m mi
KERMIS
UitgeverW, A. Van den Munckhof, Venray.
Zaterdag- 31 .Tuli 1909.
30ste Jaargang
No. 31
Dit nummer
bestaat uit
TWEE BLADEN.
Medewerking.
Mengelwerk.
Een
huwelijksreis met
hindernissen.
Abonnementsprijs per kwartaal
voor Venray 50 c.
franco per post 65 c.
voor het buitenland by vooruitbetaling 85 e.
afzonderlijke nummers
6 c.
MAAS
Prijs der Advertentiën:
van 1 4 regels
elke regel meer
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, Smaal geplaatst worden 2raaal berekend.
20 c.
5 c.
Heerlijke dagen van vroolijke
vreugde, ten JJspijt van kniesoor en
zwaitkijker toch tot ons terugge
keerd.
Zonneschijntje aan den maar al te
dikwijls zwart bewolkten hemel van
de menschen der menigte uit
hun naam vooral roepen we een wel
gemeend welkom U toe.
Want hunne beurs gedoogt niet
het doen van herhaalde pleizerreisjes
noch ook van alles te profiteei'en, wat
overal te profiteeren wordt geboden,
in den loop van het jaar.
Maar "de tredmolen van 't daag
lijksch bestaan, van hun kostwinners
plicht houdt al te lang het voorhoofd
gefronst en de spieren gespannen.
I.aat ook hen toch eens rusten en
lachen en vroolijk zijn
Als de voorbereidselen der kermis
plaats hebben, een aardige drukte,
dat gesleep van karren na karren,
van zwaarwichtige wagens, dat
opbouwen der tenten geraamten, dat
bekleeden ervan met schijnschoon en
tooneelpracht. wel dan bouwt zich i
't gemoed van de massa spontaan ook
de kerraisstemming op.
Al het werk stopgezeten als dan
na den kerkdijken dienst op Zondag
middag van kramen en tenten de
voorhangdoeken omhoog gaan, trek
ken de dichte scharen met kijkgrage
blikken langs de terreinen.
Als de kermis- haar doel wil be
reiken, dient de oude waarschuwing
«er zij regel en maat in alle zaken",
niet uit't oog verloren.
Want vroolijkheid dient geen uit
gelatenheid te zijn en een glas in
prettig samenzijn gedronken moet
niet leiden tot tooneelen van dronken
schap, die afkeer en walgiog ver
w ekken.
Maar 't zij tot eere van onze kermis
en de kermisvierders gezegd, dat zij
in dit opzicht steeds vrij van smet
gebleven zijn.
Moge aan die eervolle traditie ook
deze viering weer beantwoorden,
ook om den vijanden der kermis
geen wapen in de haüd Ie geven,
maar vooral om het hooghouden
onzer menschelijke waardigheid, wat
noodig is in dagen van pleizier zoo
goed als in de dagen van plichtsver-
vervulling.
Men kenne zich zelf: opdat geen
sctiaamte vol berouw ons deel worde,
maar liever dat wij ook aan de
kermis van 1909 de aangenaamste
herinnering mogen bewaren.
En verder hoe meer pleizier, hoe
beter.
Aan allen een vroolijke kermis,
goed weer en goede zaken
't Is een zeer gewoon iets dat bij
het ondernemen van een werk van
eenige beteekenis gevraagd wordt
om de algemeene medewerking.
E°n leest wordt op touw gezet,
een instelling in het leven geroepen
(en bate der behoeftige of lijdende
menscliheid.
Voor elk streven, hetzij nut wordt
beoogd, hetzij genoegen, wanneer
slechts een wijdere kring dan per
soonlijk belang het voorwerp uit
maakt, kloppen wij aan hij den
evenmensch. mot de bede om mode
werking.
En vreemd duizenderlei on tien
duizenden in getal zijn die verzoeken,
verbazing soms wekkend, hoe de
menschen, die het initiatief namen
of de zaak begonnen, op do gedachte
zijn gekomen maar slechts hoogst
zelden ontbreekt wat gevraagd
wordt, en moet de zaak wegens
gebrek aan hulp worden opgegeven.
Hoe kan het anders
Ieder voor zich is zoo innig over
tuigd van de groote macht in samen
gaan gelegen, en dat hij ook den
zwaarst geladen wagen gemakkelijk
in beweging kan brengen wanneer
velen de handen uitsteken; doch dal
het een hopeloos vermors is van
arbeidskracht, dit alleen te beproeven
Nu is ook op dit punt de onder
vinding de besto leermeesteres.
Door haar onderricht, past het
menschdom de onderlinge mede**
werking steeds moer en meer toe.
Maatschappelijk wezen als hij is,
wil hij toch met do maatschappij op
geen enkele wijze in contact komen,
dan gesteund door zijn medemenschen
Te zamen met hen regelt hij de
zaken van openbaar belang, maar
niet minder bevordert hij zijn parti
culiere aangelegenheden.
Te zamen met hen strijdt hij voor
het goede, of bekampt hij het kwade.
Te zamen met hen zorgt hij voor
de rust en veiligheid des vaderlands,
tegenover den in en uitwendigen
vijand.
In kunst en wetenschap, in daad
werkelijke toepassing van wat de
vernuftige geest des geleerden heeft
uitgedacht, in het doorvorschen van
de geheimnissen, welke de aarde
bergt in haar schoot, in het hoog
opvaren in de luchten, 't is overal en
altijd dat hij voor voorbereiding of
uitvoering de hulp zijner medemen
schen behoeft.
En wat in 't algemeen opgaat, dal
doet het meer bijzonder voor onzen
tijd en onze maatschappelijke toe
standen.
Want wie het woord »ve re enigen"
niet erkennen en toepassen wil, hij
is honderd jaar te laat geboren, hij
legt een tekort aan doorzicht aan
den dag, dat even bindeilijk voor
hem zelf, als ergerlijk voor zijn
medemenschen is.
Hij immers en zijn soort, welke
gelukkig tot een hoe kfnger hoe
kleinere categorie gerekend mogen
morden, trappen niet alleen hun
eigenbelang onder den \oet, maar
werpen ook een beletsel op maar al
te dikwijls, dat anderen den weg
verspert om tot het doel te komen.
Voor een gelukkig- herstel der zoo
geschokte samenleving van onze, eeuw
is de medewerking, de onderlinge
samenwerking, de eonige, noodzake
lijke, afdoende factor.
Het bederf moge diep haar hebben
aangetast, de rampzaligste gevolgen
zich hier en daar vertoonen en ver
oorzaken een zee van rampspoed en
ellende, toch het leeken waarin wij
leven is een teeken des heils.
Wijze mannen en voortdurend tal
rijker scharen van volgelingen be
reiden de medicijn, die vt zieke lijf
reeds te doorwerken begii ei: straks
genezen zal, (1e medicijn der gezonde
vereeniging, de samenwerking, die
blijft vasthouden aan de wetten des
gezags.
Want als dit ontbreek i, dan is er
geen ware leider, dan trekt die links
staat, links aan den wagen, die
rechts staat, rechts; dan wil de troep
van werkers, die er voo:gaan hem
voorwaarts bewegen, maar die er
achter komen, meenendat bij achter
uit boter ging.
En hot voortuig blijft staan.
Want or was niemand, die.'t bevel
voerde, of waarnaar men wilde Iuis-
teron
Turner Soanenbokken
en Geiten.
Teneinde misverstand o voorko
men met hel oog op de circulaire der
II. M. Zuurbier en Visser neemt het
Hoofdbestuur der Provinciale Ver
eeniging ter bevordering der Geiten-
fokkerij in Limburg do vrijheid ter
kennis van belanghebbenden te
brengen, dat door gemeld Hoofdbe»
stuur is. ./he J >.mburg
volbloed geiten in te voeren.
De Hoeren Jos. Hendrickx te
Swaimen en Jac. Timmermans te
Sittard zullen zich met den aankoop
belasten en zoo mogelijk de dieren
in Zwitserland, in de Rijnprovincie
en het Groothertogdom Hessen aan»
koopen.
De in te voeren jarige en oudere
geiten zullen den prijs van 45 gld.
niet overschrijden; mocht evenwel de
provinciale vereeniging voldoende
finantieelen steun van Rijk en andere
vereenigingen verkrijgen, dan zal de
bovengcstelden prijs aanmerkelijk
lager gesteld worden voor afdeelin»
gen en leden onzer Vereeniging.
Vereenigingen en particulieren,
welke zich op de voorgestelde wijze
van goed fokmateiiaal wenschen te
voorzien, worden verzocht zich voor
20 Augustus a. s. te wenden tot het
Bureau der «Provinciale Vereeniging
ter bevordering der Geiteofokkerij
in Limburg" te Swaimen.
Het Hoofdbestuur voorod.
De Voorzitter,
JOS. HENDRIKX,
De Secretaris,
J. SIMONS.
Johannes Holland was een vijand van
alle ceremoniën en daarom had hij het
dan ook doorgezet dat hij dadelijk na het
trouwen met de aardige juffrouw Framp-
ton van Portsmouth naar Londen sloomen
zou. De sneltrein stoof met de in Engeland
gebruikelijke snelheid van station naar
station. In Woking keek het jonge vrouw
tje toevallig uit het portierraampje.
Hè Hans, kijk eens wat heerlijke
rozen, wat ruiken ze lekker
Als pasgebakken echtgenoot gevoelde
Hans zich verplicht eiken, zelfs onuitge
sproken wcnsch van zijn vrouwtje te ver
reikte die zijn verheugd lachende Dora.
Daar hij geen kleingeld bij zich had, gaf
hij het koopmannetje een goudstuk ter
wisseling.
Dadelijk meneerIn een oogenblik
krijgt u geld terug, mijn baas staat daar
op het perron. En weg was de bengel.
Instappen, instappen, riep de conduc
teur.
Eerst maakte Hans aanstalten om dade
lijk aan dit verzoek te voldoen, bleef dan
echter een oogenblik twijfelend staan, want
het deed hem, als zakenman leed een
enkelen schelling onnoodig te verteren.
Kregelig.riep hij den jongen na:
-- Maak wat voort, jongen, vooruit wat.
instappen, riep den conducteur ten
tweede male.
Hans, die den knaap eenige schreden
tegemoet was gegaan, keerde zich haastij
om en wilde nog gauw instappen maar d
trein was reeds in beweging en hij moest
zijn coupé narennen. Maar voor hij ze
bereikte, dreunde de trein al met snel-
treins-snelhcid door het station. Met doods
verachting probeerde hij er nog op te
springen, maar daar pakten hem drie be
ambten van achteren beet en trokken hem
met geweld terug.
Hans, Hans, riep zijn vrouwtje ver
twijfeld door het raampj
Als een bezetene worstelde hij met de
drie mannen, maar 't hielp niets, als met
ijzeren tangen hielden zc hem vast. Het
volgende oogenblik was de trein onder de
overkapping uit en snelde voort.
Mevrouw Holland viel snikkend in haar
hoekje terug.
Die akelige bloemen. Nu is de heelc
trouwdag bedorven en mijn arme Hans is
zonder- overjas op het station achterge
bleven. Jy.it zal cr nu nog gebeuren?
Om hdar positie hdg slimmer te ma:c
opende in Vauxhall, het volgende station
een conducteur het portier en vroeg haar
kaartje.
Ik ik heb het niet, stamelde het
jonge vrouwtje, rood van verlegenheid.
Wat vroeg dc man streng.
Ik ik mijn man heeft de kaartjes
maar hij is te Woking achtergebleven,
omdat ik deze rozen wilde hebben en dc
trein voor zijn neus wegreed, bracht zij
met trilllende lippen uit.
De conducteur zag haar eens goed aan,
doch hij was een mensehenkenner en
wist dat vrouwen gekke kuren kunnen
hebben, hij had immers zelf drie dochters.
Ik geloof u zcide hij lachend, maar
ik moet uw naam en uw adres opschrijven.
In haar verrassing gaf zij haar meisjes
naam en het adres harer ouders op.
Tusschen Vauxhall en Waterloo Budge
had zij een besluit genomen. Wat zou ze
alleen in het groote Londen beginnen?
Het beste wat ze. doen kon, meende ze,
was met den eersten trein naar Woking
terugrijden, waai- Hans zeker op haar
wachtte. Toen de trein het Waterloostation
binnenreed, was ze zich zelf weer zooveel
.meester, dat ze kalm tegen een kruier kon
zeggen
Ik had graag dat je mijn bagage,
zoolang in de garderobe bracht, want ik
moet dadelijk terug naar Woking, ik heb
daar wat vergelen, voegde ze er blozend
aan toe.
Was 't niet beter inde „wachtkamer,'
vroeg de beleefde kruier, t' kunt dan
telegrafeeren.
Neen, neen, ik moet zelf terug om
het te halen. Neem gauw de bagage en
breng ze de garderobe. Daarbij duidde ze
twee handkoffers, twee damestaschjes»
een hooge hoedendoos en een hccrcnover-
jas.
De duivel hale me als die niet op
d'r huwelijksreis is. Waarom zou hij te
Woking zijn achtergebleven, grinnikte de
kruier.
Onderwijl had Hollander zich in de;
achting zijner aanpakkers gevloekt.
Duizend donders, laat me los zeg ik
jc, mijn vrouw zit in den trein.
Niet iedereen heeft zoo'n haast om
voor zijn vrouwtje den nek tc breken,
merkte" een der beambten op. Hans los
latende, toen hij zag dat de trein uit het
gezicht was.
Wat moet ik doen jammerde de
ongelukkige echtgenoot van eenige uren.
Op den volgenden tn-in wachten,
antwoordde de portier droogjes.
De volgende trein gaat al om 4 uur
20, troostte een ander.
Hollander moest zich in zijn lot schik-
vullen. Hij sprong dus uit de coupé koos ken. Een half uur later stoomde hij naar
het mooiste en frischte bouquet uit on London.
j In Waterloostation steeg hij uit, riep een
aapje en reed naar het hotel, waar hij
kamers gehuurd had. Daar wist men niets
yan zijn vrouw af. Woedend reed hij naar
t Waterloostation terug en begon zijne
navorschingen. Tot zijn geluk stiet hij
allereerst op kruier no. 22, wien hij vroeg
of hij met den trein van 3 uur 50 geen
dame in een grijs reiscosluum bad zien
uitstappen.
No. 22 glimlachte.
Een jonge, blonde dame.
Ja, Ja, mijn vrouw, we zijn in Woking
van elkaar geraakt.
Ik zal u naar do garderobe brengen.
Als u haar man bent, zult u ook wel haar
bagage kenden, meende de voorzichtige
witkiel.
Hollanders oog viel dadelijk op zijn
overjas en zijn hoedendoos. Dat zijn mijn
spullen, maar waar is mijn vrouw.
De dame is naar Woking terugge
reden omdat ze daar iets vergeten was,
antwoordde de witkiel, met moeite zijn
lachen bedwingend.
Als vernietigd viel Holland op een kof-
Ier neer. Wat zou hij doen Hij gevoelde
het belachelijke van zijn toestand, be-
Iwong zich met moeite en wendde zich
met voorgewende kalmte tot den kruier.
Ik moet met den volgenden trein
naar Woking terug om haar te
vinden, onderwijl verlies je geen enkelen
trein uit het oog en als je dc dame ziet,
dan breng je haar in de wachtkamer Iste
klas en laat haar wachten tot ik kom.
Maar pas om 's hemels wil goed op. Neem
voorloopig dit geld voor je moeite, als je
mijn vrouw vindt krijg je nog meer.
Nu rende hij weg en kon net op tijd
den tijd den trein van 5 uur 50 naar
Woking pakken.
Wh l«*o Net af&rouw Hvll.md kwalijk
nemen dat ze in haar overspanning en
door den wensch bezield zoo spoedig
mogelijk haar man weer te zien niet er
oplette dat de om 4.40 van het 3e perron
vertrekkende trein Woking passeerde en
niet stil hield en dat ze met dezen
trein in plaats van dien van 4.40 van het
2c perron vertrok.
Zc vlijde zich in een hoekje van haar
coupé eerste klas en zag in haar ver
beelding haar Hans voor zich en de vreug
de waarmee zc hem in Woking in dc
armen zou vliegen. Ze verlangde al
behoorlijk naar zijn geliefd gezicht, de
scheiding kwam haar als een eeuwigheid
voor. Nu werd bet haar eerst duidelijk'
hoe verschrikkelijk veel zij van hem hield.
Hare fantasie spiegelde haar heerlijke toe
komstbeelden voor. waarin zij zich ver
diepte. Plotseling bemerkte ze, dat de
zon al aan hel dalen was. Naar hare be
rekening moest ze al lang in Woking zijn.
Een heftige onrust en het voorgevoel van
iets vrccsclijks grepen haar aan. Ha, nu
klonk het signaal. Misschien was dit
Woking V De trein reed een lange, haar
merkwaardig bekend voorkomende over
kapping binnen.
Goede hemel, dat is Portsmouth,
riep ze verschrikt uit. Nu was ze weer
aangeland, vanwaar ze .s morgens als een
gelukkig vrouwtje was vertrokken.
Het scheen haar een eeuwigheid, sinds
zc zoo met geweld van haar man was
gescheiden. Och had ze die rozen toch
maar niet verlangd! Wat haatte ze, deze,
tot nu toe hare lievelingsbloemen. Ze kon
zich niet langer beheerschen en barstte m
tranen uit. Ze zag de reizigers in den
nevel uitstappen, doch bleef hopeloos in
haar hoekje zitten. Uit voorzorg trok ze
nog een dichten sluier over haar gezicht
opdat niemand haar zou herkennen.
Uitstappen, uitstappen, riepen de
conducteurs.
Of zc wilde of niet, ze moest uitstappen
Wat nu te beginnen Een verlangen naar
haar ouders beving haar. Hun huis stond
niet ver van het station. Ja. als de brui
loftsgasten er maar niet waren! Wat zou
men haar plagen. Een jonge vrouw, die
op den trouwdag haar man verliest Ze
had zich voor altijd belacke ijk gemaakt
Goeden dag. juffrouw FramptonOp
het geluk van u hier te treften, had ik
waarlijk niet durven hopen, u wilt zeker
ook met den eersten sneltrein naar Lon
den reizen Dat treft prachtig.
Schuchter keek de jonge vrouw om en
keek onder haar sluier den spreker aan,
een jonge marineofficier, die beleefd aan
sloeg.
Och bent u het, mijnheer West?
stottgrdc ze, met haar tranen kampend-