
houdelijk denken aan Moskou, dat in
den barren winter met sneeuw over
dekt, door de Russen aan de vier hoe
ken in brand werd gestoken, toen
Napoleon, na zijne overwinning bij de
Moskowa, in die stad was getrokken,
maar door die afdoende handelwijze
genoodzaakt werd den aftocht te blazen,
en in de sneeuwvelden bij de Beresina
door de natuur een ware nederlaag
leed. Die ramp vertoonde zich in al
hare ijselijkheden toen voor mijne
oogen.
Spoedig echter werd mijn geest op
andere dingen geleid. Het slaapvertrek
van jonkvrouw Constance, alsook dal
van den ouden jonker, bevonden zich
aan den linkervleugel, waar de brand
in al zijne verschrikkelijkheid woedde.
Zoo zij eens niet gered waren 1 Zonder
op Flinterman te letten, drong ik door
de menigte heen. De eerste, die mij
uit het gedrang tegenkwam, was jonker
Richard, die als een booze geest, bloots
hoofds en met verwilderde haren, rond
sloop. Hem wilde ik niets vragen. Het
vijftal brandspuiten (een getal, veel te
gering om spoedig zulk een brand te
blusschen) belemmerde mijn doortocht
eenigszinstoch kwam ik eindelijk bij
eene groep bedienden van het kasteel,
die met heftige bewegingen en luide
woorden tot elkander spraken.
Wordt vervolgd.