BV ZIJ
r,z0TrRPil 70c*. Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken. SrFini
Sombere wolken.
Nederland en het buitenland
Merkwaardige droomen.
Danklied aan Nederland
Zaterdag 14 December 1918 89e Jaargang No. 80
PEEL EN MAAS
ABONNEMENTSPRIJS
PER KWARTAAL
PRIJS DER
ADVERTENTIEN i
van 1—4 regels 20 c.
voor het buitenjand tiën, 3 maal geplaatst,
^o'5Sert!t^ÏÏIr.9Sa Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY. worden2 maal blekend'.
Sombere wolken trekken van alle
kanten boven ons hoofd samen.
De entente-pers is ons slecht ge
zind, omdat de Duitsche ex-keizer
heeft goedgevonden naar ons land te
vluobtec en wij hem Diet de deur
uitgesmeten hebben.
De doortocht vee Duitsche troepen
door Limburg wordt door onwetend
heid en kwaadwilligheid versierd,
als een listige truc tegen de gealli
eerden voorgesteld en dient tevens
om de oude fabel, dat wij ook in
1914 de Duitschers over ons land
België hebben laten binnenvallen,
weer op te rakelen en ze een glimp
van waarheid te geven.
In Belgische kringen wordt pro"
paganda gemaakt voor den afstand
van Zeeuwsch-VlaaDderen en Zuid-
Limburg, en, daar men al etende
meer honger krijgt, zijn er nu reeds,
die met hetzelfde gemak en hetzelfde
recht meenen ook nog Walcheren en
Zuid-Beveland te kunnen eischen.
En alsof wij aan dit alles nog niet
genoeg hadden, dreigen ook verwik
kelingen in het Verre Oosten.
De regeeringen van Cbina en Siam
zijn op de Nederlandsche vertegen
woordigers misnoegd.
Misschien zijn het de geallieerden
wel, wier misnoegdheid de regeerin
gen te Pekingen Bangkok zich ge
haast hebben over te nemen.
En wellicht, want in de internatio
nale politiek is letterlijk alles moge
lijk. ie aan die misnoegdheid ginds
niet vreemd de nabijheid van ods
groot koloniaal rijk.
In ieder geval, wij zitten voor en
midden in ernstige moeilijkheden en
wij zullen den hemel mogen prijzen
indien wij er zonder al te veel kleer
scheuren zullen afkomen.
Brave menschen onder ons hebben
gemeend, dat we door al de wel»
daden, die we in de oorlogsjaren,
nog toen we self het gebrek .zagen
tegengrijnzen, aan vluchtelingen en
geïnterneerden en krijgsgevangenen
hebben bewezen, ons aanspraken
hadden verworven op de dankbaar
heid van Europa, entente en centralen
en dat men ter erkenning van onze
verdiensten bij ons vrede zou komen
sluiten.
Het dreigt anders te zullen loopen
en de machthebbers van bet oogen-
blik schijnen ons eerder als lijdende
partij te willen behandelen, tenzij
president Wilson op wiens voorstel
voor de zwakken thans alle hoop ge
vestigd is, onwrikbaar en onverbid
delijk vasthoudt aan het recht.
Maar wat zou er in het bange
tijdsgewricht, dat we doorleven, van
ods geworden zijn, indien de socia
listische toeleg ware geslaagd, het
gezag ware neergehaald en voor orde
wanorde in de plaats gekomen
Dan ware ons land aan het goed'
Tinden en de willekeur der entente
overgeleverd geweest, dan hadden wij
allicht een geallieerde bezetting ge
kregen en zouden wij tegenover eiken
eisch der entente machteloos hebben
gestaan.
Ook als men het geval van dezen
kant bekijkt, kan men niet anders
dan er zich over verheugen, dat
Troelstra'e opzet heelt gefaald.
Een naar huiten onbewogen, onge
schokt en eendrachtig Nederland zal
nauwelijks sterk genoeg zijn om aan
alle beproevingen het hoof d te bieden,
een verdeeld en uiteengescheurd
Nederland ware een wisse prooi
gaweest van alle buitenlandsche
begeerten. Hsgz.
Sedert enkele weken geniet ons
land in de buitenlandsche pers een
meer dan gewone belangstelling, een
belangstelling, die deels van sympa
thie, maar jammer genoeg ook van
wantrouwen getuigt, in die mate
zelfs, dat in enkele Entente-organen
met betrekking tot de Nederlandsch
Belgische verhouding herinneringen
uit de dertiger jaren worden opge
haald.
Zulks is zeer te betreuren, want
als ooit twee volkeren in het komen
de tijdperk elkander noodig hebben,
dan zijn 't het Hollaodsche en het
Belgische volk.
O—
We zien, hoe over onze Oostgrens
toenemende onzekerheid en verwar
ring heerscht, boe Duitschland ook
op het gebied van handel, nijverheid
en geldwezen als groote mogendheid
heeft afgedaan, hoe zijn betalings
balans voortdurend ongunstiger
wordt en hoe het voormalige keizer»
rijk uiteen dreigt te vallen in een
reeks van min of meer onafhankelijke
Staten.
Het industrieels Rijnland streeft
naar zelfstandigheid en vandeont»
wikkeling der gebeurtenissen in het
huidige statencomplex zal afhangen
of de genoemde Duitsche provincie
weer aansluiting zal moeten zoeken
tot Pruisen of zich voor haar
levensvatbaarheid zal toegewezen
zien -op toenadering tot ons jand.
Doch hoe dit ook zij, de Neder»
landsche fioantieele en handels»
wereld blijft ten o|.zichte van
Duitschland mst zijn diep geschokt
crediet voor een groote reeks on»
zekerheden geplaatst.
De belangen van het Nederland»
sche volk eischen echter een spoedig
en krachtdadig opleven van zijn
welvaartsbronnen teneinde de zoo
hoognoodige sociale hervormingen
te kunnen doorvoeren en een recht»
vaardige welvaartsverdeeling te
verkrijgen.
De weg tot een'oreede welvaarts»
politiek wijst naar het Zuiden en
Westen, doch naar het Zuiden
vooral.
De opbouw van België, waar tal
van steden en dorpen tot ruïnes zijn
gemaakt of zelfs geheel zijn wegge»
vaagd, eischt een schier niet te
schatten materiaal.
Ods land met zijn bloeiende steen»
industrie, zijn fabrieken voor hout»
bewerking en landbouwwerktuigen
kan daarbij ten zeerste do behulp»
zame band bieden, gezwegen nog
van het feit, dat de zoo vreeselijk
geteisterde Belgisc.be veestapel als
is aangewezen op het wereldberoem»
de Hollandscbe fokmateriaal.
Redenen te over dus, om te doen
zieD, hoe het èn voor Nederland èn
voor België van groot belaDg is, naar
een zoo krachtig mogelijke econo»
mische toenadering en versterking
van den vriendschapsband te streven.
O—
Maar er is nog een andere reden.
België is voor alles een industrie»
land.
Een paar cijfers om te doen zien
hoe dat kteiDe, maar energieke volk
eene eereplaats inneemt onder Euro
pa's meest belangrijke nijverheids»
staten.
Terwijl Engeland in het halve
decennium onmiddellijk voor den
oorlog, gemiddeld 176 KG. ijzer
per jaar en per hoofd der bevolking
verwerkte, bedroeg dit cijfer voor
Duitschland 187 KG. en voor België
220 KG.
Deze cijfers geven een welsprekend
eeld van de geweldige productieve
kracht vau het Belgische volk, oen
kracht, welke daarvan kan men
zeker zijn na het herstel van de
economische hulpbronnen van het
land stellig nog belangrijk zal toe»
nemeD. Het wordt daarbij gesteund
door een dicht net van verkeers»
wegen en ook daarin overvleugelt het
de overige Europeesche landen.
Terwijl Engeland kort voor den
oorlog kon bogen op 8,3 kilometer
per 10000 inwoners en Duitschland
op 9,5 kilomeier, spande België met
een cijfer van 11,9 de kroon 1
Het lijkt ons dan ook slechts een
kwestie van enkele jaren, of onze
Zuiderburen zullen hun nijverheid
tengevolge voorai van den psycholo»
gischeD factor, die nieuwe stuw»
kracht geeft aan deD ondememings»
geest van een overwinnende natie,
tot een ODgekend peil weten op te
voeren, in 't bijzonder wat de groot»
sche inrichtingen te Luiken vooral
ook van Cockerill te SeraiDg betreft.
Ons land zal goed doen, zich van
die industrieele kracht terdege reken»
schap te geveD; want laten we niet
vergeten, dat't ontredderde Duitscb»
land van na den vrede een geheel
nieuw, tot dusver slechts moeilijk
bereikbaar afzetgebied zal openen
voor de Belgische groot-industrie en
daardoor nieuwen steun en omvang
zal geven aan het productieve kapi»
taal in België.
Die te verwachten economiscben
opbloei zal ook voor Nederland van
groote beteekenis worden, wanneer
oDze Regeering door een practische
politiek tijdig den weg weet te banen
tot nieuwe en meerdere toenadering
met België.
Want verhoogde kapitaalkracht
van het Belgische volk opeot het,
vooiuitzicht van een opgewekt inten»
sief handelsverkeer tusscheo beide
laDden, die elkander met betrekking
tot bun natuurlijke producten zoo
gelukkig aanvullen.
We meenen thans te hebben doen
uitkomen, hoe nauw oDze toekom»
stige welvaart bij die van het land
van.koning Albert is betrokken.
Goede handelsbetrekkingen moeten
rusten op een basis van wederzijdsch
vertrouwen en, al worden van
zekere zijden pogiügen aaogewend
om het bestaande vertrouwen te
schokken, we gelooven veilig en ge»
rust te mogen aannemen, dat zoowel
in de hoogste regeeriDgskriogen als
:n breede lagen van het Belgische
volk oprechte sympathie voor ons
land wordt gevoeld.
Aan ons huidige Kabinet is stellig
wel de taak toevertrouwd om door
zijn buitenlandsch beleid die sympa
thie te doen versterken en een poli»
tiek in te leideD, welke beide volken
voor beider heil tot een gelukkige
samenwerking weet te brengen.
Van veel beteekenis is daarbij.dat
wij in den beer Van Vollenhove te
Brussel eeD gezant bezitten, die iD
de vier moeiljjke oorlogsjaren het
algeheel vertrouwen van België heeft
■weten te winnen en door zijn gron»
dige kennis van laud en volk aan de
regeoriDg in Den Haag die adviezen
zal kunnen geven, welke den grond»
slag kuDnen vormen voor een prac»
tische politiek om Noord en Zuid
nader tot elkaar te brengen. Gld.
Het was op een Vrijdag. Juist om vgf
nar stood ik vau de theetafel op en giDg
in mijn kleedkamer, om mij voor een
wandeling gereed te mikeD. Op 't oogen»
blik, dat ik den arm ophief, om deu hoed
op te zetten, werd het mg donker voor de
oogen en ik zag water. In bet water zag
ik een paard, herkende don Vos van mijn
broeder 00 onder het paard in bet water
zag ik mgn broer.
Ik he<:htte aan dezen ..wakenden
droom", zooais ik hem noemde, verder
geen gewicht en dacht er Diet meer aan.
Den volgenden dag kwam mga broeder
uit zijn in de Dabijbeid gelegen garnizoen,
om den Zaterdagavond en Zondag in bet
onderlak buis door te brengen.
Toen ik hem aan de theetafel tegenover
mij zag zitten, viel mg mijn geslokt"
weer in en ik zei hem
,,Denk eens, gisteren zag ik je opeens
in het water onder je Vos."
Mijn broeder keek mij ontsteld aan en
vroeg
Wanneer was dat dan t"
,,Om vjjf uur", antwoordde ik, en ver»
telde bem alles wat ik gezien had.
Eindelijk was bij vao zijn verbazing
bekomen en zei
,,Ja, dat is zonderling,, eigenlijk wild» ik
u io bet geheel niets vao de zaak vertellen,
maar daar alles goed is afgeloopen, moogt
ge het wel weten Ik zwom gisteren met
den Vos door de rivier, bet sloeg juist vgf
uur, toen ik te water reed. Bg bet landen
aan den anderen oever sloeg de Vos achter»
over en ik kwam in het wafer ooder hem.
Het duurde toch zoo lang, dat een onder»
dfleier reeds een boot losgemaakt bad om
mg te redden. Nn. ik kwam er echter zelf
uit, alles is goed afgeloopen, ik heb alleen
voor de eerste dagen genoeg water gedroo»
ken."
Ik bad dus op hetzelfde oogen blik, dat
het ongeluk geschied was, bet gezien.
0—
Een zelfde geval, ofschoon niet «00
beel duidelijk, bad ik op een avood.
Mijn vader was op een dienstreis en wjj
verwachtten bem den volgende morgen
ter ug.
Ik ging vroeg naar bed en doofde om
tien uur het licht uit. Op hetzelfde oogen»
blik oodervond ik een sterk gedruiscb
ik boorde bet niet, maar had alleen bet
gevoel, en een groote angst om mgn vader
maakte zich van mg meester. Ik wist op
dit oogenblik beslist, dat bem iets was
overkomen. Ik maakte licht aao, mija blik
viel in den sp'egel en ik zag dat mgn
gelaat doodsbleek was Het koude zweet
stond mg op het voorhoofd en ik beefde
over al mgn leden. Ik kon Diet anders,
ik moest bidden Bescherm mijn vader,
goede God
Mijn opgewondenheid bedaarde en ik
sliep snel vast in.
Den volgeodeD morgen keerde mgn
vader terug Hij trad met de woordeD
,,Nu, gij moogt big wezeD, dat gg mg
weer terug hebt 1" de deur biuneo.
Ik laat zgn verbaal volgen
,,Ik nam in J. een klein landstadje
mgn intrek in het hotel, waario ik sedert
jaren op mijn dienstriezen dezelfde kamer
bewoon. Ik liet mgn koffers aanstonds
naar boven brengen en dronk in de gelag
kamer met de notabelen van bet stadje
oog een glas bier.
,,Toen ik naar mgn kamer ging, braod»
de boven geeD licht meer, maar ik kende
mgn kamerdeur en tastte in het donker.
Ik opende de bekende deur, wilde bioneu
gaan en viel met groot gedrniacb de trap
af. Toen ik weer tot mg zelf kwam. siond
de waaid met den dokter, dien ik zoo
ju;at in de gelagkamer getroffen bad, om
mij, zij waren op htt leven toegesneld.
,,De waard was in groote verlegeoheid,
eerstens, daar er geen licht brandde, ten
tweede bad hg verzuimd, mij te teggeD,
dat hg op de plaats vao de kamer, die ik
steeds bewoond bad, een trap nad laten
bouwen, waarvao ik was afgevallen. Het
had mij den hals kannen kosten, maar
ditmaal ben ik er met eeoige bnilen afge
komen."
Op mijn vraag, hoe laat dat gebeurde
antwoordde de vader
..Precies om tien unr,"
Het was wederom hetzelfde oogenblik,
waarop ik deo doodsangst van mgn vader
bad uitgestaan.
0—
Een andere droom heeft mg veel bezig
gebonden. Io den droom maakte ik een
groot feest van ods vorstenhuis mee. De
oude vorst, de jonge vorstiD met haar
xoDen en bet geheele hofgezelschap waren
bijeen. Daar ward opeens een der groote
deuren geopend en de onde vorstio trad
binoen, in kostbaar kanten gekleed,
waarin ik haar de laatste maal gezien had.
Ik verheugde mg m den droom er harte
lijk over, de zoo zeer beminde vorstin voor
ons te zieD.
OpeeDS viel mg op. dat zg reeds laog
dood was, en toeD ik ze nader beschouwde,
zag ik. dat zg voorzichtig was Zg giog
op de beide jonge p-insen toe en bleef voor
hen staan. Ik zeg door baar door den
jiDgsten priDS, zag dnidelgk zgn gelaat,
de lichte kleur en de gouden strepeD van
zijo uniform, ik zag, hoe zg bem wenkte
en naar de andere deur schreed. De jonge
prins volgde haar. Daarna viel er een
zwarte sluier over alies en ik ontwaakte.
Den volgenden morgen vertelde ik den
akeligen droom aan mgn familie. Daar ik
dikwgls sterfgevallen vooruit gedroomd
bad, spraken wg veel over dezen droom
en vreesden wg dat ona vorstenhuis
spoedig io rouw zou gedompeld zijn. De
oude vorst was reeds laDg ziekelijk en
daar hg een zeer hoogen ouderdom bad,
lag bet voor de band, aan zijn spoedig
einde te denken. Hoe ontzet ik was,
teen vier wekeD daarop de tgding van den
dood van deo joDgsten prins kwam, kan
ik naowelgks zeggen. Hg was plotseling
aan longootstekiog gestorven.
De kasteelbrand te Geijstoren.
Naar aanleiding van het afbranden van
een der antieke kasteelen van L'mburg,
het slot te Gegstereo, in de nabgneid vau
Veoraj, aan de Maas gelegen, sobrgft
men Dog aan »Het Nieuwe Dagblad"
Gegafcereo, dat zgn naam afleidt van
bet RomeiDSobe castrum, legerplaats, of
wel van geist of geest, weideplaats, is
een klein plaatsje aan den uttlooper van
een bosohbeek gelegen.
Viak bg de mooie dorpskerk ligt bet
driehonderd vijftig jaar oude kasteel, om
sloten van gractiten. Het beeft een zeer
ouderweisch nazicht.
Het wordt bewoond door de weduwe
van baron C. Weicbs de Wenne, die als
opvolger van zgn broeder nit Westfaien
bier is komeD wonen. De weduwe is eene
gravin Von Kerschenbroicb Sobmissing. De
voorburcht is niet zoo oud als bet kasteel.
Naar den bouwtrant te oordeelen is deze
uit de XVIIIe eeuw.
Vooral de binnenplaats van bet kasteel
is merkwaardig eD herinnert met haar
zuilengangen aan de oade Italiaaoscbe
binnenhoven der pala:zi met baar open
loggië. Men zegt daD ook, dat een der
beeren of de hofkapelaan het plan van
binuenverbouw van een zijner Italiaanscbe
reizen medebracht. In het binnenin f
heeft men de acht gebeeldhouwde kwar
tieren of bardsteenen wapens van den
bouw hier aangebracht, wat geen onaar
dig uitzicht geeft.
Het slot bevat mooie schilderij en en in
de kerk zgn prachtige grafsteeneD der
adsllgke bewoners te zien.
Het slot of HuyskeD te Gegsteren werd
in 1586 door graaf Van Maosfelt ver»
woest en is denkelijk eeoigen tijd daarna
in den tegenwoordigen vorm weer opge
trokken.
Het is jammer, dat dit kasteel door
brand zoo gebaveDd is Het was een der
mooie exemplaren van middeleeuwsoheu
kasteelbouw of er veel verloren is
gegaan aan archief en kunst, zal nog
moeten bli'ikeu.
die zich met ingang van 1 Jan.
a. s. op PEEL EN MAAS abon-
neeren, ontvangen de, nog voor
dien datum verschijnende num
mers GRATIS.
De vluchteliog zingt
O Broeder, toen gij ait uw laod
den bloedgloed van ons buis zaagt smoken
der Dnitsche toorts baar rooden braod
laDg8 Vlaanderen walmen zaagt eD rooken
toen trof uw hart
een diepe smart,
toen werd nw Hollandi.cb hart gebroken.
En schreiend riept ge een broedersnaam.
gg riept hem, bleek, en wroogt uw banden,
„o, dat mijn goede broeder kwaam,
ik wil mgn b&rt voor hem verpaadeo,
o, dat hg koom',
langs Berg op-Zoom,
in 't broederrijk der Nederlanden
Ach, wij verschrikt door leed en pgn,
wij vloden bevand in uw armen,
wij wilden samen broeders zgn,
wij wilden leed aan leed verwarmen
gg gaaft ons brood
in oDze nood,
gjj gaaft av Konioglgk erbarmen.
Ea, broeder, nu de dag'read stggt
en straks wij noode droevig scheiden
kan 't moeilijk dat ons hart nu zwggt
laat ons du dankbre tranen schreien
om al het goed,
dat gij oog doet
aan ,t Belgisch volk van Soheldo en Leyo