nr
m
en
UitgeverV. A. Van den Munckhof, Venray.
Zaterdag 8 October 1910.
31ste Jaargang
No 41.
TWEE
Dit nummer
bestaat uit
BLADEN.
De vrouw in het
landbouwbedrijf.
Het Weggeld.
Mengelwerk.
Aan wie de schuld.
PEEL
Abonnementsprijs per kwartaal
voor Venray 50 c.
franco per post 65 c*
voor het buitenland by vooruitbetaling 85 c.
afzonderlijke nummers 6 o*
MAAS
Prijs der Advertentién:
van 1 4 regels 20 c.
elke regel meer 5 c.
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend.
lessen zoo kunnen ingericht gezichten trokken, zi.'en we «el
Indien het nog noodig ware, dan
zou het congres der landbouwver-
eenigiogon bewezen hebben, welke
groote rol de vrouw bij den land
bouw te vervullen heeft, talrijk zijn
de weduwen van landbouwers, die
het bedrijf van den overleden echtge
noot voortzetten, en dat met den
besten uitslag.
Zelfs als de landbouwer daar is,
heeft zijne vrouw nog een groot
aandeel inde leiding der boerderij.
In den landbouw bestaat de rol
der boerin niet enkel in het besturen
vac de keuken, maar het is ook de
vrouw die voor het pluimgedierte
zorgt, de varkens en kalveren oppast
en die zich de melknijverneid aan
trekt.
Ook houdt de boerin zich gewoon-
,ijj& j-yjg met den groentenhof in
welken meestal een bloemperK voor
behouden is. In den boomgaard heeft
de vrouw ook wel een woordje te
zeggen.
Daaruit volgt dat hel aandeel der
boeren in 't bestuur der boerderij
overwegend en belangrijk is.
Het ware dus maar redelijk dat
onze boerendochters en alle meisjes
van het platteland opgeleid werden
in overeenkomst met de rol welke
zij later zullen te vervullen hebben.
In de landelijke jongensscholen
komen de grondbeginselen van den
landbouw op het pogram voor in
de meisjesscholen is van landbouw
geene spraak.
Tijdens het te Brussel gehouden
congres riep de Zeereerw. heer
kanunnik Luytgaerens er de aandacht
op dat het zeer nuttig zou zijn land-
bouwbeginselen te onderwijzer, aan
de dochters der eigenaars die op
het platteland verblijven.
We stemden daarmee in en in de
praktijk zouden wij landbouwonder
wijs willen zien geven in alle meisjes
scholen.
We zouden vooreerst landbouw-
beginselen onderwijzen in de meisjes
lagere scholen.
Het is noodig het belang in te
prenten van licht, lucht en zindelijk
heid in den stal; de noodzakelijkheid
de stallen, varkenshokken, hennen-
hokken dikwijlder te reinigen en te
schuren, af te krabben en te witter,
of te kalken.
Op die manier doodt men vele
microben en voorkomt men vele
ziekten.
Indien onze koe- en varkensstallen
en kippenhokken meer gezuiverd
werden, men zou minder booren van
longtering bij het vee, varkensplaag
of St. Antoniusvuur bij de varkens,
bet snot bij de hennen en ander ge-
vogeltje-
(n de lagere meisjesscholen zouden
f de
kunnen worden dat er spraak is van
groenselkweek, behandeling van
melk en boter, bewaring van fruit
enz.
Vooral echter zouden die eerste
beginselen van landbouwwetenschap
dienen onderwezen te worden in de
meisjeskostscholen.
Elk gegoede landbouwer zendt toch
zijne dochters naar het pensionaat
veelal om te doen gelijk een ander.
Gewoonlijk krijgen die meisjes in
het pensionaat eenen afkeer van het
boerenbedrijf dat ze als te laag en te
gering leeren aanzien.
Indien zij er nader mede bekend
geraakten, en ondervonden dat er om
te "boerinnen" ook verstand en zelfs
veel vei stand en beleid noodig is, ze
zouden meer achting krijgen voor het
landbouwbedrijf, dat meestal een
onbekrompen bestaan verschaft.
De overtredingen in zake het
Provinciaal Reglement op het weg
geld in Noordbrabaut, aldus schrijft
men aan de Tijd werden tot hiertoe
meestal gestraft met lichte boeten.
Gewoonlijk was bet een gulden en
het was een witte raaf als er een
deliquent kwam, die met vijf gulden
beboet, huiswaarts keerde.
Men paste aanvankelijk deze lichte
straf toe, uitgaande van de over
weging, dal de overtreders wegens
het nieuwe van de invoering van dit
reglement, nog niet genoeg op de
hoogte waren van zijn werking.
Een tijd geleden echter waarschuw»
de de president der rechtbank te
's Bosch, bij de behandeling van
zulke zaken, de overtreders, dat de
rechtbank van plan was haar straf»
tarief te verhoogen, en drukte hun
op het hart dit te onthoudeD voor
zich zeiven, hun tevens verzoekend
het in zoo ruim mogelijken kring op
hun respectieve dorpen of in hun
woonplaatsen bekend te maken.
Een geruimen lijd nu hoorden wij
absoluut niets meer van overtredin»
gen; voorde rechtbank kwam slechts
hoogst sporadisch nog eens een ge»
valletje aan het slot der zitting aan
gesukkeld. Een hoogst enkel maar.
Doch eindelijk ging ons een licht
op. waardoor ods duidelijk werd,
hoe het kwam, dat er geen weg»
gelden meer aan de orde kwamen.
Men heeft ze namelijk bewaard ge»
durende den geheelen vacantietijd en
van nog een poosje daarvoor, om er
thans enkele zittingen aan te wijden
achter elkaar.
Toen stonden er niel minder dan
100 op de rol, en de drie volgende
zittingen kregen elk ook een gelijk
getal te verwerkeu. Samen dus 400
Dat dit voor de rechtbank taaie zit»
tingen zijn, ligt voor de hand. En dat
do waarschuwing indertijd van den
president geen ijdele woorden waren,
bleek uit de straffen, die geëischt
werden. Deze werden over het alge»
meen als minimum gesteld op f 10
achteraan. Maar jammer genees' luid kreeg hem wel wat te pakken.
niet behoeven te melden, doch in hut
belang van de groote massa is het
ongetwijfeld, dat ze er mee :n kennis
komen. Zoo is er een der overtreders
tegen w«en niet minder tl an f 150 zal
worden geëischt voor zijn over»
trediogen en een der zittingen wijst
een totaal boetecijfer aa i van f 1100
naar men ons mededeelde.
Dat gaat geld brengen in de kas
van het Rijk, zal men zeggen. Inder»
tijd is er in de bladen op gewezen,
dat de boelen, dia gegeven werden,
veel te gering waren en -lat de straf»
gedingen oneindig vet meer aan
onkosten meebrachten, en de uit»
gaven er voor verre blei en boven het
bedrag, dat er aan boetoti voor terug
kwam.
Want die bekeuringen en strafge»
dingen wrren een dure grap en
leverden niel op. Of de gelden, die
aan boeten inkomen, thans door het
verhoogd tarief zullen opwegen tegen
de onkosten, (lie de behandeling der
zaken met zich brengt, wij kunnen
er op het oogenblik nog niet anders
dan een vraagteeken achter zetten.
Voor zoover wij het echter thans op
pervlakkig kunnen keoordeelen,
In alle geval, voor wie provinci
ale wegen in Noordbrabaut moet
berijden, is het zaak, dat hij zich
vooraf voorzie van een kaart.
Een juffrouw uit Rossum in Gel»
derland die een uitstapje had gemaakt
naar Osch, werd bekeurd en stond
terecht. Tien gulden boete was de
eisch. Had ze een gratis kaart ge»
vraagd aan den burgemeester der
betrokken grensplaats, ze ware den
dans ontsprongen. Ze wist het niet
zei ze, en daarenboven het was op
een Zondag. Helpt niet Ze zal haar
boete betalen.
Anderen hadden de kaart niet bij
zich toen ze bekeurd werden, nog
anderen hadden ze thuis laten liggen
enz. betalen is de boodschap.
Vierhonderd zullen er zoo achter
elkaar hun verontschuldigingen of
jeremia doen zingen op 't bankje der
beklaagden voor zoover ze er althans
in hoogst eigen persoon verschijnen
in de eerst volgende zittingen, en er
zullen er vermoedelijk nog heel wat
na hen komen, totdat de faam der
gevaarlijke rijderij voor goed in alle
hoeken en van Noord Brabant niel
alleen, maar van ver daarbuiten zal
zijn doorgedrongen.
Het veel besproken en beschreven
iggeld blijft dus nog steeds een
pur.t van groote actualiteit.
Ijverig was ie. Dat moest ieder van
hem zeggen. Zelfs de oude Door met haar
snuifneus, die over ieder wat te zeggen
had, en dan liefst wat kwaads, getuigde
van hem
t Is een kerel, die werkt als een os,
jdat is waar. Jammer dat ie hem zoo vaak
om heeft.
boete. Een enkele van f7.50 slipte! Nu vertelde Door haast nooit
er door. Dat de overtreders langbeen ander of er kwam zoo'u hatelijk jam-|gevoeleR, dat hij wat gebruikt had. De kou
ze nu toch gely&TVaals gonoeg had Manui
hora om". En toch wys het in zijn hart
zoo'n goeie vent een veel te goeie. Hij kon
o, zoo moeilijk -neen" zeggen. En als men
hem een borrel presenteerde dan kon hy
dat antwoord heelemaalnietover zijn lippen
krijgen.
Uit zich zelf zou hy zelden een borrel
nemen. Hij hield veel van zijn vrouw en
van zijn kinderen het loon dat hij ver
diende was niet groot, en er waren thuis
zooveel monden open te houden. Zeer dik
wijls kon hy dan ook de verzoeking weer
staan en ging de kroeg voorbij. Maar zijn
vak, ja, dat was het, een verleiding
waarvoor bij maar al te vaak bezweek.
Hij was knecht in den steenkolenhandel
van de firma Kloek en Co., en bracht zoo
de kolen rond bij de klanten, en die had
de firma er vele. De lui waar hij aan huis
kwam, mochten hem allen graag hij was
altoos vriendelijk en over heel zijn wezen
lag 't idee -een goeie kerel".
Eens op een Donderdagmorgen was het
erg druk, en Manus was al vroeg in de
weer om de klanten te gerieven, want 't
was vinnig koud en de vraag naar brand
stoffen was groot. Om 8 uur belde hij aan
bij den gepensioneerden kapitein, die
altoos vroeg op, ook nu de deur zelf opende
en terechtwees.
Koud weer. hé, Manus f begon de
kapitein.
Nou meneer, de wind blaast leelijk
in je gezicht, en je ooren doen zeer van de
kou.
dit weer er door te moeten. Je zult wel
eon ltlaartje lusten niet? Dat verwarmt.
Och, meneer, was liet antwoord, het
is eigenlijk nog wel wat vroeg.
Wel. kom, kerel, zoo'n pierever
fichrikkertje, doet je goed.
Nou, meneer een kleintje dan, En
zoo sloeg Manus dien dag de eerste naar
binnen.
De volgende klant, die in dezelfde straat
woonde, was een oude, alleen woneode
juff'ouw, een best raensch. Ze timmerde
wel niet al te hoog, maar haai' goed hart
had haar vele vriendinnen verworven.
Manus bei-Je en de juffrouw opende.
O, bet» jij daar. Minus? Wil je ze
hier wel in liet hokie brengen? Dan liggen
ze direct op d'r plaats.
Goed, juffrouw, was het antwoord
en Manus bracht de kolen heel achter in
het tuintje in het kolenhok.
Toen de laatste zak geledigd was en
Manus uit het tuintje terugkeerde, stond de
juffrouw in de gang hem op te wachten
met een groot glas je» ever in de hand.
Hier man, drink dat eens. Je hebt
het verdiend, hoor.
Ja, juffrouw, 'k Heb oerlijk gezegd,
er al net eentje gehad bij den kapitein om
den hoek.
Wel nou, jij bent er toch van een
paar niet bang, wel? Je lust ze toch wel
is 't niet? Nou, sla bem maar naar binnen,
't Is goed voor je in die kou.
En Manus sloeg de tweede naar binnen.
De wagen was leeg, en de tocht ging naar
bet pakhuis torug. waar hy weer volgol;
den we»"d.
In de Kerkstraat bij den herbergier in
De Vriendscbapsbond" moest de eene helft
der lading worden gebracht en toen ze goed
en wel in den kelder lag riep de baas hem
de gelagkamer en schonk bem een glas
in. £ie zoo, Manus, wip hem er maar
vent. Dat zal je goed doen.
Nou baas, was liet onverwachte ant
woord, eigenlijk liever niet. Ik ben Zater
dagavond weer zoo erg in de lorum geweest.
ik heb mijn vrouw beloofd, dat het
niet meer gebeuren zou. Neen, nou maar
niet, dank je.
Poeh. spotte de dikke kastelein, ga
jij onder den blauwen soms? Ben je nou
gek vent? Kom. drink uit. Zoo'n kerel als
jij. Allo! En Manus bezweek voor de ver.
leiding en dronk zijn derde.
Op straat gekomen, begon hij toch al te
Enfin, het ging vrij goed. Bij Gerr.tsen
den winkelier, werd het laatste deel der
lading gebracht. Ook hier vond Macus zijn
glas reeds gevuld, toen hy uit deö kelder
weer opdook.
Ook dit maal nog spartelde hij wat tegen;
de belofte aan zyn vrouw word nog eens
herhaald en met een schaterend gelach
ontvangen.
Kom vent. klets non met, spatte
Je winkelier goedlachs. Pak maar aan
hoor Kerels, die zulk zwaar werk hebben
als jij, moeten at en toe een borrel hebben;
dat is goed voor jelui. Vooruit. Je weet.
dat het je van harte gegund is.
Eo de vierde gleeJ Manus door het
keelgat.
Laat in den raiddag, toen de kapitein
naar de soos ging. zag hij dicht bij den
winkel van Gerritsen een heel oploopje,
en op zijn vraag, wat er aan de hand was
antwoordde de winkelier Och, meneer,
't is kolen Manus weer, die daar stom
dronken naar het bureau wordt gebracht.
Zoo, zei de kapitein, het is toch
erg, dat zoo'n vent zoo zuipt. Ik kan me
niet begrypen, dat de lui d'r eigen niet
beter kennen, 't Is zonde van zijn vrouw
en kinderen. Dag meneer Gerritsen, ik ga
een bittertje drinken in de soos. Saluut.
En toen de juffrouw 's avonds bij haar
neef, den kastelein kwam zooals eiken
Donderdagavond, vertelde deze ook. dat
Manus weer was opgepakt,
I \TiTVAB
a toen zoo u -«faioi. aijii uGelu
huishouden maakt de vent ongelukkig met
zyn vreeselyk drinken.
Ja, 't was erg. Dieo avond schreiden in
de kleine woning van Manus, de vrouw
en het oudste meisje omdat vadet weer
wits opgebracht.
Maar noch de kapiiein. noch de oude
jutTouw en de kastelein en de winkelier
niet, noch de audere klanten, die Manus
dien dag had bediend, geeu van alten
bedacht-n, dat van dje tranen v,n vrouw
eu kinderen, zy en zy alleen de schuld
waron I
TnbaUHbeliiftlinK
Men meldt uit 's Graveuhage aar,
de «Telegraaf" dat het in de troon»
rede aangekondigde «nieuwe middel"
tot versterking der financiën, inder»
daad uit een tabaksbelasting
zal beslaan welke do vorm zal hebben
van debietreeht en welke de--l zal
uitmaken van do reeds vroeger
aangekondigde tariefherziening.
Minister Kolkman zoo schrijft
onze berichtgever durfde met het,
oog op de belangrijke positie, welke
de tabakshandei voornamelijk in
Amsterdam en Rotterdam in den
wereldhandel inneemt geen voorstel»
len te doen, om de ingevoerde tabak
met een hoog recht te belasten.
De vrees bestaat n. 1., dat door
zulk een belasting de handel in tabak
zicb zal verplaatsen.
Voor het vraagstuk nu, op hoe»
danige wijze de tabak te doen passen
in bet systeem van belasting der
voorgenomen herziening en daarbij
het gevaar van verplaatsing van den
handel te ontgaan, meent de minister
de oplossing te hebben gevoDden in
een belasting op het verbruik van
tabak en sigaren binnen de Neder»
landschej grenzen, een zoogenaamd
debietreeht.
De bedoeling is om van alle in
Nedeiland vervaardigde en in winkel
verkochte sigaren en tabak een recht
te heffen van 10 a 15 precent.
Bij de regeling van de wijze,
waarop deze heffing zal geschieden
moet de minister nogal op bezwaren
stuiten. Vooral schijnt het moeilijk