I Portretten STEMPELS Jos. Strijbosch Hoofdstedelijke edelachtbaren.. Dolf druipt voor zijn Huwelijks-examen. G. W. Muskens Vergrootinys- Portretten de handhaving van hei recht heeft te waken, eens een vergissing begaat in den doolhof van wettelijkebepalin» gen en distincties. Daarvoor moest redres mogelijk sijn, zoodat geen schuldige door een fout in de acte van beschuldiging den dans kan ont» springen. N.K. We knippen een stukje uit het Raadsverslag van de lands-Hoofdstad te Amsterdam. Wethouder Vos is aan 't woord inzake crisissteun Zoo erg als de communistische leden het hebben voorgesteld, was het dus niet. De heer Lisser: Praatjes: U liegt maar wat De VoorzitterIk roep den heer Lis ser tot de orde Wethouder VosMen moet alles nuchter bekijken De heer LisserNiet met gevoel want veel hart heeft u niet 1 Wethouder Vos: Het is in het belang dezer menschen, dat men niet altijd zijn gevoel laat spreken. Thans klinkt plotseling van de pu blieke tribune een stem Jullie wilt onderkruipers hebben 1 (Opschudding). De voorzitter. De publieke tribune moet worden ontruimd Dezelfde schreeuwer: Zwerver die je bent! Ik heb een huishouden met drie kinderen en loop al maanden zonder werk I (Eenige rechercheurs op dé publieke tribune pakken daarna den schreeuwer beet om hem te verwijderen Een worsteling ontstaat. Anderen op de publieke tribune schreeuwen de zaal in: Wij zullen wethouder Vos wel vindenMotte wij leve van twalef guide Terwijl onder veel tumult de lawaai makers worden verwijderd, gilt me vrouw Van Zelm in de raadzaal Is dat nou mooiDie ongelukkige hon gerlijders, slachtoffers van jullie ver vloekt systeem Geroep op de publieke tribune: Wij hebben honger, zoogenaamde arrebeiers- afgevaardigden 1 De heer Doornbosch. Zoo is het De voorzitter. De vergadering wordt geschorst. Als mevrouw van Zelm daarna door gaat met in de raadzaal te roepen dat die menschen nu met geweld worden verwijderd, tracht de heer Baas haar te kalmeeren, zij zegt hem Ik heb niets met jouw Christelijke huichelarij te maken, is dat nou Christelijk 1 De heer Douwes tot mevrouw van Zelm Spreekt zoo nu een vrouw Mevrouw van Zelm tot den heer Douwes KapitalistenknechtBen u nou een man Door eenige communistische leden wordt het toeschreeuwen van de andere raadsleden nog eenigen tijd voortgezet. Toen het college van B. en W. weder terugkeerde werd de vergadering heropend en diende de wethouder Vos nog kortelijk van dupliek. De ihterpellant, de heer Lisser dupli ceerde. Na geruimen tijd te hebben voortgegaan, zegt spreker dat hij zich kan begrijpen dat de menschen op de publieke tribune zich hebben verzet tegen de hardvochtige taal door den wethouder Vos gesproken, de men schen die gij, meneer de voorzitter, met den politiestok van de tribune hebt doen verwijderen De voorzitter, wethouder Wibaut Meneer Lisser, ik verbied u op deze manier door te gaan, anders zal ik artikel 21 (Ontneming van het woord Raadsverslagg.) op u moeten toepassen De heer Doornbosch (C.P.)Daarom godsdienstig man. Ja, dat kan je wel zeggen, hernam de gramstorige waardin, die, gelijk velen van haar beminnelijk geslacht, altijd het laatste woord moest hebben, dat kan je wel zeggen, maar dat zou ik dan toch nog eerst uit den goeden man zijnen mond moeten hooren. Nu, het kan ook zijn, dat ik het mis heb, sprak de inderdaad niet on godsdienstige Jasper, blijkbaar om zijne kijvende vrouw tevreden te stellen, maar het kwam mij dan tenminste zoo voor. Dat zij aan dien rozenkrans ge hecht was, kon ik mij zeer goed be grijpen, niet alleen omdat die zooveel waarde had, maar ook en voornamelijk omdat hij van een heilig man afkom stig was en ook een mooi familie stuk mocht heeten. Sedert het oogenblik, dat haar slechten zoon de toegang tot het kasteel voor altijd was geweigerd, werd hare gezondheid dagelijks minder, zelfs zoo, dat de dokter de hoop op haar behoud voorgoed opgaf. Dit alles was haar be kend, maar zij toonde zich gelaten en onderworpen. De oude jonker, wiens geweten zeker zoowat begon te knagen, daar hij wel wist, vroeger niet te veel aan zijne vrouw gedacht te hebben, kwam haar dagelijks bezoeken, en bleef dan geruimen tijd bij haar. De man bezat wezenlijk geen slecht hart. Had het geluk hem eene andere vrouw beschoren, hij zou een andere kerel geweest zijn. Hiermee wil ik niet zeg gen, voegde Jasper er haastig bij, de tusschenkomst van zijn vrouw weer zat hij straks te bladeren in het Regle ment! De heer Lisser Welk artikel gij wilt toepassen, raakt mij niet. Wij hebben altijd ons geschikt naar de regeling der raadsvergadering doch in zulk een belangrijke zaak laten wij ons niet door een regiementsartikel knotten 1 Ten slotte dient spr. mede namens zijne fractiegenooten het voorstel in B. en W. uit te noodigen alle »ver- slechteringen" van den crisissteun terug, te nemen. Neemt de Raad, aldus besloot spr., ons nu in te dienen voorstel niet aan dan is van heden af de strijd begonnen en zullen wij den arbeid van den Raad zooveel mogelijk stopzetten. Dolf Bobbers kwam eerst met veertig jaar tot de ontdekking, dat het voor een mensch niet goed is, alleen te zijn Hij ging daarom ernstig met het plan om, zich voor den nog overigen tijd zijns levens eene gezellin te zoeken. Tot dat besluit kwam hij niet, omdat hij zich op "deze wereld begon te ver velen integendeel, Dolf was eigenlijk 't liefst heelemaal moederziel alleen op aarde gebleven, want hij was een geldwolf en een vrek, die geen chris- tenmensch een rooden cent gunde. Desondanks had Dolf een oog of liever allebei zijn oogen op Antje Bovers geworpen. Of eigenlijk weer, was 't niet zoozeer Antje, dat Dolf den kop op hol bracht, maar heel iets anders. Antje was namelijk 't eenig kind van den rijken boer Bovers en de geluk kige toekomstige eigenares van de schoone boerderij met haar prachtige weiden en velden, met de volle schuren en stallen. Die rijke akkers, die vette koeien en runderen draaiden in Dolfs hoofd als een kermismallemolen rond. Zoo kwam het, dat hij op een schoo- nen avond tot de huwelijksaanvraag besloot, het hart vol zoete hoop. Toen hij op de boerderij van de Bovers aan kwam, was de knecht juist met het vee voor de staldeuren. Alle donders wat waren dat kostelijke beesten, alle maal zoo heerlijk rond en zoo kraak zindelijk, daar ge zoudt ze in bed kunnen leggen, zoo proper en net als ze waren 1 Dolf keek zijn oogen uiten bij al dat kijken vergat hij het doel van zijn komst. Daar klopte hem iemand op den schouder: goeden avond, buurman! t Was de boerin. Ha, goeden avond, Trijn, ant woordde Dolf, waar is de baas Die is met Antje 't dorp in... Wat is er dan eigenlijk Ha zoo, de baas is naar 't dorp? Nou, ik had iets te bespreken... eigen lijk gaat het u net zoo goed aan als den baas; maar laat ons naar binnen gaan, de koeien en kalveren hebben er niets mee noodig en de knecht daar nog minder. Dolf zat binnen achter de tafel en draaide voortdurend zijn hoed tusschen de vingers en liet den blik rondgaan door de kamer daar was alles zoo spiegelblank en de vloer zoo wit, men zou er op kunnen eten. De boerin bracht een homp boter en brood en een flesch bier en spoorde Dolf aan, te doen alsof hij thuis was. Dolf draaide nog altijd met zijn hoofddeksel en sprak van 't schoone weer van 't goeie vlaszaad, van 't aardappelpoten en zoo voorts. Het echte woord wilde nog altijd niet over zijn lippen. Doch de boerin kwam hem te hulp. Buurman, zei ze, van wege 't aardappel- of knollen- planten zijt ge niet gekomen... zeg maar op, waarvoor zijt ge eigenlijk hier? - Dat is eigenlijk gezeid iets heel vreezende, dat mevrouw Zeilker geen goede vrouw was, maar zulke dames doen volgens mijn inzicht, beter naar een klooster te gaan, dan te trouwen. Duidelijk zag ik, dat de jonker zich inspande om de laatste oogenblik- ken van, zijne vrouw te verzachten, en al het mogelijke te doen om na haar dood geen zelfverwijt te hebben maar het viel hem moeilijk, en dit was toch wel een bewijs dat hij goed wilde en ook een goed hart bezat Treurig ver liet hij dan het slaapvertrek, en dwaal de peinzend in den omtrek rond; waar schijnlijk dacht hij er dan over na, hoeveel gelukkiger hij had kunnen zijn. Freule Constance was, zooals ik reeds gezegd heb, altijd bij hare moeder en paste haar als eene liefdevolle dochter met de meeste zorgen op. Zij was thans op den leeftijd van achttien jaar gekomen en volstrekt niet in haar nadeel opgegroeid. Bij hare schoonheid bezat zij vele goede hoedanigheden jammer dat deze wel wat in de schaduw werden gesteld door haar adeltrots. Zij liet zich veel op hare geboorte voorstaan, en had het denkbeeld harer voorvaderen ingezogen, als waren de addellijke lieden uit beter stof gemaakt dan de burgers. Overigens was zij zacht, van humeur, geduldig en onderworpen, daarbij zeer godsdienstig, ofschoon weer op eene andere manier dan hare moe der. Urenlang kon zij voor het bed van de zieke zitten, die haar alles was en met wier dood haar alles scheen te zullen ontvallen want beminde zij haar vader, die liefde ontsproot meer bijzonders, begon Dolf verlegen. Weet ge, buurvrouw, het is toch treurig, al zeg ik 't zelf, als men dag in dag uit zoo eenzaam is, zoo verlaten de dienst boden kunt ge achter uw rug ook niet vertrouwen, en, is men uit, dan heeft men niemand om hun een beetje op de vingers te zien. Ik heb een mensch noodig, een braaf christelijk mensch dat is 't allervoornaamsteop geld en goed zie ik niet, ik heb zelf nogal wat overgelegdals dat mensch maar christelijk is, ziet ge En dan had ik bij mij zeiven gedacht, uw dochter Antje, dat zou zoo'n goeie voor me zijn. Ze is zoo'n christelijk meiske, bidden doet ze als een heilige, ik zie haar dikwijls zoo graag aan, en ze heeft Frans zoo goed opgepast, toen hij ziek wasdaar, ik zou er bij kun nen huilen. Daarbij stak Dolf zijn wijsvinger in de oogholte, opdat ten minste één krokodillentraan over zijn wang zou rollen. Trijn had rustig toegeluisterdtoen echter Dolf over »christelijkheid" be- fon, had ze een heimelijk lachje niet unnen onderdrukken. Dolf stond namelijk als een heel zonderlinge heilige bekend, 's Zondags kwam hij gewoonlijk van de laatsten in de kerk en ging dan met den rug tegen de kerkdeur hangen, opdat ze niet epen zou gaan en de lui in de kerk geen koude zoude vatten. Van de preek wist hij niets, uitgenomen als de pastoor soms toestond 's Zondags te hooien. Overigens als hij in de preek bleef, dan zette hij zich op den trap van 't zangkoor, waar een krachtig snorkeri zijne aanwezigheid verried. Daarom had Trijn heimelijk gelachen; toch antwoordde zij heel vriendelijk Komt den wind uitdien hoek? 't Is een groote eer voor onsmaar, beste buurman, ge ziet zelf wel in, dat wij ons kind alleen aan een braven chris- telijken man willen afstaan. Ge neemt me toch niet kwalijk dat ik u een beetje den pols voel. Hierop nam zij met een boosaardig lachje den cate chismus uit de latafel en begon uit te vragen. Toen Dolf merkte waar 't heen moest, werd 't hem groen en geel voor de oogen. Liever had hij een heele muis met huid en haar ingeslikt dan zich te laten uitvragen. Doch de vette koeien en de vruchtbare weilanden draaiden weer zijn geest voorbij en met een zuur lachje schikte hij zich in 't onvermijdelijke. Hoe luidt het vijfde artikel des Geloofs vroeg de boerin. Ten vijfde, gij zult op verboden tijden geen bruiloft vieren, antwoordde Dolf. Oholachtte de boe'rin, zoo gauw gaat 't niet 1 Toen vroeg ze verder Welk is 't zevende der gedoden Gods Ten zevende, het huwelijk, meen de onze Dolf. Zachtjes aan, dat komt eerst op't einde, bemerkte de boerin. Nog eenmaal vroeg zij: Welke zijn ae acht Zaligheden Als Dolf hier zijn hart had willen uitspreken, zou hij hebben moeten antwoorden Ie Het vee 2e de stal3e de guldens, enz. Zoo peinsde hij een tijd lang na, eindelijk dacht hijik heb ze en daar rolden ze —-le De hongerigen spijzen 2e De dorstigen laven. enz. De boerin schooi in een luiden lach. Beste buurman, zei ze, in den catechismus zit uw christelijkheid niet diep; laten we nog iets probeeren, wat niet in den catechismus staat. Hoe werden eigenlijk de drie Koningen genoemd Dolf kreeg een gevoel, alsof hij honderd wespen op den rug had zitten. Eindelijk herinnerde hij zich, dat men de H. Driekoningen met Kerstmis op aire deuren scheef. Hij keek daarom naar de kamerdeur, juist, daar stond uit gevoel van plicht, dan wel uit ge neigdheid van haar hart. Herhaalde keeren, wanneer ik de een of andere boodschap binnenbracht, zag ik, toen de zieke voorgoed bedlegerig werd, haar voor het ledikant den schoonen rozenkrans gebruiken, de kostbare parelen en gouden kralen gleden dan langzaam door hare teedere vingers, terwijl zij met eene heldere, welluidende stem de schoone gebeden uitsprak. Over het gelaat yan hare moeder lag dan eene hemelsche kalante, die mij dik wijls godsdienstig heeft gestemd., ja mij tranen in de oogen bracht. Krelis Blauw keek bij deze woorden naar de waardin, als wilde hij zeggen: Zie je wel, het is nog zoo kwaad niet met hem gesteld, hou maar goeden moed. Daarbij, vervolgde Jasper, moet ik ook zeggen, dat ik medelijden met mijne goede meesteres had, omdat zij zooveel moest lijden. Dagelijks werd zij zwakker, en toen haar einde lang zaam naderde, maakte zij eenige be palingen voor hare dochter, en deze betroffen hoofdzakelijk den rozenkrans. Mijn eenige, dierbhre dochter, sprak zij fluisterend, hare woorden telkens door een akeligen drogen kuch afbrekende, uwe moeder gaat ster ven, aanhoor haar laatsten wil, en, wat gij doet, houd dien in eere, en vergeet •hem nooit. Ontvang dit kostbare bid snoer, waarop uwe moeder altijd zoo veel prijs heeft gesteld, als een aan denken aan haarj en vergeet niet, dat het haar dringende wensch is, dat gij het altijd zult bewaren en vpor de het: C. M. B. Dolf martelde zijn verstand en hij had genie, dat kon hem niemand betwisten het kwam langzaam, maar het kwam Caiphas Malchus, en Bi... Bi... Pilatus. Trijn was van 't lachen bijna van haar stoel gevallen. Daar hoorde men plotseling zware voetstappen in 't voorhuis. De baas komt, zei Trijn. Tegelijk ijlt zij de kamer uit en fluistert haar echtgenoot eenige woorden in 't oor. Een ondeugend lachje glijdt boer Bovers over de lippen. De baas had het te kwaad, haast nog erger dan zijn wederhelft. Hij gold als hardhoorig en doofde zaak zat echter zoo 1 als boer Bovers iets hooren wilde, dan verstond hij 't zachtste gesprekstond iets hem niet aan, dan kon niemand 't hem aan 't verstand brengen. Hij ging de kamer in. Goeden avond, buurman, zei hij wat was er van uw dienst? Goeden avond, Jozef 1 antwoordde Dolf, ik wilde eigenlijk iets heel bij zonders bespreken. Ik versta zoo slecht, wat zegt ge, ik zou u met een briefke van honderd besteken Och wat! ik zou graag willen trouwen Wat zoudt ge een noveen willen houen Dolf raakte vertwijfeld. Hij riep dat de ruiten rinkelden Buurman, ik wou wel een bruid, een ferme bruid I Bovers brulde er nog geweldiger op los: Wat, wie heeft 't verbruid? Uw dochter, Antje, gilde Dolf, dat is zoo'n braaf kind, dat meiske, dat kan ik niet vergeten Wat? Een reiske daar zou ik iets van weten Dolf dreigde te barsten van ongeduld. Hij hield zijn mond vlak bij 't oor van boer Bovers en schreeuwde langs zijn hand heen uit al de macht van zijn longen: Uw dochter Antje, die zou ik graag trouwen. Ha-zoo I antwoordde de hardhoo- rige boer, dat had ge wel aanstonds kunnen zeggen, ge komt een beetje te laat, ons meiske heb ik al aan Hans Walters gegeven. We zijn juist bij den pastoor geweest. Dolf werd vuurrood, nam zijn hoed en stormde woedend naar huis terug. De meiden en knechten, die van de keuken uit hadden toegeluisterd, barst ten los, dat 't schaterde door 't huis de boer en de boerin lachten mee, en 't meest van allen lachte Antje, de bruid van Hans Walters. Geen student zakte ooit zoo diep, als Dolf dien dag voor zijn huwelijks examen. O-emengd Nieuwe Vuile melk. Voor het kantongerecht te Wage- ningen werd behandeld het procesver baal tegen mej. J. v. E., schoondochter van R. S. Sr. bij wien zij in huis woont, die op 11 Februari als volle melk ten verkoop dn voorraad, welke melk bij onderzoek sterk verontreinigd was door mest en stroo. Als getuigen werden gehoord de keurmeester v. E. en de directeur, dr. van der Laan, van den Prov. keurings dienst te Utrecht. Het O. M. yr.oeg f 200 boete of 50 dagen. De kantonrechte^ bepaalde de uitspraak over een week. Overreden en gedood. JJit Maastricht wordt gemeld Zondagmiddag is op den l.ageh Ka naaldijk te St. Pieter ae ruim 60-jarige H. K(oolen) in de nabijheid van zijn woning door een auto van de flrma Boots overreden en op slag gedood. Blindgeschoten. In de Staatsmijn Hendrik te Rumpen wilde zekere J. K. van beroep houwer, een ladingstok in een geboord gat hebzucht van wie ook zult beveiligen. God geve, dat Richard nog eenmaal tot inkeer kome en ik hem hiernamaals moge ontmoeten, maar hetzij hij zich bekeere of niet, hij heeft nimmer aan spraak op het bezit van dezen rozen krans. Dikwijls heb ik hem begeerige blikken daarop zien werpen, en het zou mijn rust in het graf verstoren, wanneer hij het kostbare kleinood machtig werd en het te gelde maakte, om zijne buitensporige zucht naar aardsch genot te bevredigen. Beloof mij dus plechtig, dat gij den u loevertróuw- den schat zorgvuldig zult bewaren, en ge,en dag vqorbij zal gaan, dat gij niet'voor paij aap den rozenkrans zult bidden. Doe dit altijd 's ayonds voor gij u ter rust begeeft in uw slaapvertrek, dat zich aan de linkerzijde yan hef kasteel bevindtik heb een voorgevoel, dat ik in die oogenblikken onzichtbaar bij u zal zijn. Bij uwe meerderjarigheid zult gij uw moeders erfdeel ontvangen, dat u niet alleen onbekrompen maar zelfs op vorstelijke wijze kan doen levenmaak daar eenter geen misbruik van, verfoei alle overdreven weeldeen voornamelijk de zinnelijkheid, gedenk de armen en beschouw deze aarde nooit als eene blijvende plaats, maar slechts als een doortocht tot een beter leven. Richard heeft reeds meer onlvan gen dan hem toekwamhet grieft mij het te moeten zeggen, maar hij heeft het 'zich niet waar.djg getoond. Het behoort ook tot mijn laatsten y/ensch, dat gij hem nooit meer een enke|,e penning zult afstaan; ik vraag u, ik duwen. Eensklaps ontplofte de lading met het noodlotting gevolg dat K. aan beide oogen werd getroffen en daarin het licht voor altijd zal moeten missen. Bovendien bekwam het slachtoffer schotwonden aan gelaat en hals. Een zwarte lyst. Een 40 èi 50-tal broodbezorgers ui* de mijnstreek hebben zich georgani seerd, met het doel, om aan klanten, die slecht betalen, geen brood meer te bezorgen en om van deze wanbetalers een zwarte lijst aan te leggen. Winkelweek. Te Heerlen wordt van 28 Aug. tot 3 September een winkelweek gehouden, waaraan reclameoptocht en festiviteiten zullen zijn verbonden. Een fout in het geboorte-register. In een der gemeenten in den Noord oosthoek van Friesland zou binnenkort het huwelijk worden voltrokken van een paar jongelui. Dezer dagen werd den bruidegom verzocht even ten ge meentehuize te komen, daar men een boodschap aan hem had. Wie schetst echter de verbazing van den jongen, man, toen de ambtenaar van den Bur gerlijken Stand hem mededeelde, dat nij in de geboorteregisters stond inge schreven als te zijn een kind van het vrouwelijke geslacht. En daar het huwelijk tusschen twee personen van dezelfde kunne verboden is, werd hem medegedeeld, dat zijn huwelijk voor- loopig niet zal kunnen worden voltrok ken. Wellicht zal eerst verbetering van de geboorteakte dienen plaats te heb ben. Voor den bewusten jongeman en zijn aanslaande is dit minder aangenaam, wijl zij nu naar alle waar schijnlijkheid nog wel een paar maan den zullen moeten wachten, voor zij in het huwelijksbootje kunnen stappen. Verduistering van f 10.000. Te Venlo heeft zekere J. H. incas seerder van de firma L. aldaar een bedrag van f 10.000 verduisterd en daarmede de wijk genomen naar België. Naar verluidt zou hij reeds tè Brussel zijn gearresteerd. Hiervan kon echter geen bevestiging verkregen worden. Onde'geteekende houdt zich beleefd aanbevolen voor HET VERLKENEN VAN HULP en INLICHTINGEN bij Assurantiën, Belastingzaken, Kadastrale zaken, Koof- en B uurcontrac ten enz. enz. Schoolstraat 22. van Modern Photograflsch Atelier SEVENUM Te efoon 17 SPECIALITEIT in naar elk portret. Overal aan buis te i ontbieden zonder I l priisverhooging^i f in alle maten en modellen verkrijgbaar bij Eirina van den Munckliof. verzoek u, ja ik beveel u dringend dit nimmer te doen. Luistert gij niet naar mij, gij zult er de gevolgen van onder vinden uw gansche erfdeel gaat verloren, en gij brengt u ten gronde. Voor alles, herhaalde zij nog eens, denk vooral om den rozenkrans en verlies hem nimmer uit het oog. Dit waren hare laatste woorden toen viel zij in eene zachte sluimering, waaruit zij niet meer ontwaakte. Freule Constance was radeloos van droefheid, en de oude jonker was d.oor het sterven van zijne echtgenoote veel meer. getroffen dan ik verwacht had. Vier dagen daarna had <Je plech tige begrafenis plaats, en nu was freule Constance geheel alleeneen pnkele maal kreeg zij nu en dan een bezpek van den renjtm,è,ester, ,die haar de hoog ste achting toedroeg, en de dpkfer liet zich somtijds nog eens zien, om van zijne belangstelling in hare gezondheid te doen blijkendoch haar vader zocht verstrboiïng in het gewoel der wereld, zoodat er soms drie dagen verliepen voor zij hem bij haar zag. Dat zij den laatsten wil van hare moeder eerbiedig de, heb ik dikwijls kunnen opmerken, want ik zag haar niet alleen des avonds, maar niet zelden overdag met de meeste godsvrucht aan den kost baren rozenkrans bidden. Die Jasper vertelt nou net precies of je 'm uit 'n boek hoort voorlezen waor haolt ie de woorden alleraaol vandaon, zou je zeggen, sprak Krelis B/a uw. Vervolg zie le Blad.

Peel en Maas | 1924 | | pagina 6