Uitgever Munckhof, Venray, Beroepskeuze. 3Dste .Taargang No. 32 Een huwelijksreis 1 Zaterdag 7 Augustus 1909. Abonnementsprijs per kwartaal voor Vbnray 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland by vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. Prijs der Advertentiën: van 1 4 regels 20 c. elke regel meer 5 c. letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend. Burgemeester en Wethouders van Venray, Overwegende, dat het van groot belang is, dat de bevolkingsregisters nauwkeurig worden bijgehouden en de krachtige mede werking van de ingezetenen hiertoe een eerste vereischte is Herinneren aan de volgende bepalingen van het Koninklijk besluit van 27 Juli 1887 (Staatsblad No. 141) regelende de verplichtingen tot het doen van aangifte voor de bevolkingsregisters. Zij, die op den dag der volkstelling in 3. 5 of 6 jaren hadden geleden en standen zoo zijn Wat de reder. den vreemde of in een der Kolonieën of overzeesche bezittingen van het Kijk hebben vertoefd, moeten hier ter secretarie der Gemeente kennis geven binnen cene maand na hunne terugkomst. Zij, die bij de volkstelling zijn overge slagen, moeten van dit verzuim kennis geven aan het Gemeentebetuur hunner werkelijke woonplaats binnen eerie maand na den dag voor die telling bepaald. Voor de leden van huisgezinnen rust de verplichting tot kennisgeving van het verzuim op het hoofd van elk huisgezin. Zij, die uit cene Nederlandsche Kolonie cene overzeesche bezitting of uit den vreemde hunne woonplaats overbrengen in eene Gemeente binnen het Kijk, be- hooren hiervan eene verklaring te doen aan het Gemeentebestuur binnen cene maand na aankomst in de Gemeente, ver gezeld van het gebruikelijk getuigschrift voor hen, die uil de Koloniën en bezittingen, en voor hen, die uit dc vreemde komen, van een paspoort of reis- en verblijfpas of andete door de politic deugdelijk erkende bewijsstukken. Bij alle kennisgevingen moeten de noodige opgaven worden verstrekt voor de inschrijving. Zij, die hunne woonplaats naar een andere Gemeente overbrengen, moeten hiervan kennis geven ter Secretarie der Gemeente die zij verlaten en waar zij ingeschreven zijn, met opgaaf der Gemeente waar zij zich vestigen. Het ontvangen getuigschrift van woonplaatsverandering moeten zij uiterlijk binnen een maand na hunne nan-j komst in de nieuwe Gemeente ter Secre tarie dier Gemeente bezorgen. Elk hoofd van een huisgezin moet uiter lijk binnen eene maand ter Gemeentesecre tarie kennis geven van ieder lid, dat in het huisgezin wordt opgenomen of daar uit gaat, inwonende dienst- en werkboden daaronder begrepen. Hij moet bij die kennisgeving de noodige opgaven voor de inschrijving in de bevolkingsregisters ver strekken. Onverminderd deze bepalingen is een ieder, door het gemeentebestuur daartoe opgeroepen, verplicht tot het doen dei- opgaven, die vereischt worden om dc bevolkingsregisters in te vullen. Overtreding deze bepalingen wordt ge straft met hechtenis van ten hoogste 14 dagen of geldboete van ten hoogste 100 gulden. Tot voorkomen van moeilijkheden worden de ingezetenen ernstig aangespoord hunne verplichtingen nauwgezet na tc komen. Venray den 23 Juli 1909. De Burgemeester en Wethouders voorn. H. ESSER. De Secretaris. Stoot. Het is weer in den tijd der examens. -De eene helft van Neder land vraagt de andere helft leeg", heeft eens iemand met eenige over drijving gezegd, maar er schuilt toch wel iets waars in. Wie in den laatsten lijd de cou ranten inzag, stuitte telkens op lange lijsten van namen van gelukkigen, die toegelaten waren tot Hoogere Burgerschool of Gymnasium over gegaan waren, voorwaardelijk o schrikkelijke vacantia of on voorwaardelijk; of ook van hen, die zoo gelukkig waren het eind-diploma te verwerven van de inrichting, waar zij hun jeugd-lief en leed geduiende gevormd waren om het leven verder in te gaan, gewapend meteen goede dosis kennis, die hun van nut zal zijn en met misschien nog grootere dosis, die zij zoo spoedig mogelijk zullen vergeten. Over het opnemen van al die namen in de courant zouden we hrel wat kunnen schrijven. De vraag, of het gewenscht is om de kinderen door het publiceeren van hun naaien al zoo vroeg ijdel te maken echter aan de paedagoger. van professie overlatende, willen we er alleen maar op w ijzen, dal elke zomer onze maatschappij opnieuw voorziet van grooten toevoer op de arbeidsmai kt, en die lange lijsten van geslaagden voor eind-examens, voor hem, die wat verder denkt, de vraag doet rijzen wal wordt er van al die jongelui Natuurlijk vallen er al dadelijk heel wat af, die niet op de groote voederkrih der maatschappij zijn aangewezen. Er zijn er, die hun einddiploma van H B. S. of Gymna sium haalden als eersten stap op den verderen weg der studie, die officier, dokter, leeraar widen wor den. Over dezulken hebben wij t nu niet. Ook niet over die gelukkigen, die, na de school te hebben afgeloopen hun kennis productief gaan maken m de zaak van vader, oom of ander familielid, waar een plaats voor hen is opengehouden of wordt gecreëerd, en waar zij eens als patroon zullen optreden. Maar behalve deze categorieën zijn er honderden jongelui, die met hoi eindexamen de school den rug toe- keeren en een plaats moeten zoeken die zich dus komen presenteeren op de groote arbeidsmarkt, zeer vrleu nog zelfs zonder dat zij weten in welken tak van bedrijf zij oen bezig heid. een toekomst willen zoeken. Voor hen is li t rit de grootsti moeielijkheid om -er tussrher. te omen" om iets te vinden, dat, al loont het misschien in den beginne niet voldoende, toch redelijk uitzicht eeft op reu behoorlijke toekomst. En voor en door hen worden nu allerlei sollicitatiebrieven geschreven en worden kennissen, liefst zoo in vloedrijk mogelijk, aan het werk gezet otn hun tot -kruiwagen te dienen ter bereiking van een begeer lijke plaats. Slechts weinigen zijn zich bewust van den weg, die zij willen loopen, zeiden we. Men moet de pogingen hebben aanschouwd, door gediplo» meerden gedaan, ont -iets te krijgen om het even wat, en dadelijk geelt men het toe, dat het vaak een hard draverij is met weinig kans op een prijs, 'of sterker nog een loterij met zeer veel nieten. -Op een kantoor is vaak het ideaal en maar al te weinig wordt er onderscheid gemaakt en naar toe komst gevraagd, als maar eerst de sollicitant aan een lessenaar is ge- dat elk jaar opnieuw oor. allerlei betrekkinkjes honderdei: sollicitanten zijn Want oen feit is 't. dat telkens opnieuw wordt bevestigd, dat voor salarisjes, die ter nauv. ernood vol doende zijn, om een jnngniensch behoorlijk huisvesting I" verleenen, keuze in overvloed is. Het is een sociaal verschijnsel, eenerzijds in de hand gewerkt door de groote uitbreiding van het aantal gelegenheden voor middelbaar onder wijs en anderzijds bevorderd door het streven van vele kleine burgers, om van hunne kinderen i ts tneer te willen maken dan zij zelf zijn. Geen van beide is te vefoordeelen. Hoe meer goede scholen er zijn, des te heter kan een natie zich ontw ik- k'don en des te kracht'ger kan zij worden, en dat de mensehen het voor hun kinderen hongerop zoeken is ook niet te misprijzen, hoewel er een gevaar in steekt, dat trouwens meor van paedagogische zijde gecureerd moet worden dan door den sociaal econoom. Maar toch ligt er in het streven om den jongen - kantoorheer" te willen laten worden, eu. element, dat we meenen te moe^ veroor: deelen. Het ambacht, de handenarbeid is in discrediet geraakt. In de laatste jaren is er wel eenige rehabilitatie merkbaar, maar toch ziet men toch nog al te vaak dat menschen, die zelf grove werkhanden hebben, hun zoon dat lot willen besparen en hem liever een boord en manchetten zien dragen, 't Is menschelijk maar ver keerd. O, natuurlijk, de middenstand op de kantoorkruk men t er zijn, vooral in onzen tijd van inkt en papier, maar toch wie zijn zoon alleen om het uiterlijk aantrekkelijke van het heer zijn liet kantoor induwt en meent hem te kort to doen wan neer hij hom een ambacht goed zon laten leeren, die heeft lift toch o. i. niet bij lid rechte eind. üe maatschappij heeft behoefte niet aan menscben, die geen vak verstaan, maar wel aan degelijke vaklui en er zijn zooveel bedrijven waarin een ontwikkelt! j mgmensch juist omdat bij ontw ikkeld is, promo tie zou kunnen maken als hij de moeite zou willen nemen bij zijn schoolkennis een vak gron lig te leeren. 'l Is w aar, als de jongen van de 3jarige Burgerschool komt, lijkt hij al een heelo piet, maar er is, dunkt ons, toch geen enkele reden om hem in die gedachte te stijven, en het is voordceliger om hem dan nog een paar jaar op een goede vakschool te loen, zoodal hij goed toegerust hel leven ingaat als practicus, dan dat hij als aanhangsel van het -geleerd proletariaat'' een maatschappelijk euvel gaat worden. Voordeeliger voor hem zelf en voordeeüger voor de maatschappij, j Voor hem zelf. omdat hij dan na volbrachte vakstudie spoedig tneer al de branche van klerken dan wat minder overvoerd |hlj zou zijn. Een vakman, die in zijn jeu- middelbaar onderwijs genoot, later meer waard, dan iemand, di van de gewone lagere school in het vak is gekomen. IIij zal later in den regel uitmunten door oordeel, alge meene ontwikkeling, manieren, en al spoedig uit den grooten hoop naar voren komen. Menige zaak is ver legen om zoo iemand als workmees» ter, voorman, meesterknecht, en menig patroon zal zoo iemand gaarno goed willen salariëeren, vaak heel w at beter dan zijn klerken, die Fransch, Duitsch of Engelsch moeten kunnen correspondeeren Er is in onzen tijd een zekere rehabilitatie van het ambacht merk baar, zeiden weboven. De kunst legt beslag op eiken tak van nijverheid en het kunstambacht vraagt ontwikkel de werklui. Waar de maatschappij dus dien kant uit wil moet men dat sturen opmerken en o. i. doet een vader veel beter zijn zoon te leeren, dat handenarbeid evenzeer adelt als elk ander werk. Het zit niet in boord of manchet, ook voor den blauwen kiel kan er achting zijn, mits maar de persoon die hem draagt, hem weet te eeren. Vraag naar zijn lust, naar zijn aanleg, maai leer hem, dat werken met de handen geen schande is, omdat handenarbeid van iemand met een goed denkend hoofd steeds zal worden gewaardeerd. En bovendien: goede ambachtslui zijn er in een land nooit te veel. Mengelwerk. met hindernissen SLOT. meende West in Woking plaatst. De ontevredenheid met dekan verdienen dan op een kantoor* poaitie komt later wel. kruk en voordeeüger voor de maat» Hoe komt het toch, dat dio toe» schappij, omdat de arbeidsmarkt in .Dat is niet zoo lachend. Jawel, heel erg ik hnd iemand moeten ontmoeten.'' Daar is nu niets meer aan te veranderen, juffrouw Dora. .Maak uw bonne mine a mauvais jeu. We hebben nog een half uur den tijd, dien we kunnen gebruiken om een kop thee te drinkenu schijnt wel een verfrissching noodig te hebben.' Stom knikte ze. In de restauratie bestelde West. thee en broodjes. Al dien tijd dacht Dora er over na, hoe ze den jongen man. dien ze sinds jaren niet gezien had, zou vertellen, dat sinds dezen morgen geen meisje meer was, dat ze haar man op reis naar I.onden had verloren. Ze wilde West om raad vragen, hoe na al deze hindernissen einde lijk haar geliefden Hans kon vinden. stotterend en met door tranen verstikte stem begon ze, nadat de kellner thee ge bracht had: ..Mijn beste meneer West. help me... ik ben zoo ongelukkig.', „Wat is er dan gebeurd" vroeg de goe dige jongen bekommerd. „Ik... ik,., heb mijn Mans verloren snikte de jonge vrouw. Ik begrijp u niet? wie is Hans? Misschien uw schoothondje „Neen Hans is sinds van morgen mijn man In Woking wilde ik rozen hebben hij stapte uit... en ik reed naar Londen- Dc stumperd, wat zal hij naar mij verlan gen Wat zal ik doen om hem tc vinden West begon wat te begrijpen en k-.n slechts met moeite zijn lachen verhinderen. Het was toch te komisch dat een vrouw op de huwelijksreis haarman verliest, ilij bedwong zich echter toen hij het wanhopige 8oHiciteerende.K,zichl 'JtT ionK'' vrou»' *>B- crlaat u op mij mevrouwWe zullen a wel vinden. In Woking zullen wc goed uitkijken en als hij er nog is, zal hij bij ons in de coupé komen. Zoo niet dan zet ik u in Londen in een aapje en u rijdt U hebt toch ineen hotel kamers besteld?.' Ja in ,t Grand Hotel. «Nu dan zult u zeker iets van uw echt genoot vernemen. Wees dus goedsmoeds." Dit was werkelijk een verstandig voor stel. Hoe dom dat ik daar niet dadelijk daaraan gedacht heb. Ze droogde hare oogen lachte haar redder in den nood zelfs vriendelijk toe. De tijd verliep onder het ophalen van oude herinneringen en weder- zijdsche nieuwtjes verrassend snel. Eer men er op verdacht was, kwam de trein in Woking. Op het perron stond een opgewonden jonge man, die angstig alle coupé s monsterde. Plotseling bleef hij als verlamd staan, zijn gezicht werd rood van toorn. Kon hij zijn oogen geloovcn Was dat werkelijk Dora, zijn vrouwtje, dat zoo zat te lachen met een jongen knappen zecofticicr Zij kon lachen, terwijl hij, Hans Holland sinds uren de vertwijfeling naderbij was. O, die vrouwen. Ijverzucht, toornen verrassing overmande hemnauwelijks kunnende spreken, stortte hij de coupé in en riep den niets kwaads vermoedende West toe: „Ellendige schurk Een oogenblik keek deze hem verbaasd aan. loen greep hij hem bij zijn kraag en wierp hem de deur uit, zonder hem echter los te laten, want hij meende met een waanzinnige te doen tc hebben, dien hij moest vasthouden tot er een politie-agent verscheen. Dadelijk kwam de stationchef en een paar kruiers anngelooprn. Plotse ling hoorde West mevrouw Holland erschrikt uitroepen „Hans. Hansmijnheer West, dat is Hans." Snel trok West zijn hand terug cn lie1 zijn gevangene vrij. „Deksel dat is toch niet je man Ja Hans, doe hem niets, hij was zoo ricndclijk me in bescherming tc nemen smeekte Dora. Verwoed keek Hans ijn vrouw aan. „Och Hans wat ben iblij dat we elkaar eer hebben gevonden at heb ik toch angst uitgestaan, totdat mijnheer t een oud vriend me geholpen heelt i, wees niet boos, maar het was ver schrikkelijk 1 klaagde Dora. Hans wiste zich het zweel van het voorhoofd en bromde „De duivel hale me als ik van de heele geschiedenis een woord begrijp. Hoe kom je dan in dezen irein met dezen heer. M n was onder de hand ingestapt, de 'r ii g'ng voort en West, die zag dat de beide opgeworidenen, elkaar de zaak nooit duidelijk zouden maken, vertelde nu Dora's misfortuin. .Pardon meneer, maar ik was door al die gebeurtenissen zoo opgewonden..' stamelde Hans verlegen. „Ze. r begrijpelijk, ik had in uw plaats u a; rschijnlijk niet anders gehandeld maar eind goed, al goed riep West v rooi ijk. Gij hebt elkaar weer daarmee basta." „O, Ik schaapskop. En het telegram riep Hans. zich voor het hoofd slaande." „Wat voor een telegram „Dat ik naar Portsmouth naar je ouders stuurde, toen ik je noch tc Londen, noch te Woking vond." „Wat heb je getelegrafeerd, ongeluks- mcnsch „Hou Dora vast tot ik kom." Ik dacht dat je in angst van I.onden naar huis zou zijn gereden." West's gelaatspieren werkten heftig, maar hij wilde zijn rol van redder met fatsoen tot het eind toe spelen en zei zoo kalmpjes als hel maar kon Dat geef niets. Men zal u schrijven en telegrafeeren wal ge eigenlijk meent. Gij antwoordt dat ge die vraag niet begrijpt, men zal u dan den inhoud van uw depêche terug telegrafeeren cn gij zult uw triomf vieren door te verklaren dat de depêche verminkt is. Gij had getelegrafeerd „Houdt Dora's nieuwe hoedendoos vast, tot ik kom die hoeden doos is echter teruggevonden. Alles is in orde. Mijnheer West u bent een geniaal mensch. Wat ben ik u dankbaar. Wat had ik zonder u begonnen! Niet waar Hans. we zullen blij zijn als meneer West ons eens in on9 •igen huis komt opzoeken, zoodra we op orde zijn Wc

Peel en Maas | 1909 | | pagina 1