Tweede blad Venray voorheen en thans. Fulco van iern Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. FEUILLETON. Gemengd Nieuws. Zaterdag 18 September 1928 44e Jaargang No 87 ABONNEMENTSPRIJS PER KWARTAAL: voor VENRAY 65 c. franco per post 75 c. voor het buitenland (bij vooruitbetaling) f 1,30 afzonderl. nummers 5 c. PEEL EN MAAS Uitgave van FIRMA. VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY. Tel. No. 61 PRIJS DER ADVERTENTIEN 1—8 regel» 60 cl elke regel meer 7cl Adverlemiën bij abonae- ment groote reductie. XXII. Hel is lang, al heel lang geleden, dat wij de 13e eeuw telden. 't Was een zachte, liefelijke zomer avond in den grooten, rijken tuin van de oude burg Spraland bij Venray, oud kasteel sinds 1257 bewoond werd door Graaf Otto II van Gelder. Heel in de verte prijkte de hemel nog in een schitterenden kleurengloed, van hel helderste geel tot het donkerste purperviolet. Maar de schemering hulde de boomen en struiken in den tuin toch reeds in een zachtcn sluier. En over alles waarde rust, diepe, klooster stille rust. Zelfs de natuur scheen haar adem in te houden, om de rust van den zieke niet te verstoren, van dat kleine, zieke jongetje, dat in die rijke, prachtige burg-woning op het gloeiend heete kussen met den dood lag te worstelen. En roerloos stil, met moegeschrcide oogen zat Trida, hel zusje van den kleinen jongen op het schemerig kasteel-terras, wachtend, luisterend of iemand haar eenig bericht zou brengen Men zag haar nauwelijks, zoo geheel verdween, bij de steeds toenemende schaduw van den nacht, de tengere gestalte van het kind in den grooten rieten stoel. Roerloos zat zij daar, wachtende luisterende. Zij wist, dat deze komende nacht beslissen moest over dood en leven. Zij had het wel gehoord, dat de oude heelmeester, dien men uiteen verre .stad had ontboden, gezegd had, dat dien nacht de beslissende crisis moest komen. Daarom wachtte zij huiverend, nu eens vol van verlangend hopen, dan weer ten prooi aan vreeselijke angst. Als de kleine Erik stierf.... Wanneer zij het eenige wezen, dat haar liefhad zou moeten missen.... Een gevoel van onnoemelijken angst greep haar aan. De eenige, die haar liefhad Papa och, dien kende zij haast niet. Hij was zoo zelden thuis, want hij ging haast iederen dag op jacht met andere groote heeren. En pas was hij terug gekomen, of hij moest weer weg om ver te reizen naar zijn verschillende bezittingen. En Mama neen, dat kon haar mama niet zijn. Hoe dikwijls had de Gravin al niet aan Erik gezegd, dat zij zijn zusje niet was, maar een arm vreemd kind, dat zijne ouders uit barmhartigheid hadden opgenomen. Dit moest het zijn, zij wist het zeker; zij las het in de oogen van die vrouw, die zij Mama moest noemen. Wat keek zij Erik altijd heel anders aan, dan haar, Trida. En hoe geheel anders klonk haar slem Maar Erik, ja, die hield van haar, al was hij ook niet haar broertje. En als hij nu eens stierf.... Een licht geruisch van het knarsen de kiezel over de breede tuinpaden wekte Trida uit haar droef gepeins. Zij stond op, en door de wi 1de wingerd glurende die zoo vol en heerlijk groen voor haar uit waaierde, zag zij de gouvernante op de oude huishoudster toeloopen, die op de onderste trede van het terras zittend, scheen te sluimeren. Thans evenwel door de naderende schreden gewekt, hief zij haar hoofd op, en Trida hoorde haar vragen «Komt ge uit de ziekenkamer?" en daarop het antwoord van de gouver nante »Gij weet toch wel, dat Mevrouw de Gravin niemand binnen laat. Sedert de heelmeester eene jnffrouw voor hulp heeft gezonden, laat zij niemand anders toe bij den zieke. De koorts wordt nog maar altijd hooger". »Ja, ja. Als ook niemand wil helpen. »Maar beste vrouw er wordt toch alles gedaan, wal maar eenigszins mogelijk is." »0 ja, wat die geleerde heeren voorschrijven. Maar dat helpt toch niets Hoewel de eerste de beste toch zoo maar niet zijn leven kan opofferen." »Ik weet niet, wat gij bedoelt." «Dan hebt gij zeker nog niets ver nomen van het wonderdadige beeldje in onzen tuin. Mevrouw de Gravin wil niét hebben, dat men erover spreekt; zij zegt, dat dat allemaal maar dom bijgeloof is." »Is hier in den tuin een beeld, dat wonderen verricht? klonk het nu spottend. »Ja, in de kleine kapel in het den- nenboschje. Een beeld uit hout gesne den, niet grooter dan mijne hand. Men heeft het binnen in een boom gevon den, en toen heeft de vader van onzen mijnheer de Graaf het naar de kapel laten brengen. En als dat al reeds een wonder was, dat een beeld binnen in een boom groeide, kort daarna gebeurde er nog iets geheel anders." De stem van de oude vrouw was overgegaan in een geheimzinnig fluis teren. Maar Trida' luisterde zoo inge spannen, dat haar geen enkel woord ontging. »Onze mijnheer, zoo ging zij zacht voort, had een nicht bij zich in 't kasteel, eene weduwe met een kind. Het meisje had haar moeder afgodisch lief. Toen werd de moeder ziek. En terwijl zij op sterven ligt, ijlt het meisje in haar angst naar de kapel, knielt voor het beeld en stamelt«Lieve Jezus, laat mijne moeder weer gezond worden, en neem mijn leven inplaats van het hareEn terwijl het kind die woorden zegt, valt het dood neer op den grond. Maar de moeder is weer gezond geworden." De oude vrouw zweeg. Geruim en tijd heerschte er stilte. Doch eindelijk hoorde Trida de stern van hare gouvernante. »Die moeder zou zeker toch wel hersteld zijn. En het meisje stierf mis schien door haar vreeselijken angst." »Zoo, zijt gij ook al even ongeloovig als onze Gravin, die zegt, dat er geen wonderen zijn Ook dat van het beeld is geen wonder, zegt zij. Zoo iets heeft zij wel meer gezien. Aan een boom, U Iloud op, edele Graaf! gij ver scheurt mij het hart. Of denkt gij niet dat uwe smart ook de mijne is?Neen, voor goud zijn mijne diensten niet te koop, maar alleen de gehechtheid aan uwen persoon, zal mij uwe belangen doen behartigen alsof het de mijne waren. Ach, ging de huichelaar voort, vele slapelooze nachten heeft mij het afzijn van onzen geliefden ridder reeds gekostDag en nacht is hij het voor werp mijner gedachten, en de Hemel is mijn getuige dat, ik niets zal onbe proefd laten, om de zaak die reeds zoovele ciVoevige dagen heeft veroor zaakt, tot een gewenscht einde te bren gen. De gedachte aan mijn waarden meester zal mijn moed schragen en mij ten einde toe doen volharden. In- tusschen wil ik u in bedenking geven, of het niet beter zoude zijn, een ver trouwd persoon in mijne plaats te stellen. Mijne verwijdering zou u slechts in ongelegenheid brengen, daar ik thans met alles heiast, ook voor alles verantwoordelijk blijf. Gij gevoelt u, sedert ik mijn intrek op uw slot genomen heb, gelukkiger dan te voren, menig uur dat wij te zamen doorbren gen, is voor u een ware uitspanning en als ik eenmaal vertrokken ben, wie waarvan een tak was afgezaagd, was eens een beeld bliiven hangen en toen is de bast over liet beeld gegroeid, tot dat zij het geheel voor het oog had verborgen." »Ja, dat gebeurt wel meer. Dat is niet zoo vreemd." Nu werd de> oude vrouw boos. »De jonge menschen hebben geen geloof meer," hernam zij scherp. »Zij willen alles op ecnenatuurlijke manier verklaren. Maar ik laat mij niets uit het hoofd praten; ik weet vast en zeker dal de kleine Erik weer gezond zou kunnen worden, als iemand op die wijze zijn leven voor hem in ruil wilde geven." Met wijdgeopende oogen starende op de donkere plek in den tuin, zat Trida in gepeins verzonken totdat hare gouvernante haar toeriep, dat zij naar bed moest gaan. »Mag ik niet opblijven Ik kan toch niet slapen," vroeg zij. Wordt vervolgd. GERHARD KREKELBERG. Het beste geneesmiddel voor een trage lever, schele hoofdpijn, verstop ping en slechte spijvertering is een dosis Foster's Maagpillen. Deze pillen regelen de vloeiing der gal van de lever naar de ingewanden. Nu en dan een dosis Foster's Maagpillen verzekert goede werking van lever en ingewan den en is het beste voorbehoedmiddel tegen een slechte gezondheid. Prijs per flacon van vijftig versuikerde pillen fO,65; in apotheken en drogistza ken. 13 Malaise? Het vorige jaar werd de Bredasche belastingbetalers verheugd door de mededeeling, dat f300,000 door de ge meente zou worden teruggegeven. Thans, ruim een jaar later, na her haalde oproepingen, ligt nog 'n f80,000 bij den ontvanger onafgehaald. Voor (len dokter. Stel u voor, Mevrouw, Meneer, dat u ziek bent en den dokter laat komen of, om *een nog juister vergelijking teweeg te brengen, dat u ziek bent en naar den dokter loopt.... Dat u met andere zieken in een lange rij opschuift tot u voor den Aesculaap komt te staan.... dat u nauwelijks aan 't woord komt, dat de dokter zich uitput in be wijzen van uw klinklare gezondheid en u in bewijzen van uw kwalen.... en dat de doorslag wordt gegeven door de beslissingHet is vandaag een drukke dag voor je dus.... ga aan het werk Stel* u verder voor, dat u weer aan uw werk gaat (u moet wel) en dat elkeen u hoont om uw echec en u vertelt, dat u idioot bent geweest, dat u het handig had moeten 'aanpakken met een trucje hier en een foefje daar, een leugen ginds en overgroote open hartigheid ergens anders. Zou dat geen gekheid zijn Welnu, dat kwam dagelijks voor in het Nederlandsche leger in zijn mobi lisatie. Op marschdag b.v. dromde 't Ingezonden Mededeellngen zal u dan zoo aangenaam bezig houden en u zoo met hart en ziel toegewijd zijn als ik. Uw woord is echter voor mij een bevel, en verlangt gij mijne afreis, dan zal ik doze zonder vertra gen bewerkstellen. Ik ken uwe. goede gezindheid jegens mij, HeilsbergEn niettegen staande men mij veel ten uwen laste heeft aangebracht, heb ik echter nim mer het oor aan dien laster willen leenen. De woorden, zoo even door u f esproken, strekken mij tot een nieuw cwijs, dat men u verkeerd beoordeeld heeft. Noem mij mijne vijanden, Heer Graaf, riep Hensberg op geinaakten loornigen toon uit. Noem ze mij en ik zal ze als honden met de zweep in uwe kamer jagen, om hunne ^beschul diging in mijne tegenwoordigheid te herhalen. Maar waarom, ging hij eens klaps op zachtmoedigen toon voort, waarom zou ik mij ook moeite geven om die snoodaards te achtervolgen. Het is maar al te waar, ik heb vele vijanden; zelfs in dit kasteel vindt men menschen, die mij het vertrouwen misgunnen waarmede gij mij vereert. Reeds menigmaal heb ik op het punt gestaan mijne betrekking neder te leg gen en mij uit uw kasteel te verwijde ren. Maar uwe weldaden hielden mij aan deze plaats gekluisterd, en stonden dit plan in den weg; daarom ben ik op mijn post gebleven en heb den las ter hel hoofd geboden, maar nu men mij ook bij u aanklaagt, nu verzoek ik mijn ontslag, ja, ik zal mij van hel kasteel verwijderen, ik zö! armoede en Hoedt U bytyds. Kou, tocht, griep, koorts enz. ver oorzaken tal van nieraandoeningen. De nieren moeten dan den bijstand missen van de andere bloedreinigende organen: Bij de dubbele inspanning en vaak verwaarloosd, is het geen wonder, dat de nieren het afleggen. Dan is het tijd om een niergeneesmid del" te gebruiken om de nieren op te wekken en te versterken. Spoedig gebruik van Foster's Rug pijn Nieren Pillen kan ernstige gevol gen als rhoumatiek, ischias, spit, blaasontsteking, nierzand, nierwater zucht, niersteen voorkomen. Doe wat gij kunt om uw levenskracht op peil te houden, oefen uw ledematen en spieren, en zorg voor een goede bloedsomloop. Leef op verstandige wijze. Foster's Pillen geven betrouwbare hulp. Zij werken alleen op de nieren en blaas maar dit doen zij goed en terdege. Verkrijgbaar in apotheken en dro gistzaken a f 1,75 per doos. 27 bij divisies tegelijk naar den dokter. Des avonds werden de orders voor den volgenden dag voorgelezen «Veld tenue met rol. Bataljonsmarsch met wielrijders-beveiliging in de richting Tweegezinnen. Brood en koffie mee." Heftig geraas en getier. De sergeant-van-de-week: Ja jongens, ik kan 't niet helpen Een stem Mos d'r nog bijkomme In 't paviljoen van de wielrijders: larmoyante revolutie. Gehuil, veel ge tier, wanhoopsgegil, knersingen der tanden. Algemeene opinieIk ga morgen voor den dokter! Maar hel legerbestuur begrijpt dat. En neemt z'n maatregelen. De batal jonscommandant belt den dokter op Dokter, er wordt morgen een taaie rnarsch gemaakt. De dokter is op zijn qui-vive. Voorts krijgt de korporaal-van-de- week instructie, 's morgens héél vroeg, vlak na de reveille (als velen nog nadutten), de zieken te gaan noteeren. Hij mag niet zeggen, dat hij daarvoor komt, men moet 't. maar raden. Ook moet hij héél hard loopen. De korporaal volgde deze «aanwij- zing" op. Desondanks weten 95 zieken van de eerste, compagnie, 53 van de tweede, 87 van de derde en 11 van de vierde com pie (de vierde compie was met verlof) den korporaal te bespringen. Ook vele wielrijders slagen daarin. In deze omstandigheden besluit de bataljonscommandant eerst met het gezonde overschot een uur Olympische spelen te houden. Dan hoeven er geen nakomers te zijn. Dus krijgt de dokter een uur tijd, om een kleine 300 patiën ten te cureeren. Dus moppert de dokter. Eén blik, één woord en de diagnose is gesteld. Dienstdoen Dienstdoen Dienstdoen De eerste 150 zijn er tussch en uit ge wipt. ellende trotseeren om uwen zoon op te sporen, en als ik hem gevonden heb, zal ik hem in uwe vaderlijke armen geleiden, en mij daarna nimmer weder voor uwe oogen vertooncn. Kies dus een anderen slotvoogden moge hij u zooveel eerbied, achting en genegenheid toedragen als ik\ zulks gedaan heb. Hensberg scheen hevig aangedaan, en wischte zich de oogen af. Hij bereken de zeer juist welk oen invloed zijne woorden op den ouden gevoeligen Graaf zouden maken, en daar hij levens zulk een groot blijk zijner onbaatzuchtig heid aan den dag legde, twijfelde hij geen oogenblik of hij speelde groot spel, en vestigde zich dieper dan ooit in de genegenheid zijns meesters, en verdreef alle achterdocht, llij zag' zich dan ook in zijne verwachting niet be drogen, want Graaf Dido nam zijn gunsteling bij de band, en zeide op ontroerden toon Ik heb li immers reeds verzekerd, dat ik u niet wantrouwde; en dat het geen gij in mijnen naam doet, zeker welgedaan is. Verban alle wrok uit uw hart, en vergeef uwe vijanden, dit is immers een groote plicht, dien wij in beoefening moeten brengen. Blijft den post bekleeden, dien gij tot sieraad verstrekt, en ik zal u.in mijne laatste wilsbeschikking niet vergeten. Zoekt een man, dién gij met de zending kunt belasten, welke ik u heb opgedragen en blijf bij mij, want gij hebt gelijk, uwe afwezigheid zou mij te hard val len. Maar wat ik u bidden mag, bezorg mij dien man spoedig, en wees voora in uwe keuze voorzichtigbedenk dat hiervan mijn geluk afhangt. Om u verder een bewijs van mijn onverander lijk vertrouwen te geven, zoo wil ik u in het geheim mededeelen, dal ingeval ik binnenkort mocht komen te over lijden, Herman van Heusden, mijne bezittingen zal boheeren tot aan de terugkomst van Fulco. U beveel ik daarenboven in het bijzonder mijne dochter aan; vader Ambrosius zal haar geestelijke vader zijn, zijt gij haar wereldlijke beschermer Met vreugde zal ik mij van die taak kwijten, edele Graaf! Maar laat ons "die treurige gedachten aan uwen dood verbannen. De bewoners van het kasteel bidden immer dagelijks voor het langdurig leven van hunnen Heer, en de Hemel zal die vurige gebeden zeker niet versmaden, maar hem nog lang voor het geluk zijuer onderdanen sparen Vlei u met geen ijdele hoop, HensbergAlles voorspelt mij mijn naderend einde. Dagelijks voel ik mijne krachten verminderen, mijn leven snelt ten einde. Tevergeefs wend ik mijne blikken van dat beeld, der verschrik king, het vervolgt mij reeds meer en meer, en weinig zal er noodig zijn, om het bijna gesloopte lichaam, geheel te doen instorten. De troost blijft mij echter bij, dat ik mijne dochter, door vrienden omringd, achterlaat, en die gedachte zal er veel toe bijdragen, het uur van scheiden minder smartelijk voor mij te maken. Verlaat u op mij, goede meester, en houd goeden moed. Gij hebt uwe maatregelen uitmuntend genomen, en Volgtna den dienst onder de wol. 70 hevig protesteerende zieken druipen af. Dan aspirine (30) en gorgeldrank (20) Ook deze vijftig gaan dienstdoen. Nu het moeilijkste werk. Er blijft een stelletje bleeke jongens over? Zieken? Handige simulanten? Dat is de vraag. Ik heb zieke jongensgekend die er nooit in slaagden den doKter te doen inzien, dat ze iets mankeerden. En ik heb geniale comedianten gekend, die nooit hoefden dienst te doen. Er waren er die gesminkt naar den dok ter gingen. Er waren er, die bezworen, dat ze niets mankeerden, dat ze zoo graag den bataljonsmarsch wouen meemaken, rnèèr dat ze zoo gek in d'r hoofd waren. Die hadden succes. Die fopten den dokter altijd. Er waren er, die plots hun bewustziin verloren en zich flang op hun gezicht lieten vallen. Die speelden hoog spel. Er waren er, die de nieuwe, geheimzin nige ziekten uitvonden die afschuwe lijke symptomen beschreven waarvoor de medische wetenschap paf stond. En er waren er, die schenen te zijn over meesterd door eene algeheele apathie, die doof en gevoelloos waren en heelemaal suf. Als die boften, konden ze uitgelaten dansen. De dokter is bijna klaar. Hij kan niet meer. Rommeldebommelderommel de bom Daar mancheert het bataljon de poort uit. Een onhoorbare juichkreet snijdt stil door de kamer van den dokter. Het restant: 15 opgewonden zielsgelukkige zieken doen krampachtige pogingen om hun vreugde verborgen te houden. Hun wacht een fijne, lange loome dag van nietsdoen.... Een gelukkige vinder. Een monteur te Harrogate (Engeland), Gracey geheeten, heeft onder eigenaar dige omstandigheden een waardevolle vondst gedaan. Gracey wandelde langs den weg bij de Sulphur Well buiten Harrogate, toen hij in het gras langs den weg iets wits zag liggen. Het bleek een snoer paarlen te zijn. Hij raapte het op, ofschoon hij dacht, dat het ding geen waarde had, nam het mee naar huis. Later vernam Gracey, dat er een belooning werd uitgeloofd voor het terugbezorgen van paarlen, die bij Harrogate waren. De gelukkige vinder stelde zich met de stellers der betreffende advertentie in verbinding en het bleek hem, dat de paarlen het eigendom waren van Lady Manton en een waarde hadden van 5000 pond sterling. De belooning, op de terugbezorging van het paarlensnoer gesteld, bedroeg één tiende van dit bedrag. Het snoer was gebroken, toen het gevonden werd en twee paarlen worden vermist; de andere zijn echter alle intact. Het had maar weinig gescheeld, of Gracey had de paarlen weggeworpen. Ilij had het snoer in zijn zak gestoken en was gaan voetballen, niet meer denkende aan zijn vondst. Den volgen den morgen liet hij het snoer aan een vriend zien en wilde het daarna weg werpen, maar zijn vriend, van de be- ik zal van mijne zijde niet bij u ach terlijk blijven. Veroorloof thans mij tc verwijderen, en eens ernstig na te den ken, wien ik als geschikt, om uwe be velen aangaande Fulco ten uitvoer te brengen, zal aanwijzen, binnen weinige uren, ben ik weder ter uwe beschik king, of gij moest besloten hebben, ons onderhoud nog langer voort te zetten..., Volstrekt nietj Heer Hensberg, zeide de Graaf; terwijl hij hein ten leeken van afscheid zijne hand toe reikte als uwe bezigheden afgeloopen zijn, kunnen wij ons gesprek verder voortzetten. Hensberg nam de hem toegereikte hand aan, en drukte die met vuur aan zijne lippen. Hij begaf zich vervolgens naar zijne kamer, om op zijn gemak nog eenmaal zijn duivelsche plannen goed te overleggen. Wij hebben thans, mompelde hij bij zich zeiven, bijna het toppunt onzer wenschem bereikt. Sluwheid en bedrog, wal men hiertegen ook moge zeggen, brengen den mensch ver. Wie weet, indien de oude suffert ten minste spoe dig sterft, of ik niet eenmaal Heer van Bern zal worden Oude lieden en kinderen zeggen de waarheid, en de oude kon wel eens onder dat slag van menschen thuis behooren. Nu, hoe eerder hij sterft hoe liever, en lag het aan mij, hij zou reeds morgen het dag licht niet meer zien. Alles is thans in mijn voordeel. Herman heb ik in mijne macht: ik heb zijn hoogmoed gevleid en hebzucht bij hem opgewekt, en... hij is in de bekoring bezweken. Mij verraden zal hij niet; daar

Peel en Maas | 1923 | | pagina 1