Zcovp,TpoI, 7o c. Weekblad voor VENRAY, HORST en Omstreken.
Ontsnapt.
Medewerking der boeren.
Nederlandsche Bijenteelt.
FEUILLETON.
De winsten der boeren.
Zaterdag 10 Maart 1918 89e Jaargang No. 11
PEEL EN MAAR
PRIJS DER
ADVERTENTIES
ABONNEMENTSPRIJS
PER KWARTAALmm van t —4 tegels 20 c.
voor het buitenland tip.n, 3 djkü gepisatst,-
atioodert.' nummfrs5 cl Uitgave van FIRMA VAN DEN MUNCKHOF, VENRAY. worten 2 maal berekend.
Er wordt herhaaldelijk geklaagd
over dan onwil van vele boeren om
mede te werken met de maatregelen
der regeering, waar die beoogen de
productie te verhoogen en voor r.oover
eenigsiio9 mogelijk die geheels pro
ductie voor de menschelijke voeding
beschikbaar te stellen.
Nu zijn die klachten lang Diet
altijd zaDder grond, maar wanneer
men van den anderen kant ziet op
welke domme, onverantwoordelijke
wijze de boeren soms worden getergd
dan kan men zich toch wal begrij
pen, dat vaak koppigheid en onwil
ook in zich góede maatregelen doen
mislukken.
Een diep treurig staaltje van zulk
een domme willekeur is het volgende:
Nu de Minister maximumprijzen
heeft vastgesteld komt er zoo goed
als geen vee meer ter markt. Voor
het Ipger moet er vleesch zijn, dus
wom er slachtvee onteigend. Uit-
^0teDd; niels legen te zeggen Wat
we echter gebeuren 1 Dat in één
enkele gemeente het vijfde gedeelte
van "hl het vee wordt onteigend, en
Diet slechts slachtvee, maar daar
onder veel melkvee, waardoor zelfs
een 8000 Liter melk per dag verloren
gingen.
Daar zien dan de boeren bun
fokmateriaal, dat zij jarenlang met
de uiterste zorg hebben gekweekt,
dat als melkgevend voor de slacht
bank zoo goed als geen waarde heeft,
onteigend voor veel te gerlogen
prijs natuurlijk; omdat het als slacht
vee bijna waardeloos is en toch naar
dien maatstaf wordt betaald omdat
de een of ander van de intendance
de moeite te groot vindt om rond te
kijken, waar bet slachtvee te krij
gen is.
Wie zou er zich over verwonde
ren. als van zulke boeren, wier be
drijf door domheid of vadsigheid ten
gronde wordt gericht, geen mede
werking meer te verwachten is Wij
kunnen er best in komen. «Geld."
i.
Zoolang er menschen geweest zijn,
zijn er ook bijen geweest. Men heeft
fossielen van bijen en honigraten ge
vonden, die minstens 2000 jaren
28.
Toen bij geëindigd had daDkte de geeste
lijke hem hartelijk,
Maar dat is niet alles, voegde hij er
by; ooie vriend is onschuldig, en ten on.
rechte veroordeeld, syoe onschuld moet
beweieo wordeo; waar echter die bewijzen
te viodeD
Daarna moet zonder dralen gezocht
worden, mynheer pastoor.
Reeds lang doeo wy oiets andera. wy
vindeo eobter niets dan vage vermoedens.
Carron scheen op eena een bestuit te
nemen.
Wilt gy ona helpeo, myobeer t
Dat geloof ik. riep de brave geosteiy.
ke; ik zon allee wilieo'doen voor Jean,
voor syoe oudera. en eo on ja, voor
nog iemand, maar wat wilt gy doen
Iets zeer eenvoudigs, myobeer. Houdt
u dezeu nacht gereed, blyf gekleed en be.
atel een rytuig tegen morgen ochtend by
het aanbreken van den dag. Zoodra er aao
uwe deur geklopt wordt, ga dau zelf opeo
doeo.
Maar waartoe al die geheimzioDig.
beid
Vraag het mij niet, ik zou bet u niet
kannen seggeu, maar ik hoop, dat er dezen
aaebt dingen gebeuren, die de onschuld
van JeaD Beauregard lullen bevestigen eo
de justitie op het rechte spoor breDgen.
Ik aal uiet langer by u aaudriogeo,
oud moetan zijn. Op de pyramiden
van Egypte vindt men afbeeldingen
van bijen. En wie heeft nimmer ge»
boord van een land. dat van melk
eD honing overvloede, van Kanaan.
In de theorie zijn wij de laatste
honderd jaren verbazend vooruitge
gaan, in de practijk zijn wij Dog
maar een heel klein baetje opgescho»
ten, ten minste wat ons land betreft.
Het meest worden de bijen hier
nog gehouden in ronde strooien
korven, ook het bijgeloof bestaat hij
de oude bijenboeren nog in hooge
mate.
Zij veronderstellen dat de bijen
haar baas kennen, en dat bijv. vloe
ken in de nabijheid van den bijenstal
de bijen toornig maakt.
Als de baas der bijen sterft, dan
haasten zich de familie leden: de kor»
ven met zwarte lapjes te tooien, ter»
wijl men eerst het overlijden gaat
aanzeggen door bij iedere korf te
roepen .- »de baas is dood".
Een ander bijgeloof is, dat op
Kestnscbt de bijen brommen.
De bijen worden gehuisvest in
ruwe korven en in houten kasten. Wij
zullen eerst het leven nagaan van de
bijen, die in zoo'n ouderwelsche
bijenkorf wonen, wij zullen daarna
een nieuwerwetsche korf bekijken en
u zult dadelijk de voordeelen iD zien,
die aan de laatste verbonden zijn.
Ouderwetsche korf.
Nemen wij een korf :n het voor»
jaar en laten wij de leefwijze gedq»
rende den zomer eens nagaan.
In zoo'n korf bevioden zich eenige
duizenden werkbijen en ééne konio»
gin. Eene werkbij is een vrouwelijke
bij waarvan de geslacfctsdeelen on»
volkomen ontwikkeld zijn en zij is
niet in staat eieren te leggen, behou»
dans enkele uitzonderingen. De
koningin, waarvan er zicb slechts een
in den korf bevindt, in daarentegen
een volkomen vrouwelijk wezen, dat
zorgt voor de instandhouding van het
geslacht door eieren te leggen; ook
in grootte en uiterlijk verschilt zij
veel van de werkbij.
Op een zonnigen dag in Januari
of Februari ziet men de bijen mH
troepen de korf uitvliegen om hare
behoeften te voldoen. Deze zaoge»
naamde reinigingsvlucht is bet eerste
levensteeken na de lange winterrust.
Gedurende de wintermaanden hebben
zij zich gevoed met den ingezamelden
boning van den zomer. Krijgt de
zon meer kracht einde Februari of
maar ik zou willen dat het reeds morgen
ochtend was, om te weten, wat gy gaat
doeo.
Eu wy daD, lieve hemel, riep de
moeder
De vader Daderde Garrou en drukte bem
weeoeude de baud.
God geve dat gy moogtalageo. myo-
heer; ik zweer u dat myo zoon oDscbuldig
is.
Eogèoe groette en verwijderde z'ch vlug.
Hy ging de stad door en eene herberg bin-
Deo, die tot oitbaogbord bad -De dansen
de beer".
Hy bestelde een maaltijd, het was toen
vijf uur 's avonds, weldra zou de duisternis
invallen.
De bewoners van Gbateanbriaot, die
rustig op bnone stoepen zaten, voerden
vrooljjke gesprekken.
Eogèae at ving, docb alvorens den her
bergier te betaleo, verzocht bij dezeo bij
bem te komeozitteo; bij bood hem een glas
wijn aao eo liet hem alles vertelleo, wat io
de laatste maanden te Gbateanbriaot ge
beurd was.
Zooais te verwachten was stond da her
bergier laog etil bij de veroordeeliog van
den joDgen schoenmaker.
Toen bij alles verteld had, zeide Garrou:
Dat lijkt mij eene zeer vreemde ge
schiedenis I Welk belang had de jonge
Beauregard er by Tnionp te doodeo, daar
hij toch de nitverkorene was.
Hoor eeos. zeide de herbergier die
zicb niet wilde compromiteeren, daar weet
ik oiets vao. Dat ia mijn zaak niet, maar
er wordt voet over gebabbeld.
Eo wat zegt men i
Sommigen zijn voor, anderen tegen
begin Maart, dan beginnen de bijen
aan den grooten schoonmaak. De
doodo bijen, die door koude of andere
oorzaken gestorven zijD. worden uit
de cellen gebaald en op do bodem»
plank geworpen of het vlieggat uit»
gedragen.
In een korf berinden zich waspla»
ten, aan weerszijden roorzien van d9
bekende zeshoekige cellen, z.g. raten.
Deze raten loopen loodrecht van den
top af naar beneden en vullen den
korf geheel. De onderlinge afstand is
van 8 tot 15 m.M. juist zoo breed
dat 2 bijen elkaar zonder stoornis
kunnen passeeren. De cellen hebben
den vorm van zeshoekige prisma's,
waarvan echter het grondvlak ver»
vangen is door een drietal ruiten,
voor welke ieder meehelpt den bodem
vaD eene andere cel te vormen die
hare opening naar den tpgen over ge»
stelden kant gekesrd heeft. Om deze
raten meer stevigheid te geven, voor»
ziet men den korf van houten spijlen,
te beginnen in den kopen verderop
een afstand van 10 c.M. lager.
Zóodra alle cellen zijn gereinigd,
begint de koningin hare roeping te
vervullen, d.w.z. hare eieren te leg»
gën. Ze buigt haar kopje in een cel
alsof zij zich wil overtuigen of deze
schoon geooeg is om baar kostbaar
ei er in te leggen. Daarna legt zij,
door baar achterlijf er in te brengeD,
een ei, in ieder celletje slecht één.
Bij dit werk wordt zij steeds orage»
ven door eene schaar van werkbijen,
die haar beschermen en bijstaan ii
hare gewichtige en moeilijke taak.
Het is opmerkelijk, dat de bijen, die
de koningin omgevdn; beur hoofden
naar haar toegewend houden en dus
achteruit loopen.
Het eierleggeo is zeer zeker een
zwaar werk, want in den zomer als
de honingoogst het overvloedigst is.
legt eene goede koningin 2 a 3000
eieren.
Krijgen we nq mooie, warme da»
genen is er veel voedsel te halen,
dan beginneD de grootere cellen té
bouwen, eerst een paar rijen over»
gaDgscellen eu daarna de z.g. dar»
rencellen. Nu doet zich het merk»
waardig verschijnsel voor, dat uit de
eieren die de koningin hierin legt,
zich darren of mannetjes bijenjtullen
ontwikkelen.
De koningin bezit het vermogen
twee soorten van eieren te IeggeD,
en wel bevruchte en onbevruchte.
Uit de bevruchte eieren ontstaan
Tuloup.
En wat doet deze
Die is al zeer ongelukkig, op mijn
woord, ik sterf tioomaal liever dao zoo te
blijven leven.
Dadelijk greep Eogèoe de gelegooheid
aao om deo herbergier te vragen waar
Tnionp woonde en welke zyne gewoonten
waren.
Hij vroeg echter zooveel eo zijne vragen
wareo zoo diiogeod, dat de herbergier ten
slotte uitriep
Maar houdt gij dan een onderzoek
in die zaak
Vreezende achterdocht te verwekken,
maakte Garrou een eiode aan het gesprek,
ledigde zyo fleacb, reikte den herbergier de
haod eo giog heen,
Eid oogeohlik later ging 'hy een siga
ren winkel hiDneo, kocht eeoige sigaren,
een zegel vsn dertig centen, een penhou
der, pennen eo eeo inktkoker, dieo by
liet vutieo eo toeo io zijo zak stak.
De wiokei verlatende, stak bij eene
sigaar aan en drentelde als iemand, die
na het eten eene wandeliog maakt, lang
zaam verder in de richting der voorstad
waar Tuloup woonde. Weldra zag hy bet
hois, eo om niet te worden opgemerkt ging
hij het hoofd afweodeode, aan de over
zijde voorbij -eu kwam daarna langs eeD
omweg, wederom dicht by het huis terug.
IotQ9scbeD was het donker geworden,
en hadden groots, zwarte wolken zich aan
deo horizont op een gestapeld; drukkende
warmte wettigde bet vermoeden, dat een
onweer elk oogenbhk kon losbarsten.
Weldra kiook in het Oosten eeD don
derslag, met korte lusschoo poozen door
meerdere gevolgd.
steeds werkbijen of koninginnen, en
uit de oobevruchte alleen darren.
Uit de bevruchte eieren worden
ook koninginnen geboren, de ko»
ninginnen»cellen zien er echter geheel
anders uit dan de zeshoekige darren
en werkbijen-cellen. De koninginnen-
cellen worden gebouwd steeds in
hangenden toestand en liefst onder
aaD de raten met de opening naar
beneden.
Hierin legt de koningin een be»
vruebt ei, de cel wordt om het ei
vergroot en krijgt dan den vorm van
een eikel. Na 5 dagen ontwikkelt
zich een larve, die zeer sterk is en
van extra voedsel wordt voorzien,
terwijl op den 9den dag de cel geslo»
ten wordt en de ruimte in de cel op»
gevuld met «spijs", de larve spint
zich in en den 17den dag komt de
koningin volwassen te voorschijn.
De werkbij heeft 21 dagen noodig
voor haar outwikkeling en de dar
24 dagen.
'Het voedsel der larven, bestaande
uit honing en stuifmeel halen de bijeü
uit de bloemen. Door dezen honing te
garen, bevorderen zij onbewust de
bevruchting der bjoemen, noodig
voor het leveren van kiemzaad. Men
beweert dat één bij 10 duizend bloe»
men per dag kan bezoeken. Neem
slechts 2000, dat maakt voor 10000
bijen, die eiken korf, zelfs den
kleinste ontvliegen, 20 millioen
bloemen. Aangenomen dat er op do
10 maar één bloem wordt bevrucht,
daD zou dit reeds voor eeD dag
200000 bloemen zijn. En men houdt
het er voor, dat er meer dan 100000
plantensoorten verdwijnen zouden,
indien do bijen ze niet meer bezoch»
ten.
De bijen verzamelen den nectar
uit de bloemen door middel van bare
lange tong. De nectar wordt bewaard
in de honingmaag waar zij de veran»
dering ondergaat van nectar in ho»
ning. Is de maag gevuld, dan vliegt
de bij naar den korf terug, en zij
stort de hoeveelheid uit in de celleD,
zijn de cellen gevuld, dan wordeD
zij met een laagje was verzegeld,
eerst echter heeft zij met haar angel
een druppel mierzuur aan den ho
ning toegevoegd om bederf te weren.
Het stuifmeel borstelen de bijen
uit de meeldradeD der bloemen door
middel van hare pooten. Ze verza»
melen bet in kleine klompjes aan den
buitenkant vaD den scheen barer
achterpootjes, waar zich eene indeu»
Vao de plaats waar by stood, koo Engèoe
duidelijk zieo. boe Rosalie, die io de kou-
keo atoDd, bet hoofd io de baoden verborg
eo zag by ook alles io de kamer vao To*
loup." waarvan bet veoater opeo stond voor
de fiiszche lucht.
Deo bewooer zelf zag by eebter niet,
deze was naar Damblé gegaan om enkel
voor den vorm zyo verloofde eeo weinig
bet hof te makoD. Toeo by eebter de
eerste dooderalagen boorde, achtte by het
voorzichtig om been te gaan.
Juist toen bij io zyoe wooiog de deur
opende scbeorde een oogverblindende blik
semstraal de wolken van een en Tuloup
liep zoo aDel hij kon naar da keuken.
Rosalie, geraas boorende, gilde vao
aogst.
O, myo hemel, wat ia dat
Toloup baalde de aoboudera op.
Gil oiet zoo, ik ben bet, Tuloup
Ik was baog, zoo geheel alleen met
dat vreeseliik onweer,
Ga slapeo, dat is het beste middel
om niets te zieo od niets te hooren.
Ik durfde niet voor gy terngwaart,
maar nu ga ik oaar myoa kamer.
Gij zult er verstandig aao doeo.
Eeoige minuten later verdween de oude
vronw geheel en al ooder da dekeos, sicb
de ooreo hermetisch sluitende om oiets te
hooren van den etorm. die buiten woedde.
Tuloup giog naar syne kamer. Nauwe
lijks was bij binnen of bij riep ongeduldig
uit
Kom aao, mooi koo, het is ook altijd
betselfde KRosalie beeft bet venster weer
niet gesloten.
Op bet zelfde oogenblik deed eeo knet
terende donderslag de ruilen rammelen,
kiDg bevindt, «korfjes'' genaamd.
Tevens verzamelt de,bij nog z.g.
«voorwas" uit bloemscbubben en bars
van boomen; deze dient alleer om
reten en "openingen iD den korf dicht
te maken; biervoor is de echte was
te kostbaai.
Het zwermen is zeker wel de in»
teressactste gebeurtenis van bet ge»
neele jaar.
Wanneer de kolonie haar hoogste
bloei heeft bereikt en er volop honing
is ingezameld, en er steeds meer
jonge bijen geboren worden, zoodat
er kans „bestaat voor overbevolking,
dan verlaat de oude koningin met 2
derden der bevolking den korf om el»
ders een nieuwe kolonie te stichten;
dit feit of deze uitvlucht noemt men
zwermen.
Wordt vervolgd).
De hear P. H, Burgers, laodbouwkuadig-
medewerker van «de Telegraaf", scnryiffc
over «de winsten dsr boeren", naar aan»
leiding van de rede vao den beer Vau Ba»
resteijn in da Tweede Kamer, eenige be
schouwingen, die dunkt ons .(behoudens
een kleine uitzondering; de groote winst
werd door verschillende categorieëo boeren
niet in 1916 maar io 1915 gemaakt) vol»
komen juist zijn. Wij ontleeoen er bet
volgende aan
De beer Van Beres'eijo staat in zyn be»
toog over de winsten der boeren uiterst
zwak. In de eerste plaats omdat het Dagaan
van bedryfswiosten per H A. uiterst lastig,
ja, voor vele gevallen ondoenlyk ie- Ge
middelde cijfers zijn zeer zeker niet te
vinden. Dat wordt veroorzaakt dour bet
feit, dat de meeste boeren zéér slecbt boek»
houdeD en voorts doordat or zoo ecorm
veel verschillende vormen van landbouw»
bedryven voorkomen. Ouk moet1 niet ver»
geten wordeo, dat de landbouw er reeds
kort vóó' den oorlog bij*0Dder goed voor»
stond en dat door bet duur verkoopen van
kapitaal, dus door interen op bet kapifckal
ecbyobaar zeer groote winsten gemaakt
zijn.
Dat'juist dao dit te gelde maken van
kapitaal eo door bet gemis van grondstoffen
waaraao das ook niets uitgegeven werd,
veel geld in kas kwam, bewijzen de depo»
gito's bij de boerenleenbanken. Slecbis een
le^k ziet daarin bedrijfswinst. Het zou
voor deD boer eu voor de gemeenschap
beter zijn als dat deposito niet in geld op
de bank stond, maar in doD vorm van
veevoeder in de magazijnen lag, of als
vette goed doorvoede koeien op stal, of als
een zware mestipg op het land 1
Niettemin zijn er in 1915 en 1916 vooral,
eD bier eD daar ook nog in 1917 groote
winsten gemaakt, vooral op de klei. Daar
tegenover zyn zéér beslist in de zand» en
veenstrekeu verliezen geleden en zyn deze
verschrikt sproug by achtertui.
Groote God, dat is verschrikkelijk,
mompelde by.
Een weinig tot bedaring gekomen zijode
ging by bet venster sluiten, stak eeDe
kaars aan en nam plaats in deD grooten
leuningstoel en begon weldra, ofichoon hy
geheel alleen was, op luiden toon te
spreken.
Nog niets - nog altijd Dieig, ze
zullen hem uooit krijgen Rouget zal
bem verdedigen en verbergeo en eeus zal
by terug komeoen zich wreken.
Doelloos staarde bij voor zicb uit
Waarom zou ik niet vluchten, tny
verbergen, voor goed verdwijnen I
O, als ik dat eens deed, maar men zou
misschien begrijpen
Toen voerden vrees en angst bem terug
naar den dag van den moord-
Vervloekte dag. riep bij uit, was ik
toeo gek Eo toch als ik hem goed
geraakt bad, dan was bij du dood.
Hij stond op en liep met'groote schreden
de kamer op eo neer, sicb aanhoudend bet
voorhoofd afvegende.
Dood Maar neen, by is bet
niet, en bij zal terugkomen om my te be»
schuldigen, en dab moet ik sterven.
Uitgeput viel de ongelukkige ais ver»
pletterd op eeD stoel ne?r en verborg zyo
hoofd in beide baDden.
Intuaschen woedde het onweer zoo mo»
gelijk oog heviger, ratelende donderslagen
volgden elkander zonder tasscbeopoozen op,
de hemel s'ood in vuur en vlam.
- O, riep by zoebteods uit, waarom beu
ik niet dood
Wordt vervolgd»