Tweede blad. Uit vroeger dagen Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. £i£«a£: f1 Voederariikalen Alle Kunstmeststoffen P. i. van den Munckhoi FEUILLETON. Het Kruis waarbij 't spookte Het bewaren van fruit. en Belgische Ktuitkalk Zaterdag 8 April 1924 48e Jaargang No 14 ABONNEMENTSPRIJS PER KWARTAAL voor VENRAY 65 c. franco per post 75 c. voor het buitenland (bij vooruitbetaling) 11.30 afzonderl. nummers 5 c. PEEL EN MAAS PRIJS DER ADVERTENTIES Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY. Tel. No. 51 ment groote red»; VII Welhaast door geheel Nederland is de naam Bakel bekend. Niet, dat deze naam zoo iets bijzonders is, doch iedereen voelt bij het uitspreken er van dat daar nog een macht oude herin neringen achter schuilen, herinnerin gen de plaats zelf of wel hare bewo ners betreffende. Menigeen heeft wel eens één of meer dezer vroegere feiten hooren vertellen, welke meestal de minder goede hoe danigheden of ook wel de lompheid der vroegere bewoners kenmerkten. Want de snuggerheid liet soms nog al veel te wenschen over, hoe goed de eenvoudige menschen het dan ook meenden. We zullen nog eens enkele histori sche feiten in 't geheugen terugroepen en hopen dat de verre nakomelingen er geen steen des aanstoots in zullen zien. Toen dan de trotsche, majestueuze toren met kerk zoo ongeveer waren afgebouwd, dit werk moet de vroe gere bewoners ontzettend veel zweet en opofferingen gekost hebben, was er voor in den toren nog een koepel vormige opening, want men moest toch binnen kunnen. Doch de wind gierde hierdoor zoo erg binnen dat men besloot er iets voor te maken. Doch hoe zou men zoo'n ding heeten Al lang was hierover beraadslaagd en nagedacht, totdat een der dorpsbewo ners den gelukkigen inval kreeg eens in Gemert te gaan vragen. Zoo'n ding noemen we hier »deur", zeiden de beschaafde lui uit Gemert. Overgelukkig een grooten dienst aan geheel Bakel te kunnen bewijzen, stormt onze man op Bakel aan, onder het loopen maar aanhoudend »deur, deur" herhalend. Hij was zoo blij en wilde zoo gauw thuis zijn, dat hij zich den tijd niet gunde den grooten zand weg te houden, doch maar recht door de velden op den grooten toren aan liep. In de Neerstraat kwam hij echter plotseling voor de loop, een riviertje dat er nu nog loopt. Met een flinken aanloop, de lippen vast op elkander, gelukte het onze man, behouden de overzijde te bereiken, maar o^harm, deze inspanning had hem het zoo gewichtig woord doen vergeten, 't Moet stellig ergens op den boden gevallen zijn, want aan den overkant had ik het nog, redeneerde hij. Doch geen nood, de broek opge stroopt en maar tot de knieën, in 't water, aan 't zoeken- Al een heel poos had hij het riviertje afgezocht, maar kon niets vinden. Er waren echter in de nabijheid enkele boeren bezig de loop te vegen en deze zeiden wat zoekt ge toch. Onze man vertelde zijn weder varen, waarop alle boeren ijverig met door O. F. M. 19. Neen, hij durft niet meer omzien, dat doet tijd verliezen Wee, daar is een sloot, o een breede sloot! Wat? O, daar is hij, Giessers Verschrikke lijk, welk een sprong! Zonder beden ken, in de kracht van de wanhoop is Kragers er als overheengevlogen. Ter stond Giessers hem achterna Maar... op dien |prong van. Kragers heeft hij niet gerekend; zijn sprong mislukt; met een harden plof valt hij in 't water. Krijschende kfeten van woede en spijt huilt hij uit. Kragers heeft zich omgewend. Giessers, Giessers, roept hij smeekend, laten we, luister. Neen, schurk I blerkt Giessers, ik moet je hebben I 't Mes in je schurkenhart 1 Met heftige bewegingen werkt hij zich vooruit in 't water. Schreiend van angst holt Kragers weer voort. O, hij moet dood, dood't Mes in zijn hart! Een kille huivering vaart hem door de borst, als voelt hij 't koude mes al in zijn lijf dringen. Dood, doodO. daar is Giessers weer, o, hij hoort al 't stampen van zijn voeten. Voort, elk oogenblik van ver traging kan de dood zijn, de dood voortDood... en naar de verdoerae- .19 1 Voor eeuwig verdoemd Voort dan hun hakken, rieken enz. mede aan het zoeken gingen. Voet voor voet werd de geheele bedding afgezocht, de bodem zelfs omgewerkt. Totdat een der boeren, welke zich ijverig met een riek weerde, onze man een flinken steek in zijn voet gaf. Verdulleme dés »er dêur, zei de bood schapper, met een gezicht grijnzend van de pijn. Doch oogenblikkelijk sprong hij daarna uit het water, en jubelde, ik heb 't weer, 't is ter deur, deur, deurEn daarop in galop zijn blijde boodschap overbrengend, werd hij lang aangzien als de held van Bakel. Misschien weet ook niet iedereen, dat de Bakelsche kerk niet altijd op de plaats gestaan heeft waar ze nu staat. Vroeger stond ze een »treei" of tien dichter bij den publieken weg. Men meende evenwel, dat dit voor verschillende dingen bezwaarlijk was, en besloot daarom ze wat te verzetten. Al het volk werd zoo wat bij elkaar geroepen, men zou aan één kant met alle macht duwen »kreijen". Er was echter een snuggere snuiter bij, die zei, »we moesten ze eens te ver »kreijen" dat zou jammer zijn." Daarom trok de geheele ploeg de jassen uit, en deze werden in een rechte lijn gelegd, zoover als de kerk moest komen. Daarop ging men weer met alle macht aan 't »kreijen". Onderwijl kwam echter een Boekel- sche totkremerc aan de andere zijde langs de kerk, en meende een goeden slag te kunnen slaan. Hij nam dan ook alle kleedingstukken mede, zich ijlings uit de voeten makende. Toen men een kwartier lang gewerkt en geduwd had, zou men eens gaan kijken hoeveel men al gevorderd was, en o weein koor riep men uit, »daar heddeget al, we zijn al veel te ver, alle jassen zitten al onder de kerk". Of men nog geprobeerd heeft de kerk wederom terug te krijgen, is on bekend. Kreeg de Bakelsche Raad in de zoogenaamde crisisjaren een zekere vermaardheid om de vele en lange vergaderingen, waarin het er soms zeer heftig naar toe ging, in vroeger tijd werden de belangen der gemeente evenzeer met ijver besproken en ge waardeerd. Daar het Raadhuis toen nog niet bestond, werd er tijdens den zomer vergaderd op den drietip ten oosten van het armenhuisje, onder den grooten eik welke er nu nog staat. Men ging in een ronde kring op het gras zitten, zoo dicht mogelijk bij elkaar, zoodat de beenen van Raadslid A. over die van lid B. kwamen te liggen, en Wethouder G. of D. de zijne er nog eens extra doorheen slingerde. Toen nu de agenda van zulk een vergadering wederom ten einde was, maakte een lid de curieuse opmerking, op den wirwar van beenen wijzende, als me nou ieder ons eigen beenen maar mede naar huis nemen Goede raad was duur, totdat Theu- miske Werls met een kar beemdhooi daar langs kwam en deze om raad werd gevraagd. Theumiske zette zijn oske stil, draai- toch 't Bosch Neen, neen, niet 't bosch in! Den weg op! Help, help Voort! Hoor, hoe duidelijk wordt 't geschreeuw van Giessers! O, hij haalt hem in, vooruit dan tochHelp, help Maar tot zijn wanhopige spijt voelt Kragers zijn krachten elk oogenblik verminderen. Lang kan hij't niet meer uithouden. De dood, de dood 1 De ver doemenis te veel gezondigdO, als God... Moordenaar klinkt 't, o, op maar enkele passen afstands. O God... Onze Lieve Heer, ik zal... Voort, voort 't Is de alleruiterste inspanning van zijn laatste krachten. Wat daar? Dat witte tusschen dat groen en geel van de boomen Een ijselijke kreet van ontzetting reutelt hem borrelend op uit den met schuim bedekten mond. 't Witte Kuis! Terug! Neen, voort, voort! O, hij kan niet meer Hu, Giessers hand, die grijp 1 Ha, moordenaar! En als knappen hem al de krachten in zijn lichaam kapot, stort Kragers neer, vlak voor 't Witte Kuis. Met eeli sprong valt Gies sers boven op hem neer. »Ha," sist hij, op dezelfde plek! Hier, op de zelfde plek komt de duivel je halen, moordenaarAfschuwelijk is zijn ver trokken gezicht. Wraakzucht fonkelt hem uit de bliksemende oogen. Neen daar is geen genade te hopenMet een woesten greep valt Giessers vuist op den nek van zijn, luid-gillenden, tegenstander, omknelt hem den strot als een ijzeren schroef... Maar neen 1 dan tenrainiste zoo de z'n tabakspruim eens op een andera plaats en zei, daar kan ik zoo ook niet uit wijs worden, doch ik zal de »gaavel" van de kar vatten, en geef dan in ieder been eens een flinke prik. De gene die dan schreeuwt, daarvan is het been en de eigenaar kan het terug trekken. Alzoo geschiedde, en het moeilijke probleem was in den kortst mogelijken lijd opgelost. Ook wordt verhaald dat tijdens den winter, toen de Edelachtbaren om een groot turfvuur vergaderd waren, de dichtbijzittenden het geweldig warm begonnen te krijgen. Of het de voor zitter of wel een der leden was, die het hachelijke van den toestand wegens de hitte inzag, is niet bekend, doch er werd koude turf gecommandeerd. Deze werd steeds rond het vuur gestapeld, zoodat wel enkele oogenblikkcn de hitte getemperd was, doch spoedig in nog heviger mate het vuur oplaaide. En al maar door werd koude turf bij gebracht om de hitte te keerenTen slotte is toch het vuur den Raad de baas geworden, en werd de vergadering geschorst. Zoo werd vroeger en thans misschien nog het Bakelsche volk er door ge haald. En niet alleen met zulke geval len, er werden geheele gedichten in elkaar gezet en bij gelegenheid voor- gedagen. Eén hiervan is wel bekend onder den naam van »de Bakelsche metten." Hierover een volgende keer Zuidw. JOS. SCHEEPERS. Hoe is het fruit het best te bewaren Dienaangaande zijn proeven genomen, waarvan een uitvoerig verslag voor komt in een Zweedsch Tijdschrift. Het Orgaan der Ned. Pomologische Ver- eeniging deelt er een en ander uit mee, waaraan wij het volgende wiHen ontleenen. De bewaarproeven begon nen in 1918 te Blangsted. Daar werd in 1917 een gewone fruitkelder ge bouwd benevens een koelhuis voor fruitbewaring. In het koelhuis werden 6 onderling geheel van elkaar geschei den vertrekken gemaakt. Ieder dezer vertrekken kon afzonderlijk worden geventileerd met buitenlucht, terwijl in één afdeeling een apparaat (toestel) voor de voortbrenging van ozon werd geplaatst. Wij kunnen de inrichting der proeven niet volledig beschrijven. Slechts zij gezegd, dat daarbij op velerlei werd gelet. Er werden b.v. vergelijkingen gemaakt tusschen het bewaren van verschillende tempera turen, maar ook bij meerder of mindere ventilatienagegaan werd de duur zaamheid van schurftige en van niet schurftige vruchten van ingewikkelde en niel-ingewikkeldevan groote en kleinevan gewoon verpakte en van vruchten in' turfstrooisel verpakt- Wat waren nu de resultaten Wij laten ze hier volgen 1. De duurzaamheid van het fruit, onder gelijke omstandigheden bewaard, is zeer afwisselend in verschillende jaren. duur mogelijk zijn leven verkoel»t. Woest slaat Kragers de vuist van de eene hand, die nog vrij is, tegen 't neerschietende mes. 't Schramt hem over de hand. Bloed Een ijselijke kreet van teleurstelling ontsnapt Giessers' keel. Je zal me niet ontsnappen, schurk, vuile moorde naar Met een snelle beweging heft hij den voet op, trapt Kragers' arm neer op den grond. Maar op 't zelfde oogenblik heeft Kragers zich, even tenminste, losge rukt van den den knijpenden druk, die hem den stort omknelde. Giessers, daar! Kijk! Een onbeschrijflijke vreemde klank trilt in dat woord. Onwillekeurig wendt Giessers 't hoofd terzijde. Maar ter stond richt hij weer zijn verschrikke- lijken, als vuurschielenden blik op 't gezicht van Kragers. Je liegt, moor denaar Er komt niemand aan En 't kon me toch niet schelen. Hier, is 't mes. Vooruit Geen mensch, neen, maar God 1 Daar aan 't kruis, daar, daarGod hangt aan 't kruisHij kijkt 't Mes schiet terug in Giessers toe stekende vuist. Wat schrikt hij. Maar: Je liegt gilt hij, razend. O Giessers, o, een oogenblik, Giessers I Ik heb je afgeluisterd. Kra gers vergeven, niet omdat hij 't ver dient, neen, maar Hij daarHij wil 't, je mag me niet vermoorden. Jezus Christus verdient vergiffenis. Genade, Giessers, ach, genade om wille van Jezus Christus! Als door een slag voor zijn hoofd 2. al de variëteiten van appels en peren welke voor de bewaring gebezigd werden, bleken veel langer goed le blijven in het koelhuis, dan in den kelder. Wanneer het fruit slechts enkele dagen in de koelruimte werd geplaatst bij een temperatuur van 1.5 gr. en 0.5 gr. C bleek, dat het dik wijls 23 maanden langer goed bleef, dan bij een bewaring in den kelder. 3. Het fruit uit de koelruimten bleef' in den winter zoolang f'risch, als noodig was voor de verzending en ver koop der vruchten en minstens go- durende 14 dagen na hel verlaten dei- koel ruimten. Eon uitzondering hierop maakt de Nouveau Poiteau, welke in 1919-'20 reeds enkele dagen na ver wijdering uit de koelruimte algemeen binnenrot vertoonde. 4. Fruitbewaarplaalsen met geregel de luchtverversching en die met goede ventilatie bleken beter le voldoen, dan de kelder. Voorzoover werd nagegaan, bleek in die bewaarplaatsen de tem peratuur lager dan in den kelder. 5. De smaak der appels schijnt niet beinvloed te worden door de tempera tuur, of den duur van bewaring. Peren geplukt voor zij boomrijp zijn, (voor de kleur is veranderd eri de steel loslaat) krijgen niet het goede aroma, wanneer zij bij lage tempera tuur moeten narijpen. Ze blijven hard en smakeloos. Peren op het juiste moment geplukt verliezen iets van hun smaak bij een langdurige bewaring, welk verlies echter eenigermate hersteld kan wor den, wanneer de vruchten voor het gebruik gedurende enkele uren in een warm vertrek worden geplaatst. Louise bonne d'Avranches, Doyenne du Cornice en Generaal Tottleben, schijnen bij een langdurige bewaring in smaak achter uit te gaan. 6. Inbrenging van buitenlucht, of het verwekken van ozon in de koel ruimte schijnt het bewaarvermogen van het fruit niet te verbeteren. Deze proeven werden slechts een jaar bij peren genomen. 7. Schurftig fruit bewaart veel slechter, dan gezond fruit. De schurft- vlekken schijnen het indringen van de zwam Gloeosporiüvn album te verge makkelijken. 8. Het inwikkelen der vruchten in papier schijnt de duur der vruchten niet te verhoogen. Ingewikkelde vruch ten blijven echter frisscher en behou den langer het mooie uiterlijk. 9. De proeven hebben aangetoond, dat het gebruik van fijn, droog turf strooisel bij de verpakking de houd baarheid van het fruit met een maand en langer vehoogt. 10. De grootte van de vrucht heeft invloed op de hpudbaarheid. In den regel is groot fruit minder duurzaam dan klein fruit van denzelfden boom. Extra groote vruchten van jonge boo men laten zich moeilijk bewaien. Uit bovenstaande conclussies blijkt dus, dat het fruit het langst kan wor den bewaard, wanneer het gekoeld wordt, en dat de beste koudegraad voor de bewaring ljgt tusschen 0.5 gr. en 2 gr. Celsius. Op zulk een wijze bewaard, kan het fruitgedurende meerdere maan den in frisschen toestand bewaard blijven. Zonder koelinrichtingen dit niet. Heeft men geen koelinrich'n waarmee belangrijke kosten p rnoeid zijn dan is een goed geven tileerde bewaarplaats boven den grond beter dan een kelder. In ons land vindt men de meeste fruitbewaarplaalsen in de Betuwe, waar men het systeem toepast voort durende toevoer van buitenlucht, zoo lang er geen vorst heerscht. .Vergelijken we dit met de resultaten van de proeven te Blangsted, don mogen we constateeren, dat in ons land het fruit, voorzoover het bewaard wordt, veelal goed bewaard wordt. getroffen deinst Giessers achteruit. Een oogenblik is er geen beweging in de lichamen beider mannen, dan 't zwoegend op en neergaan van hun afgematte borsten. Maar, verschrikkelijk, zoo worstelt het in Giessers verschokte hart... Plotseling, met een gil van woede, heft hij 't mes omhoog. Ik doe 'I. niet, buldert hij, ik spaar je niet, moordenaar O, o, in Godsnaam, kijk Hem je aankijken, GiessersMet zijn bedroet-1 gezicht 1 Hij vraagt 't je, Hij, Ilij Genade om wille van Jezus Christus Kijk Hem aan Heftig wendt Giessers 't verwoed gezicht naar 't Kruis. En eensklaps veranderen de trekken van zijn gelaat tot een uitdrukking van onuitspreke lijke smart. O God I hijgt hij met zwaar, schor gezucht. O, ellendige moorde... Niet ik, maar Hijkermt Kragers. Genade om wille van Jezus Chris tus Nog even, één seconde aarzelt Gies sers. Dan, met een plotselinge bewe ging, slaat hij op, slingert weg, in de beek, 't verschrikkelijke mes... Langzaam rijst Kragers op, lang zaam, als vreest hij, dat een te schie lijke beweging Giessers weer in drift zal doen opschieten. O Giessers, stamelt hij, dank. Ik zal 't goed met... Kragers Ja, ja? klinkt 't bevend. Wat? Ik... Oogenblikkelijk, Kragers schreeuwt Ingehouden Mededeeilngen Er ztfn twee manieren om uit te maken, of gij zwakke nieren hebt. Ten eerste door rugpijn en an dere uiterlijke kenteekenen, en ten tweede door urine-onderzoek. Als rugpijn, voortdurend terugkeeren- de hoofdpijn, of zenuwachtigheid, ver moeidheid en duizeligheid u doen ver moeden, dat gij een nierkwaal hebt. let dan op uw urine. Sla acht op ver schijnselen als de volgende te veel vuldige of te weinige aandrang tot urineeren, te groote of te kleine hoe veelheden, te donkere of te lichte kleur, branderig en pijnlijk gevoel bij de loozing, onaangename reuk, zanderig, gruisachtig of bewolkt bezinksel. Tijdelijke afwijkingen kunnen aan andere oorzaken te wijten zijn, maar als de verschijnselen blijven optreden, zijn uw nieren verstoord en behoeven zij hulp. Verwaarloozing kan noodlot tig worden. Foster's Rugpijn Nieren Pillen ver beteren en regelen de urine, helpen en versterken zwakke nieren en ver drijven zoodoende rugpijn, duizeligheid, rheumatische pijnen, zenuwachtigheid en andere gevolgen van nierkwalen. Zij hebben duizende nierlijders voor goed genezen. Verkrijgbaar in apotheken en dro gistzaken 5 f 1,75 per flacon (geel etiket met zwarten opdruk). 34 M4IS, HAVER. SOYAMEKL, BOEKWEIT, BOKKWWITMEEL. 3ERSTEMBEL, COCOSKOEK, COKOSMfi EL. VOEDERKALK. VLEESG 'IUEEL, ROGGEMEEL GEBROKEN LIJNKOEKEN aan coocurreorende prijzen Beleefd aanbevelend, £6 Jan Giessers op smartelijken loon, h. F- tig de hand naar 't dorp uitstekend In Godsnaam, ga dadelijk weg' Anders... o, als God 'me niet helpt... Ja, ik ga alMaar... je brengt me toch niet aan bij 't gerecht? 't Bloed stijgt Giessers naar devaal- bleeke wangen. »Neen," zegt hij som ber. Maar, ik bid je, ga heen, gauw Ik moet je gezicht niet zien Met haastige stappen verwijdert Kragers zich. Dank, dank Met God en jou maak ik 't goed Giessers hoort de woorden niet meer. Als verslonden in den aanblik van den Christus, die daar hangt aan 'l Kruis, staat hij daar onbewegelijk, een langen tijd. Eindelijk beginnen zich zijn lippen le bewegen. Nu en dan loost hij een zwaren, diep opgehaalden zucht. Groote tranen leken hem over de bleeke, ingevallen wangen. Schreiend werpt hij zich neder voor 't kruis, omvat hartstochtelijk de voeten van den Christus. Dank, o Jezus, dat Gij me ge spaard hebt voor een misdaad Jezus Christus, vergeef ons onze schulden, gelijk ook wij vergeven onze schulde naren. 0— Aan 't eind van de holle, sombere kamer, voor 't bed, hangt een duilige plek van akelig, triestig licht. Slot volgt.

Peel en Maas | 1924 | | pagina 7