ie paardendieven
7o c- Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. «s* 45c
de toekomstige plannen der Peel,
het stichten van Boerderijen.
De Landarbeiderswet
De Burgemeester van VENRAY
a.s. Woensdag 2 Juni, des namiddags half zeven
in het Patronaatsgebouw eene bespreking zal
houden over
FEUILLETON.
Vergadering Werkliedenvereenig.
Vergadering Kruisverliond en
Mariavereeniging.
Zaterdag 29 Mei 1920
41e Jaargang. Ne 22
■P£L A,S
ADVERTENTIEN
voor het buitenland
bij vooruitbetaling 90 c. eIke regel meer 1\ c.
afzondert. nummers 5 c.
Uitgave van FIRMA. VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY.
brengt ter algemeene keDDis, dat de HoogEdelGestr. Heer Ir. Max.
BONGAERTS, Lid der Tweede Kamer der Staten Generaal
terwijl de HoogEdelGestr. Heer JAN POELS, Lid van de Tweede
Kamer der Staten Generaal, zal spreken over
Al degenen, die belang stelleu in Venraj-'s vooruitgang en toekomst,
uit alle standen, zoowel mannen als vrouwen, worden dringend uitge-
noodigd deze vergadering bij te wonen.
VENRAY, 25 Me; 1920.
De Burgemeester van Venray,
O. VAN I)E LOO.
stelt den landarbeider in de gelegenheid
land te verkrijgen. Hij kan krijgen een
plaatsje in eigendom of los land in pacht.
De vereenigingen of stichtingen of waar
deze niet zijn de gemeentebesturen
moeten hun best doen het gevraagde land
te verschaften, ook al moeten ze onteige
nen..
Inderdaad een belangrijke wet.
Het is de stille wensch van iederen
arbeider, die trouw werkt en zorgt en
oogst voor zijn heer, dat hij ook eens j
een stuk grond zijn eigendom kan heeten
en de vruchten ervan mag oogsten voor
zijn gezin. Die vruchten zijn een nuttig
bezit In moeilijke tijden een voorraad, .die
hem bewaart voor nood en ontbering. En
in gunstige tijden groeit dit bezit snel aan
en we zien, hoe hij zich opwerkt tot
kleinen boer, tot een eerlijk en eervol
bestaan- De kans hiertoe is de beste aan
sporing tot staag en ijverig werken.
De gedachte arm te zijn en arm te
moeten blijven zijn leven lang, maakt zoo
lusteloos, zoo onverschillig. De armen
worden traag en het hoofd overlegt niet,
hoe den arbeid te regelen, dat hij de
hoogste winst verschaft. j
Integendeel, dikwijls zijn de gedachten
ver van den gehaten arbeid, bij plannen
van opstand en revolutie.
Het wordt door de groot grondbezitters
dikwijls zoo slecht begrepen, dat eenig
grondbezit den arbeider zooveel beter
maakt Hij doet den arbeid beter, let met!
meer belangstelling op den geheelen gang
van het groote bedrijf, omdat hij de kans
heeft al het goede, dat hij zoo op de
groote boerderij leert, straks ook op zijn
eigen bedrijf met groot voordeel toe te
passen.
De landarbeiders komen dikwijls in
aanraking met fabrieksarbeiders, mijn
werkers en ambachtslui uit de steden. Het
zijn hun vroegere dorpsgenooten of ver
wanten. Die zijn, als ze nog eens naar
het dorp komen kijken, heele heeren
geworden. Ze roepen over de stad of ze
er eigenlijk in den zesden hemel zijn
aangeland. Het is er fijn en lollig, je ver
dient zooveel als je wilt en kunt er alles
krijgen. Daar moet de landarbeider iets
tegenover kunnen stellen: zijn rustigen,
gezonden arbeid in de frissche lucht, het
goedkoopere leven en bovenal zijn eigen
verbouwde vruchten, zijn eigen haard.
Anders komt de ontevredenheid, de
wrok. Een Friesche landarbeider, die zeer
zuinig had geleefd en wat geld bezat,
maar geen kans mocht hebben om eige
naar te worden, zei: „Mijn jongens kunnen
worden wat ze willen, maar nooit land
arbeider."
Landbezit bevordert ook zoo sterk de
voortbrenging. Zoo menig halfuurtje, dat
anders verloren ging, wordt nu nuttig be
steed en verhoogt de opbrengst zeer. Op
zijn ouden dag is het de lust van den
landarbeider in zijn eigendom te zijn en
zich te herinneren, hoe hij door aanhou
denden arbeid de gelukkige bezitter is
geworden. Hij blijft ook veel langer nuttig
werk verrichten. Daar is in ieder bedrijf]
zooveel licht werk, dat hij met plezier
doet, al kan hij op de groote boerderij
niet meer in de rij staan.
Om voor landverkrijging in aanmerking
te komen, moet de landarbeider Rijksinge
zetene en Nederlander zijn, niet door
rechterlijke uitspraak het beheer zijner
goederen verloren hebben, van goed zede
lijk gedrag zijn en minstens 25 jaar oud.
Om een plaatsje woning met land
te krijgen, moet hij niet boven 50 jaar
zijn, voor pachtland geldt deze bepaling
niet
Hij moet 1 tiende van de kosten van
het plaatsje betalen, 9 tiende krijgt bij van
het Rijk als voorschot. De kosten zijn in
de wet op hoogstens 4000 gulden geschat,
maar dit bedrag zal wegens de hooge
bouwkosten waarschijnlijk binnenkort ver
hoogd worden.
Wenscht iemand pachtland, dan moet dit
geschikt zijn, gunstig gelegen en matig in
prijs.
Voor het geleende geld geelt hij eerste
hypotheek op het plaatsje aan het Rijk en
betaalt twee jaren of ruim twee jaren vier
percent rente. Het derde jaar. begint de
verplichting jaarlijks 5 en 4 vijfde percent
te betalen voor rente en aflossing. Dan is
het plaatsje na dertig jaren zijn geheel
vrije eigendom. Desnoods kan hij ook het
vierde deel als grondrente op het plaatsje
laten staan. Vroegere afbetaling is ook
toegestaan.
Voor verkrijging van los land in pacht
wordt eene onderhandsche schriftelijke
verpachting vereischt.
Om de aanvraag te doen, zijn gedrukte
formulieren kosteloos verkrijgbaar, waarop
men maar enkele zaken behoeft in te
vullen. Deze formulieren verschaft het
bestuur der vereeniging, stichting of ge
meente.
De vereeniging of stichting, die uitslui-
j tend voor de landverschaffing aan land
arbeiders is ingesteld, strekt zich gewoon
lijk uit over meer dan ééne gemeente.
Het bestuur voegt zijne bevindingen bij
de aanvraag van den landarbeider.
In bijzondere omstandigheden heeft het
bestuur ook bijzondere bevoegtüieden.
Door de goede zorgen der Burgemees
ters van Venray en Wanssum is voor
beide gemeenten" ééne stichting in het
leven geroepen, die uitsluitend werkzaam
is voor de verschaffing van plaatsjes of
pachtland aan landarbeiders.
Het Bestuur is voorloopig samengesteld
uit de Heeren J. Poels Venray, Voorzitter,
G. Houben, Leunen en ondergeteekende.
Daaraan zullen nog êenige leden worden
toegevoegd.
Wanssum P. J. RUTTEN.
20
Pi«t keek hem achterna, rijn revolver
nog steeds in de hoogte houdende, tot bij
sag dat de man bet hotel was binnenge
treden, dan wijdde hij z^joe aandacht aan
den soo onbarmhartiglijk toegetakelden
neger,
De Heer zegeoe u. Piet, gij zijt
joist in tyds gekomen om mij te redden,
aldus sprak Oom Steven, terwijl bij zich
langsaam van den grond oprichtte.H
De onde neger had best geoordeeld maar
stilletjes, als dood te blijven liggen, ter*
wijl Piet zich met den Virginiaan bezig
hield,
Zljt gij erg bezeerd vroeg Piet op
madelijdenden toon.
Ik voel alsof mij binnenste gebarsten
ware, dat ia waar. Massa Piet. Die man
die nijpt ala een oude suikerpers op de
plantage. O mijn keel wat doet die zeer,
•n dan mijn adem er was er haast
geen meer over.
Weet '-.gij wie hy is, Oom Steven f
Bij is een dnivel, Massa, een duivel,
dat ia al wat ik weet.
Da Afrikaan verhaalde wat er iD het
hotel reeds was voorgevallen, en vervol*
gena wat bij in den stal bad ontdekt.
Toen bij dat allemaal hoorde werd de
jongen sear belangstellend, vooral wanneer
de neger verhaalde dat bij in den knap*
zak van den reiziger had gekeken en dat
die hem daarvoor had willen wurgen.
Piet bad een paard in deo stal hooreo
brengen, ook wist hij wie het braoLt, daar
Oom Steven, volgens zijne gewoonte, tot
ticbzelven bad gesprokeD. De neger had,
oDder andere, de volgende woorden zijnen
lippen laten ontvallen
Ik sal dien kerel en al wat hem
toebehooit klein kloppen bijaldien hg mij
nog durft aanraken.
Daarna hoorde Piet hoe de zwarte een
krett van verwondering zyne mond liet
ontvallen, en op betzelfde oogenblik stapte
hij uit zyn bed en trad naar beneden, hy
bad jaist bet onderste van de trap bereikt
toen Oom Steven den stal verliet.
Piet was van zyn revolver voorzien
want hij bad deo kleurling in zyne alleen
spraak booren zeggen die paarden*
dieven meenen waarlijk dat zij ods allen
nog in bun net zullen krijgen,
De verlossing van den neger uit de
handen vao Charles Tuuderman had niet
meer dan drie miouten tijd genomen.
De lantaarn opnemende, welke nog
stond te branden, geleidde Piet den neger
weer iD den stal. Na bet ljcht wat te heb
ben neergedraaid om memands aandacht op
te wekken, keerde Piet zich tot Oom
Steven en vroeg.
Nu zeg mH eens wat dat buodeltje
inhield gij hebt immers alles goed
wa&rgoaomeo f
Ja. de dood zat er in.
De dood
Ja, juist die zat er in.
Revolvers
Twee groote.
Was dat alles,?
WOENSDAG 19 MEI.
Het bezoek had grooter kunnen zijn. Na
opening werden de notulen voorgelezen en
goedgekeurd. Hierna lezing van den voor
zitter met onderwerp „greep uit 't leven".
Spr. wijst op het drankmisbruik in Venray,
niet dat er alleen gedronken wordt door
de arbeiders, neen in alle s'anden. Dit
neemt echter niet weg, dat ook onder de
arbeiders veel te veel gedronken wordt.
Spr. schetst het drankmisbruik bij ver
schillende gelegenheden als bij geboorte
enz. Een dankbaar applaus beloonde spr.
voor zijn lezing.
Tot bestuurslid, vacature Michels, werd
gekozen M. Jacobs.
Bespreking coöperatie. De voorzitter
besprak nu een onderwerp, dat wel het
belangrijkste mag heeten, wat ooit in de
werkliedenvereeniging is behandeld ge
worden, n.l. de coöperatie. Toen spr. als
voorzitter der werkliedenver. gekozen werd
was zijn vast besluit nooit te spreken
over coöperatie, zoolang er geen toena
dering was van de werklieden tot de
coöperatie. Hij heeft dii ook nooit gedaan
om den schijn te vermijden het voorzit-
scbap te hebben aanvaard, als reclame
voor de coöperatie. Na de vele ingezonden
s'ukken in Peel en Maas tegen de coöpe
ratie is de toestand echter veranderd. Uit
dit geschrijf bleek, dat de haat van de
middenstanders tegen de coöperatie niet
zoo fel zou zijn geweest, als de coöperatie
een zuivere werkliedencooperatie was.
Het bestuur der werkliedenvereeniging
meende alles te moeten doen, om den
ouderlingen vrede in de verschillende
standen te moeten bewaren. Het waagde
dan ook den stap, van de coöperatie een
zuivere werkliedencooperatie te maken,
waar dan de leden der werkliedenver
eeniging de voordeelen zouden genieten
van den Landbouwbond en omgekeerd de
leden van den Landbouwbond de voor
deelen der coöperatie, zools dit op de
meeste plaatsen het geval i9. In een ge
combineerde bestuursvergadering van de
werkliedenvereeniging en coöperatie werd
de zaak besproken en het voorstel aan
genomen, onder voorwaarde, dat de
werkman zich dan ook werkelijk aansluit, j
Want wat heeft men aan leden, die
niet door de daad toonen, het belang van
hun gezin, en hunne vereeniging te be
grijpen. Er werd dan ook voorgesteld een
tijdruimte te laten van een half jaar. De
leden hebben dan den tijd, door daden te
toonen, werkelijk een arbeiderscooperatie
te willen.
De toestand is nu dus anders en is spr.
verplicht de coöperatie te bespreken. Hij
geeft een breede uiteenzetting van de
voordeelen, welke de coöperatie biedt.
Hier zijn mannen in de zaal, welke in één
jaar f 40 terughaalden alleen op winkel-
l waar, nu komt de bakkerij nog in exploi
tatie- De coöperatie bloeit bier, maar is
nog maar aan het begin. Veel kan en wil
de coöperatie voor de werklieden doen.
Spr. wijst op Tegelen, waar in 1919 aan
de werkl.v. f 1500 werd gegeven. Behalve
het dividend en het fonds voor moeder
schap zal ook hier de coöperatie enorme
voordeelen bieden. De arbeiders hebben
het in hunne macht den bloei der coöperatie
te bevorderen. Hij spoort allen aan lid te
worden. De coöperatie is en wordt hier
vaa zekere zijde aangevallen, wat te be
treuren is, daar deze niets anders beoogd
dan de belangen der verbruikers te dienen.
Bij de verkiezing van twee leden voor
.Herwonnen Levenskracht" werden de
heeren H. Odenhoven en M. Jacobs ge
kozen. Als afgevaardigde naar den Katho
liekendag te Roermond werd gekozen A.
Verstralen.
Er werd nog gevfttagd of nieuwe leden
der coöperatie dezelfde rechten hebben
als de oude leden, waarop bevestigend
werd geantwoord. Het Moederfonds alleen
geeft uitkeering indien men een half jaar
lid is. Als men dan bijv. voor f 5 per
week heeft gekocht, ontvangt men bij een
bevalling f 10.
Onder dankzegging aan de Zeereerw.
Heeren Rutten en Dinckels voor hunne
belangstelling, sloot dé voorzitter deze
geanimeerde vergadering mei den chr.
groet. G. Hovenier.
Neen. Massa Piet,
Welaan, wat nog meet
Er was eeD van die lantaarns die
licht geven wanneer men het wil, en geen
geveD wanneer men het niet wil.
Een dievenlantaarn, wilt gy zeggen f
Ja, ik geloof dat ze die diDgeo zoo
noemen.
Nog iets meer f
Ja daar waren Ijzeren bandbsndeD
waar ze de meoschsn mee binden, en een
groot scherp mes. en eene fiesch mot sterk
ruikend stof, en een spoog, en de dood.
De neger was blijkbaar met sebrik be
vangen toen hij bet laatste verhaalde, by
bad moeite om zyne woorden nit te brengen
en keek in bet ronde alsof bij elk oogen
blik verwachtte door een spook te worden
aangegrepen.
Wat noemt gy de dood die daar in
zat, Oom Steven, wat was dat eigenlyk
De doodeDde hagedis van bet Zaideo.
Ja maar wat is dat voor «en ding
Wel, Massa Piet, hebt gij nog nooit
van de doodende bagendis vao bet zu'den
I gehoord Het is een hagedis die, wanneer
zij iemand byt, oogenblikkelijk den dood
[veroorzaakt; zij is veel gevaarlijker dan
de ratelslang. De neger zal op den groDd
.slapen en niet bevreesd zijn vaD slangeD, of
aan den oever eener cnider rivier zonder
schrik van de alligators, maar wanDeer by
aan de doodende hagedis denkt bevangt
bem het koude zweet.
Waar was die hagedis f
In een blikken bus met kleine gaatjes
in de zijden.
Waarom had by dat ding by ziob
Om iemand te vermoorden, dat gaapt
als een oven.
Dingdag 95 Hiel.in 't Patronaat
Ta half 9 opende de Z. E. Heer Pastoor de
vergadering met den christeli.,ken groet en zegt
hier nogmaals als pastoor te zullen spreken om
dat een van zijn voornaamste zorgen is het mis»
bruikvan drank tegen te gaan.
Sinds de laatste vergadering heeft hij van ver*
schillende zijde instemming ondervonden, er
gewerd hem zelts eene geldelijke bijdrage.
Maar ook siijds ae laatste vergadering hebben
courantenberichten ons weer geleerd hoeveel
noodlottige ongelukken op rekening van den
alcohol geschreven moeten worden Men denke aan
het auto ongeluk tusschen Tegelen en Belfeld.
Nog wordt er veel te weinig gedaan om het
drankmisbruik te doen afnemen, wel is waar zijn
de zeden sinds de laatste 50jaren verzacht, en hoort
men niet meer |van haringbijten, gansknuppelen,
van huilbier enz. maar toch berust de drinkdwang
nog maar al te veel op eene verkeerde gewoonte.
De werkman komt, met sijn kortere arbeidsduur
en hooger Joon weer vroeger in de gelegenheid tot
drinken en het is nu reeds zoo als verschillende
Ik zie niet in boe dat mogelyk zyn
zou.
Wel Piet, gij beprypt daar niets
van, gij kent die hagedis niet. Maar zy
doen bun werk langzaam maar zeker
wanneer ze bij een slapend mensch wordeD
neergelegd kruipeD die zachtjes op hun
slachtoffer en bijten, eD wanneer iemand
eenmaal door znlk een diertje verwond is
valt er niets meer aan te doen de gebeteoe
moet zoo zeker naar bet pierenland als
mijn naam Steven is.
Piets nieuwsgierigheid werd boe langer
hoe meer opgewekt.
Gij bad zijn geheel leven iD het Zuiden
doorgebracht en dit was de eerste maal
dat bij vaD dat door den D6ger zoo ge;
vreesde kiuipdier bad hoor«d spreken, en
toch geloofde bij dat Oom Steven wist
waarvan hy aprak.
Was hst mogelyk dat een andere van
de bende van Hartly was gekomen om
bem het leven te benemen
Piet besloot don kerel goed in bet oog
te bonden, tenminste tot bij wist waarom
deze zich te Seville bevond.
Oordeeiende naar bet verbaal van Oom
Steven moest de man buitengewoon brutaal
zyn.
Niettegenstaande dat alles echter, kon]
Piet bet gedrag van Oom Steven Diet goed-
keureo, en daarom zeide bij tot den Deger
Steven, misschieo hebt gy bet wel
goed gemeend, maar toch was bet niet;
wel van n dat gij dien zak opendeed.
Ja. maar, antwoordde Steven, die
vent, zyne handelswijze en die zak
kwamen zoo verdacht voor dat ik de ver*
zoeking niet kon weerstaan.
Oom Steven verliet den paardenstal en
drankbestrijders voorspeld bobben. Na den oorlog
zal het drankmisbruik wederom het hoofd op»
steken.
Het zou daarom gewenscht zijn dat men de
fatsoenlijke herbergiers verzocht om in hunne
lokalen ook alcoholvrijen drank verkrijgbaar te
steilen.
En dan verdiende de oprichting van een hulp
troep, geen afschaffers, maar matigen, die in café g
desnoo te achte» een borrel 't goede recht van het
Krui8verbond verdedigen in plaats van tegeD te
werken, toch zeker wel aanbeveling.
Zoude het daarom geen aanbeveling verdienen
practische besprekingen te houden met de kinderen
op de scholen
De Heer Min zegt dat wij in hoofdzaak op de
kinderen zijn aangewezen en hij acht het wel goed
dat het den kinderen op school wordt voorge»
houden.
MejArts prijst als schoolboeken boeken over
geheel onthouding aan.
Prol. Verhagen vraagt of het niet mogelijk is de
vergunningen in te krimpen.
De Burgemeester geeft hierover een uitleg, er
opwijzende dat Venray weldra de 10000 inwoners
bereikt zal hebben en de vergunningen dan worden
ingekrompen van 1 250 tot 1 300. Eene uit
breiding van hec aantal vergunningen zal den
eersten tijd wel niet te vreezen zijn.
De ZE. Heer Pastoor wilde in nauwer contact
zien te komen met de vereeDiging van vergunning
houders, dan kon er misschien veel verkeerds
worden weggenomen.
De Burgemeester acht het een schande zooals
er hier vaak wordt opgetreden door het uitgaan
de publiek. Zijn er twee of drie die iets meer
kunnen verdragen dan hun collega, dan brengen
zij hem niet naar huis, maar zeulen er mede kroeg
in, kroeg uit. En dit wordt zelfs meesmuilend
goedgepraat en toch is het een schande.
Daar is in een vorige vergadering gezegd dat de
politie niet streng genoeg optrad, maar spreker
vraagt waar is hier de ^rens en hij zou de men-
scben ook zoo lang mogelijk uit de banden der
justitie willen houden want dat is een feit dat
wanneer vele gegoede burgers telkens een proces
verbaal opgeloopen hadden als ze drenken waren,
er hier in Venray menigeen geschandvlekt zou
zijn, want bij de derde overtreding wordt hechte
nis toegepast en later opzending naar de Schans.
De ZE. Heer Pastoor beaamt volkomen hetgeen
de burgemeester gezegd heeft en zou daarom ook
zijn voor de matigheids vrienden.
Prof. Verhagen is daar vierkant tegen.
Matigheids vrienden zijn geen drankbestrijders, en
veel nut stichten ze ooa dist, zij het dan dat ze
door jaarlijk8che contributie de kas eenigszins
steunen.
Hij vreest dat de geheele beweging daar schade
door zal lijden.
Spreker is dezen middag over Horst uit Venlo
gekomen, op dien weg passeert men geen wereld
steden, maar het is toch vreemd dat wanneer
rae»: er 5 huizen bij elkander staan er een calé bij
In Limburg zijn 5814 café's en daartegenover
staan 200 kerken en 350 scholen, dus rond elke
kerk staan 30 en rond elke school 18 café's.
In de café's is oog zeiden iets goeds tot stand
gebracht, al wil spreker niet beweren, dat er in
sommige nooit kwaad gebeurt, want iedere her
bergier is propagandist voor zijn eigen café, even
goed als iederen bakker of schoenmaker.
Hij spoort vooral de vrouwen en meisjes aan het
thuis zoo gezellig mogelijk te maken, opdat de
schtgenooten of vaders er een genot in vinden
thuis te verkeeren. Prof. Verhagen stelde voor
zich eans wat beter te roeren en invloed uit te
te oefenen op de gemeenteraden.
De Z E. Heer Pastoor zou er op werken, dat
in alle café's alcoholvrijen drank verkijgbaar wordt
gesteld.
De heer Min zegt dat het Kruisverbond in die
richting wil werken.
Ook moeten er nieuwe leden worden aange
worven, maar dat moeten flinke leden zijn, liefst
geheelonthouders, en om het goede voorbeeld te
geven verklaart de Z.E. heer Pastoor vanaf hsden
geheelonthouder te zijn.
De Burgemeester zegt dat Venray op 't oogenblik
nog 66 drankgelegenheden heeft, acht jaren geleden
was dat getal zeker eens zoo groot. Ook hij heeft
toenemend drankmisbruik geconstateerd en het
spijt hem, dat hij 't zeggen moet, vooral bij de
begaf zich Daar het hoiel, by ging eebter
jniot binnen alvorens hy den vreemdeling
deD trap naar boven had zien opatygen.
Piet beklom den staltrsp en bogal zich
weer ter ruste.
Den volgeDde morgen stood de nieuwe
gast zeer laat op, en de onde neger, die
zijne verschijning had opgewacht, regelde
«yn werk aldus in, om zoo weinig mogelyk
onder de oogen des vreemdelinge te komen
Na het ontbijt begaf Cbarles Thunder*
man zich naar den stal en nam de daar
aanwezige paarden zeer nauwkeurig waar
Piet ontmoette hem zeer bedaard, en
gaf hem al de inlichtingen die hy verlang-
1 de.
Do Zuiderling bezag den jongen van het
boofd tot de voeten, doch geen van beiden
repte een enkel wonrd van hetgeen ge
durende den nacht was voorgevallen,
Uit het gedrag van deo vreemdeling, uit
de wyzt waarop hy deo leurders wagen,
die t;cb nog in den stal bevond, cd de
aanwezige paarden gadesloeg, kon Piet
zich al spoedig overtuigen dat de man met
de geschiedenis daaraan verbonden, ten
volle bekend was.
De harddravers vaD Orion Rnssell, Dart
Piet s paard, en Bet, bet eigendom van
den beer Chedder, werden met aandacht
besiohtigd en besproken.
Nadat de vreemdeling ziob weer naar bet
hotel bad begeven stapte de atalkneoht
Daar het paard van den nieaweD gast ten
einde het nog eens van naderbij te bezieD.
Het waa een schoon gebouwde lang
pooler, eeD bruine ruin met kort gekDip»
ten staart. De neusgaten waren groot en
de oogen uitstekend en buitengewoon
beider. Wordt vervolgd.