Brief T en Berouw. Uitgever Mimckhof, Venray. Zaterdag 3 April 1909. 30öt<> Jaargang No. 14 PEEL Abonnementsprij s voor Venray franco per post voor het buitenland bij afzonderlijke nummers per kwartaal 50 c. 65 c. vooruitbetaling 85 c. 6 c. Dit nummer bestaat uit TWEE BLADEN. van den ZeerEerw. Pater H. Peelers, Missionaris can het II. Hart te Tilburg, 18 October jl vertrokken naar de Philippijnsche eilanden. SLOT. Wij hebben in onze pastorie het fijnste rio'eersysteem. Een rivier loopt vlak onder de keuken door en tweemaal daags komt de zee bij hoogtij en ontruimt gratis en reuke loos facaliën en de rest. Baden is bier even noodzakelijk als eten en drinken. De warmte is niét zoo geweldig, de thermometer stijgt zelfs niet zoo hoog als bij u in den zomer, hier schommelt hij altijd tuSschen da 26 en 29 graden Celsius en daalt des nachts tot 24, 23. zelden lager. We genietep das een vaste en niet te hooge temperatuur, maar juist dat vaste, dat eeuwigdurend 't zelfde maakt een mensch maf en perst hem 't zweet overvloedig af; kortom een zacht, maar afmattend klimaat. Een koud bad, een stortbad nl. knapt u weer wat op, brengt reactie. Met een badkuip doe je hier niets, in eenige minuten is het water lauw. ik sprak daar zoo even van de rivier, die achter bet huis, soms er onder door stroomt. Zij loopt haast haaks uit op de bovenvernoemde middenriviet', zoodat Higakit in een spie ligt. Deze rivier kan men in barote oppagaaien tot Claver, een tweede bijstatie, op ongeveer 2 uren bier vandaan. De kerk heeft een tamelijk groote barote, een echt kunstwerk, maar vier roeiers zijn noodig om 't schoone, doch zware ding vooruit te krijgen. Er kunnen ook zeilen op gezet worden, doch op de rivier, een flinke beek, doe je met zeilen niets, en op zee, hum, hum, misschieu te veel, Do kerk bezit ook nog een banca, maar tamelijk ont takeld: masten en want moet»n her- nieuwd worden. Dus alles wel bezien te veel voor een handdoek, te weinig voor een bedlaken, en je kunt je met de vingers snuiten en op den grond slapen. De kerk is nog een vervoer middel rijk, nl. een paard, natuurlijk een rijpaard, want trekpaarden zijn bier niet. Maar met dat paard kun je nergens been, geloof ik, dan naar Bacuag, langs net strand en dwars door twee rivieren. Ben je goed ruiter, wat ik misschien nog ooit worden kan, dan kun jo den afstand in een half uur afleggen, ventre a terre. Een zadel is er Diet, hoe jam mer Warm tegen warm in zoo'n warme streek moet ook niet koud zijn. Een woord over het kerkgebouw, 't Is een lang, ongeevenredigd lang gebouw; Pater de Jong heeft het afgetreden en schat 70 meter op 17. De buitenmuren zijn van zwaren tufsteen ter hoogte var. 1 Meter, goed gevoegd en goed onderhouden: ver der planken ongeveer 4 meter hoog, Plafond of gewelf is er geen: men ziet tegen het nipadak aan. Voor een Hollandschen fijnkijker is hier nog veel te verbeteron, schoon te maken vooral, maar do boel is hier niet onderkomen en vergeleken bij Bacuag en Surigao mogen wij er op roemen een flinken tempel te hebben. Rondom de kerk is een ruim stuk gronds, haar eigendom, onbe bouwd naar oude voorschriften der Spaansche wetten, uit vrees voor brand; het geheel kan een hectare beslaan, maar is nergens afgezet. Bij het pastoorsbuis is een tuin, de helft ongeveer met ijzerdiaad en afgediend dakzink afgezet, met een lOtal papaya's, idem zooveel cocos- boomen, eenige bananen en ananas* sen; bet geheel is verwaarloosd en een Veirrayer zou het een »broek" schelden. De grond is aangeslibd rivier- en zeezand; dus al niet erg vet. Op een goed uur varens bezit de kerk nog een eiland met 200 cocosboomen, waarvan de vrucht dient v-4- en kippen te voeren, alsook om de benoodigde olie voor de Godslamp te maken. Een paar menschen wonen er bewerken en bewaken het goed. Ziedaar den meer stoffel ijken kant mijner lieve parochie, het geschenk dat O.L.H. mij bezorgde op den 24e verjaardag mijner priesterwijding Ik had Hem om werk, meer werk gevraagd- ik ben meer dan verhoord. Oordeelt zelf. Higakit heeft als bijstalies, visitas zeggen ze hier met schrikbarende juistheid, Bacuag ten noorden, Cla ver en Taganito ten zuiden. De pas toor schat de totale bevolkiDg op 12400, dus tweemaal de bevolking der" gemeente Venray. lligakit kan evengoed 8000 als 6000 zielen sterk zijn; Bacuag wordt door den pastoor geschat op en om de 2500, Claver op 15002000 en Taganito, vier uren varens van hier, op 200 zielen. Het zal u en menig ander verwon deren, dat de zielen hier niet éc-n voor één geteld en opgeschreven worden, doch enkel maar haar getal gegist wordt. Onder de Spanjaarden was dat anders en beter: toen werd iedereen ingeschreven. De Amerikanen, als echte zaken- inenschen en dollarswaardig, schrij ven enkel op de belastingbetalers; onvermogenden, onmondigen worden als katvisch behandeld. De pastoor houdt er wel zijn doop- en doodregister op na; maar huisbe» zoek wordt niet of zeer onvoldoende gedaan en kan ook bezwaarlijk ge* daan worden wegens de bier heer- schende begrippen, en dan kon hij nooit met eenige juistheid weten wie en hoevelen vertrokken, wie en hoe- velen zich van elders uit hier kwamen vestigen. Zoo b.v. is bier een aan» zienlijk gedeelte der bevolking wederom uitgeweken Bohoianen. Alsof dit nog niet meer dan genoeg was, is aan Higakit nog toegevoegd heel het eiland Siargao, dat enkel bereikt kan worden met een z -ilm-tje MAAS f PljS van 1 4 régels der Advertentiën: elke regel meer letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend dat er bij gunstig w er en wind uren voor behoeft en bij tegenwind of strooming dagen er over kan dobberen in de open ,.ce. Op dat eiland z;jn zoogenaamd twee parochies, natuurlijk zonder pastoor: te weten Ni-mancia en Ca- bunteg, van elkaar 8 Ken verwijderd Numancia heeft 5 visi-as. Supao, San Isidro. San Benito. Pamnsaigan San Jernando; Cabun wg heelt er zes ill. Dapa, Pilar, Ca baca, Socorro, Mouserrai, Consuciu. Dapa heelt een t; nelijk geregeld verkeer per stoomboi m-t Surigao, zoodat Siargo gemakt -lijker bediend kan worden van (laaf dan van hieruit Maar 't is in 't een i ;i ander geval een wanhopig werk, e;i Siargao komt 't eerst aan de beurt a s nieuwe mis» sionarissen herwaarts'komen. Daar hebben de A.lipayanen vrij en ruim velden de helft der bevol» king tegen heug c.. meug tol zicb overgehaald. De It:willen een kerkelijken voorgang-r hebbenen bij gebrek aan een echten Pare, nemen ze er een gefabriceerde. Mijn God wat treurige loes; .nden, en wat bloed! mij g... b ik met een confrater voor al die zielen te zorgen kreeg. Siargo telt minstens 10000 zielen maar wie heeft ooit bet aantal met eenige juistheid kunnen schatten 1 De arme Pater, die een paar keeren in 't jaar die uitgestrektheden door» jakkert I Wat de zedelijke toestand in zulke omstandigheden zijn moet, kan een kind berekenen. Al wie dit leest bidde toch voor den armen pastoor van Higakit en zijne nog armere kudde, opdat de Vader spoedig vele en goede werklieden zende in dezen uitgestrekten en braakliggenden wijngaard. En nu wordt door bevoegde lui beweerd, dat ik nog een lotje uit de loterij getrokken, heb. Dan is het toch een kameel, en wat moeten dan mijn confraters getrokken hebben f Enfin wo zullen maar bidden en hopen met David Heer, gij zult lastdieren en menschen redden. Voor dezen keer is het wel. Ik heb wat anders te doen dan brieven te schrijven en zeg niet gaarne meer dan ik weel en goed verant» woorden kan Mijne dierbare dorps» genooten zullen van u, mijn beste broer, toch iels te weten komen van de Phillippijnen en mijn wedervaren. Morgen verwacht ik den chinees en zijn banea met mijn bagage, alsmede de post, die hier slechts eens per week aankomt. De postbode vertrekt moederziel alleen uit Sevu» gao in een barote, die durft 1 Morgen gaan wij weer terug en te voet naar Bacuag, om er Zondag eer. Mis met drie Heeren te zingen, des avonds processie te houden ter eere van onzen jubileerenden H. Vader, om de Aglipayanen eens een ferme les te geven. Tot later dan als 't God belieft. H. PEETERS. Mengelwerk. De kathedraal van Sint Patrick w;»s schitterend verlicht en volgepropt met volk, dat kwam hooren naar de Domini- canen redenaar. Hy 8lon-1 op de preekstoel in liet zwar' en wit gewaad zijner or Je. Hy pieekte met al zijn vuur en dei. diepen ernst van zijn Italiaanseh natuur. Zijn zangerige stem was de eenige klank, die de stilte verbrak in den tempel. Zelfs niet l et minste geritsel hoorde men onder de toehoorders. Buiten) was 't rumoerig. Een aanhouden de siroom van rijtuigen rolde heen en weer Voetgangers verdrongen elkaar op de straat. Een koets, kwam aangevlogen. Eeo der paarden gleed uit en deed een zwaren val op he4, asphalt. Een politie-agent schoot toe en lukte het portier van bet rytuig open. Een schoone dime, die er in zat sprong er vlug uit. De avond was koud, >n ofschoon een pelsmantel haar avood- oillet bedekte, huiverde zij in de yzige koude lucht. De groote witte kathedraal rees op voor haar oogen. Door een on weerstaan- baren aandrang gedreven, ging zij de trap- ppp or*, en trad binnao. vy priester gewaar ward, zette zij groote I oogen op, die van een vreemden glans schitterden. Pater Silvio Petroni sprak voort bewust van haar starenden blik. Zijn prachtig redenaarstalent drong in de harten der menigte. Toen bij ophield knielden allen als onder eenzelfden aandrang neder, om zijn zegen te ontvangen. Een oogenblik later hief het koor het Adeste Fideles aan. De dame die zooeven was binnengekomen stond op en zong dien Kerstzang mede. Hoog klonk haar stem boven alle anderen uit, helder als kristal. De menigte luisterde met ingehoudeü adem naar de zoetvloeiende melodie. Bij de klank dier slem schrikte de Dominicaan, bleef stilstaan binnen de deur van de sacristie. Daar bleef hij luisteren, het hoofd in gedachten gebogen. Twintig jaren waren voorbijgegaan, sinds hij voor 't laatst die heerlijke stem bad gehoord, maar hij erkende ze dadelijk Zij riep in zijn geest herinneringen terug uit zijn jeugd. Hij aanschouwde weer als in een droom de mot wijnstokken be kleede heuvelen van zijn Milaanscben geboorte-grond; en zag een processie van jongelingen en maagden aankomen naar kapelletje ter zij Je van den weg. Onder deze was de verloofde van zijn broe der. en zong dienzelfden lofzang. Die broeder had zijn hart getieel aan dat meisje geschonken, en meende, dat niets ter wereld hen ooit'zou kunnen scheiden. Maar een groot impresario had baar weg- getroond, en tosn Rafael Patroni hoorde dat zij een beroemde zangeres was gewor den, beroemd onder den naam van Livia Cappello, begreep hij, dat zy voor hem altijd verloren was. Na het einde van den 1 .fzaog ging de zangeres de koorgang door en trad in de sacristie. Zij verlangde vurig iets te verne men van den vërloofden harer jeugd. Te midd-n van haar zegepralen, en grillen, had zij dikwijls en met teederheid aan hem gedacht. Zij had niets meer van hem gezieu nog gehoord sedert den dag an hun scheiding, want hun wegen in het leven waren ver uiteengegaan, maar thans verlangden zij naar tijding van hem. Zij hief het hoofd op en zag naar den priester. Hoe is het met Ralaël Maakt hy het goed vroeg zy zenuwachtig. Pater Petroni keek haar ernstig verwij tend aan, en antwoordde toen: -Hij maakt het goed hij is dood I" D' od Wanneer wai-aan is hij gestorven i stamelde zy. Aan een gebroken hart, zei men. Zij deinsde '.Cfrug, bleek. De strenge uitdrukking verdween van des priesteis gelaat om plaats te maken voor melelyden, en toen zij zich omkeerde llui»teide bij deelnemend: -Vrede zij mot u r Zy ijlde naar de kerk terug en wierp zich voor het altaar neer. Oudo rtMtinneringen oversielpten h.ftr herin neringen aan haar blyde, schuldelooze kindsheid, en aan den man, wiens leven zij had verwoest. Het geheele Opera-gebouw te Londen was in opschudding. Do Zondag-avoi^dbe- zoekers, weigerden vrede te nemen raat de verontschuldigingen van den directeur wegens de afwezigheid van de ltaliaansche zangeres. Zij eischten hun afgod en kroten van -Capoilo Capello klonken van alle kanten. Ten laatste kwam ze. Do geheele zaal rees voor haar op maar zij nam geen notitie van deze geestdriftvolle begroeting Haar gelaat was koud. Zij trad voor bet voetlicht en de orkest- directeur hi9f zyn dirigeerstok op. Maar met een gebiedende wijs hield zy hem terug in het volgende oogenblik klonk de lofzang Adeste Fideles door de zaal. Zoodra de kristalheldere tonen weergalmden, ontroerden de mannen .en d#, vrouwen. Toen zij het tooneel verliet, bewoog of sprak niemand. Al de toehoorders waren diep ODtroerd. In de zijgang hield de directeur haar staande en vroeg waarom zy niet de aria uit Faust gezongen bad, overeenkomstig het pogramma. «Ik zing niet meer 1" antwoordde zy eenvoudig en verliet het gebouw. In een met wijngaarden bedekte streek, buiten Milaan, woonde eea statige in bet zwart gekleede dame, aan de armen den bijnaam hadden gegeven van «Madonna Pensierosa''. Die naam was zeer van pas, want nooit zag men veranderingen ia baar droefgeestig peinzend gelaat. Zij was de goede engel van de plaats. De menschen wisten niet, van waar zy kwam, maar vereerden haar. Livia Capello, de beroemde zangeres was voor de wereld dood. In haar plaats leefJe «Madonna Pensierossa." De diepe rimpels in haar gelaat spraken van moeilijk behaalde zegepralen over de wereld en haar verlokkingen. De stem die millioer.en had verrukt werd niet langer gehoord tenzij in fluisterende woorden van hoop en voorbereiding tot den dood. De fianden die hadden geflonkerd al9 juweeleu wisenten nu het doodzweet van het gelaat der 'stervenden. De schoone begaafde vrouw, naar wier glimlachjes macniigen der aarde hadden gehunkerd, bewoog *ich onder de zieken, de armen en de ver iatenen, aan allen hulp en troost bren* gend. En zoo gingen de jaren voorbij tot op en zomeravond de tyding dat «Madon- i* Pensierosa" doodelijk ziek was. van uis tot huis ging en rouw en verslagenheid bracht in het hart van ieder, die het ver nam. Zij was plotseling ziek geworden en de weinige menschen, die tot haar huishouding behoorden, rieden haar aan om toch niet gelijk des avonds haar gewoonte was te gaan bidden voor een kapelletje ter zijde van een weg. Maar vriendelijk duwde zij de haoden, die haar terughielden weg, en langzaam deed zij baar tocht naar het kapelleije, waar zij nederknielde in stil gebed. Haar huisgenoolen volgden haar op korten afstand. Ten laatste stond zy op en haar stem hief het Adeste Fidelia aan. Zy, die haar liefhadden, weenden. Daarna volgde een plotselinge stilte. 7.ii wanke'de' en vie! np dnn g'^nd. Toan

Peel en Maas | 1909 | | pagina 1