Uit vroeger dagen.
De levensfilm van
een princes.
Zaterdag 22 Maart 1924 No. 12.
KtóUILLETON,
Het Kruis waarbij
't spookte
Gemengfd Nieuws.
Talrijk zijn de verhalen over spook-
en heksengeschiedenissen, welke in
den volksmond, vooral bij ouderen van
dagen, nog voortleven.
Zoo verhaalde Lenemie Claassen nog
de volgende eigenaardige heksenge
schiedenissen.
Een jonge kerel had hier in den om
trek verkeering met een meisje. Al
spoedig werd hem verteld, dat zijn
meisje ook iets van hekserij kon.
Daar wil ik toch achter zien te ko
men, dacht de jongeman.
Op zekeren avond ging hij weer naar
haar toe, doch hield zich o4,hij zeer
afgemat en moe was. Op een paar
stoelen ging hij den gehëelen avond
liggen slapen. Om elf uur zei het
meisje: »wordt toch eens wakker, ge
moet naar huis", doch hij hield zich
maar slaapziek. Zoo ging het al op
twaalven aan, toen de meid naar de
schouw ging, en hier een potje uit
nam, in de meening dat de slapende
ér toch niets van merkte.
In het potje was een soort vocht,
waar ze haar handen, haar gelaat en
haren mede insmeerde. Toen ging ze
midden in den herd staan en zei: »över
heg en over haag, over tuin en over
gracht, te Keulen in den wijnkelder".
En op 't zelfde oogenblik was ze ver
dwenen.
De jonge man was niet weinig ont
hutst over dit rare geval, doch ook
niet van de bangsten, kreeg hij het
potje dal nog op tafel stond en dacht,
dat probeer ik ook eens.
Hij smeerde zich dan terdege in en
ging op plechtigen toon het hokus
pokus staan le herhalen, alleen met
dit verschil dat hij zei
Door heg en door haag", enz.
Daar ging-ie, doch niet over de heg
gen, maar er door, zoodat hem de
takken en doornen zijn kleederen aan
flarden scheurden, en zijn gezicht tot
bloedens toe verwondden. Ilij scheen
de grens al wel gepasseerd te zijn,
toen hij voor een brcedo gracht, kwam.
Hij was hier echter niet meer alleen,
een ontelbare schaar heksen, in de ge,
daanten van prachtig gekleede juffers-
haalde lvij hier in. Ze zaten allen op
vurige, zwarte paarden, welke met
graciousen zwaai den sprong over de
gracht maakten en uit het gezicht ver
dwenen. De moedige knaap had echter
geen paard tot zijn beschikking, maar
wel een nuchter kalf. Met dit erbarme
lijke dier zal ik er'over moeten, dacht
hij, doch een kalf kan onmogelijk toch
zóóver springen. - Niettemin nam hij
plaats op den rug van het dier, en
ziet, met een reuzensprong, gelijk aan
dien dei paarden, kwam hij behouden
aan den overkant.
Doch de kerel was zoo verbouwereerd
door den reuzensprong van zulk zwak
dier, dat hij uitriep»Och Lieven
Heerke nog toe, (en nog al meer heilige
namen) wat een sprong van een kolf."
Plotseling, op het uitroepen dier
heilige nomen, was zijn kalf verdwe
nen en moest hij te voet de vele uren
ver, naar huis terug loopen.
Dit was de straf voor zijn nieuws
gierigheid en roekeloos optreden.
Een vroolijke knaap, Mathijs gehee-
ten, ging eiken winteravond buurten.
In den nacht van zoo'n buurtpraatje
naar huis gaande, kwam hij achter de
lloberg terecht bij een kattendans.
Doch het ging er zoo vroolijk naar
toe, er was zoo'n mooie muziek en
zulke prachtige zang, dat hij de beko
ring niet kon wederstaan en op uit-
noodiging der feestvierenden, om ook
mede te doen, inging.
Zoo had het .plezier al een heele
poos geduurd, toen er kostbare bekers
werden gebracht en er flink werd in
geschonken. Onder het «prosit" kreeg
echter één der schoonen een niesbui,
en Mathijs, van huisjuit dit gewoon,
zeide»God zegene u!" Op 't zelfde
oogenblik was er geen spoor meer van
het luidruchtige feest te bekennen, en
Mathijs ging niet erg op zijn gemak
naar huis.
Eenige dagen later, toen hij thuis in
den meststal stond, kwam er echter
een heel nette en rijk gekleede dame
bij hem en vroeg of hij die en die was.
Op zijn bevestigend antwoord vroeg ze
verder beleefd, om den mooien beker,
welke Mathijs op den bewusten nacht,
mede naar huis had genomen, terug te
geven.
Het gevraagde werd terstond gegeven,
en sinds is over de geheele zaak nooit
iets vernomen.
Ook in den Nachtegaal te Milheeze
ging het er vroeger dikwijls geweldig
vreemd naar toe. In den avond hoorde
men een partij stemmen roepen «Ka-
perekik, gloria
Meermalen gingen- stoute buurters
het terrein er dan eens verkennen, doch
ze kwamen altijd tehuis 'zonder pet of
hoofddeksel. En den anderen dag kon
men deze kleedingstukken terugvinden,
doch in de hoogste toppen der hoornen,
die er stonden.
Ook de grootvader8 van de reeds ge
noemde Lenemie had meermalen last
van hekserij.
In den drukken oogsttijd, als de
boeren 15 uur per dagwerken, stond hij
ook rogge te maaien, welke doodrijp
was. Hij spande zich dan ook gewel
dig in, om toch maar veel op een dag
gemaaid te krijgen.
Doch er kwamen dagen, dal de heele
rogge vol katten zat en hij ze niet
voor zijn zich kon weggemaaid krijgen.
Toch kon hij er ook geen enkele
raken met zijn gereedschap, doch het
gezicht, dat de katten telkens zetten,
als hij ze dood wilde maaien, was niet
voor hem uit te houden, zoodat hij
meermalen moedeloos thuis kwam.
Nog vele van dergelijke gevallen
worden door oude menschen heden ten
dage nog verteld, tot in de kleinste
bezonderheden, en niemand zal hen
overtuigen, dat er^ ook maar het minste
van onwaar is.
door O. F. M.
15.
Een helsche verwensching spuwt hij
uit. Met geweld rukt hij zich los van
de plek waar hij staat. Snel schiet hij
naar 't venster. Pas op, als je niet
zwijgt, jij en de kinderenDan stapt
hij haastig 't tuintje door, den weg op.
Vreeselijk is zijn gezicht, als van
een helschen geest die zich een ziel
ziet ontrukt.
De duivel spookt in zijn hart. Wraak,
verschrikkelijke wraak
Maar, reine hemelgeesten zijn al op
de zilverblanke vleugelen heengewiekt
naar den eeuwigen troon van God, om
jubelend aan te kondigen de daad van
die arme vrouw ginds in 't kleine,
armelijke huis. Verlossing uit de ellende
en geld, véél geld waren haar in de
vleiendste bewoordingen aangeboden,
als ze wou toeslaan de daad, waarnaar
de ellendeling al vóór haar huwelijk
met Giessers zoo dikwijls vergeels had
gesmacht. Niemand zou 't hebben ge?
zien de kinderen waren gemakkelijk
weggestuurd. God ziet alles. God boven
al
Diepgevoelde walging doet haar heele
lichaam sidderen. Met dwingend ge
weld dringt ze de tranen terug, die
haar opwellen in 't van schrik en angat
Onder dezen titel gaf dr. Ludwig
Bauer in de Köln. Ztg. een levensschets
van de onlangs overleden prinses Louise
van België, over wier levensloop wij
kortelijk een en ander hebben mede
gedeeld. We laten deze schets hier
licht gewijzigd volgen teneinde, al valt
de misstap der ongelukkige konings
dochter niet te vergoeilijken, door de
uiteenzetting der omstandigheden toch
een billijker oordeel aan hare nage-
opengesperde oog.
Met een open mondje staat de kleine
Anna Moeder verbaasd aan te gapen.
O, als de kinderen 't aan Vader ver
tellen Aan Jan met zijn drift!
Niet tegen Vader zeggen, dat boer
Kragers hier geweest is, verstaan
Je krijgt klappen als je 't zegt.... Moe
der wil de kippen niet verkoopen. Wou
Annetje dan, dat de laatste ook nog
weggingen Pas op, als jelui wat
zeggen. O, dan zal Vader zoo kwaad
zijn
Neen, Jan mag er niets van weten,
zeker nu nog niet.... Maar o, God moet
haar helpen om alléén dat vreeselijke
leed te lijden en te zwijgen....
In de biecht zal ze vragen, wat ze
doen moet.
In den avond kwam Giessers terug.
Druk als hij wasZenuwachtig
lachend spreidde hij de guldens en
rijksdaalders in rijen op de tafel. O,
die jood was zoo'n goeie, plezierige
kerel, zoo vriendelijken zoo hartelijk!
Die had nog eens wat over voor 'n
ander, al was hij geen christenmensch.
En zoo aardig als 't daar toeging in
zoo'n jodenhiiishoudenDie vreemde
spraak van de joden, werkelijk aardig
om 't eens te hooren. En de koffie,
nee, dat raadde zijn vrouw van z'n
leven niet, daar strooiden ze kaneel in,
werkelijk, wèèr, kaneel!...
Op eens hield hij op met vertellen.
Zijn vrouw lachte niet, leek 't niets
aardig te vinden. Wat keek ze hem
daehtenis te doen wedervaren, dan
zoner kennisneming daarvan mogelijk
zou zijn.
Het leven heeft loer een drama ge
bracht, dat de beste film-auteur niet
afwisselender had kunnen ineenzetten
schoonheid, rijkdom, liefde, glorie,
verkwisting, avonturen, kerker, ont
voering, processen, armoede, dood in
verlatenheid...
EERSTE AKT.
Het koningshof te Laeken.
Louis van België, de oudste dochter
des konings, die voor de schoonste
princes van Europa doorgaat, is een
blond levenslustig meisje, dat op graaf
Raymond d'Artoise verliefd is Maar
de vader, de baardige koning-koopman,
die zelf zich alle vrijheid gunt in de
Parijsche champagneorgieën, waaraan
koristen en balletdanseressen van de
theaters der Fransche hoofdstad deel
nemen, wil zijn dochter geen vrijheid
van keuze laten. Hij heeft voor haar
een familielid bestemd, prins Filips
van Goburg, die onmetelijk rijk is.
Louise weent, verzet zich, gaat naar
de Riviera en ontmoet er haren geliefde.
Maar afgezanten van haar vader komen
haar halen en brengen haar terug naar
Brussel. Daar wordt zij in hare eigen
paleisvertrekken opgesloten, en graaf
d'Artoise moet op 's konings bevel het
land verlaten. De prinses wordt ge
dwongen haar verzet op te Igeven
prins Filips, dien zijn niet gewild heeft,
leidt haar naar het altaar.
TWEEDK AKT.
Het keizershof te Weenen.
Prinses Louise van Goburg staat er in
hoog aanzienhare zuster prinses
Stelanie is met kroonprins Rudolf ge
trouwd. Prinses Louise voeit zich on
bevredigd aan de zijde van een koelen,
zwijgzamen gemaal, die als hardvoch
tig, gierig en loszinnig bekend staat.
Zij werpt zich in den maalstroom van
feesten en genietingen, hare verkwis
ting is grenzeloos. Niets weerhoudt
haarde vrouw van den rijken Cobur-
ger, de dochter van den Belgenkoning,
de schoonzuster van den» toekomstigen
keizer, heeft een onbeperkt crediet.
Dagelijks nieuwe dure toiletten, het
fijnste lijnwaad, juweelen, paarden....
zij weet niet eens, wat ze koopt, heeft
geen overzicht over hare uitgaven,
morst met het geld van den man, aan
wien ze om geld verkocht is.
DERDE AKT.
Een r ij toer in het Prater.
Prinses Louise ment zelf haar volbloed
tweespan. De paarden schrikken, steige
ren, slaan op hol. De prinses is de
teugels kwijt. Angstgeschreeuw en
vluchten alom. De prinses schijnt ver
loren. Daar springt een slank cavalerie
officier toe, werpt zich voor de paarden,
vat ze bij den teugel de dieren sprin
gen op, sleepen hem mee, rillen...
staan stil. De prinses is gered; valt
halfbezwijmend in de armen van haar
redder. Het is graaf Geza Maltachich
van ouden Kroatischen adel, ritmeester
bij de huzaren der keizerlijke lijfgarde.
Reeds lang kende hij de schoone prin
ses van aanzien, reeds lang bewonderde
hij haar.
VIERDE AKT.
De prinses, die een ongelukkig
huwelijksleven heeft, afkeerig van
haren gade gelijk deze afkeerig is
geworden van haar, vervreemd van
hare kinderen, hare jeugd reeds voor
bij, zoekt de hefde, waar zij ze niet
zoeken mocht. Spoedig weten alle
hovelingen, dat prinses Louise van
Coburg, graal' Mattachich alleen tot
haren eersten kamerheer benoemd
heeft, om hem steeds in hare nabijheid
te hebben. Op een reis naar de Riviera
maakt hij van haar gevolg deel uit.
Het schandaal wordt ergerlijk. De
rekeningen, die prins Filips voor de
raar aan, net of ze van hem schrok.
Wat is er? Wat kijk je vreemd,
moeder
Ik Welnee.
't Is wél waar
Een gedwongen glimlach dekte den
lijdenden trek om haar bleeken mond.
Vreemd kijken Nee... maar ik
vind dat jij juist zoo aardig doet, Jan...
Drinken doe je niet, dat weet ik wel
beter, maar hoe kom je zoo zenuw
achtig, man Wat mankeert eraan
Een stroeve trek van teleurstelling
had zich in zijn gezicht gedrukt.
Kom, dan zal ik maar niks meer
vertellen, bromde hij, gemelijk de
schouders ophalend. Dan ga ik maar
eten.... Je mag toch waarlijk wel blij
wezen, als je er weer boven op denkt
te komen.... Nou dan maar!
Ik ben ook blij, maar ik vond...
Kom, straks liever verder gepraat. Je
zal wel honger hebben.
't Was juist als vanmorgen. Ze be
greep 't wel, Jan verborg iets voor
haar. Ach, ach, wat dat weer zijn zou
Ze moest en ze zou 't weten. Misschien
dat hij 't straks zelf vertelde. Anders
zou ze 't vragen en hij moest 't zeg
gen. Ach, Onze Lieve Heer moest toch
helpen, helpen, als 't wat ergs was
Zwijgend kauwde Giessers aan zijn
avondbrood, nam telkens een grooten
slok koffie. Achter in de kamer, doende
alsof ze kleeren zocht in de latafel,
hield vrouw Giessers hem van terzijde
heimelijk in 't oog Nee, hij had geen
honger, dat zag ze heel goed. Hé, wat
trok hij gek met zijn gezichtWat
was 't dan toch? Hij was heelemaal
verkwistingen zijner gemalin le betalen
heeft, nemen ongelooflijke afmetingen
aan.
VIJFDE AKT.
T e r if g koer der prinses in
Oostenrijk. Ze wordt als geestes
ziek in een particulier sanatorium ge
bracht en er als een gevangene be
waakt. Mattachich moet voor den
krijgsraad verschijnenhij wordt
beschuldigd terecht of ten onrechte
wissels met de namen der princes-
sen Louise en Stefanie onderteekend
te hebben. De schuld wordt niet
duidelijk naar buitenin geheime
zitting verklaart de krijgsraad hem
vervallen van den officiersstand en
veroordeelt hem tot vier jaar militaire
gevangenisstraf. Alle kranten schrijven
over het gevalin het parlement
dondert de oppositie over de verdor
venheid van het hof, de willekeur der
militaire rechtspleging enz. Louise en
Mattachich zijn gescheiden.
ZESDE AKT.
De vier jaren gevangenisstraf van
Mattachich zijn verstreken. Twee jaren
gebruikt hij om een plan voor te be
reiden, dat hij ten slotte ten uitvoer
brengt: prinses Louise te bevrijden.
Er is veel list en omzichtigheid noodig
om met de goed bewaakte gevangene
in correspondentie te komen. Ten slotte
gelukt het met behulp van een vriend
graaf Orsint. Door middel van touw
ladders heeft de nachtelijke ontvoering
uit het sanatorium te Bad Elster
plaats. Het onwettige paar, thans her-
eenigd, vlucht op Franschen bodem.
In haar grenzenlooze haat en wraak
zucht tegen hare omgeving, laat Louise
tegenover iederen journalist, die haar
ondervraagt, alles los, wat hij weten
wil. Een reuzige hofschandaalgeschie
denis siddert over Europa. Dit verbit
tert Weenen dubbelhaar gemaal,
hare kinderen, willen met de ontrouwe
vrouw en moeder niets meer te maken
hebben. Zij, die millioenen met kwis
tige hand heeft uitgegeven, staat nu
hulpeloos met den man die haar leven
redde, haar uit de gevangenschap be
vrijdde maar hare positie niet wist te
eerbiedigen.
ZEVENDE AKT.
Weer het koningspaleis te
Laeken. De nu 5Q-jarige Louise klopt
aan het slot, waar zij als kind leefde
en speeldehaar vader is stervende.
Maar hare verwanten erkennen haar
niet meer, en de stervende wil baai-
niet meer bij zich zien. Bij hem is de
Parijsche buffeljuffer, die hij tol.
baronesse adelde, en met wie hij ten
slotte in het geheim huwde. De erfenis
gaat verdeeld wordenuit den millioenen
schat van haar vader kal Louise het
noodige ten deel vallen om hare
schulden te betalen en haar leven
voort te zetten. Maar Leopold, die
nooit pardon gaf, had alles voorzien
het testament is voor haar ongunstig.
Zij kan er tegen procedeeren en gaat
henen uit het vaderhuis, om er nooit
weer terug te keeren.
ACHTSTE AKT.
Louise en Mattachich, oud en neer
geslagen, leven in armoede te Parijs.
Hare verwanten stellen als eisch voor
ondersteuning, dat zij van Mattachich
scheidt. Hardnekkig weigert zij. Beiden
leven van hetgeen medelijdenden hun
aan giften willen doen toekomen.
Louise's verwanten zijn rijkhare
bedelbrieven worden ongelezen ver
scheurd. Haar zoon vond te Weenen
een raadselachtigen dood in een raad
selachtig huis. Louise's bezit wordt
verkochthare processen tegen de
houders van de nalatenschap haars
vaders, vinden geen einde. In den
vreemde sterft haar gemaal zij blijft
gevoelloos. Kort daarna zit zij in hun
armzalig bovenkamertje van een klein
in gedachten, er zat hem iets dwars
ïn zijn hersens....
Langzaam, de oogen wijd open van
nadenken, wendde hij 't hoofd om naar
den kant van zijn vrouw, die snel 't
gezicht van hem afkeerde.
Vrouw!
Ja, Jan? De oogen flikkerend
van nieuwsgierigheid keek ze hem aan.
Nu ging hij 't zeker zeggen.
Ach, kijk... ik wou... zie je, hak
kelde hij, zoekend naar zijn woorden,
't is alleen maar vooiv'n aardig
heid... Ik wou je wat vragen... Maar 't
beleekent niks, hoor, dót nietl... Kijk,
die vreeselijke avond dat ze me bij 't
Witte Kruis... je weet wel. Nou, toen
had ik een scapulier om. Heb je dat
nog
Van den schrik om die onverwachte
vraag schokte haar lijf achteruit.
Nee!
Zijn gezicht verplooide zich ontevre
den. N-ja, juist zooals ik dacht,
bromde hij. Kom, ik wist 't ook
eigenlijk welwat doe ik 'l ook te
vragen.
't Zat vol... bloed. En verscheurd
was 't... 't Was zoo'n akelig gezicht,
en daarom heb ik 't toen in 't vuur
gedaan... Maar waarom...
Niks, mensch, nergens om! Ik
kan toch wel eens zoowat vragen... Ik
dacht er juist aan... Verscheurd, zegje
Hoe zoowat?
Ja... Angstig rilde haar gezicht,
doordringend keek ze hem in de oogen,
Jan Hoe verscheurd, hoe verscheurd
Ik weet 't nietEr niet zoo opgelet.
Wat is er dan?
Parijsch hotel aan de lijdenssponde
van Mattachichde dood scheidt hen,
en de thans oud geworden vrouw staat
alleen op de wereld.
NEGENDE AKT.
Een stil pension in Wies-
baden. Eenzaam brengt Louise
hare grauwe dagen door. Hoe za! zij
haren pensionpnjs betalen Ze weet
het niet. Heeft zij, de dochter van den
grooten geldkoning, ooit rekenen ge
leerd Er komt een aangeteekend
stuk uit Brussel. Mededeeling, dat er
een voorloopige uitspraak in een harer
processen is, waarmee haar uitzicht, op
15 raillioen gegeven wordt. Ze verstaat
het nauwelijks meer. Het komt te laat
ze is ziek. doodziek. Een afgezant van
koning Albert komt naar hare wenschen
informeeren. Ze heeft er nog slechts
één rustig te sterven. Ze sterft, en
hare uitvaart en begrafenis zijn die
eener arme...
Zoo stierf prinses Louise van België
eenmaal de schoonste koningsdochter
van Europa.
Ingezonden Mededeellngen
Noodseinen.
Goen wonder, dat moeder bij lijden
prikkelbaar wordt! Haar tofcberig werk
binnenshuis, wasschen, strijken, ver
stellen, poetsen en de eindelooze huis
houdelijke zorgen zouden door geen
man verdragen worden.
Wees voorzichtigPrikkelbaarheid,
pijn in de lendenen en zijden, hoofd
pijn, rugpijn, urinekwalen, zenuwach
tigheid, en duizelingen zijn seinen van
nierverzwakking.
Om zich te hoeden voor ontwikkeling
van de lange nasleep van nog ernstiger
nierstoornissen, is het tijd om aan
zichzelf te denken en de worstelende
nieren met Foster's Rugpijn Nieren
Pillende helpen.
Dit speciale niergeneesmiddel is
geen alles genezend middelhet werkt
alleen op de nieren en blaas, en het
baat tegen pijnlijke verschijnselen van
nier- en blaaskwalen als nierzand,
rheumatiek, steenvorming, waterzucht,
ischias, spit, blaasontsteking en urine-
zuur-vergiftiging. Passend voor jong en
oud, diende geen huis zonder Foster's
Pillen te zijn.
Verkrijgbaar in apotheken en dro
gistzaken f 1,75 per flacon (geel etiket
met zwarten opdruk). 81
Ter verfraaiing!
We lezen in ^Volksvoeding"
Onder onze keurmeesters zijn er
velen met een fijnen neushet is
inderdaad dikwijls alsof ze ruiken, dat
er bij een of ander artikel iets niet in
den haak is. Zoo kwam onlangs eeh
onzer keurmeester van zijnen omme
gang door Amsterdams stFaten 'enig
met de van een bruilofstkoek afge
haalde versiering: een vierkant stuk
ouwel met het opschrift «Ter eere ven
uw vijf en twintig jarig feest" in
glinsterende zilveren letters.
De vangst was goed. De stof, waar
mee de zilveren letters geschreven
waren, bleken bij onderzoek te bestaan
uit zeer fijne glasscherfjes met metaal
overtrokken.
Bij nader onderzoek bleken vele
bakkers een nieuw artikel «zilverzand
en goudzand" te hebben gekocht,
waarmee zij bruilofts- en andere feesl-
koeken zouden verfraaien.
Wij hebben een aantal partijtjes van
product ingepikt; het moge geschikt
zijn voor het opschilderen van kerst-
boomfraaiigheden, carnavalsmutsen of
kermis-uithangborden, in de mensche-
lijke maag behoort het niet thuis.
De Fordfabrieken te Antwerpen.
Bij de uitgestrekte Fordfabrieken te
Niks, niks! Heftig hief hij
zwaaiend de handen omboog, balde
zijn vuisten, liet ze beide tegelijk op
't blad van de tafel vallen. - Niks i
Gejaagd greep hij naar zijn jaszak.
Wal weerga, kijk dan i Ik heb van
middag in de stad een schapulier ge
kocht bier is 'tIk dacht dat 't juist
't zelfde was als dat andere. Maar, ais
jij er niks meer van af weet... Je maakt
je zoo druk, zonder redenMaar nou,
is 't juist !t zelfde... dat opgenaaide
kruisje, dat bandje?
Vrouw Giessers nam 't schapulier
in do handen.
Ja, zöö was 't er één, precies, zei
ze met afgematte stem. Ach, Jan maakte
er maar wat van! O, er was iets an
ders
Precies, precies 1 Nee maar lachte
hij.
Hé, wat klonk die lach akelig; 't
leek of ze hem voelde doordreunen tol
in haar hart. Neen, dat was geen echte
lach.
Ha, nou zie ik, dal je slechte
oogen hebt of slecht kan onthouden
Ze zag, dat hij zich beet op de lippen.
O zoo, vrouw, zat er dan soms
zóó'n mooi bandje aan Deze aardige
kleurtjes door elkaar Zoo'n zelfde
bandje, zooals je nooit ziet? Nee im
mers Nou zie je eens, vrouwtje, hoe
ik je beetneem.,. Ha, ha, ik moet er
om lachen
Maar eensklaps sloeg zijn vrouw de
handen voor 't gezicht, barstte uit in
een droevig geschrei.
Vervolg zie Eerste Blad.