#88* Reclame. tn UitgeverW, A. Van dei Miipckhof, Venray. Zaterdag 30 April 1910. 31ste Jaargang No. lg numnjei' bestaat uit TWEE BLADEN. Mengelwerk. Smijt maar raak! PEEL EN MAAS Abonnementsprijs per kwartaal voor Venray 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. Prijs der Advertentiën van 1 4 regels elke regel meer letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst worden Smaal herekond. 20 c. 5 c. Men van deze zijn Reclame is zeer veelvoudig, ziet thans zoo vele vormen reclame, dat hel niet aangaat, allen te bespreken. De meesten dezer vormen trouwens ook voor ieder ze tr duide lijk. Men maakt reclame door éla- leeren, door uitverkoop, door bro chures, door goedkoope artikelen, door cadeaux en door duizende andere dingen meer. Toch is en blijft de meest voor komende en de meest practische manier het adverteeren. Rn dat deze manier niet zal ophouden, maar nog steeds verder gaan, dat bewijzen ons alle bladen, die wij in handen nemen. Advertearen is eene kunst, eene handigheid, die nog zeer velen, ik zou haast zeggen het meerendeel der zakenm»nschen niet bezitten, of zelfs niet goed kunnen beoordeelen. De meesten hebben daarover nog zeer eigenaardige opvattingen, iets wat wij dagelijks kunnen onder» vinden. Adverteeren is de beste en meest voorkomende vorm van recla me, die niet alleen voor iedere zaak, Duttig, maar ook noodzakelijk is, Geen middel is zoo geschikt om zijne artikelen en zijne zaak bekend te maken bij iedereen. In het bijzonder het adverteeren in dag en week bladen. Deze kunnen niet, zooals brochures, prijscouranten en derge lijke in de kast, ot naar de snipper- rnand worden verwezen, waar ze nooit meer uitkomen, tenzij mis schien met de groote schoonmaak. Couranten komen geregeld terug en worden tegenwoordig door iedereen, door rijk en arm gelezen. Daarin moet geregeld uw adres, uwe artikelen wordeD genoemd. Ie der nummer moet uw klanten herin» neren aan uw zaak. Wordt het de eerste maal over het hoofd gezien, de tweede maal valt het op, heeft men vandaag geen behoefte aan uwe artikelen, morgen wel, ze moe» ten weten, wat ge in huis hebt, dat moeten ze terugzien tot vervelens toe. Dan behoeft ge niet te vreezen, dat ze uw deur voorbij zullen loopen, dan gaan ze binnen en koopen. Toch is ook de wijze, waarop wordt geadverteerd, niet onverschillig. En daardoor komt het, dat er nog ad» verteerders zijn, die het groote nut daarvan niet inzien, die niet profi» teeren is bijna altijd nutteloos voor eene zaak. Men moet er geregeld in staan. De lezers moeten van te voren weten dat er weer een advertentie van u in komt, dan worden ze nieuwsgierig, lezen en koopen. Ook de vorm en de inhoud der opge» geven advertentiën kunnen zeer veel bijdragen tot het succes der annonce. De vorm is dan het best, wanneer hij direkt in het oog valt. Een vasten vorm voor zijn advertentiën is niet zoo aan te raden, daar men dan te licht tot de conclusie komt dat ken ik al. De inhoud van de advertentie inoet zóó zijn gesteld, dat het geene dorre opsomming is van allerlei dingen, welke men kan verkrijgen. Maar hij moet ook direct opvallen door afwisseling van tekst, door kernachtige gezegden. Dat leest men graag, in vele gevallen nog liever dan tekst. fHier heb ik vooral bet oog op de lezeressen) Wanneer men op deze wijze adrer» teert, dan doet men dat oordeelkun» dig en dat is noodzakelijk, om er succes mede te hebben Deze wijze van adverteeren moet voor iedere zaak beste resultaten geven. Nu moet men nooit voorop zeiten, wanneer men begint te adverteeren, dat aan slonds reeds de kosten moeten ge» dekt zijn. Dat kan gebeuren en dikwijls ook, maar in de meeste gevallen zal dit niet hel geval zijn. Het succes dat men door adver teeren krijgt, moet veel ruimer worden genieten. Immers men zet door adverteeren zijn geld uit, om ruime interest af te werpen. Het is zeer goed mogelijk, dat oogenschijn- lijk absoluut geen resultaat wordt verkregen en dat toch de zaak er zeer door w.,rdt gediend. Plaatst men deze week eene ad» vertentio, dan kan het gebeuren, dat er in die week geen kooper is voor deze artikelen. Na enkele weken echter is er zeker een geweest. Deze toont vrienden en bekenden het gekochte, waarover hij zeer voldaan is en waarvan hij de voordeelen aan hen kan opsommen. Als deze vrien» den het gemak en het voordeel van Uw artikel dan ook inzien, dan komen ook zij bij u koopen. Na hen, op dezelfde wijze nog vele andereu, die tegelijk ook andere waren bij U zullen inkoopen. En waar komt die verkoop dan eigenlijk vandaan E ikel en alleen door Uwe advertentie Meet men naar dezen maatstaf, die de juiste is, het succes zijner advertentien, d in kan men zeer goed inzien, dat voor zijne zaken niets beter is dan geregelde flinke reclame in de courant Juist na te gaan hoeveel succes men door zijn adverteeren heeft, is niet gemakkelijk. Geen zakenman mag ik zulke Atgusoogen tooschrijven, dat hij direct aan den neus van een kooper ziet, of hij op eene advertentie komt, ja dan neen. Ook verkoopt men door adverteeren niet alleen die artikelen, welke rechtstreeks in de advertentie worden genoemd, maar meö kan ook zeer goed daardoor de aanver» wante artikelen verkoopen. Men behoeft toch waarlijk geen professor in de philosophie te zijn, om na te kunnen gaan, dat in een winkel, waar kousen en sokken verkocht worden, ook allicht een onderbroek te krijgen is. Dat ver» koopen is dan ook uitsluitend succes van adverteeren. Nieuwe Jachtwet Verschenen is het verslag der bovendien als bijslageD Staatscommissie, ingesteld bij Kon. besluit van 11 Maart 1904, om *te «onderzoeken, welke wijzigingen en «aanvullingen de wettelijke bepalin« «gen tot regeling der jacht behoeven «meer in het bijzonder ter bevor «dering van de afschaffing der «heerlijke jachtrechten en ter ver« «krijging van eene billijke regeling «tot vergoeding van wildschade." De commissie komt tot de over tuiging dat alleen een geheel nieuwe regeling een bruikbare oplossing zal kunnen geven. Zij overweegt, dat hier te lande bij de verregaande verdeeling var. de gronden, waarop jachtrecht bestaat, uitoefening van dit recht aan allerlei bezwaren is onderworpen en ontevredenheid met den bestaanden toestand wordt in de hand gewerkt. Ook elders doen zich deze bezwaren voor en is getracht er aan tegemoet te komen door eene regeling zooals voor de koninkrijken en landen, behoorende tot de Oostenrijksche kroon. De kleinere perceeleu van de grond-en een er gemeente worden vereenigd tot één jachtterrein, waar op de jacht ten bate van de gemeen« kas of ten behoove van dceigenaren wier gronden deel uitm,aken het samengestelde jachtgebied wordt verpacht of dat door een aangestelden jager wordt bejaagd. Het subjectieve jachtrecht gaat voor deze gronden verloren, het wordt voor ben uitgeoefend door een nieuw gevormd lichaam, het jacht« complex. In bet rapport wordt uitvoerig uit« eeügezet, welke de voordeelen zijn, die op geen andere wijze zijn te bereiken en waardoor de bezwaren aan den tegenwoordigen toestand verbonden, worden uit den weg ge« uimd, om nogmaals te resumeeren, dat zij om al deze redenen van oor» deel is de regeering te moeten ad» viseeren tot invoering van het ver» plichte jachtcomplexen stelsel. Het nieuwe instituut, dat de com» missie in het leven wil roepen, stelt zij voor in overeenstemming met de samenstelling van waterschappen, te betitelen m :t den naam van »jachtschappen" en de omschrijving van het territoir op te dragen aan Ged. Staten onder goedkeuring van de Kroon. Ten opzichte vau het heerlijke jachtrecht, heeft de commissie de Tiend wet tot voorbeeld genomen en stelt zij het volgende voor Bij het in werking treden der nieuwe Jachtwet verdwijnen alle bestaande heeilijke jachtrechten. Aan hen, die bij dat in werking treden in het bezit en genot zijn van heerlijke jachtrechten. wordt uit 's lands kas eene volledige schade loosstelling betaald. Door heffing van een bedrag, toereikend om rente en amortisatie der schadeloosstelling te voldoen, van de eigenaren der van heerlijk jachtrecht ontheven gronden, wordi de Staat in dertig jaren scha deloos gesteld. Die heffing wordt als jachtrenteop de betrokken perceelen gevestigd eu met de grondbelasting geïnd". Een volledig ontwerp van wet, bestaande uit 193 artikelen, met memorie van toelichting, is aan dit verslagdoor decommissie toegevoegd o. m. een nota vau wijlen het lid nar. E. van Zinnicq Bergman over de opheffin der heerlijke jachtrechten. Ja, ja, mijn nichtje is cr eentje. Ik ken haar. En jij bent zoo'n sul, 'n slaap muts comme il faut, die als ,t ware van zelf iemand er toe brengt, zoo'n beetje den baas over je te spelen. Ik bedoel er niets kwaads mee, m'n jongen, maar wat waar is moet gezegd worden. Een kennis van me, wien ,t net zoo ging als jou nu, heeft zich weten te helpen. Op zekeren dag, ze zaten aan de koffie, wierp z'n vrouw woedend een kopje op den grond. Zonder zich te bedenken trok hij 't heele boeltje van de tafel zoodat het heele servies aan gruzelementen viel. En wat deed z'n vrouw? Ze keek hem een oogenblik stom verbaasd aan, toen bukte zij zich en begon de scherven op te rapen. Van dat oogen blik was 't een beste, zachte vrouw. Ja maar oom, ik weet niet, of ik. Zei je me niet, dat Else a'an tafel ook al begint je te tyranniseeren? Zeker, gaf neeflief toe. Zie je wel. Eerst zou ik haar eens ernstig onder 't oog brengen, dat ik daar niet van gediend ben. Dat heb ik al gedaan. Zoo? Dan zou ik eens flink „vloeken". „Vloeken?" Maar man, wat wil jij? En uici zu.'ni^- lSi.ii paar krachtige „alle duivels' werken soms wonderen uit. Maar dat is nog niet voldoende: met rol lende oogen zou ik opspringen, met de vuist op tafel slaan en de eerste schotel de beste zou ik in den spiegel in de eetkamer gooien. De assessor keek zijn oom twijfelend aan. Zou u dat doen? Wel, natuurlijk. En ik wil je nog wel wat zeggen, mijn jongen: Als je mijn raad opvolgt betaal ik den spiegel. Maak nu mnar, dat je wegkomt, smeed 't ijzer terwijl het heet is en jij den moed hebt. Ik ga naar mijn café. waar je mij desnoods kunt vinden. Vooruit waarde neef. Zij schudden elkaar de hand. Daarna ging de neef rechts, de oom links. De laatste ging naar zijn stamtafel,, waar hij zich in de courant verdiepte. Doch hij was er vandaag met zijn gedachte bij. Na een tijdje legde hij het blad dan ook weer neer en keek hij naar buiten, in de richting waar zijn neef woonde. Zou het drama al begonnen zijn? Plotseling kwam de assessor op het café af, met een snelheid of hij vleugels onder de voeten had. Hij rende de deur binnen, zijn oogen fl.kkerden onrustig en zijn gezicht was bleek. Ik heb het gedaan! stiet hij hijgend uit. Zoo, zoo, mijn jongen, dat heb je hem gauw gelapt. Kom trek eens een ander gezichtje ziet er uit, of je iemand vermoord hebt. Kellner, èèn bier. Drink nu eerst eens en vertel dan eens op. De assessor nam een flinke stok. Ik heb hetfgedaan; ik heb een schotel tegen den spiegel gegooid. Drommels' Dat heb je handig ge daan prees oomlief, terwijl hij zijn neef krachtig op den schouder sloeg. Maar hoe kwam je er toe? Toen ik thuis kwam, zat Else al in de eetkamer met een bord soep voor zich. Ik zei haar, dat dat niet te pas kwam. Zij had wel kunnen wachten, tot ik er was. Heel goed. Toen sprong zij woedend op, noemde mij een naren vent, een zwabber, die pre cies de voetstappen van zijn oom scheen te willen drukken. Ei, ei, zoo'n kleine kat. Toen sprong ik eveneens op en schreeuwdeIk wil niet dat je op een dergelijke manier tegen mc spreekt. Prachtig jongen Zij lachterne in 'tgezicht uit. Toen werd ik woedend en dacht aan uw raad. Ik sloeg met de vuist op tafel dat borden en schotels rinkelden. Uitstekend En Else Zij werd bleek en keek mij verschrikt aan. Ik greep echter een schotel en wierp dien tegen den spiegel. De borden heb ik hem nog achterna g'-smeten. Daarna stormde ik de kamer uit en wierp de buitendeur in het slot. Héérlijk onverbeterlijk Kom ga mee naar mijn huis, dan zullen we c< n sigaartje opsteken en daarna moet je me de geheclc geschiedenis nogeen»^ ver tellen. Zij zaten nauwelijks in ooms woning toen de knecht aandiendeDe jonge me vrouw. Oom begon' te grinneken terwijl neef zich minder op zijn gemak scheen te gevoelen. Voorwaarts marsch, hier in deze kamer, commandeerde oom en hij schoof den assessor in zijn slaapkamer, waarvan hij de deur op slot deed. En nu, zei hij tot zijn knecht, mag mijn nicht binnenkomen. De jonge vrouw liet zich oogenbukkciijk op de sofa vallenen barste in sn.kkcn uit. O, oom ik ben toch zoo ongelukkig. Dat doet me pleizier klank het antwoord. Wat zegt u doet u dat pleizier Zeker want je hebt mijn neef diep ongelukkig gemaakt. Dus heb je nu je verdiende loon. Wat weet u het al oom Ja ik weet alles, Walter is hier. O, waar is hij dan Ik wil naar hem toe. ZooMaar Walter wil niet naar jou toe. En ik kan hem geen ongelijk geven. Wil Walter mij niet meer zien snikte de jonge vrouw wanhopig. Neen, hij wil niets meer van je weten .Nooit meer. Nooit meer Neen, Hij wil zich van je laten O God Ja hij wil scheiden. Verwondert je dat?Jij, die den zachtmoedigen kerel zoo getergd hebt. Al je smeeken helpt je nu niets. In de slaapkamer werd gestommel ge hoord. De assessor rammelde aan den deurknop. Else, maak dat je weg komt! riep oom. Hij zal je dooden. Plotseling droogden Else's tranen op. Goed, dat mag hij doen. Zonder hem kan ik toch niet leven. Ja ik weet wel, de schuld ligt heelemaal bij mij. Ach oom, ziet u geen kans het weer goed te maken tusschen ons? Ik zal het probcercn, antwoordde hij kortaf. Hij ging naar de slaapkamer en kwam spoedig terug met den assessor, die nog gauw een lesje had gekregen, hoe hij zich verder moest gedrageD. Else wilde zich in de armen van haar inan werpen, maar deze trad met ernstig gelaat een stap achteruit. Vergeef me, Walter. Lieve Walter, vergeef me toch. Oom schudde achter den rug van zijn nichtje het hoofd. Neef deed die beweging trouw na. Neen. klonk het koet van zijn lippen. Ik kan je geen vergiffenis schenken. Plotseling wierp Else zich op dc knieën. Walter. Ik heb heel leelijk gehandeld. Maar het spijt me zoo, het doet me zoo'n leed. Nooit zal ik je meer afsnauwen. Ver geef me, toe vergeef me nu nog maar voor dezen keer. Waarschuwend stak oom den vinger op Nu beloof je beterschap, sprak de assessor nog steeds op emstigen toon, maar wie zegt mc, dat je je beloften hou den zult? Thans trad oom tusschenbeide. Walter, ik geloof dat je haar maar vergiffenis moet schenken, zei hij. Ze ziet haar ongelijk in en zal niet meer zoo leelijk voor je zijn. Niet waar, Else? De jonge vrouw knikte oom dankbaarheid toe. Deze nam baar hand en die van zijn neef, legde die in elkaar en sprak op ernstigen toon. terwijl het in zijn oogen ondeugend flikkerde: Kinderen, verdraagt elkaar cn laat de geest der eendracht wonen aan jullie haard. Man en vrouw vielen elkaar verzoend in de armen, Het verdere huwelijk dier twee was een voorbeeld van een gelukkige echtvereeni- ging. Ooms recept van borden smijten had geholpen.

Peel en Maas | 1910 | | pagina 1