Uit vroeger dagen. De levensfilm van een princes. Zaterdag 22 Maart 1924 No. 12. KtóUILLETON, Het Kruis waarbij 't spookte Gemengfd Nieuws. Talrijk zijn de verhalen over spook- en heksengeschiedenissen, welke in den volksmond, vooral bij ouderen van dagen, nog voortleven. Zoo verhaalde Lenemie Claassen nog de volgende eigenaardige heksenge schiedenissen. Een jonge kerel had hier in den om trek verkeering met een meisje. Al spoedig werd hem verteld, dat zijn meisje ook iets van hekserij kon. Daar wil ik toch achter zien te ko men, dacht de jongeman. Op zekeren avond ging hij weer naar haar toe, doch hield zich o4,hij zeer afgemat en moe was. Op een paar stoelen ging hij den gehëelen avond liggen slapen. Om elf uur zei het meisje: »wordt toch eens wakker, ge moet naar huis", doch hij hield zich maar slaapziek. Zoo ging het al op twaalven aan, toen de meid naar de schouw ging, en hier een potje uit nam, in de meening dat de slapende ér toch niets van merkte. In het potje was een soort vocht, waar ze haar handen, haar gelaat en haren mede insmeerde. Toen ging ze midden in den herd staan en zei: »över heg en over haag, over tuin en over gracht, te Keulen in den wijnkelder". En op 't zelfde oogenblik was ze ver dwenen. De jonge man was niet weinig ont hutst over dit rare geval, doch ook niet van de bangsten, kreeg hij het potje dal nog op tafel stond en dacht, dat probeer ik ook eens. Hij smeerde zich dan terdege in en ging op plechtigen toon het hokus pokus staan le herhalen, alleen met dit verschil dat hij zei Door heg en door haag", enz. Daar ging-ie, doch niet over de heg gen, maar er door, zoodat hem de takken en doornen zijn kleederen aan flarden scheurden, en zijn gezicht tot bloedens toe verwondden. Ilij scheen de grens al wel gepasseerd te zijn, toen hij voor een brcedo gracht, kwam. Hij was hier echter niet meer alleen, een ontelbare schaar heksen, in de ge, daanten van prachtig gekleede juffers- haalde lvij hier in. Ze zaten allen op vurige, zwarte paarden, welke met graciousen zwaai den sprong over de gracht maakten en uit het gezicht ver dwenen. De moedige knaap had echter geen paard tot zijn beschikking, maar wel een nuchter kalf. Met dit erbarme lijke dier zal ik er'over moeten, dacht hij, doch een kalf kan onmogelijk toch zóóver springen. - Niettemin nam hij plaats op den rug van het dier, en ziet, met een reuzensprong, gelijk aan dien dei paarden, kwam hij behouden aan den overkant. Doch de kerel was zoo verbouwereerd door den reuzensprong van zulk zwak dier, dat hij uitriep»Och Lieven Heerke nog toe, (en nog al meer heilige namen) wat een sprong van een kolf." Plotseling, op het uitroepen dier heilige nomen, was zijn kalf verdwe nen en moest hij te voet de vele uren ver, naar huis terug loopen. Dit was de straf voor zijn nieuws gierigheid en roekeloos optreden. Een vroolijke knaap, Mathijs gehee- ten, ging eiken winteravond buurten. In den nacht van zoo'n buurtpraatje naar huis gaande, kwam hij achter de lloberg terecht bij een kattendans. Doch het ging er zoo vroolijk naar toe, er was zoo'n mooie muziek en zulke prachtige zang, dat hij de beko ring niet kon wederstaan en op uit- noodiging der feestvierenden, om ook mede te doen, inging. Zoo had het .plezier al een heele poos geduurd, toen er kostbare bekers werden gebracht en er flink werd in geschonken. Onder het «prosit" kreeg echter één der schoonen een niesbui, en Mathijs, van huisjuit dit gewoon, zeide»God zegene u!" Op 't zelfde oogenblik was er geen spoor meer van het luidruchtige feest te bekennen, en Mathijs ging niet erg op zijn gemak naar huis. Eenige dagen later, toen hij thuis in den meststal stond, kwam er echter een heel nette en rijk gekleede dame bij hem en vroeg of hij die en die was. Op zijn bevestigend antwoord vroeg ze verder beleefd, om den mooien beker, welke Mathijs op den bewusten nacht, mede naar huis had genomen, terug te geven. Het gevraagde werd terstond gegeven, en sinds is over de geheele zaak nooit iets vernomen. Ook in den Nachtegaal te Milheeze ging het er vroeger dikwijls geweldig vreemd naar toe. In den avond hoorde men een partij stemmen roepen «Ka- perekik, gloria Meermalen gingen- stoute buurters het terrein er dan eens verkennen, doch ze kwamen altijd tehuis 'zonder pet of hoofddeksel. En den anderen dag kon men deze kleedingstukken terugvinden, doch in de hoogste toppen der hoornen, die er stonden. Ook de grootvader8 van de reeds ge noemde Lenemie had meermalen last van hekserij. In den drukken oogsttijd, als de boeren 15 uur per dagwerken, stond hij ook rogge te maaien, welke doodrijp was. Hij spande zich dan ook gewel dig in, om toch maar veel op een dag gemaaid te krijgen. Doch er kwamen dagen, dal de heele rogge vol katten zat en hij ze niet voor zijn zich kon weggemaaid krijgen. Toch kon hij er ook geen enkele raken met zijn gereedschap, doch het gezicht, dat de katten telkens zetten, als hij ze dood wilde maaien, was niet voor hem uit te houden, zoodat hij meermalen moedeloos thuis kwam. Nog vele van dergelijke gevallen worden door oude menschen heden ten dage nog verteld, tot in de kleinste bezonderheden, en niemand zal hen overtuigen, dat er^ ook maar het minste van onwaar is. door O. F. M. 15. Een helsche verwensching spuwt hij uit. Met geweld rukt hij zich los van de plek waar hij staat. Snel schiet hij naar 't venster. Pas op, als je niet zwijgt, jij en de kinderenDan stapt hij haastig 't tuintje door, den weg op. Vreeselijk is zijn gezicht, als van een helschen geest die zich een ziel ziet ontrukt. De duivel spookt in zijn hart. Wraak, verschrikkelijke wraak Maar, reine hemelgeesten zijn al op de zilverblanke vleugelen heengewiekt naar den eeuwigen troon van God, om jubelend aan te kondigen de daad van die arme vrouw ginds in 't kleine, armelijke huis. Verlossing uit de ellende en geld, véél geld waren haar in de vleiendste bewoordingen aangeboden, als ze wou toeslaan de daad, waarnaar de ellendeling al vóór haar huwelijk met Giessers zoo dikwijls vergeels had gesmacht. Niemand zou 't hebben ge? zien de kinderen waren gemakkelijk weggestuurd. God ziet alles. God boven al Diepgevoelde walging doet haar heele lichaam sidderen. Met dwingend ge weld dringt ze de tranen terug, die haar opwellen in 't van schrik en angat Onder dezen titel gaf dr. Ludwig Bauer in de Köln. Ztg. een levensschets van de onlangs overleden prinses Louise van België, over wier levensloop wij kortelijk een en ander hebben mede gedeeld. We laten deze schets hier licht gewijzigd volgen teneinde, al valt de misstap der ongelukkige konings dochter niet te vergoeilijken, door de uiteenzetting der omstandigheden toch een billijker oordeel aan hare nage- opengesperde oog. Met een open mondje staat de kleine Anna Moeder verbaasd aan te gapen. O, als de kinderen 't aan Vader ver tellen Aan Jan met zijn drift! Niet tegen Vader zeggen, dat boer Kragers hier geweest is, verstaan Je krijgt klappen als je 't zegt.... Moe der wil de kippen niet verkoopen. Wou Annetje dan, dat de laatste ook nog weggingen Pas op, als jelui wat zeggen. O, dan zal Vader zoo kwaad zijn Neen, Jan mag er niets van weten, zeker nu nog niet.... Maar o, God moet haar helpen om alléén dat vreeselijke leed te lijden en te zwijgen.... In de biecht zal ze vragen, wat ze doen moet. In den avond kwam Giessers terug. Druk als hij wasZenuwachtig lachend spreidde hij de guldens en rijksdaalders in rijen op de tafel. O, die jood was zoo'n goeie, plezierige kerel, zoo vriendelijken zoo hartelijk! Die had nog eens wat over voor 'n ander, al was hij geen christenmensch. En zoo aardig als 't daar toeging in zoo'n jodenhiiishoudenDie vreemde spraak van de joden, werkelijk aardig om 't eens te hooren. En de koffie, nee, dat raadde zijn vrouw van z'n leven niet, daar strooiden ze kaneel in, werkelijk, wèèr, kaneel!... Op eens hield hij op met vertellen. Zijn vrouw lachte niet, leek 't niets aardig te vinden. Wat keek ze hem daehtenis te doen wedervaren, dan zoner kennisneming daarvan mogelijk zou zijn. Het leven heeft loer een drama ge bracht, dat de beste film-auteur niet afwisselender had kunnen ineenzetten schoonheid, rijkdom, liefde, glorie, verkwisting, avonturen, kerker, ont voering, processen, armoede, dood in verlatenheid... EERSTE AKT. Het koningshof te Laeken. Louis van België, de oudste dochter des konings, die voor de schoonste princes van Europa doorgaat, is een blond levenslustig meisje, dat op graaf Raymond d'Artoise verliefd is Maar de vader, de baardige koning-koopman, die zelf zich alle vrijheid gunt in de Parijsche champagneorgieën, waaraan koristen en balletdanseressen van de theaters der Fransche hoofdstad deel nemen, wil zijn dochter geen vrijheid van keuze laten. Hij heeft voor haar een familielid bestemd, prins Filips van Goburg, die onmetelijk rijk is. Louise weent, verzet zich, gaat naar de Riviera en ontmoet er haren geliefde. Maar afgezanten van haar vader komen haar halen en brengen haar terug naar Brussel. Daar wordt zij in hare eigen paleisvertrekken opgesloten, en graaf d'Artoise moet op 's konings bevel het land verlaten. De prinses wordt ge dwongen haar verzet op te Igeven prins Filips, dien zijn niet gewild heeft, leidt haar naar het altaar. TWEEDK AKT. Het keizershof te Weenen. Prinses Louise van Goburg staat er in hoog aanzienhare zuster prinses Stelanie is met kroonprins Rudolf ge trouwd. Prinses Louise voeit zich on bevredigd aan de zijde van een koelen, zwijgzamen gemaal, die als hardvoch tig, gierig en loszinnig bekend staat. Zij werpt zich in den maalstroom van feesten en genietingen, hare verkwis ting is grenzeloos. Niets weerhoudt haarde vrouw van den rijken Cobur- ger, de dochter van den Belgenkoning, de schoonzuster van den» toekomstigen keizer, heeft een onbeperkt crediet. Dagelijks nieuwe dure toiletten, het fijnste lijnwaad, juweelen, paarden.... zij weet niet eens, wat ze koopt, heeft geen overzicht over hare uitgaven, morst met het geld van den man, aan wien ze om geld verkocht is. DERDE AKT. Een r ij toer in het Prater. Prinses Louise ment zelf haar volbloed tweespan. De paarden schrikken, steige ren, slaan op hol. De prinses is de teugels kwijt. Angstgeschreeuw en vluchten alom. De prinses schijnt ver loren. Daar springt een slank cavalerie officier toe, werpt zich voor de paarden, vat ze bij den teugel de dieren sprin gen op, sleepen hem mee, rillen... staan stil. De prinses is gered; valt halfbezwijmend in de armen van haar redder. Het is graaf Geza Maltachich van ouden Kroatischen adel, ritmeester bij de huzaren der keizerlijke lijfgarde. Reeds lang kende hij de schoone prin ses van aanzien, reeds lang bewonderde hij haar. VIERDE AKT. De prinses, die een ongelukkig huwelijksleven heeft, afkeerig van haren gade gelijk deze afkeerig is geworden van haar, vervreemd van hare kinderen, hare jeugd reeds voor bij, zoekt de hefde, waar zij ze niet zoeken mocht. Spoedig weten alle hovelingen, dat prinses Louise van Coburg, graal' Mattachich alleen tot haren eersten kamerheer benoemd heeft, om hem steeds in hare nabijheid te hebben. Op een reis naar de Riviera maakt hij van haar gevolg deel uit. Het schandaal wordt ergerlijk. De rekeningen, die prins Filips voor de raar aan, net of ze van hem schrok. Wat is er? Wat kijk je vreemd, moeder Ik Welnee. 't Is wél waar Een gedwongen glimlach dekte den lijdenden trek om haar bleeken mond. Vreemd kijken Nee... maar ik vind dat jij juist zoo aardig doet, Jan... Drinken doe je niet, dat weet ik wel beter, maar hoe kom je zoo zenuw achtig, man Wat mankeert eraan Een stroeve trek van teleurstelling had zich in zijn gezicht gedrukt. Kom, dan zal ik maar niks meer vertellen, bromde hij, gemelijk de schouders ophalend. Dan ga ik maar eten.... Je mag toch waarlijk wel blij wezen, als je er weer boven op denkt te komen.... Nou dan maar! Ik ben ook blij, maar ik vond... Kom, straks liever verder gepraat. Je zal wel honger hebben. 't Was juist als vanmorgen. Ze be greep 't wel, Jan verborg iets voor haar. Ach, ach, wat dat weer zijn zou Ze moest en ze zou 't weten. Misschien dat hij 't straks zelf vertelde. Anders zou ze 't vragen en hij moest 't zeg gen. Ach, Onze Lieve Heer moest toch helpen, helpen, als 't wat ergs was Zwijgend kauwde Giessers aan zijn avondbrood, nam telkens een grooten slok koffie. Achter in de kamer, doende alsof ze kleeren zocht in de latafel, hield vrouw Giessers hem van terzijde heimelijk in 't oog Nee, hij had geen honger, dat zag ze heel goed. Hé, wat trok hij gek met zijn gezichtWat was 't dan toch? Hij was heelemaal verkwistingen zijner gemalin le betalen heeft, nemen ongelooflijke afmetingen aan. VIJFDE AKT. T e r if g koer der prinses in Oostenrijk. Ze wordt als geestes ziek in een particulier sanatorium ge bracht en er als een gevangene be waakt. Mattachich moet voor den krijgsraad verschijnenhij wordt beschuldigd terecht of ten onrechte wissels met de namen der princes- sen Louise en Stefanie onderteekend te hebben. De schuld wordt niet duidelijk naar buitenin geheime zitting verklaart de krijgsraad hem vervallen van den officiersstand en veroordeelt hem tot vier jaar militaire gevangenisstraf. Alle kranten schrijven over het gevalin het parlement dondert de oppositie over de verdor venheid van het hof, de willekeur der militaire rechtspleging enz. Louise en Mattachich zijn gescheiden. ZESDE AKT. De vier jaren gevangenisstraf van Mattachich zijn verstreken. Twee jaren gebruikt hij om een plan voor te be reiden, dat hij ten slotte ten uitvoer brengt: prinses Louise te bevrijden. Er is veel list en omzichtigheid noodig om met de goed bewaakte gevangene in correspondentie te komen. Ten slotte gelukt het met behulp van een vriend graaf Orsint. Door middel van touw ladders heeft de nachtelijke ontvoering uit het sanatorium te Bad Elster plaats. Het onwettige paar, thans her- eenigd, vlucht op Franschen bodem. In haar grenzenlooze haat en wraak zucht tegen hare omgeving, laat Louise tegenover iederen journalist, die haar ondervraagt, alles los, wat hij weten wil. Een reuzige hofschandaalgeschie denis siddert over Europa. Dit verbit tert Weenen dubbelhaar gemaal, hare kinderen, willen met de ontrouwe vrouw en moeder niets meer te maken hebben. Zij, die millioenen met kwis tige hand heeft uitgegeven, staat nu hulpeloos met den man die haar leven redde, haar uit de gevangenschap be vrijdde maar hare positie niet wist te eerbiedigen. ZEVENDE AKT. Weer het koningspaleis te Laeken. De nu 5Q-jarige Louise klopt aan het slot, waar zij als kind leefde en speeldehaar vader is stervende. Maar hare verwanten erkennen haar niet meer, en de stervende wil baai- niet meer bij zich zien. Bij hem is de Parijsche buffeljuffer, die hij tol. baronesse adelde, en met wie hij ten slotte in het geheim huwde. De erfenis gaat verdeeld wordenuit den millioenen schat van haar vader kal Louise het noodige ten deel vallen om hare schulden te betalen en haar leven voort te zetten. Maar Leopold, die nooit pardon gaf, had alles voorzien het testament is voor haar ongunstig. Zij kan er tegen procedeeren en gaat henen uit het vaderhuis, om er nooit weer terug te keeren. ACHTSTE AKT. Louise en Mattachich, oud en neer geslagen, leven in armoede te Parijs. Hare verwanten stellen als eisch voor ondersteuning, dat zij van Mattachich scheidt. Hardnekkig weigert zij. Beiden leven van hetgeen medelijdenden hun aan giften willen doen toekomen. Louise's verwanten zijn rijkhare bedelbrieven worden ongelezen ver scheurd. Haar zoon vond te Weenen een raadselachtigen dood in een raad selachtig huis. Louise's bezit wordt verkochthare processen tegen de houders van de nalatenschap haars vaders, vinden geen einde. In den vreemde sterft haar gemaal zij blijft gevoelloos. Kort daarna zit zij in hun armzalig bovenkamertje van een klein in gedachten, er zat hem iets dwars ïn zijn hersens.... Langzaam, de oogen wijd open van nadenken, wendde hij 't hoofd om naar den kant van zijn vrouw, die snel 't gezicht van hem afkeerde. Vrouw! Ja, Jan? De oogen flikkerend van nieuwsgierigheid keek ze hem aan. Nu ging hij 't zeker zeggen. Ach, kijk... ik wou... zie je, hak kelde hij, zoekend naar zijn woorden, 't is alleen maar vooiv'n aardig heid... Ik wou je wat vragen... Maar 't beleekent niks, hoor, dót nietl... Kijk, die vreeselijke avond dat ze me bij 't Witte Kruis... je weet wel. Nou, toen had ik een scapulier om. Heb je dat nog Van den schrik om die onverwachte vraag schokte haar lijf achteruit. Nee! Zijn gezicht verplooide zich ontevre den. N-ja, juist zooals ik dacht, bromde hij. Kom, ik wist 't ook eigenlijk welwat doe ik 'l ook te vragen. 't Zat vol... bloed. En verscheurd was 't... 't Was zoo'n akelig gezicht, en daarom heb ik 't toen in 't vuur gedaan... Maar waarom... Niks, mensch, nergens om! Ik kan toch wel eens zoowat vragen... Ik dacht er juist aan... Verscheurd, zegje Hoe zoowat? Ja... Angstig rilde haar gezicht, doordringend keek ze hem in de oogen, Jan Hoe verscheurd, hoe verscheurd Ik weet 't nietEr niet zoo opgelet. Wat is er dan? Parijsch hotel aan de lijdenssponde van Mattachichde dood scheidt hen, en de thans oud geworden vrouw staat alleen op de wereld. NEGENDE AKT. Een stil pension in Wies- baden. Eenzaam brengt Louise hare grauwe dagen door. Hoe za! zij haren pensionpnjs betalen Ze weet het niet. Heeft zij, de dochter van den grooten geldkoning, ooit rekenen ge leerd Er komt een aangeteekend stuk uit Brussel. Mededeeling, dat er een voorloopige uitspraak in een harer processen is, waarmee haar uitzicht, op 15 raillioen gegeven wordt. Ze verstaat het nauwelijks meer. Het komt te laat ze is ziek. doodziek. Een afgezant van koning Albert komt naar hare wenschen informeeren. Ze heeft er nog slechts één rustig te sterven. Ze sterft, en hare uitvaart en begrafenis zijn die eener arme... Zoo stierf prinses Louise van België eenmaal de schoonste koningsdochter van Europa. Ingezonden Mededeellngen Noodseinen. Goen wonder, dat moeder bij lijden prikkelbaar wordt! Haar tofcberig werk binnenshuis, wasschen, strijken, ver stellen, poetsen en de eindelooze huis houdelijke zorgen zouden door geen man verdragen worden. Wees voorzichtigPrikkelbaarheid, pijn in de lendenen en zijden, hoofd pijn, rugpijn, urinekwalen, zenuwach tigheid, en duizelingen zijn seinen van nierverzwakking. Om zich te hoeden voor ontwikkeling van de lange nasleep van nog ernstiger nierstoornissen, is het tijd om aan zichzelf te denken en de worstelende nieren met Foster's Rugpijn Nieren Pillende helpen. Dit speciale niergeneesmiddel is geen alles genezend middelhet werkt alleen op de nieren en blaas, en het baat tegen pijnlijke verschijnselen van nier- en blaaskwalen als nierzand, rheumatiek, steenvorming, waterzucht, ischias, spit, blaasontsteking en urine- zuur-vergiftiging. Passend voor jong en oud, diende geen huis zonder Foster's Pillen te zijn. Verkrijgbaar in apotheken en dro gistzaken f 1,75 per flacon (geel etiket met zwarten opdruk). 81 Ter verfraaiing! We lezen in ^Volksvoeding" Onder onze keurmeesters zijn er velen met een fijnen neushet is inderdaad dikwijls alsof ze ruiken, dat er bij een of ander artikel iets niet in den haak is. Zoo kwam onlangs eeh onzer keurmeester van zijnen omme gang door Amsterdams stFaten 'enig met de van een bruilofstkoek afge haalde versiering: een vierkant stuk ouwel met het opschrift «Ter eere ven uw vijf en twintig jarig feest" in glinsterende zilveren letters. De vangst was goed. De stof, waar mee de zilveren letters geschreven waren, bleken bij onderzoek te bestaan uit zeer fijne glasscherfjes met metaal overtrokken. Bij nader onderzoek bleken vele bakkers een nieuw artikel «zilverzand en goudzand" te hebben gekocht, waarmee zij bruilofts- en andere feesl- koeken zouden verfraaien. Wij hebben een aantal partijtjes van product ingepikt; het moge geschikt zijn voor het opschilderen van kerst- boomfraaiigheden, carnavalsmutsen of kermis-uithangborden, in de mensche- lijke maag behoort het niet thuis. De Fordfabrieken te Antwerpen. Bij de uitgestrekte Fordfabrieken te Niks, niks! Heftig hief hij zwaaiend de handen omboog, balde zijn vuisten, liet ze beide tegelijk op 't blad van de tafel vallen. - Niks i Gejaagd greep hij naar zijn jaszak. Wal weerga, kijk dan i Ik heb van middag in de stad een schapulier ge kocht bier is 'tIk dacht dat 't juist 't zelfde was als dat andere. Maar, ais jij er niks meer van af weet... Je maakt je zoo druk, zonder redenMaar nou, is 't juist !t zelfde... dat opgenaaide kruisje, dat bandje? Vrouw Giessers nam 't schapulier in do handen. Ja, zöö was 't er één, precies, zei ze met afgematte stem. Ach, Jan maakte er maar wat van! O, er was iets an ders Precies, precies 1 Nee maar lachte hij. Hé, wat klonk die lach akelig; 't leek of ze hem voelde doordreunen tol in haar hart. Neen, dat was geen echte lach. Ha, nou zie ik, dal je slechte oogen hebt of slecht kan onthouden Ze zag, dat hij zich beet op de lippen. O zoo, vrouw, zat er dan soms zóó'n mooi bandje aan Deze aardige kleurtjes door elkaar Zoo'n zelfde bandje, zooals je nooit ziet? Nee im mers Nou zie je eens, vrouwtje, hoe ik je beetneem.,. Ha, ha, ik moet er om lachen Maar eensklaps sloeg zijn vrouw de handen voor 't gezicht, barstte uit in een droevig geschrei. Vervolg zie Eerste Blad.

Peel en Maas | 1924 | | pagina 5