Uitgever W. A. Van den Munckhof, Venray. al H ft I Een stervende leus. i Mengelwerk. De steelzuchtige. Zaterdag SS Januari 1910. 31 ste Jaargang No. 4 Abonnementsprijs per kwartaal voor Venray 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland by vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. ?rijs der Ad vertentiën van I 4 regels elke regel meer letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend. 20 c 5 c. )it nummer bestaat uit TWEE BLADEN. Hoe staat het met de Landbouwongeva Hen- verzekering Wie zullen gesteund worden wan neer een landbouwer zich bij de Centrale Landbouw-Onderlinge aan sluit Ie. De inwonende knechts en dienstboden. 2e. De vaste en losse arbeiders, ook al zijn het vreemdelingen, die b.v. hier komen maaien oLoogsten. 3e. De kindoren van den land bouwer, zoo zij boven de 12 jaar zijn en in het bedrijf behulpzaam. Natuurlijk worden zij alleen dan gesteund, waanneer zij een ongeval in 't bedrijf krijgen. Wanneer de meid of knecht een ongeval overkomt terwijl zij b.v. voor pleizier naar de kermis, dan wordt geen uitkeering gegeven, dal spréékt van zelf. Wel wordt ook een uitkeering geg-veri. als de meid of knecht in de huishouding var» den landbouwer werkzaam is en oen ongeval krijgt. Een melkknecht, die bij het hakken van hout voor de kachel van den boer, zich b.v. in het been hakt, krijgt wel ondersteuning. leder, die op de boerderij voor loon werkt, valt dus onder de*e verzekering. Wat kan men ontvanger, na een ongeval Ie. Vrije genees- en heelkundige behandeling en wat daarbij behoort, dus ook vrij medicijnen; 2. Een tijdelijke uitkeering, zoo de gevolgen van het ongeval slechts van lijdelijken duur zijn, gedurende de geheele ougesteldheid 3e. Een blijvende uilkeeriug. zoo de getroffene voor een deel of geheel invalide wordt voor zijn geheele leven lang. Is een getroffene tengevolge van een beroepsongeval gestorven en heeft hij nagelaten betrekkingen (vrouw, kinderen, in sommige ge vallen de ouders of grootouders) die d.'or zijn loon werden onderhouden daD krijgen de nagelaten betrek kingen een blijvende uitkeering. De geneeskundige hulp ontvangt mén terstond, zoodra een ongeval gebeurt; deze hulp wordt gratis ver- leeod, wanneer de arbeider niet ic een bus of doktersfonds is. Kan een arbeider tengevolge van een ongeval niet werken, dan krijgt hij 70 pCt. van zijn loon en natuur lijk vrije geneeskundige hulp. Ver diende de knecht b.v. f 10 in de week, dan ontvangt f7 uitkeering. Kan de arbeider evenwel nog wat werk doen, dan krijgt hij de volle 70 pCt. doch een deel er van. Een knecht, wien b.v. de beenen zijn afgereden, toen hij,met het paard op hol sloeg, krijgt levenslang f 7 per week, zoo hij ten minste f 10 verdiende. Voor eiken gulden dien hij verdiende, krijgt hij 1 0.70 uitgekeerd. In sommige gevallen kan, op ver zoek van den arbeider, de blijvende uitkeering veranderd worden in een uitkeering in eens. Gaat een arbeider, tengevolge van een landbouwongeval dood, dan komen de nagelaten betrekkingen in aanmerking voor steun. Deze uitkeering gaat in op den dag na het overlijden. Nemen wij weer het geval, dat f 10 per week werd verdiend, dan be dragen de uitkeeringen: a Voor de vrouw, met wie de overledene ten tijde van het ongeval gehuwd was. tot haren dood of haar opvolgend huwelijk 30 pCt. of 3. b. Voor elk kind van den over ledene 15 pCt. is f 1.50 en bijaldien dit kind ouderloos wordt, 20 pCt. is f2. c. Voor de ouders of bij ontsten tenis van dezen, voor de grootouders van den overledene, zooveel als hij in den regel tot hun levensonderhoud bijdroeg, doch niet meer dan 30 pCt. is f 3 van zijn loon en wel tot den dood van den langstlevende. d. Voor elk ouderloos kind van den overledene, zooveel ais hij in den regel tot diens levensonderhoud bijdroeg, doch niet meer dan 20 pet. is f 2 van het loon; c. Voor de schoonouders van den overledene, zooveel als hij in den regel tot hun levensonderhoud bij» droeg, doch niet meer dan 30 pet. is f 3 van bet loon en wel tot den dood 7an den langstlevende. Zoo wij reeds zeiden, namen wij als maatstaf aan f 10 per week loon. Wordt er moer verdiend, d m is ook de uitkeering hooger, zijn de ver diensten lager, dan is ook de uit keering mir.der. Daarom wordt in het bovenstaande dan ook telkens gesproken van procenten. Hertrouwt een weduwe dm houdt de uitkeerirfg op en ontvangt zij'n uitkoopsom van 3 maal de haar toe gekende. jaarlijkgche uitkeering. Voor de kinderen en kleinkinderen die een uitkeering krijgen, houdt deze .op. zoodi a zij 16 jaar zijn ge» worden. Heeft een weduwe meer dan twee kinderen beneden de 16 jaar, dan ontvangt zij *oor die kinderen te zameu niet meer dan 30 pet. zoodat het hoogste bedrag, dat aan de na» gelaten betrekkingen wordt uitge« keeid, bedraagt 60 pet. van het loon van den getroffene. Onze lezers zien uit het boven» staande, besluit de «Telegraaf", waaraan wij deze inlichtingen ont» leenen, dat door de uitkeeringen van de Centrale Landbouw Onderlinge, heel wat ellende op het platteland zal worden gelenigd, heel wat armoede zal worden voorkomen. Op het oogenblik worden de ge» 1 troffen arbeider en diens gezin geheel overgelaten aan de liefdadigheid, die 1 maar al te dikwijs niet toereikend j is, den nood te verhelpen. Is de landbouwer evenwel aauge« j sloten bij' de CeritVale Laattoufc Onderlinge, dan zijn de arbeider en diens gezin verzekerd en krijgen zij steun in nood, als 't noo !v- is, levenslang. Men herinnert zich immers wel Ie vrijzinnige waarschuwing Phi op voor beschermende rechten, na. die makei. het brood duur. O, wat heeft deze leuze een opgeld gedaan, inzonderheid als sr ter» kiezingen in aantocht waren. Thans lipt ze evenwel op .sten en, nogwel blijkens de «N.R.Ct." Aan dit blad wordt toch uit ?:ew York geschreven naar aanleiding der gestadige prijsstijging van verschil» lende artikelen »llet spreekt van zelf; dat c-viv de oorzaken van dit algemeen verse!' jn» sel meeningeii worden ten beste ge» geven. Er zijn er, die slechtsY-én oorzaak kennen, het tarief. Ofscb bou het beschermende tarief wel een eer voorname rol in de prijsstijging speelt, gaat men te ver, doo iet uitsluitend van alles do èchuW^te gévëh. Naast' deTerzaiÏÏ?i3jV Bradstrtets voor Amerika, staan toch die van Sauerbeck en van the Ëcono» mist voor Engeland <*n de beide laatstgenoemden doen zien, dat ook in het »open" Engeland de prijzen in de laatste jaren gestegen zijn. Het tarief speelt alzoo, volgens dezen correspendent nog slechts »een zeer voorname rol" bij de prijsstijging En zijn dan ook nog heel wat andere oorzaken voor de stijgende levensduurte. Dezelfde Amerikaan» sche corresp. wijst er zelf op.- de trusts; de overvloedige goudproduc* tie, de grootere behoeften aan woel» de, de opeenhooping der bevolking in de steden, en in verband hiermede gebrek aan werkkrachten op het land Waarlijk, naast al deze oorzaken geraakt die, welke gelegen zou zijn in het hooge tarief, steeds meer naar den achtergrond. In dit verband zij ook gewezen op de opir.ie van Senator Ëlkins, wiens naam aan zoovele belangrijke maat» regelen van wetgeving in de Ver» eenigde Staten verbonden is en thans heeft voorgesteld dat een enquête zal worden gehouden naar de oorzaken 7an de de stijging der kosten van levensonderhoud in de V.St. sinds 1900. Als oorzaken dier stijging somde Elkins een interview o.m. op »Dat toenemende goudproductie en toenemende spilzucht de prijzen hadden doen stijgen. De Franscben kunnen bestaan van wat door de Amerikaansche toeristen wordt ver» spild. Dan brengen de Amerikaan» sche toeristen ieder jaar wel 100,000,000 dollar naar Europa. La rul verhuizers uit Europa nemen jaarlijks een dergelijk bedrag mee terug naar hun vaderland en zenden ongeveer de helft van dat bedrag naar huis met het Kerstfeest. «Alles en alles tezamen gerekend betalen de V.St. elk jaar omstreeks j na*'r inen m'i verzekert. 500.000,000 dollar aan het buiten, JK ';an tenminste fctproerCT.au [[-' dokter, ik mag mij gedurende mijne land. Dat is een geldontrekking die J jarenlange praetijk op ©enig succes beroc* mede behoort tot de hoofdoorzaken j n yu !a<' IS niot n!t'jd ongeneeslijk. toeneming der kosten van mltiSVwheêgd.CC"'Be h°°P r van de levensonderhoud'' We ontleen en deze samenvatting van Elkin's opini ook aan de NRCt. Indien de Senator zich bezwaard had beloond over het tarief, zonden we zulks wel vernomen hebben. Geen woord echter, merkt de Resb. ten slotte op, over de stervende leuze. Dokter Scrlas is een specialiteit voor sleelzuchtigen. Hij heeft met de grootste nauwgezetheid -ic zieken bestudeerd, door deze zonderlinge kwaal steelzucht of kleptomanie geheeten, aangetast. De klep- tomanie met al haar verscheidenheden heelt voor hem geen geheimen meer hij heeft er een groote ervaring in verkregen. In een huis dat hij te Saint Mande bezit neemt hij de zieken in pension, die men hem toevertrouwt, hij verlaat hen niet, hij slaat hen voortdurend gade en tracht hen te genezen van hun noodlottigen hartstocht. Hij is een zeer zachte geduldige dokter, b-bPB.,10 en hart voor hen heelt, hij oouuT Voor hen een boeteprcek of geeft hen vaderlijke vermaningen. Hij heeft groot vertrouwen in zijn kunst, hij verricht wonderen. Als de zieken beter worden, gaat hij met hen uit, stelt hen bloot aan bekoringen om hen te beproeven: indien zij nog be zwijken treedt hij tusscbenbeide. neemt hun het gostolene voorwerp af, geeft hei aan den eigenaar terug en berispt mei zachtheid den schuldige. Hij teh een zeker aantal genezingen. Ziin roem is ver verbreid, uit alle landen komen zieleen naar hem toe. Onlangs ontving hij bezoek van een huisvader, die cr treurig uitzag. Dokter, zei de bezoeker tot hem, ik ben markies Lina Groz, ik kom uit Madrid om u te spreken; ik heb uw groote ge leerdheid en bekwaamheid hoog hooren roemen. Mijn geleerdheid is zeer gering, on derbrak hem de dokter nederig. Gij zijl een meester in uw kunst. Ik doe wat ik kan. Gij ziet hier voor u een armen vader, bijna tot wanhoop gebrachtik heb een dochter die door de vreeselijke kwaal is aangetast, waarvan gij studie hebt gemaakt. Het is onbegrijpelijk hoe mijn dochter nu t die vreescüjke kwaal behept is: zij heeft steeds niets dan goede, voorbeelden voor oogen gehad, zij heeft een goede opvoe ding genoten, zij is voortdurend bewaakt en nagegaan, ik kan niet hegrijpen hot die hartstocht in haar ontstaan is. De oorzaken zijn vaak ondoorgrondelijk zei de dokter ernstig. Er is iets in haar sterker dan d< wil, dat haar onophondelijk aanzet, zich voorwerpen toe te eigenen, die haar niet toebehooren. Zij spreidt daarbij ongelooflijke slimheid verwonderlijke handigheid en groote ver metelheid ten toon: zij jaagt mij onop houdelijk schrik aan. Niets kan haar ver beteren, noch verwijten, noch zachtheid, noch geweld. Ik heb alles beproefd. Het geval is ernstig merkte de dok ter, op. Zij gaat nooit alleen uit, hernam de markies, zij is steeds vergezeld door een Engelsche gouvernante, een zeer ernstige en vertrouwde persoon, die haar voort durend gadeslaat en bewaakt, ondanks die voorzorgen slaat mijn dochter nog vaak haar slag, en dikwijls word ik daar door in moeilijke en zeer onaangename zaken gewikkeld. In een woord het is niet langer om uit te houden. Ik zou haar in het huwelijk doen treden, maar dit is onmogelijk, zoo lang zij niet van haar vreeselijke ziekte genezen is. Men heeft mij aangeraden naar u te gaan gij alleen Ik kan u niets beloven ik moet haar eerst wat hebben gadegeslagen. Ik zal haar morgen met haar gou vernante bij u zenden, ik zal haar bij u in pension laten totdat zij genezen is. Ik zal haar vertrekken laten gereed maken, /.ei de dokter. at mij betreft zei de markies ik zai mij zoolang te Parijs vestigen, ik zal haar dikwijls komen opzoeken. De markies en de dokter bespraken daarna den prijs van het pension, men kwam overeen, dat in geval van succes de marki' s twaalfhonderd francs aan den dokter zou geven. Den volgenden morgen bracht de onge lukkige vader zijn dochter, een zoor mooi meisje van achttien jaar. De gouvernante vergezelde haar. Bij het zien van zijn patiënte kromp het hart van den goeden dokter van medelijden ineen. Hoe jammer dacht hij, dat zoo iemand met die vreeselijke kwaal bebebt is. N'a het vertrek van den markies instal leerde de dokter zijn pensionnairedaar na onderhield hij zich met het jonge meis je Toen het onderhoud geëindigd was, be merkte de dokter dat zijn horloge ver dwenen was. Mijn kind zeide hij lot de zieke, gij hebt mijn horloge ontvreemd. Het jonge meisje keek hem met ver wonderd gezicht aan. ito. ttt t ni :Zi«*|» Geef het mij terug, hernam de dokter. Gij vergist u zei zij. Gij alleen hebt het kunnen doen. gij hebt echter onwetend gehandeld, gehoor zamend aan u ziekelijke natuur. Ik heb het niet, zoek maar. -Spaar mij die moeite. Mylady heeft mij het horloge ont vreemd, zei het jonge meisje, het hand valiesje van haar gouvernante openend, kijk maar voegde zij er bij. Het horloge lag er werk lijk in. Het is slecht van u mij tc beschul digen. zei de Engelsche gij hebt het horloge in mijn valiesje verborgen. ja ik heb het gedaan, bevestigde het jonge meisje triomfantelijk, niemand heeft er iets van gemerkt. Ze zal moeilijker te genezen zijn dan ik dacht mompelde de dokter. Den volgenden dag ging hij met zijn pensionaires uit. Zijn patiënten drukte hei verlangen uit. eenige inkoopen le doen in een parfume riewinkel. Zij trad binnen en vroeg eenige flacons reukwater. Een bediende legde er eenige op den toonbank. De dokter sloeg de minste be weging der zieke gade. Eensklaps zag hij dat zij een flacon in haar zak liet glijden. Hij nam haar ter zijde en verweet haar op vaderlijke toon hcur fout. Ze ontkende eerst. De dokter haalde toen het fleschjc uit haar zak. Het is maar een grap zei ze een beetje beschaamd. Betaal het en ge kunt het behouden hernam de dokter. De prijs is zes franks, zei de be diende. De dokter betaalde en gaf het fleschjc aan het meisje terug. Neen zei zij geheel treurig, nu geef ik er niets meer om. De dokter hield aan. Het is vergeefsch, hernam zij, nu hel betaald is heb ik er geen zin meer in. Om zijn patiënte niet meer aan de be koring bloot te stellen, verbood de dokter haar eenige dagen het huis te verlaten. Toen hij oordeelde dat hij het weer kon wagen, stemde hij cr in toe haar te laten uitgaan. lie dokter vergezelde haar en sloeg haar nauwkeurig gade. Zij gedroeg zich goed. Toen zij thuis gekomen was opende zij haar valiesje en zei Kijk eens ik heb dat alles wegge nomen. Het valies was gevuld met allerlei ge stolen voorwerpen, kant, juwcelen en kunt'haar redden j andere snuisterijen. I

Peel en Maas | 1910 | | pagina 1