ie paardendieven 7o c- Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. «s* 45c de toekomstige plannen der Peel, het stichten van Boerderijen. De Landarbeiderswet De Burgemeester van VENRAY a.s. Woensdag 2 Juni, des namiddags half zeven in het Patronaatsgebouw eene bespreking zal houden over FEUILLETON. Vergadering Werkliedenvereenig. Vergadering Kruisverliond en Mariavereeniging. Zaterdag 29 Mei 1920 41e Jaargang. Ne 22 ■P£L A,S ADVERTENTIEN voor het buitenland bij vooruitbetaling 90 c. eIke regel meer 1\ c. afzondert. nummers 5 c. Uitgave van FIRMA. VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY. brengt ter algemeene keDDis, dat de HoogEdelGestr. Heer Ir. Max. BONGAERTS, Lid der Tweede Kamer der Staten Generaal terwijl de HoogEdelGestr. Heer JAN POELS, Lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal, zal spreken over Al degenen, die belang stelleu in Venraj-'s vooruitgang en toekomst, uit alle standen, zoowel mannen als vrouwen, worden dringend uitge- noodigd deze vergadering bij te wonen. VENRAY, 25 Me; 1920. De Burgemeester van Venray, O. VAN I)E LOO. stelt den landarbeider in de gelegenheid land te verkrijgen. Hij kan krijgen een plaatsje in eigendom of los land in pacht. De vereenigingen of stichtingen of waar deze niet zijn de gemeentebesturen moeten hun best doen het gevraagde land te verschaften, ook al moeten ze onteige nen.. Inderdaad een belangrijke wet. Het is de stille wensch van iederen arbeider, die trouw werkt en zorgt en oogst voor zijn heer, dat hij ook eens j een stuk grond zijn eigendom kan heeten en de vruchten ervan mag oogsten voor zijn gezin. Die vruchten zijn een nuttig bezit In moeilijke tijden een voorraad, .die hem bewaart voor nood en ontbering. En in gunstige tijden groeit dit bezit snel aan en we zien, hoe hij zich opwerkt tot kleinen boer, tot een eerlijk en eervol bestaan- De kans hiertoe is de beste aan sporing tot staag en ijverig werken. De gedachte arm te zijn en arm te moeten blijven zijn leven lang, maakt zoo lusteloos, zoo onverschillig. De armen worden traag en het hoofd overlegt niet, hoe den arbeid te regelen, dat hij de hoogste winst verschaft. j Integendeel, dikwijls zijn de gedachten ver van den gehaten arbeid, bij plannen van opstand en revolutie. Het wordt door de groot grondbezitters dikwijls zoo slecht begrepen, dat eenig grondbezit den arbeider zooveel beter maakt Hij doet den arbeid beter, let met! meer belangstelling op den geheelen gang van het groote bedrijf, omdat hij de kans heeft al het goede, dat hij zoo op de groote boerderij leert, straks ook op zijn eigen bedrijf met groot voordeel toe te passen. De landarbeiders komen dikwijls in aanraking met fabrieksarbeiders, mijn werkers en ambachtslui uit de steden. Het zijn hun vroegere dorpsgenooten of ver wanten. Die zijn, als ze nog eens naar het dorp komen kijken, heele heeren geworden. Ze roepen over de stad of ze er eigenlijk in den zesden hemel zijn aangeland. Het is er fijn en lollig, je ver dient zooveel als je wilt en kunt er alles krijgen. Daar moet de landarbeider iets tegenover kunnen stellen: zijn rustigen, gezonden arbeid in de frissche lucht, het goedkoopere leven en bovenal zijn eigen verbouwde vruchten, zijn eigen haard. Anders komt de ontevredenheid, de wrok. Een Friesche landarbeider, die zeer zuinig had geleefd en wat geld bezat, maar geen kans mocht hebben om eige naar te worden, zei: „Mijn jongens kunnen worden wat ze willen, maar nooit land arbeider." Landbezit bevordert ook zoo sterk de voortbrenging. Zoo menig halfuurtje, dat anders verloren ging, wordt nu nuttig be steed en verhoogt de opbrengst zeer. Op zijn ouden dag is het de lust van den landarbeider in zijn eigendom te zijn en zich te herinneren, hoe hij door aanhou denden arbeid de gelukkige bezitter is geworden. Hij blijft ook veel langer nuttig werk verrichten. Daar is in ieder bedrijf] zooveel licht werk, dat hij met plezier doet, al kan hij op de groote boerderij niet meer in de rij staan. Om voor landverkrijging in aanmerking te komen, moet de landarbeider Rijksinge zetene en Nederlander zijn, niet door rechterlijke uitspraak het beheer zijner goederen verloren hebben, van goed zede lijk gedrag zijn en minstens 25 jaar oud. Om een plaatsje woning met land te krijgen, moet hij niet boven 50 jaar zijn, voor pachtland geldt deze bepaling niet Hij moet 1 tiende van de kosten van het plaatsje betalen, 9 tiende krijgt bij van het Rijk als voorschot. De kosten zijn in de wet op hoogstens 4000 gulden geschat, maar dit bedrag zal wegens de hooge bouwkosten waarschijnlijk binnenkort ver hoogd worden. Wenscht iemand pachtland, dan moet dit geschikt zijn, gunstig gelegen en matig in prijs. Voor het geleende geld geelt hij eerste hypotheek op het plaatsje aan het Rijk en betaalt twee jaren of ruim twee jaren vier percent rente. Het derde jaar. begint de verplichting jaarlijks 5 en 4 vijfde percent te betalen voor rente en aflossing. Dan is het plaatsje na dertig jaren zijn geheel vrije eigendom. Desnoods kan hij ook het vierde deel als grondrente op het plaatsje laten staan. Vroegere afbetaling is ook toegestaan. Voor verkrijging van los land in pacht wordt eene onderhandsche schriftelijke verpachting vereischt. Om de aanvraag te doen, zijn gedrukte formulieren kosteloos verkrijgbaar, waarop men maar enkele zaken behoeft in te vullen. Deze formulieren verschaft het bestuur der vereeniging, stichting of ge meente. De vereeniging of stichting, die uitslui- j tend voor de landverschaffing aan land arbeiders is ingesteld, strekt zich gewoon lijk uit over meer dan ééne gemeente. Het bestuur voegt zijne bevindingen bij de aanvraag van den landarbeider. In bijzondere omstandigheden heeft het bestuur ook bijzondere bevoegtüieden. Door de goede zorgen der Burgemees ters van Venray en Wanssum is voor beide gemeenten" ééne stichting in het leven geroepen, die uitsluitend werkzaam is voor de verschaffing van plaatsjes of pachtland aan landarbeiders. Het Bestuur is voorloopig samengesteld uit de Heeren J. Poels Venray, Voorzitter, G. Houben, Leunen en ondergeteekende. Daaraan zullen nog êenige leden worden toegevoegd. Wanssum P. J. RUTTEN. 20 Pi«t keek hem achterna, rijn revolver nog steeds in de hoogte houdende, tot bij sag dat de man bet hotel was binnenge treden, dan wijdde hij z^joe aandacht aan den soo onbarmhartiglijk toegetakelden neger, De Heer zegeoe u. Piet, gij zijt joist in tyds gekomen om mij te redden, aldus sprak Oom Steven, terwijl bij zich langsaam van den grond oprichtte.H De onde neger had best geoordeeld maar stilletjes, als dood te blijven liggen, ter* wijl Piet zich met den Virginiaan bezig hield, Zljt gij erg bezeerd vroeg Piet op madelijdenden toon. Ik voel alsof mij binnenste gebarsten ware, dat ia waar. Massa Piet. Die man die nijpt ala een oude suikerpers op de plantage. O mijn keel wat doet die zeer, •n dan mijn adem er was er haast geen meer over. Weet '-.gij wie hy is, Oom Steven f Bij is een dnivel, Massa, een duivel, dat ia al wat ik weet. Da Afrikaan verhaalde wat er iD het hotel reeds was voorgevallen, en vervol* gena wat bij in den stal bad ontdekt. Toen bij dat allemaal hoorde werd de jongen sear belangstellend, vooral wanneer de neger verhaalde dat bij in den knap* zak van den reiziger had gekeken en dat die hem daarvoor had willen wurgen. Piet bad een paard in deo stal hooreo brengen, ook wist hij wie het braoLt, daar Oom Steven, volgens zijne gewoonte, tot ticbzelven bad gesprokeD. De neger had, oDder andere, de volgende woorden zijnen lippen laten ontvallen Ik sal dien kerel en al wat hem toebehooit klein kloppen bijaldien hg mij nog durft aanraken. Daarna hoorde Piet hoe de zwarte een krett van verwondering zyne mond liet ontvallen, en op betzelfde oogenblik stapte hij uit zyn bed en trad naar beneden, hy bad jaist bet onderste van de trap bereikt toen Oom Steven den stal verliet. Piet was van zyn revolver voorzien want hij bad deo kleurling in zyne alleen spraak booren zeggen die paarden* dieven meenen waarlijk dat zij ods allen nog in bun net zullen krijgen, De verlossing van den neger uit de handen vao Charles Tuuderman had niet meer dan drie miouten tijd genomen. De lantaarn opnemende, welke nog stond te branden, geleidde Piet den neger weer iD den stal. Na bet ljcht wat te heb ben neergedraaid om memands aandacht op te wekken, keerde Piet zich tot Oom Steven en vroeg. Nu zeg mH eens wat dat buodeltje inhield gij hebt immers alles goed wa&rgoaomeo f Ja. de dood zat er in. De dood Ja, juist die zat er in. Revolvers Twee groote. Was dat alles,? WOENSDAG 19 MEI. Het bezoek had grooter kunnen zijn. Na opening werden de notulen voorgelezen en goedgekeurd. Hierna lezing van den voor zitter met onderwerp „greep uit 't leven". Spr. wijst op het drankmisbruik in Venray, niet dat er alleen gedronken wordt door de arbeiders, neen in alle s'anden. Dit neemt echter niet weg, dat ook onder de arbeiders veel te veel gedronken wordt. Spr. schetst het drankmisbruik bij ver schillende gelegenheden als bij geboorte enz. Een dankbaar applaus beloonde spr. voor zijn lezing. Tot bestuurslid, vacature Michels, werd gekozen M. Jacobs. Bespreking coöperatie. De voorzitter besprak nu een onderwerp, dat wel het belangrijkste mag heeten, wat ooit in de werkliedenvereeniging is behandeld ge worden, n.l. de coöperatie. Toen spr. als voorzitter der werkliedenver. gekozen werd was zijn vast besluit nooit te spreken over coöperatie, zoolang er geen toena dering was van de werklieden tot de coöperatie. Hij heeft dii ook nooit gedaan om den schijn te vermijden het voorzit- scbap te hebben aanvaard, als reclame voor de coöperatie. Na de vele ingezonden s'ukken in Peel en Maas tegen de coöpe ratie is de toestand echter veranderd. Uit dit geschrijf bleek, dat de haat van de middenstanders tegen de coöperatie niet zoo fel zou zijn geweest, als de coöperatie een zuivere werkliedencooperatie was. Het bestuur der werkliedenvereeniging meende alles te moeten doen, om den ouderlingen vrede in de verschillende standen te moeten bewaren. Het waagde dan ook den stap, van de coöperatie een zuivere werkliedencooperatie te maken, waar dan de leden der werkliedenver eeniging de voordeelen zouden genieten van den Landbouwbond en omgekeerd de leden van den Landbouwbond de voor deelen der coöperatie, zools dit op de meeste plaatsen het geval i9. In een ge combineerde bestuursvergadering van de werkliedenvereeniging en coöperatie werd de zaak besproken en het voorstel aan genomen, onder voorwaarde, dat de werkman zich dan ook werkelijk aansluit, j Want wat heeft men aan leden, die niet door de daad toonen, het belang van hun gezin, en hunne vereeniging te be grijpen. Er werd dan ook voorgesteld een tijdruimte te laten van een half jaar. De leden hebben dan den tijd, door daden te toonen, werkelijk een arbeiderscooperatie te willen. De toestand is nu dus anders en is spr. verplicht de coöperatie te bespreken. Hij geeft een breede uiteenzetting van de voordeelen, welke de coöperatie biedt. Hier zijn mannen in de zaal, welke in één jaar f 40 terughaalden alleen op winkel- l waar, nu komt de bakkerij nog in exploi tatie- De coöperatie bloeit bier, maar is nog maar aan het begin. Veel kan en wil de coöperatie voor de werklieden doen. Spr. wijst op Tegelen, waar in 1919 aan de werkl.v. f 1500 werd gegeven. Behalve het dividend en het fonds voor moeder schap zal ook hier de coöperatie enorme voordeelen bieden. De arbeiders hebben het in hunne macht den bloei der coöperatie te bevorderen. Hij spoort allen aan lid te worden. De coöperatie is en wordt hier vaa zekere zijde aangevallen, wat te be treuren is, daar deze niets anders beoogd dan de belangen der verbruikers te dienen. Bij de verkiezing van twee leden voor .Herwonnen Levenskracht" werden de heeren H. Odenhoven en M. Jacobs ge kozen. Als afgevaardigde naar den Katho liekendag te Roermond werd gekozen A. Verstralen. Er werd nog gevfttagd of nieuwe leden der coöperatie dezelfde rechten hebben als de oude leden, waarop bevestigend werd geantwoord. Het Moederfonds alleen geeft uitkeering indien men een half jaar lid is. Als men dan bijv. voor f 5 per week heeft gekocht, ontvangt men bij een bevalling f 10. Onder dankzegging aan de Zeereerw. Heeren Rutten en Dinckels voor hunne belangstelling, sloot dé voorzitter deze geanimeerde vergadering mei den chr. groet. G. Hovenier. Neen. Massa Piet, Welaan, wat nog meet Er was eeD van die lantaarns die licht geven wanneer men het wil, en geen geveD wanneer men het niet wil. Een dievenlantaarn, wilt gy zeggen f Ja, ik geloof dat ze die diDgeo zoo noemen. Nog iets meer f Ja daar waren Ijzeren bandbsndeD waar ze de meoschsn mee binden, en een groot scherp mes. en eene fiesch mot sterk ruikend stof, en een spoog, en de dood. De neger was blijkbaar met sebrik be vangen toen hij bet laatste verhaalde, by bad moeite om zyne woorden nit te brengen en keek in bet ronde alsof bij elk oogen blik verwachtte door een spook te worden aangegrepen. Wat noemt gy de dood die daar in zat, Oom Steven, wat was dat eigenlyk De doodeDde hagedis van bet Zaideo. Ja maar wat is dat voor «en ding Wel, Massa Piet, hebt gij nog nooit van de doodende bagendis vao bet zu'den I gehoord Het is een hagedis die, wanneer zij iemand byt, oogenblikkelijk den dood [veroorzaakt; zij is veel gevaarlijker dan de ratelslang. De neger zal op den groDd .slapen en niet bevreesd zijn vaD slangeD, of aan den oever eener cnider rivier zonder schrik van de alligators, maar wanDeer by aan de doodende hagedis denkt bevangt bem het koude zweet. Waar was die hagedis f In een blikken bus met kleine gaatjes in de zijden. Waarom had by dat ding by ziob Om iemand te vermoorden, dat gaapt als een oven. Dingdag 95 Hiel.in 't Patronaat Ta half 9 opende de Z. E. Heer Pastoor de vergadering met den christeli.,ken groet en zegt hier nogmaals als pastoor te zullen spreken om dat een van zijn voornaamste zorgen is het mis» bruikvan drank tegen te gaan. Sinds de laatste vergadering heeft hij van ver* schillende zijde instemming ondervonden, er gewerd hem zelts eene geldelijke bijdrage. Maar ook siijds ae laatste vergadering hebben courantenberichten ons weer geleerd hoeveel noodlottige ongelukken op rekening van den alcohol geschreven moeten worden Men denke aan het auto ongeluk tusschen Tegelen en Belfeld. Nog wordt er veel te weinig gedaan om het drankmisbruik te doen afnemen, wel is waar zijn de zeden sinds de laatste 50jaren verzacht, en hoort men niet meer |van haringbijten, gansknuppelen, van huilbier enz. maar toch berust de drinkdwang nog maar al te veel op eene verkeerde gewoonte. De werkman komt, met sijn kortere arbeidsduur en hooger Joon weer vroeger in de gelegenheid tot drinken en het is nu reeds zoo als verschillende Ik zie niet in boe dat mogelyk zyn zou. Wel Piet, gij beprypt daar niets van, gij kent die hagedis niet. Maar zy doen bun werk langzaam maar zeker wanneer ze bij een slapend mensch wordeD neergelegd kruipeD die zachtjes op hun slachtoffer en bijten, eD wanneer iemand eenmaal door znlk een diertje verwond is valt er niets meer aan te doen de gebeteoe moet zoo zeker naar bet pierenland als mijn naam Steven is. Piets nieuwsgierigheid werd boe langer hoe meer opgewekt. Gij bad zijn geheel leven iD het Zuiden doorgebracht en dit was de eerste maal dat bij vaD dat door den D6ger zoo ge; vreesde kiuipdier bad hoor«d spreken, en toch geloofde bij dat Oom Steven wist waarvan hy aprak. Was hst mogelyk dat een andere van de bende van Hartly was gekomen om bem het leven te benemen Piet besloot don kerel goed in bet oog te bonden, tenminste tot bij wist waarom deze zich te Seville bevond. Oordeeiende naar bet verbaal van Oom Steven moest de man buitengewoon brutaal zyn. Niettegenstaande dat alles echter, kon] Piet bet gedrag van Oom Steven Diet goed- keureo, en daarom zeide bij tot den Deger Steven, misschieo hebt gy bet wel goed gemeend, maar toch was bet niet; wel van n dat gij dien zak opendeed. Ja. maar, antwoordde Steven, die vent, zyne handelswijze en die zak kwamen zoo verdacht voor dat ik de ver* zoeking niet kon weerstaan. Oom Steven verliet den paardenstal en drankbestrijders voorspeld bobben. Na den oorlog zal het drankmisbruik wederom het hoofd op» steken. Het zou daarom gewenscht zijn dat men de fatsoenlijke herbergiers verzocht om in hunne lokalen ook alcoholvrijen drank verkrijgbaar te steilen. En dan verdiende de oprichting van een hulp troep, geen afschaffers, maar matigen, die in café g desnoo te achte» een borrel 't goede recht van het Krui8verbond verdedigen in plaats van tegeD te werken, toch zeker wel aanbeveling. Zoude het daarom geen aanbeveling verdienen practische besprekingen te houden met de kinderen op de scholen De Heer Min zegt dat wij in hoofdzaak op de kinderen zijn aangewezen en hij acht het wel goed dat het den kinderen op school wordt voorge» houden. MejArts prijst als schoolboeken boeken over geheel onthouding aan. Prol. Verhagen vraagt of het niet mogelijk is de vergunningen in te krimpen. De Burgemeester geeft hierover een uitleg, er opwijzende dat Venray weldra de 10000 inwoners bereikt zal hebben en de vergunningen dan worden ingekrompen van 1 250 tot 1 300. Eene uit breiding van hec aantal vergunningen zal den eersten tijd wel niet te vreezen zijn. De ZE. Heer Pastoor wilde in nauwer contact zien te komen met de vereeDiging van vergunning houders, dan kon er misschien veel verkeerds worden weggenomen. De Burgemeester acht het een schande zooals er hier vaak wordt opgetreden door het uitgaan de publiek. Zijn er twee of drie die iets meer kunnen verdragen dan hun collega, dan brengen zij hem niet naar huis, maar zeulen er mede kroeg in, kroeg uit. En dit wordt zelfs meesmuilend goedgepraat en toch is het een schande. Daar is in een vorige vergadering gezegd dat de politie niet streng genoeg optrad, maar spreker vraagt waar is hier de ^rens en hij zou de men- scben ook zoo lang mogelijk uit de banden der justitie willen houden want dat is een feit dat wanneer vele gegoede burgers telkens een proces verbaal opgeloopen hadden als ze drenken waren, er hier in Venray menigeen geschandvlekt zou zijn, want bij de derde overtreding wordt hechte nis toegepast en later opzending naar de Schans. De ZE. Heer Pastoor beaamt volkomen hetgeen de burgemeester gezegd heeft en zou daarom ook zijn voor de matigheids vrienden. Prof. Verhagen is daar vierkant tegen. Matigheids vrienden zijn geen drankbestrijders, en veel nut stichten ze ooa dist, zij het dan dat ze door jaarlijk8che contributie de kas eenigszins steunen. Hij vreest dat de geheele beweging daar schade door zal lijden. Spreker is dezen middag over Horst uit Venlo gekomen, op dien weg passeert men geen wereld steden, maar het is toch vreemd dat wanneer rae»: er 5 huizen bij elkander staan er een calé bij In Limburg zijn 5814 café's en daartegenover staan 200 kerken en 350 scholen, dus rond elke kerk staan 30 en rond elke school 18 café's. In de café's is oog zeiden iets goeds tot stand gebracht, al wil spreker niet beweren, dat er in sommige nooit kwaad gebeurt, want iedere her bergier is propagandist voor zijn eigen café, even goed als iederen bakker of schoenmaker. Hij spoort vooral de vrouwen en meisjes aan het thuis zoo gezellig mogelijk te maken, opdat de schtgenooten of vaders er een genot in vinden thuis te verkeeren. Prof. Verhagen stelde voor zich eans wat beter te roeren en invloed uit te te oefenen op de gemeenteraden. De Z E. Heer Pastoor zou er op werken, dat in alle café's alcoholvrijen drank verkijgbaar wordt gesteld. De heer Min zegt dat het Kruisverbond in die richting wil werken. Ook moeten er nieuwe leden worden aange worven, maar dat moeten flinke leden zijn, liefst geheelonthouders, en om het goede voorbeeld te geven verklaart de Z.E. heer Pastoor vanaf hsden geheelonthouder te zijn. De Burgemeester zegt dat Venray op 't oogenblik nog 66 drankgelegenheden heeft, acht jaren geleden was dat getal zeker eens zoo groot. Ook hij heeft toenemend drankmisbruik geconstateerd en het spijt hem, dat hij 't zeggen moet, vooral bij de begaf zich Daar het hoiel, by ging eebter jniot binnen alvorens hy den vreemdeling deD trap naar boven had zien opatygen. Piet beklom den staltrsp en bogal zich weer ter ruste. Den volgeDde morgen stood de nieuwe gast zeer laat op, en de onde neger, die zijne verschijning had opgewacht, regelde «yn werk aldus in, om zoo weinig mogelyk onder de oogen des vreemdelinge te komen Na het ontbijt begaf Cbarles Thunder* man zich naar den stal en nam de daar aanwezige paarden zeer nauwkeurig waar Piet ontmoette hem zeer bedaard, en gaf hem al de inlichtingen die hy verlang- 1 de. Do Zuiderling bezag den jongen van het boofd tot de voeten, doch geen van beiden repte een enkel wonrd van hetgeen ge durende den nacht was voorgevallen, Uit het gedrag van deo vreemdeling, uit de wyzt waarop hy deo leurders wagen, die t;cb nog in den stal bevond, cd de aanwezige paarden gadesloeg, kon Piet zich al spoedig overtuigen dat de man met de geschiedenis daaraan verbonden, ten volle bekend was. De harddravers vaD Orion Rnssell, Dart Piet s paard, en Bet, bet eigendom van den beer Chedder, werden met aandacht besiohtigd en besproken. Nadat de vreemdeling ziob weer naar bet hotel bad begeven stapte de atalkneoht Daar het paard van den nieaweD gast ten einde het nog eens van naderbij te bezieD. Het waa een schoon gebouwde lang pooler, eeD bruine ruin met kort gekDip» ten staart. De neusgaten waren groot en de oogen uitstekend en buitengewoon beider. Wordt vervolgd.

Peel en Maas | 1920 | | pagina 1