Landweer.
Klokkentaal.
Wet en Recht.
Zaterdag* IB October 1913.
34ste .Jaargang.
No. 43
Uitgave van Firma W. Van den Munckhof, Venray.
Dit nummer
bestaat uit
WEE BLADEN
Ministerie van Landbouw
Gemengd Nieuws.
Abonnementsprijs per kwartaal
voor VENRAY JO c.
franco per post o- c'
voor het buitenland bij vooruitbetaling tfó c.
afzonderlijke nummers 4 c
Prijs der Advertentiön
van 1—4 regels 20 c.
elke regel meer 5 c.
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, 3maal geplaatst, worden 2maal berekend.
wijdinp der dagtaak Hem ter eere, dig met 't rechtswezen
^rlljksch onderzoek van de
verlofgangers.
De Burgemeester van Venray,
breugt bij deze ter kennis van de verlof-
gangers dér landweer dezer gemeente, be-
hoorende tot de hieronder genoemde lich
tingen, dat het onderzoek (inspectie) be
doeld in art. 29 dier wet in dit jaar zal
plaats hebben in de Muziekzaal, dagen en
uren als volgt
1907 en 1908 13 Nov. 1913. 11 uur
1909 en 1910 idem 12lji uur
1911 en 1912 14 Nov. 1913, 11 uur
1913 idem 12i/z uur
Zie verder de biljetten aangeplakt ten
Raadhuize eu aan de Scholen op de
gehuchten.
Venray, 10 Oct. 1913.
De Burgemeester voornoemd.
H. ESSF.R.
Voor eukele jaron werd in een
.stad van ons katholiek Zuiden bij
het gemeentebestuur geprotesteerd
tegen het hinderlijk luiden van oen
kloosterklok.
Maar de vroede vaderen gingen op
dat protest niet in.
Inderdaad het luiden der klokken
van onze kloosters en kerken kan
hinderlijk zijn voor de ongeloovigen,
die er door herinnerd worden dat
er iets bestaat, wat geloof heet en
al wat er aan vastzit.
Kan hinderlijk zijn voor de vrij
denkers, die er door gestoord
worden in de vrijheid van hunne
gedachte, met welke vrijheid ze
zouden willen scheppen wat ze zelf
•venschelijk achtereen doen verdwij-
datgene waarvan ze niet zijn
iend.
laar voor de massa, voor do
ovigen is het ver van hinderlijk
er in de klokkentaal een wonder-
»ne op feitelijkheid gebouwde
spreekt die taal van heer
levenswijding,
ukend van daarboven,tusschen
M<sm?l en aarde, doet ze ons sterve
lingen telkens en telkens weer op
waken uit het zorgenvol tobben, uit
de beslommeringen dezer wereld,
om hart en geest op te heffen naar
onze bestemming daarboven.
Zij zet luister aan onze feesten bij.
Ze treurt met ons ia zwaarklinketul
gebeier, als we dierbaren uitdragen
naar hun laatste rustplaats, of
klepelt in lichteren toonaard vrij
door de lucht, als de kinderzieltjes
rein en gemakkelijk ten hemel
wieken.
Ze laat ons geen dag, en geon
deel van den dag zonder haar
stichtender bijstand.
Driemaal tusschen het begin en
net eind van den dag herinnert zo
het wereldfeit ons der Menschwor
ding om onzer wil.
Des ochtends spreekt ze van de
des middags van de dankbaarheid
Hem verschuldigd, en als de zon
daalt aan de westerkira, is 't weder
om de klokkentaal, die in Zijne
bescherming ons aanbeveelt.
Dit is een nooit onderbroken ziels
verheffing.
Dit is een veredeling van het
leven, welke nimmer atlaat, een
altijd durende zang van vreugde en
opwekking, van moed en hope, van
geloof en liefde.
Helaas, ook onder de geloovigen
zijn er zoovelen, die deze taal niet
verstaan, al vangen hun ooren de
klanken ook op.
Die ze niet verstaan en er niet
naar luisteren.
De morgen is hun te vroeg om
zoo hoog te gaan met hun gedachten
de middag treft hen in de drukte der
bezighoden, de avond vindt hen in
schouwburg of café, waar andere
klanken klinken en de hoogere maar
al te slecht kunnen doordringen.
Men klaagt over verslapping van
het godsdienstig gevoel, men zoekt
naar middelen dit gevoel een sterke
prikkeling bij te brengen, maar men
sluit do ooren voor de vermauonde
taal, welke zoo herhaaldelijk wordt
gesproken tot ons uit die metalen
monden.
Daarnaar te luisteren is ook een
actie.
En eene van de beste soort, die
niets tegen heeft maar alles voor.
Waar zich een ieder bij kan aan
sluiten, zonder vrees voor mensche-
lijk opzicht, voor partijschap.
Waar geen vergaderlokaal voor
noodig is, omdat de geheele aarde
als zoodanig dient, land en stad.
Waar geen bestuurskeuze behoeft
te gebeuren, waar een en dezelfde
duidelijk verstaanbare eenvoudige en
toch zoo stichtend-verheffende taa
wordt gesproken, de taal onzer
klokken.
Luisteren we er naar Zoovee
mogelijk allen.
't Zal zijn tot ons geluk en tot het
geluk der geheele maatschappij
M. Ct.
Er is in landbouwkringen ont
stemming gebekt door het woorc
van Mr. Treub, den Minister van
Landbouw, Handel en Nijverheid,
bij de opening van de Haagsche
Landbouwtentoonstelling gesproken
dat hij van landbouwzaken geen ver
stand heeft.
«Onze Boerenstand" schrijft naar
aanleiding hiervan
't Is inderdaad ook al te gek.
Daar wordt aan het hoofd van
ministerie van Landbouw enz. een
man geplaatst die zelf erkent van
landbouw geen kennis te bezitten
Stel je voor een minister van
Oorlog, die 't verschil niet wee
tusschen een compagnie en een
divisie, een van Marine, die van de
zeevaart evenveel snapt als vader
Abraham, een van Justitie onkun-
Geheel Nederland stond op stel
ten
Maar van Landbouw
Nou ja, dat is Landbouw maar,
at komt er zoo nauw niet
Maar ik vraag
Wat voor zakelijks kan zoo'n man
vertellen als bij de landbouwbegroo-
ting vragen gesteld, inlichtingen
verzocht, wenken gegeven worden
Wat een figuur moet zoo'n minis
ter slaan, als straks in de Kamer
mannen, doorkneed in 't boeren-
vraagstuk hem te lijf gaan
Wat echter 't ergste is.- wat heeft
de landbouwer op wetgevend gebied
van een ter zake onbevoegd be
windsman te verwachten
t Ligt niet aan den heer rar.
Treub.
Hij kan voor Nijverheid een
orefecte, voor Handel een uitsteken
de zijn
't Ligt aan do ongelukkige com
binatie.
Landbouw, Handel en Nijverheid,
de drie voornaamste bestaansbronnen
alle onder één hoofd
Is 't niet belachelijk En moet
het niet tot .jke dingen
eiden
Als men werkelijk den landbouw
een behoorlijk minister geven Wil,
ate men dan beginnen met een
ministerie van Landbouw zonder
meer samen te stellen.
Zoolang men dat niet doet, blijft
het altijd half werk, lapwerk, pruts
werk.
Ofschoon er veel waars in boven
staande beschouwing ligt, zouden
wij toch nog niet zoo spoedig de
gevolgtrekking aanvaarden, dat een
Ministerie van Landbouw beier is
dan de huidige toestand.
Vooral voor landbouw is vastheid
van richting noodig; men denke
slechts aan de boter- en kaascontrole
die jarenlange voorbereiding eisch-
ten alvorens men met de wettelijke
maatregelen kon aankomen, die
thans getroffen zijn. En zoo zijn er
zoovele aangelegenbeden, die een
vasten koers vorderen
Zoude het telkens bij wisseling
van Ministerie een nieuwe Minister
van Landbouw optreden, dan zou er
ook zeer gemakkelijke wisseling
van richting zijn, ten nadeele van
den landbouw. Nu komt en ver
dwijnt een minister en de hoofdlei
ding blijft bij denzelfden Directeur-
Generaal.
En van de meest gewichtige en
urgente onderwerpen kan een man,
die voor het Ministerambt geschik
is, zich spoedig op de hoogte te
stellen.
Minister Tal ma was ook geen
landbouw-specialiteit en had zich
toch in een minimum van tijd uit
stekend ingewerkt.
Is Mr. Treub werkelijk van he
hout, waaruit men ministers snijdt,
dan zal hij het ook kunnen.
Het is ongetwijfeld aan de twee
laatste kundige en sympathieke
Directeurs-Generaal van den Land
bouw de heeren Loving en van
Hoek te danken, dat de behoefte
aan een hijzonder Ministerie van
Landbouw minder sterk gevoeld
wordt.
Waren deze andere persoonlijk-'
heden geweest, dan ware de drang
naar een zelfstandig ministerie waar»
schijnlijk grooter. N.K.
II.
\oor den Hliddeiiataiiil.
DE ZWARTE LIJST.
Onder de klachten, door den handel-
drijvenden middenstand geuit, behoort ook
dat het publiek in Nederland zoo he-
geerig is naar crediet, doch in het alge
meen niet veel prijs stelt op het verkrijgen
van een schoone lei, terwijl procedures
tot invordering van kleine schulden on
evenredig kostbaar en langdurig zijn.
Daarom zocht men andere hulpmiddelen
waarvan de beruchte -roode Het" wel 't
uiterste is, doch die ook als zij meer ge
matigd worden gebruikt, niet altijd door
den beugel kunnen en dan ook niet altijd
door den rechter als geoorloofd wordon
beschouwd. Het plaatsen op een zwarte
lijst bijv. kan in sommige omstandigheden
zelfs eene verplichting tot schadevergoe
ding scheppen; dit was o.a. het geval hij
het navolgend proces.
Een dame te Aerdenhout had een peig
noir doen uitstoomen. Zij kreeg daarvoor
een rekening ad f 3 50, zijnde f 1,50 voor
stoomen en f 2 voor het plisseeren. Do
dame beweerde, dat dit laatste niet was
verlangd en dus niet verschuldigd was.
Zij bood aan de verschuldigde f 1,50 te
betalen, doch de uitstoomer was daar niot
mee tevreden en gaf zijn vordering in
handen der «Haarlerasche Handelsvereni
ging", waarvan hij lid is.
Deze veroorloofde zich, nadat zij betaling
gevraagd en bovengemeld antwoord op
nieuw ontvangen had, bedoelde dame per
briefkaart te bedreigen met plaatsing van
haren naam -op de lijsten der onwillige
betalers, welke lijsten maandelijks aan de
leden worden toegezonden."
Toezending der t 1,50 en waarschuwing
op deze wijze niet voort te gaan, volgden.
Toch plaatste de vereeniging den naam
der dame op hare lijst.
De aldus als -onwillige betaler" ge
brandmerkte stelde nu eene vordering in
tot schadevergoeding wegens beleediging.
welke de kantonrechter te Haarlem 18
Maart 1910 afwees, doch die door de
Haarlemsche rechtbank by vonn:s van 30
Mei 1911 werd toegewezen.
Ia die beide beslissingen werd overwogen
overeenkomstig de jurisprudentie van den
Hoogen Raad, dat, daar in het Burgerlijk
Wetboek het begrip -beleediging" niet
nader omschreven wordt, de rechter dit
heeft na te gaan in het Wetboek van Straf
recht, en ook in dien zin heeft uit te maken
wanneer -blijkt van het oogmerk om te
beleedigen", hetgeen art. 1412 B. W.
eischt als voorwaarde tot toekenning eener
schadevergoeding.
Waar de kantonrechter evenwel van de
rechtbank verschilt, is de vraag, of bij het
plaatsen op zulk eene lijst, die als ver
trouwelijk uitsluitend aan de leden der
aangesloten vereeniging wordt toegezonden
reeds het beleedigend oogmerk uit dit
enkele feit voortvloeit. De kantonrechter
zegt daaromtrent -dat het aannemelijk is,
dat de gedaagde te goeder trouw in de
meening heeft verkeerd, dat het gewenscht
was om door deze zijne handeling de loden
van den bond in verband met het doel van
den bond, voor eventueele schade te vrij
waren."
De rechtbank gaat er dieper op in, en
heeft klaarblijkelijk beter ingezien, wat
hier de bedoeling is, n.l. om door be
dreiging met zulk eene plaatsing en door
de plaatsing zelve té verkrijgen, dat
iemand, voor zoo'n luttel bedragje niet
aldus te boek willende staan, over de brug
komt. Dit is nu in strijd met de juiste
opvatting van den «Kampf um's Recht".
Of het f 2 is voor niet verschuldigd plis-
8eerloon, dan wel duizenden guldens voor
evenmin verschuldigd werk, is juridisch
hetzelfde, en tegenover de plicht prompt
te betalen wat men verschuldigd is, staat,
zooals Ihering zoo aardig uiteenzet, een
burgerplicht om zich te verzetten tegen
ongegronde vorderingen en dus natuurlijk
ook togen dergelijks kunstmiddeltjes voor
incasseering.
De rechtbank neemt het oogmerk om te
beleedigen aan en motiveert dit aldus
dat als tusschen partijen vaststaande
kan worden aangenomen, dat de betaling
van f 2 in questie werd geweigerd, omdat
de schuldenaar te goeder trouw meende,
dit bedrag niet schuldig te zijn, dat zij de
gronden van weigering aan de vereeniging
had medegedeeld, dat deze desniettegen
staande is overgegaan tot het publiceeren
van haar naam op moorgomelde lijst, dat
zij wist niet te doen te hebben met een
wanbotaier, maar met iemand, die meende
niet schuldig te zijn en die, gegeven hare
maatschappelijke positie en het bedrag
dor vordering alleszins in staat was het
gevorderde te voldoen.
De rechtbank zegt dan vorder, dat het
oogmerk om te beleedigen in dit geval
dus volgt uit het feit, dat gezegde ver-
ooniging den naam der dame op den lijst
dor vaubotalors plaatste zonder daarbij
molding te maken van de reden, waarom
deze de betaling weigerde, en zonder te
vermelden, dat het eene vordering betrof,
waarover tusschen partijen een geschil
bestond.
De vereeniging werd daarom veroor
deeld tot f 10 schadevergoeding en tot
betaling aan bedoelde dame van hare
procoskosten, begroot op f 150.45.
Door dit vonnis is de wel of niet ver
schuldigheid van het plisseerloon natuurlijk
niet uitgemaakt, maar toch een goede
waarschuwing gegeven tegen het plaatseu
op zwarte lijsten zonder volkomen onbe.
twistbaar vaststaande reden. Tel.
Liefdesdrama.
Maandagnacht heeft een artist v
gezelschap -Het lustig Tooneel",
gedurende de kermis te Nijmegen
-Burgerlust" optrad, zijn -vrouw" e
zich zelf doodgeschoten.
De artist heette Martron en was uit
Amsterdam afkomstig.
Het mes.
Twee Duitsche mijnwerkers uit de mijn
Eygelshoven bij Heerlen kregen Maandag
twist. Eer. hunner liep daarbij een doode
lyken messteek op, waaraan hij 's avond
in het hospitaal te Heerlen is overleden.
De dader is gearresteerd.
He ramp van de Volluriio."
Het stoomschip -Volturno" op weg van
Rotterdam naar Canada is Vrijdag in brand
geraakt midden op den Atlantischen
Oceaan.
De Evening News geeft het volgende
verhaal: Toen de -Carmaniaeen boot
van dezelfde maatschappy als het veron
gelukte schip, de Uranium Company
langs draadloozen weg het hulpsein opge
vangen had, vertrok tij met vollen stoom
en extra stokers. De -Carmania" bereikte
de -Volturno" 's middags om 12 uur en
vond haar mot het voorschip in lichte
laaie. Het schip rolde zwaar en zijn
schroeven waren onklaar geraakt in de
takelage, die gebruikt was om 6 booten
neer te laten. Slechts 2 van die booten
konden wegkomen, de andere 4 werden
door geweldige stortzeeën tegen de zijden
7an het schip verbrijzeld.
De menschen die er in zaten, ver»
PEEL
EN
MAAS
Weekblad voor Venray, Horst en omstreken.
1