I
Portretten
STEMPELS
Jos. Strijbosch
Hoofdstedelijke
edelachtbaren..
Dolf druipt voor zijn
Huwelijks-examen.
G. W. Muskens
Vergrootinys-
Portretten
de handhaving van hei recht heeft te
waken, eens een vergissing begaat
in den doolhof van wettelijkebepalin»
gen en distincties. Daarvoor moest
redres mogelijk sijn, zoodat geen
schuldige door een fout in de acte
van beschuldiging den dans kan ont»
springen. N.K.
We knippen een stukje uit het
Raadsverslag van de lands-Hoofdstad
te Amsterdam.
Wethouder Vos is aan 't woord inzake
crisissteun
Zoo erg als de communistische
leden het hebben voorgesteld, was het
dus niet.
De heer Lisser: Praatjes: U liegt
maar wat
De VoorzitterIk roep den heer Lis
ser tot de orde
Wethouder VosMen moet alles
nuchter bekijken
De heer LisserNiet met gevoel
want veel hart heeft u niet 1
Wethouder Vos: Het is in het belang
dezer menschen, dat men niet altijd
zijn gevoel laat spreken.
Thans klinkt plotseling van de pu
blieke tribune een stem Jullie wilt
onderkruipers hebben 1
(Opschudding).
De voorzitter. De publieke tribune
moet worden ontruimd
Dezelfde schreeuwer: Zwerver die je
bent! Ik heb een huishouden met drie
kinderen en loop al maanden zonder
werk I (Eenige rechercheurs op dé
publieke tribune pakken daarna den
schreeuwer beet om hem te verwijderen
Een worsteling ontstaat. Anderen op
de publieke tribune schreeuwen de
zaal in: Wij zullen wethouder Vos wel
vindenMotte wij leve van twalef
guide
Terwijl onder veel tumult de lawaai
makers worden verwijderd, gilt me
vrouw Van Zelm in de raadzaal Is
dat nou mooiDie ongelukkige hon
gerlijders, slachtoffers van jullie ver
vloekt systeem
Geroep op de publieke tribune: Wij
hebben honger, zoogenaamde arrebeiers-
afgevaardigden 1
De heer Doornbosch. Zoo is het
De voorzitter. De vergadering wordt
geschorst.
Als mevrouw van Zelm daarna door
gaat met in de raadzaal te roepen dat
die menschen nu met geweld worden
verwijderd, tracht de heer Baas haar
te kalmeeren, zij zegt hem Ik heb
niets met jouw Christelijke huichelarij
te maken, is dat nou Christelijk 1
De heer Douwes tot mevrouw van
Zelm Spreekt zoo nu een vrouw
Mevrouw van Zelm tot den heer
Douwes KapitalistenknechtBen u
nou een man
Door eenige communistische leden
wordt het toeschreeuwen van de andere
raadsleden nog eenigen tijd voortgezet.
Toen het college van B. en W.
weder terugkeerde werd de vergadering
heropend en diende de wethouder Vos
nog kortelijk van dupliek.
De ihterpellant, de heer Lisser dupli
ceerde. Na geruimen tijd te hebben
voortgegaan, zegt spreker dat hij zich
kan begrijpen dat de menschen op de
publieke tribune zich hebben verzet
tegen de hardvochtige taal door den
wethouder Vos gesproken, de men
schen die gij, meneer de voorzitter, met
den politiestok van de tribune hebt
doen verwijderen
De voorzitter, wethouder Wibaut
Meneer Lisser, ik verbied u op deze
manier door te gaan, anders zal ik
artikel 21 (Ontneming van het woord
Raadsverslagg.) op u moeten toepassen
De heer Doornbosch (C.P.)Daarom
godsdienstig man.
Ja, dat kan je wel zeggen, hernam
de gramstorige waardin, die, gelijk
velen van haar beminnelijk geslacht,
altijd het laatste woord moest hebben,
dat kan je wel zeggen, maar dat
zou ik dan toch nog eerst uit den
goeden man zijnen mond moeten hooren.
Nu, het kan ook zijn, dat ik het
mis heb, sprak de inderdaad niet on
godsdienstige Jasper, blijkbaar om zijne
kijvende vrouw tevreden te stellen,
maar het kwam mij dan tenminste
zoo voor.
Dat zij aan dien rozenkrans ge
hecht was, kon ik mij zeer goed be
grijpen, niet alleen omdat die zooveel
waarde had, maar ook en voornamelijk
omdat hij van een heilig man afkom
stig was en ook een mooi familie stuk
mocht heeten.
Sedert het oogenblik, dat haar
slechten zoon de toegang tot het kasteel
voor altijd was geweigerd, werd hare
gezondheid dagelijks minder, zelfs zoo,
dat de dokter de hoop op haar behoud
voorgoed opgaf. Dit alles was haar be
kend, maar zij toonde zich gelaten en
onderworpen. De oude jonker, wiens
geweten zeker zoowat begon te knagen,
daar hij wel wist, vroeger niet te veel
aan zijne vrouw gedacht te hebben,
kwam haar dagelijks bezoeken, en
bleef dan geruimen tijd bij haar. De
man bezat wezenlijk geen slecht hart.
Had het geluk hem eene andere vrouw
beschoren, hij zou een andere kerel
geweest zijn. Hiermee wil ik niet zeg
gen, voegde Jasper er haastig bij, de
tusschenkomst van zijn vrouw weer
zat hij straks te bladeren in het Regle
ment!
De heer Lisser Welk artikel gij
wilt toepassen, raakt mij niet. Wij
hebben altijd ons geschikt naar de
regeling der raadsvergadering doch in
zulk een belangrijke zaak laten wij
ons niet door een regiementsartikel
knotten 1
Ten slotte dient spr. mede namens
zijne fractiegenooten het voorstel in
B. en W. uit te noodigen alle »ver-
slechteringen" van den crisissteun
terug, te nemen.
Neemt de Raad, aldus besloot spr.,
ons nu in te dienen voorstel niet aan
dan is van heden af de strijd begonnen
en zullen wij den arbeid van den
Raad zooveel mogelijk stopzetten.
Dolf Bobbers kwam eerst met veertig
jaar tot de ontdekking, dat het voor
een mensch niet goed is, alleen te zijn
Hij ging daarom ernstig met het plan
om, zich voor den nog overigen tijd
zijns levens eene gezellin te zoeken.
Tot dat besluit kwam hij niet, omdat
hij zich op "deze wereld begon te ver
velen integendeel, Dolf was eigenlijk
't liefst heelemaal moederziel alleen
op aarde gebleven, want hij was een
geldwolf en een vrek, die geen chris-
tenmensch een rooden cent gunde.
Desondanks had Dolf een oog of liever
allebei zijn oogen op Antje Bovers
geworpen. Of eigenlijk weer, was 't
niet zoozeer Antje, dat Dolf den kop
op hol bracht, maar heel iets anders.
Antje was namelijk 't eenig kind van
den rijken boer Bovers en de geluk
kige toekomstige eigenares van de
schoone boerderij met haar prachtige
weiden en velden, met de volle schuren
en stallen. Die rijke akkers, die vette
koeien en runderen draaiden in Dolfs
hoofd als een kermismallemolen rond.
Zoo kwam het, dat hij op een schoo-
nen avond tot de huwelijksaanvraag
besloot, het hart vol zoete hoop. Toen
hij op de boerderij van de Bovers aan
kwam, was de knecht juist met het
vee voor de staldeuren. Alle donders
wat waren dat kostelijke beesten, alle
maal zoo heerlijk rond en zoo kraak
zindelijk, daar ge zoudt ze in bed
kunnen leggen, zoo proper en net als
ze waren 1 Dolf keek zijn oogen uiten
bij al dat kijken vergat hij het doel
van zijn komst.
Daar klopte hem iemand op den
schouder: goeden avond, buurman!
t Was de boerin.
Ha, goeden avond, Trijn, ant
woordde Dolf, waar is de baas
Die is met Antje 't dorp in... Wat
is er dan eigenlijk
Ha zoo, de baas is naar 't dorp?
Nou, ik had iets te bespreken... eigen
lijk gaat het u net zoo goed aan als
den baas; maar laat ons naar binnen
gaan, de koeien en kalveren hebben
er niets mee noodig en de knecht daar
nog minder.
Dolf zat binnen achter de tafel en
draaide voortdurend zijn hoed tusschen
de vingers en liet den blik rondgaan
door de kamer daar was alles zoo
spiegelblank en de vloer zoo wit, men
zou er op kunnen eten. De boerin
bracht een homp boter en brood en
een flesch bier en spoorde Dolf aan, te
doen alsof hij thuis was. Dolf draaide
nog altijd met zijn hoofddeksel en
sprak van 't schoone weer van 't goeie
vlaszaad, van 't aardappelpoten en zoo
voorts. Het echte woord wilde nog
altijd niet over zijn lippen. Doch de
boerin kwam hem te hulp.
Buurman, zei ze, van wege 't
aardappel- of knollen- planten zijt ge
niet gekomen... zeg maar op, waarvoor
zijt ge eigenlijk hier?
- Dat is eigenlijk gezeid iets heel
vreezende, dat mevrouw Zeilker geen
goede vrouw was, maar zulke dames
doen volgens mijn inzicht, beter naar
een klooster te gaan, dan te trouwen.
Duidelijk zag ik, dat de jonker
zich inspande om de laatste oogenblik-
ken van, zijne vrouw te verzachten, en
al het mogelijke te doen om na haar
dood geen zelfverwijt te hebben maar
het viel hem moeilijk, en dit was toch
wel een bewijs dat hij goed wilde en
ook een goed hart bezat Treurig ver
liet hij dan het slaapvertrek, en dwaal
de peinzend in den omtrek rond; waar
schijnlijk dacht hij er dan over na,
hoeveel gelukkiger hij had kunnen
zijn.
Freule Constance was, zooals ik
reeds gezegd heb, altijd bij hare moeder
en paste haar als eene liefdevolle
dochter met de meeste zorgen op. Zij
was thans op den leeftijd van achttien
jaar gekomen en volstrekt niet in haar
nadeel opgegroeid. Bij hare schoonheid
bezat zij vele goede hoedanigheden
jammer dat deze wel wat in de schaduw
werden gesteld door haar adeltrots.
Zij liet zich veel op hare geboorte
voorstaan, en had het denkbeeld harer
voorvaderen ingezogen, als waren de
addellijke lieden uit beter stof gemaakt
dan de burgers. Overigens was zij zacht,
van humeur, geduldig en onderworpen,
daarbij zeer godsdienstig, ofschoon weer
op eene andere manier dan hare moe
der. Urenlang kon zij voor het bed
van de zieke zitten, die haar alles was
en met wier dood haar alles scheen
te zullen ontvallen want beminde zij
haar vader, die liefde ontsproot meer
bijzonders, begon Dolf verlegen. Weet
ge, buurvrouw, het is toch treurig, al
zeg ik 't zelf, als men dag in dag uit
zoo eenzaam is, zoo verlaten de dienst
boden kunt ge achter uw rug ook niet
vertrouwen, en, is men uit, dan heeft
men niemand om hun een beetje op
de vingers te zien. Ik heb een mensch
noodig, een braaf christelijk mensch
dat is 't allervoornaamsteop geld
en goed zie ik niet, ik heb zelf nogal
wat overgelegdals dat mensch maar
christelijk is, ziet ge En dan had
ik bij mij zeiven gedacht, uw dochter
Antje, dat zou zoo'n goeie voor me
zijn. Ze is zoo'n christelijk meiske,
bidden doet ze als een heilige, ik zie
haar dikwijls zoo graag aan, en ze
heeft Frans zoo goed opgepast, toen
hij ziek wasdaar, ik zou er bij kun
nen huilen.
Daarbij stak Dolf zijn wijsvinger in
de oogholte, opdat ten minste één
krokodillentraan over zijn wang zou
rollen.
Trijn had rustig toegeluisterdtoen
echter Dolf over »christelijkheid" be-
fon, had ze een heimelijk lachje niet
unnen onderdrukken. Dolf stond
namelijk als een heel zonderlinge
heilige bekend, 's Zondags kwam hij
gewoonlijk van de laatsten in de kerk
en ging dan met den rug tegen de
kerkdeur hangen, opdat ze niet epen
zou gaan en de lui in de kerk geen
koude zoude vatten. Van de preek wist
hij niets, uitgenomen als de pastoor
soms toestond 's Zondags te hooien.
Overigens als hij in de preek bleef,
dan zette hij zich op den trap van 't
zangkoor, waar een krachtig snorkeri
zijne aanwezigheid verried.
Daarom had Trijn heimelijk gelachen;
toch antwoordde zij heel vriendelijk
Komt den wind uitdien hoek? 't Is
een groote eer voor onsmaar, beste
buurman, ge ziet zelf wel in, dat wij
ons kind alleen aan een braven chris-
telijken man willen afstaan. Ge neemt
me toch niet kwalijk dat ik u een
beetje den pols voel. Hierop nam zij
met een boosaardig lachje den cate
chismus uit de latafel en begon uit te
vragen. Toen Dolf merkte waar 't heen
moest, werd 't hem groen en geel voor
de oogen.
Liever had hij een heele muis met
huid en haar ingeslikt dan zich te
laten uitvragen. Doch de vette koeien
en de vruchtbare weilanden draaiden
weer zijn geest voorbij en met een
zuur lachje schikte hij zich in 't
onvermijdelijke.
Hoe luidt het vijfde artikel des
Geloofs vroeg de boerin.
Ten vijfde, gij zult op verboden
tijden geen bruiloft vieren, antwoordde
Dolf.
Oholachtte de boe'rin, zoo gauw
gaat 't niet 1 Toen vroeg ze verder
Welk is 't zevende der gedoden
Gods
Ten zevende, het huwelijk, meen
de onze Dolf.
Zachtjes aan, dat komt eerst op't
einde, bemerkte de boerin.
Nog eenmaal vroeg zij: Welke
zijn ae acht Zaligheden Als Dolf
hier zijn hart had willen uitspreken,
zou hij hebben moeten antwoorden
Ie Het vee 2e de stal3e de guldens,
enz. Zoo peinsde hij een tijd lang na,
eindelijk dacht hijik heb ze en daar
rolden ze —-le De hongerigen spijzen
2e De dorstigen laven. enz.
De boerin schooi in een luiden
lach.
Beste buurman, zei ze, in den
catechismus zit uw christelijkheid niet
diep; laten we nog iets probeeren, wat
niet in den catechismus staat. Hoe
werden eigenlijk de drie Koningen
genoemd
Dolf kreeg een gevoel, alsof hij
honderd wespen op den rug had zitten.
Eindelijk herinnerde hij zich, dat men
de H. Driekoningen met Kerstmis op
aire deuren scheef. Hij keek daarom
naar de kamerdeur, juist, daar stond
uit gevoel van plicht, dan wel uit ge
neigdheid van haar hart. Herhaalde
keeren, wanneer ik de een of andere
boodschap binnenbracht, zag ik, toen
de zieke voorgoed bedlegerig werd,
haar voor het ledikant den schoonen
rozenkrans gebruiken, de kostbare
parelen en gouden kralen gleden dan
langzaam door hare teedere vingers,
terwijl zij met eene heldere, welluidende
stem de schoone gebeden uitsprak. Over
het gelaat yan hare moeder lag dan
eene hemelsche kalante, die mij dik
wijls godsdienstig heeft gestemd., ja mij
tranen in de oogen bracht.
Krelis Blauw keek bij deze woorden
naar de waardin, als wilde hij zeggen:
Zie je wel, het is nog zoo kwaad
niet met hem gesteld, hou maar goeden
moed.
Daarbij, vervolgde Jasper, moet
ik ook zeggen, dat ik medelijden met
mijne goede meesteres had, omdat zij
zooveel moest lijden. Dagelijks werd
zij zwakker, en toen haar einde lang
zaam naderde, maakte zij eenige be
palingen voor hare dochter, en deze
betroffen hoofdzakelijk den rozenkrans.
Mijn eenige, dierbhre dochter,
sprak zij fluisterend, hare woorden
telkens door een akeligen drogen kuch
afbrekende, uwe moeder gaat ster
ven, aanhoor haar laatsten wil, en, wat
gij doet, houd dien in eere, en vergeet
•hem nooit. Ontvang dit kostbare bid
snoer, waarop uwe moeder altijd zoo
veel prijs heeft gesteld, als een aan
denken aan haarj en vergeet niet, dat
het haar dringende wensch is, dat gij
het altijd zult bewaren en vpor de
het: C. M. B. Dolf martelde zijn
verstand en hij had genie, dat kon
hem niemand betwisten het kwam
langzaam, maar het kwam Caiphas
Malchus, en Bi... Bi... Pilatus. Trijn
was van 't lachen bijna van haar stoel
gevallen. Daar hoorde men plotseling
zware voetstappen in 't voorhuis.
De baas komt, zei Trijn. Tegelijk
ijlt zij de kamer uit en fluistert haar
echtgenoot eenige woorden in 't oor.
Een ondeugend lachje glijdt boer
Bovers over de lippen. De baas had
het te kwaad, haast nog erger dan zijn
wederhelft. Hij gold als hardhoorig en
doofde zaak zat echter zoo 1 als boer
Bovers iets hooren wilde, dan verstond
hij 't zachtste gesprekstond iets hem
niet aan, dan kon niemand 't hem aan
't verstand brengen. Hij ging de
kamer in.
Goeden avond, buurman, zei hij
wat was er van uw dienst?
Goeden avond, Jozef 1 antwoordde
Dolf, ik wilde eigenlijk iets heel bij
zonders bespreken.
Ik versta zoo slecht, wat zegt ge,
ik zou u met een briefke van honderd
besteken
Och wat! ik zou graag willen
trouwen
Wat zoudt ge een noveen willen
houen
Dolf raakte vertwijfeld. Hij riep dat
de ruiten rinkelden Buurman, ik
wou wel een bruid, een ferme bruid I
Bovers brulde er nog geweldiger op
los: Wat, wie heeft 't verbruid?
Uw dochter, Antje, gilde Dolf, dat
is zoo'n braaf kind, dat meiske, dat
kan ik niet vergeten
Wat? Een reiske daar zou ik
iets van weten
Dolf dreigde te barsten van ongeduld.
Hij hield zijn mond vlak bij 't oor van
boer Bovers en schreeuwde langs zijn
hand heen uit al de macht van zijn
longen: Uw dochter Antje, die zou
ik graag trouwen.
Ha-zoo I antwoordde de hardhoo-
rige boer, dat had ge wel aanstonds
kunnen zeggen, ge komt een beetje te
laat, ons meiske heb ik al aan Hans
Walters gegeven. We zijn juist bij den
pastoor geweest.
Dolf werd vuurrood, nam zijn hoed
en stormde woedend naar huis terug.
De meiden en knechten, die van de
keuken uit hadden toegeluisterd, barst
ten los, dat 't schaterde door 't huis
de boer en de boerin lachten mee, en
't meest van allen lachte Antje, de
bruid van Hans Walters.
Geen student zakte ooit zoo diep,
als Dolf dien dag voor zijn huwelijks
examen.
O-emengd Nieuwe
Vuile melk.
Voor het kantongerecht te Wage-
ningen werd behandeld het procesver
baal tegen mej. J. v. E., schoondochter
van R. S. Sr. bij wien zij in huis
woont, die op 11 Februari als volle
melk ten verkoop dn voorraad, welke
melk bij onderzoek sterk verontreinigd
was door mest en stroo.
Als getuigen werden gehoord de
keurmeester v. E. en de directeur, dr.
van der Laan, van den Prov. keurings
dienst te Utrecht.
Het O. M. yr.oeg f 200 boete of 50
dagen. De kantonrechte^ bepaalde de
uitspraak over een week.
Overreden en gedood.
JJit Maastricht wordt gemeld
Zondagmiddag is op den l.ageh Ka
naaldijk te St. Pieter ae ruim 60-jarige
H. K(oolen) in de nabijheid van zijn
woning door een auto van de flrma
Boots overreden en op slag gedood.
Blindgeschoten.
In de Staatsmijn Hendrik te Rumpen
wilde zekere J. K. van beroep houwer,
een ladingstok in een geboord gat
hebzucht van wie ook zult beveiligen.
God geve, dat Richard nog eenmaal
tot inkeer kome en ik hem hiernamaals
moge ontmoeten, maar hetzij hij zich
bekeere of niet, hij heeft nimmer aan
spraak op het bezit van dezen rozen
krans. Dikwijls heb ik hem begeerige
blikken daarop zien werpen, en het
zou mijn rust in het graf verstoren,
wanneer hij het kostbare kleinood
machtig werd en het te gelde maakte,
om zijne buitensporige zucht naar
aardsch genot te bevredigen. Beloof mij
dus plechtig, dat gij den u loevertróuw-
den schat zorgvuldig zult bewaren, en
ge,en dag vqorbij zal gaan, dat gij
niet'voor paij aap den rozenkrans zult
bidden. Doe dit altijd 's ayonds voor gij
u ter rust begeeft in uw slaapvertrek,
dat zich aan de linkerzijde yan hef
kasteel bevindtik heb een voorgevoel,
dat ik in die oogenblikken onzichtbaar
bij u zal zijn.
Bij uwe meerderjarigheid zult gij
uw moeders erfdeel ontvangen, dat u
niet alleen onbekrompen maar zelfs op
vorstelijke wijze kan doen levenmaak
daar eenter geen misbruik van, verfoei
alle overdreven weeldeen voornamelijk
de zinnelijkheid, gedenk de armen en
beschouw deze aarde nooit als eene
blijvende plaats, maar slechts als een
doortocht tot een beter leven.
Richard heeft reeds meer onlvan
gen dan hem toekwamhet grieft mij
het te moeten zeggen, maar hij heeft
het 'zich niet waar.djg getoond. Het
behoort ook tot mijn laatsten y/ensch,
dat gij hem nooit meer een enke|,e
penning zult afstaan; ik vraag u, ik
duwen. Eensklaps ontplofte de lading
met het noodlotting gevolg dat K. aan
beide oogen werd getroffen en daarin
het licht voor altijd zal moeten missen.
Bovendien bekwam het slachtoffer
schotwonden aan gelaat en hals.
Een zwarte lyst.
Een 40 èi 50-tal broodbezorgers ui*
de mijnstreek hebben zich georgani
seerd, met het doel, om aan klanten,
die slecht betalen, geen brood meer te
bezorgen en om van deze wanbetalers
een zwarte lijst aan te leggen.
Winkelweek.
Te Heerlen wordt van 28 Aug. tot 3
September een winkelweek gehouden,
waaraan reclameoptocht en festiviteiten
zullen zijn verbonden.
Een fout in het geboorte-register.
In een der gemeenten in den Noord
oosthoek van Friesland zou binnenkort
het huwelijk worden voltrokken van
een paar jongelui. Dezer dagen werd
den bruidegom verzocht even ten ge
meentehuize te komen, daar men een
boodschap aan hem had. Wie schetst
echter de verbazing van den jongen,
man, toen de ambtenaar van den Bur
gerlijken Stand hem mededeelde, dat
nij in de geboorteregisters stond inge
schreven als te zijn een kind van het
vrouwelijke geslacht. En daar het
huwelijk tusschen twee personen van
dezelfde kunne verboden is, werd hem
medegedeeld, dat zijn huwelijk voor-
loopig niet zal kunnen worden voltrok
ken. Wellicht zal eerst verbetering van
de geboorteakte dienen plaats te heb
ben. Voor den bewusten jongeman
en zijn aanslaande is dit minder
aangenaam, wijl zij nu naar alle waar
schijnlijkheid nog wel een paar maan
den zullen moeten wachten, voor zij
in het huwelijksbootje kunnen stappen.
Verduistering van f 10.000.
Te Venlo heeft zekere J. H. incas
seerder van de firma L. aldaar een
bedrag van f 10.000 verduisterd en
daarmede de wijk genomen naar België.
Naar verluidt zou hij reeds tè Brussel
zijn gearresteerd. Hiervan kon echter
geen bevestiging verkregen worden.
Onde'geteekende houdt zich beleefd
aanbevolen voor HET VERLKENEN VAN
HULP en INLICHTINGEN bij
Assurantiën,
Belastingzaken,
Kadastrale zaken,
Koof- en B uurcontrac
ten enz. enz.
Schoolstraat 22.
van
Modern Photograflsch Atelier
SEVENUM Te efoon 17
SPECIALITEIT in
naar elk portret.
Overal aan buis te i
ontbieden zonder I l
priisverhooging^i f
in alle maten en modellen verkrijgbaar
bij Eirina van den Munckliof.
verzoek u, ja ik beveel u dringend dit
nimmer te doen. Luistert gij niet naar
mij, gij zult er de gevolgen van onder
vinden uw gansche erfdeel gaat
verloren, en gij brengt u ten gronde.
Voor alles, herhaalde zij nog eens,
denk vooral om den rozenkrans en
verlies hem nimmer uit het oog.
Dit waren hare laatste woorden
toen viel zij in eene zachte sluimering,
waaruit zij niet meer ontwaakte.
Freule Constance was radeloos
van droefheid, en de oude jonker was
d.oor het sterven van zijne echtgenoote
veel meer. getroffen dan ik verwacht
had.
Vier dagen daarna had <Je plech
tige begrafenis plaats, en nu was freule
Constance geheel alleeneen pnkele
maal kreeg zij nu en dan een bezpek
van den renjtm,è,ester, ,die haar de hoog
ste achting toedroeg, en de dpkfer liet
zich somtijds nog eens zien, om van
zijne belangstelling in hare gezondheid
te doen blijkendoch haar vader zocht
verstrboiïng in het gewoel der wereld,
zoodat er soms drie dagen verliepen
voor zij hem bij haar zag. Dat zij den
laatsten wil van hare moeder eerbiedig
de, heb ik dikwijls kunnen opmerken,
want ik zag haar niet alleen des
avonds, maar niet zelden overdag met
de meeste godsvrucht aan den kost
baren rozenkrans bidden.
Die Jasper vertelt nou net precies
of je 'm uit 'n boek hoort voorlezen
waor haolt ie de woorden alleraaol
vandaon, zou je zeggen, sprak Krelis
B/a uw.
Vervolg zie le Blad.