toot YSIEAY SOEST en amstïeken, Uitgever W. A. Van den Munckhof, Venray. St. Jozefsfeest te Smakt Mariavereeniging Het Koningschap. v rl) Zaterdag- 5 Maart IDtO. 31ste .Taarg-ang- N"o. IQ PEEL A.bonnementsprijs per kwartaal voor Venrat 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland by vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 6 e. Prijs der Advertentièn van 1 4 regels elke regel meer letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3rnaal geplaatst warden 'iraaal berekend. 20 c. 5 G. ])it nummer bestaat uit TWEE BLADEN. Bij gelegenheid der jaarlijksche feesten in de maand Maart, toegewijd aan den grooten en machtigen Beschermheilige der H. Kerk, aan den patroon van een geluk zaligen levensstaat, der christelijke huis gezinnen en van een goeden dood, zal op alle ZON- EN FEESTDAGEN, nl. op 13, 19, 20, 27 en 28 Maart, des namiddags 3 uur plechtig Lof met preek gehouden worden. Zaterdag 19 Maart, Feest van St. Joeef, 10 uur Hoogmis met preek. Zendag 20 Maart nam. 3 uur komt de H. Familie van Vierlingsbeek. Zondag 17 April zal de Congregatie van O. L. Vr. uit Venray ter bedevaart komen en de Hoogmis met preek om 9 uur bij wonen. 's Nam. om 3 uur Lof en preek. Maandag 16 Mei 2e Pinksterdag, om 3 uur plechtig Lof met preek, komt de H. Familie van Overloon. Zondag 12 Juni zal de H. Familie Venray ter bedevaart komen en om 9 uur de Hoogmis» met preek bijwonen. N. B. Z. H. Paus Leo XIII heeft aan alle pelgrims naar St. Jozef te Smakt een vollen aflaat verleend, op een dag naar verkiezing eens in 't jaar op de gewone voorwaarden, mits men in de nieuwe Kapel kome bidden tot Zijne intentie. Jaarverslag der te Venray over 1909. In de ledenvergadering van 2 Febr. werd dóór de Penningmcesteresse onzer Vereeniging een Jaarverslag uitgebracht, dat wij om zijne juistheid onvolledigheid laten volgen. In het afgeloopen jaar mocht onze Mariavereeniging zich in blijvenden bloei verheugen. - In de samenstelling van het Ben stuur kwam geene verandering. Het ledental nam gaandeweg toe, zoodat thans 210 leden hare beloften hebben afgelegd, waarvan er 2 bij het begin van 1909 het lidmaatschap niet hernieuwden, en 10 zich elders vestigden. Onder de leden zijn 20 geheelonthoudsiers. Hét getal Donatricen is met 3 ver» meerdere!, en met één (wegens ver» trek) verminderd, zoodat er thans 13 zijn. Van de Propagandisten zijn er 2 afgetreden, wegens vertrek naar elders, en hebben twee bedankt haar aantal bedraagt thans 7. Er werden 4 algemeene verga» deringen gehouden, die geregeld door den geestelijken Adviseur, den Zeereerm". Heer Pastoor Schmeitz werden by gewoond, hetgeen door de vereeniging ten zeerste wordt op prijs gesteld. Ook werden geregeld Bestuurs» vergaderingen gehouden en 3 met propagandisten. Als sprekers traden in 't afgeloopen jaar voor de vereeniging op de j Zeereerw. Pater Gardiaan Rizzerius Remmen, de Eerw. Pater Cassianusj Hentzen, beide uit het Minder» j broedersklooster alhier en de Wel» I eerw. Heer Meijer, Rector te Oos» trum. Wederom werd evenals het vorige. jaar een feestavond gehouden, waar j op de Eerw. Heeren Geestelijken van Venray, de dames Donatricen en het Bestuur van het Kruisverbond waren uitgenoodigd. Deze avond mag zeer goed geslaagd genoemd worden; Ook werd een feest gegeven aan de kinderen der St. Annavereemging wier aantal tot 400 is toegenomen. Bij die gelegenheid trokken de kinderen, voorafgegaan door de fanfare »Euterpe" en ieder van een vlaggetje voorzien, in optocht door het dorp, waarna zij in de Muziek» zaal werden onthaald op lekkernijen en vertooningen. Nog werden bij de Eerste H. Communie prentjes uitgedeeld aan de communiekinderen dezer vereeni» ging, terwijl tot waarschuwing tegen overmatig gebruik van dranken eene annonce in de courant werd ge» plaatst. In het octaaf van Mariageboorte werd de II. Mis opgedragen voor de leden der Mariavereeniging, en het feest der H. Moeder Anna eene H. Mis voor de leden der St. Anna» vereeniging. Omstreeks kermis kwam eene gift in van 6 gulden, voor het verspreiden van 300 nummers van het kermis» blad »I)e Volksvriend" waaraan volgaarne gevolg werd gegeven. In den loop v»n dit jaar sloot onze vereeniging zich aan bij den Limb. Mariabond. Daardoor verplichtte zij zich van elk lid boven de 16 jaar jaarlijks 2 cent te betalen, doch deelt ook in eventueele uitkeering van subsidie. Drie leden ontvielen de vereeni» ging door den dood. Telkens werd voor hare zielerust eene H. Mis opgedragen, terwijl door de Presi». den te in de a'.gem. vergadering steeds met een hartelijk wooYd de overledenen herdacht werden. Dé blijvende en gestadig toe» nemende bloei onzer schoone veree» niging moet voor een groot gedeelte aan de volijverige Presidente worden toegeschreven. Moge zij nog lang aan het hoofd der Mariavereeniging staan. Hel Bestuur der Mariavereeniging, Door afwezigheid der Penning» meesteresse moest het finantieel jaar» verslag tot de vólgende vergadering worden uitgesteld. De mensch is koning op aarde. Alles geeft dit in hem aan, alles toont hoe hij de meerdere is boven alle levende w ezens. Zijn gang is rechtop, zijn houding als van iemand die bevel voert, zijn aanschijn ziet ten hemel op, en ver toont een verheven gelaat, waarop het karakter zijner waardigheid is uitgedrukt. De beeltenis zijner ziel ligt ge schilderd in de gelaatstrekken, zijn wil doordringt de stoffelijke organen en bezielt hem met een go 1de!ijk vuur. De aarde raakt hij slechts aan met de voetzolen. Hem dienen de arrren niet als steunpilaren voor zijn lichaam, en zijne handen doorwroeten de aarde niet, door die ruwe aan» raking gevaar loopend hel fijne orgaan van 't gevoel te verliezen. Arm eu hand zijn den mensch egeven van te dienen voor edeler gebruik, bevelen van den wil uit te voeren, verwijderde voo- werpen aan te kunnen vatten, moeilijkheden en versperringen die zich voordoen op. ons pad uit den weg te ruimen of vast te grijpen wat ons goed kan zijn. Doch veel meer nog dan door zijn lichaam, dat heerlijk, fijn en wonder baar geordend samenstel is de mensch Koning door zijr, wil. De ziel werpt inderdaad een goddelijken weerglans af van zijn Schepper, die alleen en bovenal schenkt den mensch de heerlijke krone van opperheerschappij in de geheele schepping. Door zijn wil, zijn geest, dwingt -tol in de peillóoze diépte der aarde, meet hij de ongemeten, slesrenbanon boven zijn hoofd. Daar .spoort hij mede na onder het duizendvoudig vergrootglas de kleinste wereldwonderen, daarmede dwingt hij de ontembare natuur krachten in het gareel tot zijnen dienst. Hoe groot is de macht van den mensch. hoe verheven zijn waardig» beid, hoe heerlijk zijn koningschap t Koning moest de mensch zijn op aarde. Mij is het helaas niet. Den koningsmantel heeft hij afge» worpen, de diadeem vertrapt hij onder zijne voeten in het stof. Rijst zijn lichaam omhoog, zijne siel werpt zich weder in het aard» sche slijk, wroet daarin zooaïls een onrein dier doet, besmeurt en be» smet er zich mede. Hij zou een koning wezen, die man, door zijn driften gestuurd nu her en dan derwaarts, zooals wij de wolkpn zien drijven aan de lucht, gejaagd door de kracht van stormen. 'Hij zou een koning wezen, die man, en nu leent hij zich tot allerlei laagheden om tijdelijk gewin. Hij zou een koning wezen, die man, maar hij maakt misbruik van zijn gezag, ter wille van vleiers en kruipers om zich met hen te vereeni» gen en af te stooten, ja, ware het hem mogelijk in het ongeluk te storten, den oprechten en eerlijken strijder voor het recht. Hij zou een koning wezen, die man, en hij is een lasteraar geworden die zijn vermaak er in schept, zijne medcmenschen te critiseeren in hun doen, zonder dat hij iels ten uitvoer brengt, terwijl haat, nijd en afgunst op zijn weten staan te lezen. Hij zou een koning wezen, die stukken, waaraan hloed en tranen kleven. Hij zou een koning wezen, die zwakkeling, die man en vader, welk zijne plichten verwaarloost en hei slechte zaad zaait in liet teeie ge moed der kleinen, uier veilige schutsraantel, wier zekere toekomst» bezorger hij moest zijn. Een koning dat individu, voort» waggelend langs de straten met lichte beenen en zwaar van hoofd, die de verzoeking van een valsche prikkeling niet kon weerstaan, die zijn geld olïeri aan den drankduivel dat geld, dat tot onderhoud der zijnen moest dienen, die zijn geld en de levenskracht van zijn huisge» zin vergooit. Waarlijk zulke rnenscheu zijn geen koningen meer, die verschijningen zijn wanklanken »n de heerlijke harmonie der Datuur. zij zijn oen vloek in het zegelied dat de natuur zingt voor den grooteD Heerscher. Laat de mensch in al zijn doen en. laten zijn waardigheid meer voor oogen houden, la.it hij karaktervol door de wereld gaan, hij zal er goed bij varen. Loóze men'schen en b'ooz'ö tijden gaan voorbij. VERITAS. Mengelwerk Door de ijzeren spijlen van het kleine uiterst enge venster zag Richard dc la Gradiere in den diepen doodstillen tro- pischen nacht van Nieuw Caledonii*. De uitgestrekte, oneindig wijde vlakte van den nachthemel scheen bijna dicht, zwartgroen, en de millioenen sterren fon kelden cn glinsterden met een scherp, uitstralend licht, dat de oogen pijn deed, als vonken van uitgloeiende dolkklin gen. Heel ver. uit den ondoordringbnren achtergrond van duisternis, klonk het lichte eentonige gemurmel der zee aan de rotskust van het eiland en hier en daar verbrak het gekrijsch van papegaai o( hef gekir van e«-n duif uit den slaap wakker geschrikt in de palnvnboschjes de drukkende nachtstille die over d- doodsche streek lag. Bijwijlen, nachten achteróen kon er doodsche, door niets gestoorde stilte heerschen in de donkere lucht en op het duistere rotsengevaarte van het een zame verbaningseiland... Richard -drukt, ineengedoken, rusteloos in den zwoelen -nachtgfoed het smalle bleeke, gerimpelde voorhoofd tegen de harde, ruwe, koude ijzeren vensterstavcn. Hoe was hij hiergekomen Wat wachtte hem Wat had hij misdaan Al deze vragen martelden zijne arme, moe getobde hersenen, die hem moeilijk oplossing konden schenken. Hij wist het zelf niet. Hem kwam het voor als een verwarde angstige, koortsige droom, waaruit hij bang is, en voor terugschrikt te ontwaken. En toch hel was waar, hij was hier gevangen. Maar waarom Lang spande hij zijn geheugen in totdat eindelijk het lang verwachtte ophelderingslicht voor hem opging. Ja. juist zoo was het en niet anders. Hij wandelde Parijs rond, liep de prachtige boulevards en winkel galerijen langs cn was allengs naar het heerlijke Bois dc Boulogne afgedwaald. Hij liep door de groene, schaduwrijke ianen en achter hem kwamen een oude dame en een aan haar arm zich vastklemmend jon; ellendoling, daar neergeknield voor!meisje geloop, n. Op het eerste oogenblik het Afgod des Gouds, daar tellende schj>n dit mewj. h.i..r .luchu-r. 6 i Zij moest reeds op tuntollen tusschen zijn grijpvingers de geld- afstand van de Port de V-uillv nieters bereikt hebben, toen plotseling het helle knallen van een geweerschot opging en bij zag. hoe de moeder van het jonge iA<-isj«- bloedend niet den dood worstelend, haai einde nabij; op den boschgrond neerzeeg en .bewegingloos bleef liggen. Vanwaar het schot gekomen was, wist hij niet. Noch wien de kogel eigenlijk gold. noch wie hem gericht, afgevuurd bad. Een namelooze onbeschrijfiooze angst maakte zich van hern meester. was heen ge lucht door bosschen, en heggen, tot dat men hem gegrepen had Mm had hem den schuldelooze, den laflcn. vuigen moordenaar veroordeeld, ten doode'ver doemd en vervolgens begenadiging tot levenslange verbanning verooMcrld op het eiland Nu in Nieuw Caledoni.-. En hij was doodonschuldig, maar hij kon zijn ntschuld vooreerst nog niet be wijzen... Hij zuchtte diep en lang sloeg de ge balde vuisten tegen zijn van koorts klop pend voorhoofd. Levenslang op dit eiland van verschrikking en eenzaamheid ia dit gloeiende, verstikkende hol, zonder blijde hoop, zonder opbeurende troost, heen ge- stooten en vergeten. Hij leefde (laar voort in een nimmer eindigenden, langzaam doodenden jammer en stomme vertwijfeling, dag in. dag uit, half naakt, half uitgeput, slecht gevoed in dc mijnsteengroeve arbeidend. Aan dc ellende en lage gemeenheid geketend, leefde hij stom onder de zwijgenden voort want ieder luid woord is streng verboden en werd gestraft met twee tot zes dagen opsluiting. Opsluiting Ja opgesloten in vuilen afgrijselijken kerker, gestraft met droog kruimelend brood en versmach tend van dorst onder den vuurregen van ie brandende wpgr/on, dal :was*cen zware straf. En dan bewaakt door ruwe. gevoeflooze Soldaten, die met den revolver in den gordd. bereid en in staat zijn. iedereen neer te schieten die een poging tot ont vluchting waagt of zelfs maar den gering- stcn, zij hel ook rechimatigsten wederstand biedt aan hun valsch optreden. Nog zouden dc ellendige bannelingen den kogel trotseeren, wanneer zij slechts het kleinste vooruitzicht hadden het vasteland te bereiken, dat zoo helder groen. zoo hc riijk frisch over bet diepblauw der zee ;cgen wenkt. den armen onschul dig en Richard tegenlacht. Maar van dc vele honderden vei twijfelde mnrdeclden. die het waagden de weinige kilometers te overzwemmen. bereikten slechts mkclcn den reddenden, vrijheid biedend» oever, want duizenden haaien, de valsche zeehvena s beu eg en zich onder de blauwe golven en beroeren het bedriegeiijk rustig water wanneer ecri - man zich in zee laat. Gie:i> m wreed en 1 na werpen »dc :IJ zicij streep m- \V eg hij if hei h. zwemmen. ;hten tan iTer Ban, waarlangs zij Hedennacht wil dit doodenrijk do heetgloeicnd hel van ditiiafnl Liever een schieiijkeii I. langzaam, nare sterven in angst, vertwij leling en grafstille eenzaamh-il is zijn verkiezing. Hij had zich een ijzeren stang en een lang scherp mes weten te verschaften. Hoeveel, zwaar hartkloppen en'vFees; hoeveel moeite en sluwheid, voorzichtigheid, had het reeds gekost, deze werktuigen te bemachtigen. Nu sliepen allen, ook de oppassers met de geladen karabijnen naast zich, sliepen want zij vertrouwden hunne vrienden, de haaien meer dan hun eigen waakzaamheid oin iedere vlucht onmogelijk te maken. Ook zijn ongelukkige, beklagenswaardige lotgenooten sliepen vast op hel harde maisstroo... hij hoorde hun rochelende ademtochten en hun angstvoile in den droom gestamelde nog half gefluisterde woorden... Ja de vrees zat cr bij hen allen diep in... Voorzichtig, zacht, haast niet ritselend, plaatst en perst hij dc ijzeren stang tegen de venstertralies, een druk met geweld de kalk brokkelde al' en de tralies weken. De tralies zijn verbogen, hij wringt zich inspannend door de opening,springt voor zichtig op dt n grond en legt ch met 2ijn oor op den bodem van het gevangenis- plein. Hij luistert scherp. Niets roert zich meer en daar een licht geronk en dit is Geen voetstap klinkt nader, hetgolf- s klinkt alleen van verre door. Hij is nu vooreerst veilig. Hier alle

Peel en Maas | 1910 | | pagina 1