lees dit Jacht- Straf Munckhof, Venray. GRATIS. Zaterdag 06 November 1910 31ste Jaargang Ufr-göja Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN. Mengelwerk. 't Wonder van Pietje. No 4B Abonnementsprijs per kwartaal voor Venray 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland by vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummer® 6 c. Prijs der Advertentiën: van 1 4 regels elke regel meer letters en vignetten tiaar plaatsruimte. Advertontiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend. 20 c. 5 o. Die zich met ingang van 1 Jan. a. s. op PEEL EN MAAS abon- neeren, ODtvangen de nog voor dien datum verschijnende num mers Van oudsher is de jacht hoog in aanzien geweest, zij was een prero gatief voor den heer. den grond eigenaar, den bezitter van het grondgebied. Van middel om in het eigen onderhoud te voorzien en zich het onontbeerlijke voedsel te ver schaffen, werd zij uitspanning en inspanning voor den adellijken heer, die zich het recht voorbehield om op de gronden, die bij ter bebouwing aan de onderhoorigen uitgaf, het jachtrecht uit te oefenen en als de omstandigheden dat meebrachten den te veld staanden oogst te ver trappen. In min of moer gewijzigden vorm is dit gebruik blijven bestaan en zoodra de tijd er is, ziet men de jagers liefhebbers en broodjagers uittrekken, het geweer en de weitasch over den schouder, de pet op het hoofd, de pijp in den mond, van onder tol boven min of meer water dicht gekleed, den hond aan de lijn of vrij volgende, soms vergezeld van een polsdrager. Er zit, dat willen wij niet ontkennen, iets ferms, al zijn wij geen onvoorwaardelijke bewon deraars van het jachtbedrijf en de jachtimichting. Nog anderen vallen het anders op. Zij stellen zich niet tevreden met het naloopen van haas of konijn, met het sporen van patrijzen en wilde eendvogels; zij hebben het gemunt op ander wild. Zij zoeken den vos, het wilde zwijn, het hert, den roofvogel; of sterker nog, zij ondernemen als Roosevelt een tocht naar het oerbosch en naar nooit betreden moerassige streken in weinig bezochte deelen der wereld en loeren op leeuwen en tijgers, op hyena's en jakhalzen, op olifanten en neushoorndieren, op aligators en nijlpaarden, op dieren, die zich ver dedigen kunnen, waarmee te kampen valt en waarvan de neerlegging een overwinning mag heeteo. Daar zit wat mannelijks in. In onze eeuw van sport moet deze jacht in den smaak 7allen. Sport staalt de spieren, oefent de behendigheid, leert overleg en vastberadenheid, sterkt den wil en de tegenwoordigheid van geest. Deze laatste jagers hebben dit' alles noodig. Die jacht is sport inj besten zin. Maar de be- menseben blijven -net als anderen oefenaars er van zijn uitzonderingen. Hoe kinderachtig steekt daarbij at het nu pas in Berlijn's omstreken gehouden jachtfeest ter eere van den Russischen Czaar. Zestien jaar geleden zijn uit het Grunewald 41S reeën en herten naar Nieuw Oraniënberg en overgebracht. Die dieren hebben zich vermenig vuldigd, hun aantal wordt op 5000 geschat. Nu zou er een hofjacht gehouden v orden. Driehonderd en vijftig gardefuselieis zegge 350 héb ben ongeveer 1800 stuks wild hijeen gedreven in een afgebakende ruimte, omringd door 20.000 Meter lappen in de Duitsche kleuren. De drijvers heLben een aantal beweegbare heggen voortgeschoven, altijd verder totdat de dieren dicht genoeg opeen waren gebracht. Toen zijn de jagers geko men, 24 in getal, de hooge vorsten in de eerste plaats, huil hoog gevolg min of meer in de achterhoede. Toen zijn de dieren schuw geworden aan de eene zij de jagers, aan de andere de zwart witte lappen en de afsluiting en toen hadden de 24 mannen ge vuurd, gepoft, geschoten, een heelcD tijd, totdat zij er genoeg van hadden. Bestaat er nog eenig verband, eenige overeenkomst tusschen dezen dierenmoord en den strijd van den leeuwen en tijgerjager in de heetere luchtstreek. Is er nog iets mannelijks in deze slachting En dan nog te moeien bedenken, dat de Czaar niet van de jacht houdt en het dus voor hem nog een gedwongen aardigheid was. Belangrijke artikelen verschijnen er in het H. van de hand van Mr. J. A. van Hamel, onlangs benoemd tot hoogleeraar in het strafiecht aan de gemeenlelijke universiteit te Amsterdam. Met eenige andere Nedeilanders, waaronder ook de regeeringsafge» vaardigden, heeft hij deelgenomen aan het Internationale Congres van Gevangeniswezen, dat van 2 tot 8 op denzelfden democratisehen voet behandeld." Merkwaardige voorbeelden worden daartoe aangevoerd. In de cellen van sommigo gevangenissen kon men schommelstoelen en canapés zien staan, tapijten en ornamenten aan» trelfen. Menige cel had daardoor 't uitzien van een gezellig kamertje gekregen. Zoo maakt-n ook in 't bijzonder vrouwengeva igonissen, als die te Indianapols en i- Auburn, met hare van gewone groot-, vensters den indruk van een knap volkslogement, dan die van eene strafinrichting, gelijk wij die plegen op te vatten. Wat de voeding be< r ft valt hel- zellde te zeggen. Een menu met verschillende gangen, -dubbele pot" zooals ons volk dit noomt en dat bij 'n Hollandsche onderc-iiciersmenage weinig achterstond scheen niemand vreemd. Te Philadelphia gal op Zondagmiddag 't orkest der gevange» nen eene uitvoering, tiie de lieden in hunne cellen genieten iondeii. Deze berichten stemmen geheel overeen met hetgeen een der deel nemers van dit congres ons persoon lijk berichtte. Hij verl i.alde van het betoek in de gevangenis aan een advocaat, die na het.''-diner in een gemaküelijkén schommelstoel mef een sigaar in het hoofd de courant te lezen en zulks in een kamer waarin een bureau was geplaatst en zich een bibliotheek van meerdere honderden boeken bevond. Eveneens kloppen zij volkomen met hetgeen voorkomt in een Engelsch werk over het Amerikaan» sche gevangeniswezen, dat ook in het llollandsch werd vertaald. Het gaat over de zoogenaamde gevange nis te Elmira, het instituut dat telkens weer als model wordt aan geprezen. Hoort met wat ruimen milden geest daar de sociale hygiëne wordt toe gepast: De heeren misdadigers 1ste klasse, dat zijn de best gezinden, hebben in hun kamer een tapijt op den grond. Dampbaden worden hun toobediend, ze worden gemasseerd, gekneed in de spieren, nog eens afgewreven en daarna is een middag slaap van twee uur voorgeschreven. De spijskaart is uitmuntend voorzien het ontbijt bestaat uit rundergehakt, aardappelen, brood, koffie, suiker; het middagmaal 3 keer per week soep met vleesch, 2 keer gestoofd schapenvle scb, eens rundvleesch en rapi n en gebraden vleesch met jus, aliij-1 met brood; verder krijgt de le klasse soms dessert ingelegde of gedroogde vruchten. Alle spijzen zijn van de beste kwaliteit, want goed voedsel moet worden beschouwd als October gehouden werd te Washing ton in Amerika. Hoogstaande mannen uit alle landen waren tot bijwoning van dit congres naar Amerika overgestoken. Er. nu geeft mr. Van Hamel over hetgeen de deelnemers te zien en te hooien kregen, interessante mede» j een uitmuntend middel tot verbeter deelingen. Evenmin worden geneugten ge» Een schitterende ontvangst is den'mist. Lectuur staat in welvoorziene heeren bereid. In een speciaal daar» hib'iotheken ter beschikking. Mili» voor ingerichten Pullman trein, jtaire en gymnastische oefeningen waarin men daags en 's nachts ver- i worden gehouden, soms hebben toefde, werd Amerika in een tiental muziekuitvoeringen plaats, dagen doorkruist. reeks van zij. Aan Een gevangenissen bezochten schitterende maaltijden werden in geestrijken toast de nieuwe denk beelden ontwikkeld. Overheid en burgers gaven om strijd van hunne belangstelling blijk. Enkele mededeelingen van Mr. van Hamel meeDen wij onze lezers niet te mogen onthouden. Hij wijst er op hoe de gestraften in Amerika Zells is in eokele gevangenissen ook het clubleven ontwikkeld. Op de maandelijksche bijeenkomsten wordt gedeclameerd, piano gespeeld, ge oreerd, gezongen zulks alles opdat daardoor de gevangenen zich wennen aan edeler gezelligheid en don smaak naar ruwe vermaken verliezen. Waarom wij dit alles vermelden Omdat meermalen, ook in ons land, met zeker heimwee wordt gewezen op hetgeen ginds in Amerika ge schiedt. Straf dient allereerst to'. verbetering zoo zegt mon. En daar in Amerika is opvoeding, leiding, verbetering de alles behuei schende leus. De humaniteit viert schoono triomfen. Tegen zoodanig streven past een ernstig protest. Eene behandeling der gevangenen, gelijk veelvuldig in Amerika geschiedt, is een cancatuur van straf. Straf is meer dan een nras- sagekuur, ren begeerlijk dieët. eoue oefening van geest en lichaam. Hoe zeer ook de gezegende werking van de straf zich daarin kan openbaren, dat van haar opvoedende en ver- eerende kracht uitgaat, toch mag nooit haar eigenlijk karakter prijs geven. Op den voorgrond dient te staan, dat de stral is een gevoelig leed, waarmee de overheid den misdadi ger zijn kwaad vergeldt. Dat karakter van gevoelig leed, hetwelk de overheid uit vergelding den schuldige toebrengt, mag de straf nimmer inboeten. Ze noemden hem nog altijd Pietje ai was hij al een jaar of vijftien, 't bloef oen tenger ventje met een kinderlijk reine ziel, die hem door de oogen uitscheen. Vier jaar geleden was zijn moeder gestor ven. en nu woonden ze met bun tweeën, vader en Pietje in de Mont Genisstraat, Laheurtaia was schrijnwerker. Hij had betere dagen gekend. Maar sinds de vrouw dood was, bad hij den weg naar de kerk verleerd, doch kende des te beter den weg naar de kroeg. Vroeger had hij een paar knechts, nu werkte hy samen met Pietje. Hij hield veel van den jongen en liet hem daarom zijn gang gaan in het vervullen van zijn godsdienstplichten. Van moeder had Pietje overgehouden een diepe godsvrucht voor 't H. Hart, dat hij graag in Montmatre ging vereeren, Daar Aas ook zijn biechtvader Pater Munster, die sinds moeders dood, een waakzaam oog op hem hield. Den laatsten tijd ging het zoo goed niet meer thuis vader werd somber en barsch; het was hem of een ongeluk dreigde. Op een avond begreep Pietje wat h*m scheelde. Laheurtais was thuis gekomen wierp zijn poi temonnaie op tafel, telde vier of vijf maal zijn geid en zei ineens •Jongen, we zijn voor de poes. We worden op straat gezet. De huurcenten heb ik niet eD de huisbaas wil niet langer geduld hebben," Hij zette z'n pet op en ging zyo laatste centen in de kroeg verdrinken. Pietje schreide en kon niet slapen. Daags daarop gingen vader en zoon, zwijgend Daast elkaar, naar juffrouw Hachepinte. Lamarckstraat, helpen verhui zen. Laheurtais was bezig het buffet in dö eetzaal uit elkaar te nemen, toen Pietje achter een lade, in een gleuf, een paar verfrommelde blauwe papiertjes zag liggen, dik onder stof. Hij haalt ze er uit, vouwt ze open en twee biljetten van 100 francs. Vader, kijk 'ns Geef hier gauw Ja, maar. Niks te maren,.. Koortsachtig srijpt Laheurtais de twee biljetten, steekt er een in zijn broekzak en het ander onder zijn vest. Als je een stom woord durft eeggen, sla ik je een ongeluk. 'n Oogenblik later pmt de deur open en de juffrouw komt binnen. Hoever hen je eral ov-e. Laheurtais Raad 'os. juffrouw, wat d'r in dat buffet lag, zegt Laheurtais met oen trilling in z'n stem. Stof, denk ik is in vyfuen j*ar niet verzot. De man steekt z'n band in den zal. en haalt er het blauwe biljet uit, Wat Honderd francs Heitje die er in gevonden Dat kan haast niet. Het is tocb echt waar, juffrouw. Als het u blief', het is uw geld. Nou. Laheurtais. dat is mooi van je... je^bent een eerlijk man. Blijf je vaders voorbeeld volgen, ventje, zei ze tegen Pietje, die met e6n hoofd als vuur naar de punten van zija schoenen stond te kijken.... Hier dnt is voor je4spaarpot. Ze wilde hem een goudstuk geven maar Pietje stak zyo hand niet uit en schudde van neen. Hij is een beetje bleu, zei Laheurtais. Vooruit Piet, neem het maar gerust en zeg eens, dank tegen de juffrouw. Laheurtais greep Pietje'a arm eu gaf hern een veeibeteek6nden kneep. Pietje nam met een beverig handje het 20 fraocsstuk aan en stotterde een benauwd •«dank u". 's Nachts kon Pietje niet slapen. Siods iiieu ongeluksdag liep hot met Laheurtais boo langer hoe meer mis. Pietjo kende ook geen genoegen meer. Hel geheim brandde bem en hij kon het niemand openbaren, zonder zijn vader te veroor deelen. Zijn gezichtje werd il spitser en spitse:. En aiuds Pater Munster uit de Basiliek van Montmarte was verdreven, kwam hij daar ook al minder. En op een avond, dat Pietje een prentje van hot 15 Hart in de werkplaats wou ophangen, had Laheurtais in een dronken bui hem barsen verboden, nog ooit een voet in Montmarte te zetten. Bij dat alles kwameu nog zware verin den3 tegen zijn vader bij Pietje op. Want, al werd het aan den winkel hoe langer hoe slapper met het werk, Laheurtais had nooit gebrek. In de kroeg had hij kennis gemaakt met kameraden, wier uiterlijk Pietje niets goeds voorspelde, Die vermoedens zouden maar al te gauw plaats maken voor treurige zekerheid. Sinds een paar dagen waren vader en zoon aan het werk op de villa van mevrouw Delareche. een oud sukkelig vrouwtje, ongeveer doof, dat op haar eentje huisde, met een oude huishoudster. Juffrouw Hacbepinie had haar Laheurtais aangepre zen als e- n man van beproefd eerlijkheid. De schrijnwerker was me? Pietje bezig in 't salon de meubels en de lambriseering aan 't opknappen, teen hij een oogenblik de kamer verliet, om naar zijn zeggon, een beitel te balen, die hij in de voor kamer had laten liggen. Hy was net weg toen mevrouw binnen kwam en naar hem vroeg. Pietje ging hem roepen. Sprakeloos bleet by in de deur staan. Laheurtai9 was juist bezig een wasafdruk te jnaken van het slot der buitendeur. Toen by Pietje hoorde, keerde hij zich doodsbleek om. en verborg het ding snel onder zijn jas. wat moet jij hier riep hij Pietje tegen, met een gesmoorden vloek. Wie heeft u gezegd mij overal op de hielen te zitten. Maar V3der, stotterde Pietje, terwijl hij bevend naar het salon wees, mevrouw vraagt naar u. Nou goed Ik kom. Maar hebt het hart niet een woord te kikken en hy duwde het ventje zijn vuist onder de oogen. Nu was het toch te erg. Pietje was er dien avond bijna gek van. Wat moest by aanvangen. Le dame waarschuwen stond gelijk met zijn vader in de gevangenis brengen. Niets zeggen was een nieuwe mede» pl'ohHghmd aan diefstal, nvsschien wel,..

Peel en Maas | 1910 | | pagina 1