Van Spoor en Post.
Venray voorheen
en thans.
Moeder en zoon
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Dit nummer
bestaat uit twee bladen
TTBJUILLETON
Wilt gij eên pensioen
Zaterdag 10 Feruari 1928
44c Jaargang. No 6
ABONNEMENTSPRIJS
PER KWARTAAL
voor VENRAY 65 c.
franco per post 75 c.
voor het buitenland
bij vooruitbetaling f 1.30
afzonder!. nummers 5 c.
PEEL EN MAAS
Ultfav* van FIRMA. VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY. Tel. No. 51
PRIJS DEK
ADVERTENTIEN
r«a 1—6 regel. 45 ct
elke regel meer 7' et.
Values schrijft in de «Zuidwil
lemsvaart''
De »Msb." weel te meldeü, dat
bij de Ned. Spoorwegen de reisi»
gerstarieven voor afstanden boven
200 K.M. sullen verlaagd worden.
De verlaging zou reeds 1 Febr.
ingaan, maar zoo'n haast heeft bet
reizend publiek bij onze apoordlrec-
tle natuurlyk niet verondersteld.
We herinneren ons nog, dat er
'n tekort ia van 33 millioen op de
exploitatierekening over 1921. Dat
natuurljjk ook kan verdwijnen door
zuiniger of practischer beheer, zon
der dat de Ned. Staat, alias de
zwaar geplaagde belastingbetaler
weer moet bijspringen, om bet gat
te stoppen.
Maar afgezien daarvan, zal het
bericht alom met begrijpslijke
vreugde zijn ontvangen. We heb»
ben nu al lang genoeg gekankerd
over de dure reistarieven ten on»
zent, dat de bescheiden stap der
Ned. Spoorwegen hierin verbetering
te brengen een welverdiende waar»
deering mag ten deel vallen. Het
publiek moge dat erkennen en onze
spoortreinen voortaan niet meer
laeg laten rijden. En er varder van
afzien door het instellen van auto»
busdiensten onze spoordirectie nog
meer het leven zuur te maken
Want we zijn nu haast waar we
wezen moeten De Mij. moet wel
na lange aarzeling en rijp beraad
dit offer gebracht hebben, in de
boop, dat het publiek zich niet on»
betuigd zal laten sn een groote
uitbreiding van het reizigersverkeer
bet allereerst^ gevolg zal zijn. Dat
kan trouwens 'niet uitblijven
Het is evenwel doodjammer, dat
ons landje zoo weinig «speling"
laat voor reisjes boven 200 K M.
Maar dat is natuurlijk Diet de schuld
der Mij. En met Tollens rekenen
we «d'uitslag niet'* maar tellen het
doel alleen het tekort van 33 mii»
lioen weg te werken.
Wel driDgt onwederstaaDbaar de
vraag zich bij ons op juist zooa's bfl
de »goedkoope vacantiekaarten".dentie binnen een gemeente, met de'
dezen zomer, wie zal vaD de prijs»'tegenwoordige porti reeds is over»)
verlaging kunnen profileeren maar schreden. Het bepalen van een uni»
we bekennen 't eerlijk we zijn 'n form posltarief voor communaal en
leek in spoorwegaaDgelegeoheden. intercommunaal verkeer was verder
MaastrichtQrouingen is 325 K.M in strijd met een gezond commercieel
RoodeschoolVlissingen ook al 'n
aardig eind boven de 200 K M. I
Maar voor de in 't centrum des lands
27
VERVOLG VAN TWEEDE BLAD.
Zeker 1 Zoodra ik hersteld beo, sul
Ito wy er uitvoerig over spreken. Mijn
krachten begeven my misschien kan
ik u niet eens
Wat kan ik voor u doen t vraagde
Henri bezorgd.
Hier in myo linkerborstzak bevindt
sich een convert, dat een vreeselyk ge»
heim bevat.
Eo f
Om dat pakje wai bet den moorde
naar te doan en by son zijn wil bereikt
hebben, all ik niet voorover gevallen was,
hetgeen het soeken voor bem moeilijk
maakte, en als de moordaanslag niet zoo
spoedig bemerkt was. Da aanslag beeft
zyo doel gemist en—.
Wederom bad Gaston een oogenblik
van iwakbeid toen by ean minuut later
weder hersteld was, vervolgde by Gy
bemerkt, dat het er slecht met mtf uit
liet. Haal de brieven uit den aak spoe»
dig
Henri's nieuwsgierigheid was door dese
mededeelingeo boog gespannen by vol»
deed aan den wensob van zyo vriend en
begrip de hooge drukwerkporti een
ernstige belemmering van het ver»
keer enz.
wonendeD, zal het moeilijk rallen opEnfin, er is hier kans, dat de porti
de spoorwegkaart binnen onze gren» voor Communaal verkeer wat zullen
zen uitstapjes boven de 200 K.M., verlaagd worden. Ea pendant van
die voor reductie in aanmerking de 200 K.M. reductie oneer spoor»
komen, te ontdekken. Utrechtj wegen, en dan bezitten we onze ziel
Roermond Is 134 K.M. Venlo'weer in lijdzaamheid en sukkelen
Rotterdam 160 K.M. ebi. We zoe» nieuwe tekorten tegemoet
ken dan ook de groote hpleeVepig 1
van het genomen besluit in de eerste
plaats niet op financieel gebied. En
we meenen in alle bescheidenheid
de aandacht van het publiek te mo»
gen vestigen op het volgende Kijk
eens, wat is er indertijd niet 'n
hartroerende klacht vernomen, dat
de hooge spoortarievon er de oor»
zaak van zouden worden, dat wij,
lavende op den zoom des lands, van
onze broeders in het verlichte Noor»
den zouden vervreemden. We leer»
den elkaar niet m9er kennen en
waardeeren. Moeten we al niet be»
kennen de Duitsche steden meer te
hebben doorkruist, dan die van ons
vaderland Welüu, we zoeken het
belang der nieuwe regeling vooral
hierin, dat aan bovenstaand ernstig
bezwaar wordt tegemoetgekomen,
Friezen en Groningers kunnen voor»
taan weer »ewige Treu" sluiten met
Zuid-Limburgers en Zeeuwen. En
het gevoel van samechoorigheid kan,
dank zij den wijzen maatregel onzer
Ned. Spoorwegen, weer «groeien
en bloeien
Wat beteekent in dit licht het slor
dige tekort 33 millioen Men heeft
practische knappe koppen geëischt in
het beheer onzer spoorwegen. Niet
overbodig, die eisch?-..
Onze posttarieven zijn te hoog. Zij
dateeren eveneeDS uit de dagen toen
men tekorten meende te dekken door
de tarieven, maar naar behoefte te
verhoogeD. Volgens het voorloopig
verslag op de begrooting der Posie
rijen, Telegrafie en Telefonie 1923
werd door vele leden de meening uit
gesproken, dat de practische grens
voor porti, waarboven meu niet moet
komen, althans voor de correspon»
vond bet pakji brieven. dat een paararen'
te voren van Paodolfo in Qaeton's bezit
waa overgegaan.
Jniat, dat ia bet I leide Gaston blijk
baar verlicht nu karmen se komen,
ik beb ben Id mijn macht. Blijkbaar be
gaven zyn krachten hem weder by a Jem
de swaer eo rentelend.
Ik geloof dat bet met my ge>
daan ie, seide bij met inepaoniog. Ver»
geet niet. dat bet een kostbaar do>
cumeot ie, dat ik u beb toeveitronvd
ik vertrouw het toe aan nw eer en
uw moed. Geef het niemand en zeg er
ook niemand iets van vooral niet aan
Lodewyk De Mallepeyre
Henri sprong vereobrikt op bij bet hoo*
ren van dien naam toen hij zag, dat zijn
vriend in onmacht viel, atak bij bet pak
je brieven baaatig in den zak eo snelde
de kamer uit, om den geneesheer te roe
pen
Dat wai onvermij Jelyk. merkte dese
°P bij beeft rust eD kalmte noodig
Ik zal dezen nacbt zelf bij bem waken,
want ik geloof, dat 't bet best it, dat
andereD ziob niet met de grsobiedenia in
laten, ten minste tot zoo lang. als by ons
zelf zyn meeoirg er over niet beeft mede>
gedeeld. Als bij zioh tot morgen matig
bondt, is zyn toestand, raar ik boop,
zooveel verbeterd, dat wij hem zonder
gevaar naar zijo woning kannen overbreo
gen.
Verlangt gij, dat ik bij u blijf
vraagde Henri.
Ten eersten kant gy my tooh niet
van dienst zijn, mijnbeer De Langes, en
in de tweede plaats zoude by misschien
met u wil'en spreken, hetgeen volstrekt
niet mag gesobiedeo... MinoLien krijgt hy
Bij nazoeken in de Kerkelijke archieven
van Venray blijkt, dat de Eerw. Rector,
van wien "in de vorige bijdragen sprake
wa9, daar bij de gebouwen van ..Jerusalem"
had aangekocht, den naam droeg van
Antonius Saedt.
Het klooster werd gedurende een twin
tigtal jaren door fvoornoemde 12 zusters
bewoond doch in het jaar 1825 was dit
aantal geslonken tot zes bejaarde nonnen,
die onder het geestelijk beheer stonden
van een zeventigjarig priester. En ook deze
zes kloosterzusters haddeu den eerbied-
waardigen leeftijd van tachtig jaren. Al
spoedig nu werden verdienstelijke
werksters in den wijngaard des Heeren de
een na de ander door den dood aan 't
schoone huis Jerusalem ontrukt. Nu was
;oede raad duur voor den godvruchtigen
tector Saedt. Hij zocht dagelijks uitkomst
door een vurig gebed en als bij inspiratie
stond op zekeren dag het nieuwe plan bij
hem vast: Jerusalem mag zoo niet ver
wnarloosd blijven liggen, maar moet
nieuwe krachten voor 's Meesters heer
lijken tuin hebben. Er moet nieuwe aan
voer komen, nieuwe voorraad van vrome
maagden om het eenmaal aangevangen
werk voort te zétten. Nieuwe gewijde en
stichtende vrouwen, wier schoone taak en
roeping het was aan jeugdige maagden
het katholieke onderwijs te doceeren,
naast beoefening van deugden en weten
schappen voor een toekomstig leven
waardig.
En zie, de Alziener vervulde op bijzon
dere wijze de wenschen van Zijnen vromen
dienaar, zoodat weinige jaren daarna de
ijverige priester mét een gerust hart zijn
hoofd voo r goed kon nederleggen. De
Weleerw. Heer Pastoor van Venray nam
voorloopig de taak als leider en bescher
mer op van 't klooster, dat tot 1838 nog
steeds in zeer gehavenden toestand was
blijven liggen. Wij hebben reeds mede
gedeeld, dat in voornoemd jaar acht
zusters Ursulinen uit Thildonck de be
huizing overnamen. Nog twee der voor
malige Augustinessen waren toen aanwezig
om de nieuw aankomende huisgenoo'en
te begroeten. Een daarvan was zuster
Agnes uit Venray. Deze leefde daarna nog
twee jaren, gedurende welken tijd zij
echter het geluk en den troost kon smaken
dat bet huis Jerusalem, 't welk haar zoo
dierbaar steeds was geweest wederom
als een ferm klooster uit zijne puinhoopen
was verrezen.
Toch was het huil aanvankelijk nog
zeer behoeftig. Er moest noodzakelijk voor
onderhoud en voortgang nieuw bloed
worden aangevoerd en de finantieele toe
stand diende spoedig verbeterd te worden.
Men volhardde in het gebed en een
krachtig bezielend leven bleef dan ook
niet uit, zoodat in de maand November
van het jaar 1838 al eene kostschool werd
geopend met voorloopig nog slechts vier
leerlingen. De volgende maand ging men
over tot het aanvangen eener kostelooze
of eener buitenschool. Allengs bevolkte
zich het klooster al meer en meer, het
onderricht kreeg een zeer gunstigen roep
en een jaar of vijf later, in 1843, werd
eene der in 1838 nieuw aangekomen
zusters, de eerw. Moeder Pelagia, door de
besturende geestelijke krachten verkozen
verkozen tot Overste van Jerusalem. Het
was eene talentvolle bestuurster. Vroom
en met vooruitzienden blik, kalm, zacht-
zinnig van aard, doch met vasten wil en
grooten ondernemingsgeest, door't geheele
huis geacht wegens stipte nakoming barer
plichten en loffelijke zorgen, bracht zij al
spoedig een geest van welstand, van
voorspoed in het gewilde huis niet alleen,
maar door haar overleg en wijs beleid,
stroomden de leerlingen van lieverlede
in grooteren getale toe en moesten al
spoedig de scholen worden verruimd en
uitgebreid. Dit alles had tot resultaat, dat
alle nog als vervallen liggende brokstuk
ken van muren en vertrekken werden
opgebouwd tot nieuwe behuizingen, zoodat
binnenkort op de puinhoopen van weleer
lokalen en aangebouwde vleugels voor de
talrijke kloosterlingen in gebruik konden
genomen worden.
Nu weten wij, dat daarbij behoorde eene
oude noodkerk uit de 16e eeuw, waarvan
het laatste gedeelte nog in 1811 was afge
broken. En dit oude overblijvende gebouw
werd thans door eene mooie kapel bij het
huis vervangen. De overste Pelagia had
niet gerust voor 't zoover kwam. Al zoo
lang had zij met Ieede oogen het zoo
onoogelijke tempeltje aangezien, en haar
ondernemingsgeest was er wel borg voor,
dat dit zoo niet langer meer kon duren.
Hare leuze was altijd, dat het Huis des
Heeren, uit eerbied voor den Grooten
Meester ook een schoon, een sierlijk Huis
moest zijn. En hare pogingen werden met
succes bekroond, daar door hare bemoei
ingen op zekeren dag de algemeen beken
de en gewilde bouwmeester P. Cuijpers
van uit Roermond ontboden werd. ten
einde zijne ideën uit een te zetten over een
nieuw te bouwen Huis des gebeds voor
het klooster Jerusalem. Dat was in het
jaar 1860.
Na deze conferentie werd al spoedig een
begin gemaakt met het ontwerpen eener
teekening voor dit nieuw Godshuis en
weinig tijd daarna was het bouw-bedrijf te
Venray in vollen gang. In het 1864 verrees
de nieuwe bedeballe als een sierlijke
kloosterkapel, en werd hetzelfde jaar het
mooie heiligdom op plechtige wijze inge
wijd doorZ. D. H. de Bisschop Muller uit
Munster en Paredis uit Roermond, bij
welke ceremonie verder in grooten"getale
de Eerw. H. Geestelijken van heinde en
ver assisteerden.
De gevierde architect, den Heer P. Cuij
pers had er inderdaad voor gezorgd, dat
de oude leuze van Moeder Overste Pelagia
„Gods huis moet schoon zijn* opzijn werk
toepasselijk was, waardoor nog steeds ten
huidigen dage voornoemd devies onder de
Ursulinen van Venray is blijven voortleven,
GERH. KREKELBERG.
Dan kom ik morgen eene tien.
Dat is goed, maar laat uw vriend tu
maar aan mijn zorg over.
Henri ver wy derde zich toen hy hel
salon binnen trad, was dit byoa ledig
bet geheele gezelsohap, dat kort te voren
daar nog had gepraat, geschertst, gelaohen
was na het bloedig tooneel uit elkander
gestoven en naar buis gesneld. Wel bad
Minny niet willen weggaan, maar wacltso,
tot zij iets mser van den toestand van
den gewonde vernam, maar bovenal zioh
willen overtaken. dat Henri niet een der»
gelijk ongeluk overkwam, maar baar
moeder bad baar met geweld naar buit
getroond.
Sleo1ts waren Lodewyk de Mallepeyre
en de twee vrienden nog daar gebleven.
Hoe gaat bet met bem vraagde de
Vicomte levendig.
Heel gewoon, antwoordde Hecri,
bij beeft een weinig koorts, hetgeen
zeer natuu-ifik is ook ijlt by nn eo dan.
maar de wond is, boe zwaar ook, toch
niet doodelyk.
Gaat gij nu naar bnis f
Wy kunnen bier niets meer nit»
richten op zyn hoogst kunnen wy den
geneesheer sn Gaston zalven slechts lastig
vallen.
Toen zij buitan waren, bood Lodewyk
Henri een sigaar aan.
Indien ik my niet vergis, wonen wy
dioht by elkander t zeide do Vioomte op
vragenden toon.
Jawel.
Dan kunnen wy een groot eind sa»
koorts on begint dsn U Ijlen, en wij m,n g,eD, sle gij hel goedvindt,
moeten sllee voorkomen, wst hem ksn j Henri ntm het ssnbod ssn en ijj begs
opwinden. j ven «ich op weg. J
Het is toob een zoo vreemde gebeur
tenis, merkte Lodewyk op. toen zy een
eind zwijgende voortgegaan waren. Hoe
meer ik er over nadeDk, boe vreemder
het my voorkomt. Kende* gy een vyaud
van Gaston
Ik vraagde Henri. Geen een.
Wei moet ik bekennen, dat wij weinig
met elkander omgiDgen. Sedert wy beideD
to Parys zijo, en daarby dagteekent onze
kennismaking, zooals gy weet, van onze
toevallige ontmoeting in den spoortreinen
van het o bekende ongeluk Ik beb bem
nooit naar zijn levenswijze en zyn kennis
sen bier ter stede gevraagd, zoodat ik
volstrekt niet weet, met wie by omging
- Ik ontmoette bem dikwijls, antwoord
de Lodewyk, hy was altyd even op
geruimd, even vroolijk, en wist het zyn
vrienden altyd gezellig te maken. In onze
club moohten allen bem gaarne lijden en
zslfi zal myo moederzeer getr<ffan zyn,
als zij verneemt, wat er geschied is
Heori bleef onwillekeurig een oogenblik
staan. Kende mevrouw de gravin Gas»
ton dan f vraagde bij blykbaar verraat.
Zy kende hem nauwelyka beter dan
maar myo moeder is er een, zooals
er weinigen zyn de zorg voor haar kin»
deren grenst aan het ongelooflijke zoodra
z^ hoort, dat er tussoben iemand van de
jongelui uit de o!ub eD mij een nan were
vriendschapsband bestaat beeft zy allerlei
kleine zorgen voor bem en laat zy mynj
nieuwen vriend nauwlettend gadeslaan.
Het is een soort van moederlyk pilitie»
toezicht, dat zy uitoefent, en daarin vindt
zy een voortrcffeljjken steno in den man.
dis haar daarin ter zyde staat.
En wat voor een man ia dat vraag»
Op 1 Februari j 1. is een wet in werking
getreden, welke van groot belang is voor
alle Nederlandsche ingezetenen. .Het is de
wet van 19 Mei 1922 tot wijziging van de
Ouderdomswet 1919. Tot nog toe bood de
Ouderdomswet slechts aan bepaalde cate
gorieën der bevolking gelegenheid een
vrijwillige ouderdomsverzekering te sluiten.
Dit nu is geheel anders geworden door de
zoo juist in werking getreden wet, waar
van wel de voornaamste bepaling is, dat
ieder rijksingezetene bevoegd is
zich te verzekeren voor een rente na het
bereiken van den 65-jarige leeftijd o f e e a
nader te bepalen jonger en leef-
t ij d. Het is wellicht nuttig in het kort den
nieuwen toestand toe te lichten.
Tot bet sluiten van welke verzekeringen
nu geeft de nieuwe wet gelegenheid f
1e. Voor een weekrente van f 3, 4, 5,
enz. tot en met f 20 op 65 jarige leeftijd of
eerder.
Deze verzekering zal ieder rijksingezete
ne kunnen sluiten, rijk of onvermogend en
verplicht verzekerd of niet verplicht ver
zekerd ingevolge de Invaliditeitswet. Dit is
wel een van.de allerbelangrijkste bepalin
gen der nieuwe wet.
Want daardoor wordt de toegang tot de
vrijwillige ouderdomsverzekering voor
ieder open gesteld, mits hij slechts de voor
hem bepaalde premie zal willen betalen.
Belangrijk is bier dus vooreerst het zich
kunnen verzekeren voor een weekrente
tot f 20 toe en vervolgens dat men de
rente zal kunnen ontvangen op 65-jarigen
leeftijd of eerder. Het spreekt van zelf,
dat, wanneer het laatste het geval is, men
dan een boogere premie zal moeten be
talen. De premie is namelijk van den
leeftijd van den verzekerde bij het sluiten
der verzekering en van het bedrag der
weekrente voor verzekeringen van 13, 4,
5 of f 6 per week op 65-jarigen leeftijd,
indien de verzekerde of diens echtgenoot
niet naar een inkomen van f 2000 of meer
in de Rijksinkomstenbelasting is aangesla
gen terwijl in alle overige gevallen de
premie afhankelijk is van den leeftijd van
den verzekerde bij het aangaan van de
verzekering van de verzekerde weekpremie
en van de administatiekosten-
Wanneer dus bijv. een hoogere rente
dan f6 per week verlangd wordt of een
rente vroeger ingaande dan op 65 jarigen
leeftijd, of wanneer er een aanslag is van
f 2000 of meer per jaar inkomen, dan
komen de administratiekosten in rekening
voor het bepalen van de premie.
JBij overlijden van den verzekerde na
minstens drie jaren dut«r der verzekering
wordt f 100 uitgekeerd, of en dit is
nieuw wanneer de verzekerde op den
dag, waarop de verzekering werd gesloten
nog niet 6 jaar oud was, wordt bij over
lijden na minstens drie maanden duur der
verzekering doch niet langer dan een jaar
f 20 uitgekeerd, bij overlijden gedurende
het 2e jaar f 40 en bij overlijden binnen
het 3e jaar f 60 uitgekeerd. Deze laatste
bepalingen zijn dus ook zeer van belang,
bij verzekeringen van jonge kinderen.
2e. Voor een rente van f 3 per week
op 65 jarigen leeftijd.
Deze verzekering kan gesloten worden
door ieder rijksingezetene tot 3 December
1923 die op 3 December 1919 reeds 35 jaar
doch nog niet 65 jaar oud was, mits hij
zelf of zijn echtgenoote niet in de vermo
gensbelasting en niet in de rijksinkomsten-
belasting is aangeslagen naar een inkomen
van.f ?000 of meer per jaar en die niet,
hetzij in het genot is van een ouderdoms-
de Henri, door een onweerstaanbare
nieuwsgierigheid gedreven.
Het is een oude bediende, Antonio
gebee'en, die zeer sterk aan myo moeder
gebeebt is, en die baar reeds als kind in
't huis van myu grootvader, by den her»
tog van MocteleoDe, gekend beeft.
- Hebt gij my niet gezegd, dat die
Aotocio ju at in het restaurant Peters
geweest is, toen de moordaanslag plaats
vond f
Ju:st, en ik geloof bepaald, dat by
daar op last van moeder kwam.
Na een pauze vervolgde Lodewyk
Ik geloof wel, dat zyo tegenwoordig»
beid in het restaurant van gewicht kan
zijn, en reeds beb ik gedacht
Wat dan f
Heel eenvoud'g Antonio verzocht
my eeoige oogenblikken voor bet plegen
vau den moord, even naar bulten te gaan
by is toen iu de nabybeid van Gaston ge»
bleveD. zoodat bet wel waarsobynlyk is.
dat bij iets of iemand heeft opgemerkt.
De moordeoaar mosst in bet kabinet gs»
weett zijo, om zyn slachtoffer af te
wachten. Aotonio heeft missobisn bet een
of ander kannen waarnemen, dat ons op
den reohten weg helpt. Ik zal hem
morgen eene nauwkeurig ondervragen.
Zonder te spreken, vervolgden beiden
ban weg ieder was in eigen gedaobten
verdiept,
Eés zaak was Henri vooral niet beider,
Damelyk, wat Antonio, die trouwe en
dienstvaardige bediende der gravin, in dit
nachtelijk unr in 't restaurant te doen
bad. Waarom bad by den zoon s^ner
meesteres naar buiten geroepen, terwyl
er niemand was Wordt vervolgd.