Op den toren
Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Jaarverslag
Kamer van Koophandel
en Fabrieken te
VENRAY.
FEUILLETON.
Zaterdag 8 November 1921
42e Jaargang- No 48
A BON N t MENT-S Pftl IS
PER KWART AAL
voor VENRAY 65 c
franco par post 75 c.
voor het buitenland
bij vooruitbetaling f 1.30
afzondert, nummers 5 c.
PEEL EN MAAS
Uitgave van FIRMA. VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY. Tel. No. 51
PK IJ3 DER
ADVERTENT I EN i
?au 1—6 regels *5 ct
elke regel meer Tf ct
Staangeld voor wagons op
Zaterdagmiddag.
Venray. 6 Juli 1920.
De Kamer van Koophandel en
Fabrieken te Venray, kennis ge
nomen hebbende van een adres, door
de Kamer van Koophandel en Fa
brieken te Vlaardiogen d.d 8 Juni;
aan Uwe Excellentie gericht, be
treffende staangeld voor wagons
op Zaterdagmiddag, heeft de eer
hiermede hare instemming mei
genoemd adres te betuigen.
Echter sou zij in plaat» vaa 12
uur, zooals in het adres vermeld,
liever 1 uur willen lezen, daar dit
meer algemeen het uur is, waarop
Zaterdags het werk geslaakt
wordt.
Hoogachtend,
De Kamer van Kooph. en Fabr. te
Venray,
De Secretaris, De w n. Voorzitter,
G. Beterami. W. Winters.
Aan Zijne Excellentie den Minister
van Waterstaat, 's Gravenhage
Weegbrug S S
Venray, 6 Juli 1920.
Naar aanleiding van uw schrijven
onder letter V 5, No. 7/1 d.d. 9
Maart 1920, deelt de Kamer van
Koophandel en Fabrieken te Venray
U beleefd mede. dat da in Uw
achrjjven aangehaalde reden haar
voor het oogenblik wel gegrond
voorkomt, doch de in haar brief
van 1 December 1919 bedoelde
weegbrug vroeg zij bijzonder met
het oog op de t,oekomst.
Onze Kamer is er vast van over
tuigd, dat bij eene eventueeie rede
lijke verbetering der Duilsche
valuta, de handel op Duitsch'.and en
daardoor het goederenvervoer zeer
zullen toenemen, alsook tengevolge
van het ter hand nemen der Peel-
ontginning.
Zij hoopt dan ook, dat deze zaak
alfdan Uwe welwillende aandacht
zal hebben.
Hoogachtend (ais voren)
Aan de Dinctie der Ned Spoorwegen,
Dienst van het Vervoer, Utrecht
De inval der Frantchen in 1792
tl,
Ik heb schier al de groote gebeur,
teoi.ien, aaa de jijde mijot reders, bijge
woond slechts daar waar bet volk de
Autriohieooe beleed'gde en hoonde, ging
mijn vader heen en aleepte mij ele het
ware met eicb men beleedigd geen
vrouw 1 zeide bij.
Ik bib den derden Slaat na een
hevige worateliag de overhand boven de
geieteljjkhiid en den adel aien bekomen
ik heb bet winkelende koningsobap zien
vallen en bet volk, ale eene brniaende zee
na bet verbreken van dan koninklijken
dam, allai zien waterpae maken. Ik ben
te wepen gekomen zoen de alarmklok ge.
luid werd, en beb Parije i» geeatdrih en
alaoo in al aijoe groote en wilde lohoon»
beid, in brend en bloed, dne in al zijne
veriobrikkelijkbeid, gezien,
Mijn vader bleef nimmer ten aobter
bij waa aan der aanvoerdert, toen het
ministerie Neoker weggezonden zijnde, bet
volk in bet Palaia-Royal aamenacbool en
Camilla Deimonlint, met de piatool in de
vnist, op eene tafel geklommen, door
twee of drie woorden, bet volk tot hando
lm deed overelatn.
De kreette wapen I weerklonk
alom en Parjj» acbeen ten donderende
valk»»» te lija. gereed om zijn vernielend
Spoorwegdienstregeling.
Venray, 4 September 192Q.
Onze Kamer ontving Uw geëerd
schrijven d.d. 23 Juli 1 1, Naar
aanleiding daarvan is zij zoo vrij,
het volgende onder Uwe welwillende
aandacht te brengen,
De treinverbinding van onze streek
met bet Noorden des lands heeft
gedurende de laatste jaren steeds
veel te wenschen overgelaten, eu is'
voorldurend een bron van groot
ongerief geweest. Wat evenwel
hoofdzakelijk gevoeld wordt, is eenej
vroege sneltreinverbinding naar het
Noorden en eene late sneltrein-
verbinding vanuit het Noorden, met
name de Hoofdsteden, waardoor het
mogelijk zou zijn, in ééi dag de
reis naar b.v. Amsterdam of Den
Haag en terug te maken, en dan
tevens over genoegzame tijdruimte
te beschikken, om aldaar zijne
zaken af te handelen. Dat zulks bij
de huidige eu bij de in de laatste
jaren bestaan hebbende dienstrege
ling niet mogelijk is, is duidelijk,
wanneer men in aanmerking neemt,
dat niet alleen het traject te lang
duuit, wegens gemis aan voldoende
sneltreinverbindiog, doch ook, dat
de tijdruimte, welke beschikbaar is
lusschen de heenreis en de terugreis,
vrijwel samenvalt met de uren,
gedurende welke kantoren en maga
zijnen in de groote steden voor het
meerendeel gesloten zijn.
Zoodoende is er van gelegenheid
om ernstig zaken af te handelen,
nagenoeg geen sprake, en vraagt
zulk een zakenreis allicht twee
dagen, waar bij een betere treinver
binding één dag zeker voldoende
zou ziju.
Onze Kamer was zulks gedurende
de laatste jaren ook bekend, en
wanneer zij toen niet met klem op
verbetering heeft aangedrongen, dan
was dat met het oog op den heer-
schenden algemeenen toestand, en
in het belang van het algemeen,
doch zeer-zeker niet omdat zij met
den bestaanden toestand genoegen
kon nemen. Zij vertrouwt dan ook,
dat deze welwillende berusting, thans
bij de nieuwe dienstregeling op prijs
zal worden gesteld, en dat daarvan
blijk zal worden gegeven.
In het belang dezer gebeele streek
acht onze Kamer zich geroepen, om
UEd. te verzoeken Uw machtigen
invloed aan te wenden, ten einde de
gewenschte verbetering te erlangen
en zij is er stellig var. overtuigd,
dat deze zaak Uwe volleen welwil
lende aandacht zal hebben.
Hoogachtend (als voren)
Aan den Heer Jut Thijwissen.
Lid der Commissie van A dvies
voor Spoorwegdienstregelingen, Venlo.
Dubbel spoor
NijmegenRoermond.
Venray, 3 October 1920.
Onze Kamer nam kennis van een
adres, door de Kamer van Koop
handel en Fabrieken te Venlo dato
27 Sept. onder no. 2393 aan Uwe
Excellentie gericht, om Uwe Exc.
te verzoeken, te willen bevorderen,
dat op het baanvak Nijmegen
Roermond dubbelspoor wordt aan
gelegd.
Daar wij ons met inhoud en
strekking van het vermelde adres ten
volle kuunen vereenigen, hebben wij
de eer Uwe Excellentie te verzoeken
daaraan Uwe welwillende aandacht
te schenken.
Hoogachtend (als voren)
Aan Zijne Excellentie den Minister
van Waterstaat, 's Gravenhage,
Tramwezen.
Veuray, 15 October 1920
Het kwam onzer Kamer ter ken
nis, dat van de vijf leden, die door
de Veraeniging Gemeenschappelijk
bezit van Aamleelen in de N. V.
Limburgsche Tramweg-Maatschij.,
reeds gekozen zijn voor den Raad
van Commissarissen dier Naaml.
Vennootschap, er vier gevestigd
zijn in Zuid-Limburg en één in
Midden-Limburg.
Zulks komt onzer Kamer, op zijn
zachtst uitgedrukt, vreemd en on
tactisch voor, omdat hierdoor sterk
den schijn wordt gewekt, alsof de
meening heerscht, dat Noord
Limburg als «quaDtilé régiigeable"
kan beschouwd worden, en geen
medezeggingschap behoeft te hebben
in zake de Tramplannen.
Onze Kamer is er stellig van
overtuigd, dat Uw geacht College
die meening geenszins deelt. Krach
lens de statuten der genoemde
Naamlooze Vennootschap worden
van de 20 leden van den Raad van
Commissarissen er 5 benoemd door
Uw College. In de statuten is tevens
eene bepaling opgenomen, dat de
Commissarissen zooveel mogelijk
uit de verschillende deelen der
«uur nit t» braken
Eenige dagen daarna bekwam de om-
wenteling een regelmatiger karakter De
klokken IniddeD alarm, Hat garvffal der
trom riep de burgera te wapen men zocht
geweren, om neb tegen de Duitachs en
Zwitsersche huurtroepen te verdedigen.
De grond van Partje braakte els bet
ware gewapende mannen afzichtelijk in
lompen gekleed, aome half naakt, dorstend
naar plundering en bloed, vreemd aan elk
grondbeginsel, maar gereed om te strijden
ik zag er, om u in het kort alles Ie zeggen
Pnblicols, Pasque, Doche, Thierry en
ander geboefte.
Ik ontmoette mijn vader voor het
buie, waar wij onzen intrek hadden ge,
nomen bij bad een roode Jacobijnen-mute
op bet hoofd op rijnen schouder rnslte
-ziju jachtgeweer in zijnen gordel staken
twee pistolen en een ponjaard.
Haal uw wapeos. Marc, zeidc by,
De groote dag breekt aan. De zon,
welke opkomt zal glineterend van vunr,
lekkend van bloed zyn en er lag een
duivelsoh genot op zijn aangezioht var.
apreid.
Een hnilende kwam lange ons' huie.
Naar de Baetille I was aller kreet. Da
bende bestond nit eene wilde mengeling ven
personen grijsaards met sneeuwwitte
baren, blond gelokt knapen, vrouwen woest
er. dol, mannen van allen etend en raug.
Er mscbeerdeo daar plunderaar! naait
'mennen van overtuiging dievenen loige.
broken gevangenen natst eerlijke meosohen
ryken en getitelden naast ermen en mis
kenden. neut bet repnblikeinache volk,
I In bet midden ven die bulderende
menigte daverde de straat onder de wielen
ven het kanon, door werkvolk voortgetrok.
ken en op welks sffait co deze, dao geoe
dolzinnige plaats nam wat het niet deze
ot geue lichtekooi, dan was de afschuwelijke
bloedhond Verr es.
De aanval togen de alonde slaatge-
vaogenie, en welke alt de peraonificatie
der dwingelandij beschouwd werd, wae
die van een volk, brandend van haat. De
bende werd slechts achteruit gedrongen,
om met des te meer geweld en hnileod om
bloed, terng Ie komen, en in dat gedrang
bad ik myn vader, aan wieni zijde ik altijd
geetaan bad, uit bet oog ver'oren.
Het kanon donderde, de kogels dolen
een brullende vlam steeg nit het wacht,
hurs der sombere gevangenis, bet voor.
werp van den volksbaat op en de mitraille
maakte eensklaps een verschrikkelijke en
bloedige opening in de gelederen van het
volk.
Toen de damp opklaarde zag ik. op
eenige passen tan mij, de roode mets
mijns vaders in de dichte volksmenigte,
of beter gezegd in de duizenden pieken
en bsjonetten, bewogen aia een koren
bloem door den wind, verdwijnen.
In de pieken en bajonetten, zeg ik
want mijn vader werd door een for,
sohen kerel op de schouders gedragen, en
toen ik hem in een naburig buis terug
vond, bad hij een breeds wende in de
■yde en zag mij met brekende oogen aan,
De man die bsm met gevaer sijns
levens opgenomen en belet bad, dat by
onder de voeten des volks en de boeven
der paarden verpletterd werd, wasgjj
raadt het wellicht reeds was niemand
anders dao Djik, die sedert ik hem het
laatste zag, een flinke, sterks zeebonk wee
provincie (dus ook uit het Noorden)
worden gekozen. Geheel Noord
Limburg en speciaal de gemeente
Venray als meest belangrijke ge
meente uit dit gewest en natuurlijk
toekomstig verbindingspunt der
Limburgsche en Brabantsche Tram»
wegen, heeft bij de totstand-koming
der Tramwegen in Noord-Limburg
zeer groote belangen. Dit alles in
aanmerking nemende, dringt onze
Kamer er bij Uw Geacht College
met klem op aan. de door Uw Col
lege te benoemen leden zoodanig
over de Provincie te verdeelen, dat
één ervan te Venray woonachtig zij,
waardoor onze gemeente in staat zal
lijo, hare belangen, die tevens de
belangen van Noord-Limburg zijn
in den Raad van Commissarissen te
bepleiten.
De urgentie der Tramkwestie in
Zuid-Limburg is onzer Kamer be
kend, doch ook in Noord-Limburg
moeten tal van plaatsen uit haar ge
deeltelijk isolement worden verlost
Waar onze gemeente als aandeel
houdster der meergenoemde Naam
looze Vennootschap is toegetreden,
en reeds sinds jaren alles gedaan
heeft om de tot-standkoming der
tramplannen te bevorderen, en
bovendien de ElelAchtb: Heer Bur
gemeester onzer gemeente tevens
Voorzitter is van de sub-commissie
der Vereeniging Peeibelang, welke
speciaal ten doel beeft, deze plannen
te bevorderen, acht onze kamer het
hierboven geformuleerd verzoek
alleszins gewettigd, en vertrouwt,
dat Venray door Uw College niet zal
worden over het hoofd gezien.
Hoogachtend (als voren)
Aan Gedeputeerde Staten der Provincie
Limburg, Maastricht
Spoorwezen,
Venray, 20 October 1920.
Uw schrijven no. 1080/157 met
afschrift van een door Uw College
verzonden adres aan den Minister
vfln Waterstaat, betreffende Spoor
wezen, werd door onze Kamer ont
vangen. De Inhoud van dit adres
had onze volle aandacht, en met ge
noegen constafeeren wij, dat Uw
College het zelfde gevoelen is toege.
daan als onze Kamer, wat aangaat
de regeling der treinen op het baan
vak NijmegenVenlo en de verbete-
tiogen, die noodig zouden zijn. Deze
kwesties werden in onze vergaderin»
gen reeds meermalen tar sprake
gebracht, en nog kortgeleden werd
door onze Kamer in denzelfden geest
als Uw adres een schrijven verzon
den betredende vroeg- en laatsnel-
trein, aan den Heer Jules Thijwissen
als lid van de Commissie van Advies
voor Spoorwegdienstregelingen.
Ook wat betreft de aansluitingen
te Beugen, werd door onze Kamer
te bevoegder plaatse de onhoudbare
regeling daarvan onder de aandacht
gebracht.
Waar Uw adres evenwel zaken
betreft, welke nog steeds zeer drin
gend verbeteiing behoeven, heeft
onze Kamer niet nagelaten, bij de
betrokken autoriteit adhaesie te be
tuigen.
Hoogachtend (als voren)
Aan Burgemeester en Wethouders te
Venray.
Spoorwegdlenstregelingen.
Veoray. 21 November 1920.
Onze Kamer kwam in het bezit
van Uw geëerd schrijven van 13
dezer, naar aanleiding waarvan wij
UEd. moeten mededeelen, dat tot ons
leedwezen geen der leden ir. de gele
genheid was, bij de door UEd. voor
gesteld samenkomst te Sittard aan»
wozig te zijn, ofschoon door ons het
groote nut dier samenkomst ten volle
wordt ingezien.
Wij haasten ons echter UEd. daar
om schriftelijk met de wenschen onze
Kamer in kennis te stellen, waarvan
de inwilliging ongetwijfeld van zeer
veel belang zou zijn. niet slechts
voor onze gemeente en omstreken,
doch welhaast voor de geheele pro»
vincie. En wij behoeven UEd. daar
voor slechts te verwijzen naar ons
schrijven onder no. 76 dato 4 Sept.
1.1. aan UEd. verzonden, alsmede
naar het zeer uitvoerig schrijven,
door het gemeentebestuur van Venray
d.d. 30 Sept. aan het Ministerie van
Waterstaat gericht en waarvan het
gemeentebestuur UEd. copie deed
toekomen. Dit schrijven geeft op
juiste wijze de verlangens, onaer
Kamer weer, welks In hoofdzaak
hierop neer komen, dat e. eene vroege
sneltreinverbioding uit deze streek
met de hoofdsteden des lands zou
worden ingelegd, waardoor het mo
gelijk zou zijn, om b.v. omstreeks 6
uur n.m. uit Der Haag of Amster»
dam vertrekkende, nog denzelfden
avond onze streek te bereiken, zoowei
geworden.
Ik drukte hem vriendschappelijk de
hand, want dank aao hem kon ik toch
mijn vader in mijn armen tien sterven.
Djik was door mijne moeder naar
Pary» gezonden, om nieuws over haren
echtgenoot en haren zoon in te winnen. Hy
kon er dus zeer juiste aan de brave vrouw
overbrengen.
Helaas dat nieuws moet baar diep
geschokt hebben, want toen ik eenige
weken nadien naar Duinkerken weerkeer
de, von'd ik het huis, waar wij altijd ge
woond hadden, gesloten en «leohts na
herhaalde malen geklopt te hebben, werd
de deur geopend-
Djik stond voor mij op den dorpel.
Waar is mijn moeder, Djik vroeg
ik.
Niet meer hier. was het antwoord
Waar ie zij, Djik
Op het kerkhof. Kom 1 ging de jon»
gelmg voort, «d wy stapten «oei door de
stad heen, ten prooi aan eene diepe ont»
roering,
By een steenen kruis op bet kerk»
hof. hielden wy stil, en Djk heeft me daar
de laatste woorden mijner moeder herhaald
die mij sedert eenige dagen hevig sohokken
en io mijn geest eene groot omwenteling
te weeg brachten.
Cordonnet zweeg by bleef een oogen>
blik denkeDd voor zich staren en was niet
genegen den draad tyoa verbaals ander
1 maal op te vatten.
I Gy ziet wel, hervatte by plotseling,
.luchtiger en opgeruimd, dat die Djik
in schier in al de groote gebeurtenissen
van mijn leven gemengd ie, en nu ik hem
hier, op de Schelde en aan boord van den
A.tiöl. onder bet commando van kapitein
MonUeoo, terug vind, denk ik niet andere
of er moet andermaal iets merkwaardigs
n myn leven plaats hebben.
Doch, inderdaad, ik vertrouw op
Djik bij was altijd mijn beschermgeest
en zal het nog zyo... en by die woordeu
lachte kapitein Cordonnet gulhartig.
XII.
Verrórea was eindelijk in Antwerpen
syoe tegenwoordigheid woog als de baud
van den booze op de bevolking.
Indien Satan de macht bekomen had.
om de hel te verlaten en als de opperste
meester in die stad te beeisohen zon de
•cbrik niet grooter hebben kannen zijn.
Op de boeken der straten had le petit
gé èal zijne denkbeelden, zijne inzichten
door plakbrieven doen kennen, en de
voozegging eener overheersching van het
hatelijk - geweld werd nog bekrachtigd
door zijne beode Kotters of Sansculotten,
boofdzakkelijk saamgesfeld u t een men
gelmoes van Fransoh en Waalsch sohoim.
Dumou'iez zelf verklaart dat hy nooit
teugel'.oozer gespuis beeft gezien 't was,
zegt hy. eene horde Janitsareo, ongeschikt
voor den oorlog, gevaarlijk voor de kryga.
overste eu gevreesd door de vreedzame
burgery
Dat sobuim genoot niet minder dao veer
tig stuiver» soldijzonder eenige afkorting
en had het recht zelf zijne officieren le
kiezen, die niet zeldeo het poik der schar*
ken uit de beoden waren*
Wordt vervolgd.