UitgeverW. A. den Munckhof, Venray. Belangrijk bericht! Baden OPVOEDING. Een ingewikkelde zaak. belangrijke uitbreiding Zaterdag* 31 October 190S. SOöte .Taargang- No. 45. Geïllustreerd Zondagsblad Als het geloof verdwijnt... Mengelwerk. Abonnementsprijs per kwartaal Prijs der Advertentiën: De zeer fraaie Illustratie, welke als bij ons is verkrijgbaar gesteld, heeft eene ondergaan. Elk nummer zal voortaan in plaats van uit tien paginas, uit twaalf pagina's bestaan, waardoor grootere ruimte wordt geboden tot de opname van meei boeiende roman lectuur. Deze belangrijke vermeerdering van den inhoud geschiedt zonder verhooging van den abonne mentsprijs. Wij sporen alle lezers van onze Courant aan zich bij ons te abon- neeren op dit Geïllustreerd Zondags blad; hetwelk zoozeer uitmunt door actualiteit, fraaiheid van uitvoering en keur van boeiende lectuur. Het is een der meest goed- koope illustraties hier te lande en kost slechts per 3 maanden 37i/*ceut., Irancu per pust to tetiu.' o Op aanvrage zenden wij gratis een Ex. van het Geillustreerd Zondagsblad ter kennismaking, In het officieel verslag der zesde Ponferentie van de Ned. Ver. voor Volks- en Schoolbaden komen zeer lezenswaardige bladzijden voor, en in 't bijzonder wel, waar dr. Ruysch van Maastricht aan het woord is. 't Is dr. Ruysch gebleken, dat het groote belang van de huidver zorging hier te lande in 't geheel niet genoeg wordt ingezien en de belangstelling in de Vereeüiging voor Volks- en Schoolbaden is veel te gering, zeggen wij hem na met den «Limb. Koerier", die er in 't bij zonder op wijst. Dat het bloed gezond moet zijn. do longen in orde, zie, dat weet iedereen. Maar de huid... Ho maar En toch is een gezonde en zuivere huid absoluut noodig voor normalen bloedsomloop en warmte regeliDg. Dat kan bij eenig naden ken toch ieder beseffen, die zich herinnert, dat b.v. verbranding van een groot deel der huid door kokend water onvermijdelijk den dood met zich brengt, al is het lichaam overigens ook nog zoo gezond en geen enkel edel orgaan gedeerd. Een zuivere, gezondwerkende huid stelt de andere hoofdorganen van het menschtdijk lichaam in staat regelmatig te werken. Daardoor is huidverpleging niet alleen van belang voor het lichaam van den mensch maar ook voor zijn geest. Een gezonde geest leeft het best in een gezond lichaam, niet waar i Bovendien is reinheid van de huid ook een belang der openbare gezondheid. O zoo gemakkelijk toch zetten zich in een vuile huid allerlei bacillen en ziektekiemen neer, die weer gevaar voor de omgeving opleveren. Ileele school-epidemieën ontstaan daardoor soms. En dan zwijgen we nog van insecten, die in en op de huid leven en hot best door geregelde reinigings- kuren te verdrijven zijn. Weet men wel, dat met per missie vlooien de pest kunnen o vei brengen En., nu we toch de beestjes bij hun naam noemen... dat hoofd- en lijfluizen dragers van typhus-bacillen kunnen wezen Geen beter middel om de aanwe zigheid van zulk ongedierte te voorkomen dan reinheid, en nog eens reinheid, van de huid. Op een zuivere huid gedijt zulk ontuig niet. Daarom beval dr. Ruysch zoo sterk het baden aan, vooral het sproeibad, omdat het goedkoop en practisch is en beter dan eenig ander bad reinigl, daar het water voort» durend frisch en versch toevloeit Ook van het echoolbad is hij een groot voorstander. En met reden. Zeker, het baden moet bij voorkeur zorg der huishouding zijn. Doch de woningtoestanden zijn hier over het algemeen ook zoo, dat er van baden thuis geen sprake kan zijn. «Onze moeders en grootmoeders baadden ook niet en waren toch gezond." Best mogelijk, maar juist doordat men tegenwoordig meer werk dan vroeger maakt van de gezondheids» zorg, bedraagt de algemeene volks» sterfte thans toch de helft minder dan 100 jaar geleden. Dat cijfer kan nog beter worden, in aller belang. orde. Met tal van voorbeelden j slag te slaan. Op de spiritistische lichtte séances werd maar steeds aanbevolen Voor eenige dagen weid er te Utrecht eene algemeene vergadering gehouden van het onderwijzend per soneel aan de lagere scholen van een zestal arrondissementen in ge noemde stad en provincie. Niet alleen van het openbaar doch ook van het bijzonder onderwijs waren vele onderwijzers aanwezig, hetwelk de leider een gelukkig ver schijnsel noemde, daar allen immers verbonden worden door het ééne belang de opvoeding van het jeug dig kind tot een braaf, gelukkig mensch en een goed vaderlander. Aan de rede, vervolgens gehouden door het hoofd der school Beversluis ontleenen wij de volgende passages, Het geheel verwerpen b.v. van do zedelijke leesboekjes is verkeerd, daar tegenwoordig veel te veel op het intellectualisme gelet wordt. Er beerscht thans veel te veel ruwheid in ons land, zoowel bij de jeugd als bij de volwassenen. Was dit vroeger beter i Dit doet er niet toe, het is erg genoeg. Het kraebtig bestrijden er van ligt ook in de schoolopvoeding, Wij leven nu in de eeuw van het kind, een bespreking over de zede lijke opvoeding ist dps we] aan de de heer Beversluis nu de opmerking toe, dat onze kinderen zoo dikwijls ruw en bandeloos zijn. Onze vader- landsche jeugd is ongebonden, die ongebondenheid is niet verbonden aan een bepaalde streek; ze beerscht zoowel bij het openbaar als het bijzonder onderwijs. Ons onderwijs richt zich te weinig tot het persoonlijke van het kind; de zedelijke opvoeding moet gegeven worden in een concreter* vorm. Met verschillende citaten toonde spr. aan hoe vele grdote mannen van onzen tijd aandriften op eene verhooging der moraliteit, een ver sterking van onze zedëlgj&e kracht. 't Is thans maar steods de vraag om meer en meer onderv ijs; al meer gejaagdheid komt er. Er is geen evenwicht genoeg bij den tegen woordige» mensch; er is een zoeken en tasten naar iets nieuws, op aller» lei gebied, bij een ieder. Er is een mate van vrijheid gekomen, welke bij al haar goeds ook haar verkeer» de gevolgen heeft. Blijheid en vrij! i de op» voeding iCi" goed, ja/e moet samengaan met orde en tucht. Laten wij onderw ijzers de kleinere dingen in de opvoeding niet vergeten en de leerlingen brengen tot het volvoeren van hun plichten, zoowel in school als in huis. Nu kan niet alles van de school» opvoeding komen; zij speelt in de geheele vorming van het kind slechts een bescheiden rol. Het goed zedelijk opvoeden van liet kind is een levenskwestie voor het volk; laten wij dus de handen ineenslaan, om elkander, zoowel bij het openbaar als bijzonder onderwijs te steunen. Veel is er in dit opzicht nog te doen. Een betreurenswaardig verschijn» sel vertoonen de meeste groote steden Door alle middelen wordt de katholieke godsdienst tegengewerkt, wordt hij ontrukt aan het zieleleven der bevolking. Maar de mer.sch heeft behoefte aan godsdienst zijn gezond verstand en zijn innerlijke drang zeggen hem, dat hij niet geschapen is voor het wisselend geluk en ongeluk dezer wereld. Is de ware godsdienst verdreven, dan zoeken bijgeloof en ziekelijke uitingen van overspannen geesten ztjne plaats in te nemen. In alle groote steden, die zich de brandpunten van de moderne wetenschap noemen, is zulks waar te nemen. Thans wederom te Berlijn en Dresden. De Berlijnsche briefschrijver van «Het Handelsblad" verhaalt, dat men in Berlijn en Dresden veel doet aan «geesten bezweren" en «gezond bidden.". In Dresden heeft een man van dit bijgeloof gebruik gemaakt, om zijn betaal ze u recta met Kerstmi? eü geeft zijn geld testeken in een onderneming die van de geesten zelve een naam had gekregen, nl. de »Bombastus» werke". Als een bewijs, hoe druk deze vertooningen bezocht worden en hoe groot haar invloed is, behoeft men slechts te vermelden, dat de ondernemer er met 700,000 M. van door kon gaan. En du Berlijn. Daar is een sekte, die zich met den naam van Christian Science tooit. Een dame, die er het hoofd van is, kan iedereen «gezond bidden". Wegens oplichting werd deze dame veroordeeld, maar in hoogei beroep vrijgesproken, «omdat zij overtuigd was van de geneeskracht van haar gebeden." En bij dit proces bleek, zooals het »Hdbl." schrijft, »dat er duizenden »en nog eens duizenden aanhangers »in Berlijn alleen zijn van de «Christian Science." Is het niet waar, dat men den duivel kerkjes bouwt, zoodra men de kerken van den waren God verlaat. voor Venray franco per post voor het buitenland bij vooruitbetaling afzonderlijke nummers 50 c. 65 c. 85 c. 8 c. van 1 4 regels 20 c. elke regel meer 5 c. letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend. Mr. Wilmers gebruikte haastig zijn ont bijt wanthy moest dien morgen pleiten in een groote ei feniskwestio, t>en, zijn dienstbode kwam binnenstormen. Wat is er, Mina Mijnheer, daar is eeu man om u te spre ken. Zeg maar dat hy wacht op het kantoor. Dat heb ik hem gezegd, maar hij wil niet. Daar komt hy al aan, Vlak achter Mina kwam een groote kerel binnen van een jaar of vijftig, met een blauwen kiel aan en een gei uiten doek om zijn nek. Hij zag er uit als een boer van den orotiek. Zijn kleine biutale oogjes blonken als twee glimmende spijkerkoppen in zijn rood g*z ebt. Onder zijn kiel, die bedenkelijk opbolde, scheen hij iels van belang verborgen te Hebben uiaar hy zeide niets en bleef met de pet op onbeweegelijk tusschen de di-ur en de taf.'l staan. Wat kom jy hier doen vroeg de advocaat, terloops een slok koffie nemend. De man balanceerde naar de tafel. Ik kom voor een proces, zei hij. Hoezoo De client sleepte ongevraagd een stoel naar de tafel en nam voorzichtig plaats. Gauw een beetje, ik heb haast. De boer keek den advocaat vlak in de oogen. Zou je gelooven vroeg hy. zou je gelooven, dat ze me voor een dief willen houden Dus een strafzaak, dat is voor morgen. Geef me je dagvaarding, dan zal ik ze eens bestudeeren. Daar is ze. Maar ik zal u zeggen, 't is allemaal gelogen. Vrouw Burgers liegt altijd ze denkt maar dat de menschen het op haar gemunt hebben. Ik wou wel, dat u ze eens goed onderhanden nam. Want ze liegt, zoo waar ik Kobus Klomp heet. Goed, goed, kom morgen maar eens terug. Morgen Ja, je bent toch tegen morgen gedagvaard Juist, en wat moet ik u betalen Tien gulden. Mijn beste mijnheer Wilmers, ik u er die vrouw Burgera dan maai eens goed van langs, dat leelijke leugenbeest. Neen. neen, niet met Kerstmis, advocatengeld wordt aanstonds betaald. Aanstonds Maar ik heb het niet by me Ik kan het u toch niet leenen, beste man. Dat zou te gek zijn, maar ik ben toch nog wel goed voor tien gulden, denk ik. Dat ontken ik niet. Nu dan. met kerstmis krijg u ze... Komaan, voor dezen keer. Maar ga, nu been. Kobus Klomp stond op, bracht de hand onder de kielen onmiddelijk was zyn dik ken buik verdwenen. Tegelykertijd over handigd hij den advocaat een groote p .k dat in een krant was gewikkeld. Wat is dat Dat zyn twee eenden, mijn beste meneer; mooie malsche beesten.; ze zyn groot gebracht met graan en melk en malscher dan een duif. Maar die wil ik niet. Och, meneer die mag u me niet wei geren. Ik vraag satisfactiscb aan viouw Burgers: zie voor de moeite dan maar wat meer voor baar los t6 krijgen. En Kobus Klomp ging heen, brommen de: een dief... Ik ben geen dief... We zullen eens kijken. Mr. Wilmers nam de zaak niet zeer zwaar op. Hij riep de meid en gaf haar het pak. Hier zyn twee eenden, die zyn goed voor morgen avond, je weet, dan krijg ik menscnéii. De aavouaat nau voor d<en avond eenige vrienden gevraagd, onder wie de substituut, de rechter van instructie en een paar leden der balie. De eenden van Klomp kwamen dus goed te pas. Den volgende morgen na eenige stukken te hebben ingezien nam hij de zaak Klomp ter hand. De boer werd beschuldigd bij zijn buurvrouw Burgers twee eenden ge stolen te hebben, grijs, met blauwe vleu geltippen en zwarten 6taart, gemakkelijk te herkennen. Al lang stond Klonp onder verdenking, gevogeltje te stelen, maar men bad hem nog nooit kunnen snappen. Den laatsten keer was hy er echter ingevlogen; in het maanlicht hadden ze hem herkend en bovendien had hy in het slijk voetsporen achtergelaten, waar zyn schoenen precies in pasten. De diefstal was onlocbenbaar en een voroordeeling zeker. NHarmatehij verder las werd mr. Wil- meis oniustiger- Zou die kerel zoo bru-aal zijn geweest hem die gestolen eendvogels piesent ie doen Hij riep Mina. Wat heb je gisteren met die eerden gedaan Geplukt, mijnheer. O. 't zyn mooie. Wat voor kleur hadden ze Grijs. Met blauwe veeren aan de vleugels, en eeD zwarten staart Juist mynbeer. Dan mag je ze niet braden van mid dag hoor. Maar 't is morgen vastendag en als ze van avond niet opgegeten worden Noch van avond, noch morgen eten we ze. Nooit, heb je dat verstaan. Mr. Wilmers gebruikte vlug zijn ontbyt begaf zich naar het paleis en pleitte voor Klomp. Deze antwoordde onveranderlijk op alle vragen van den rechter Ik ben onschuld;g, myn beste mijn heer de rechter 't Is niets dan een wraakneming van die vrouw Burgers. O, als ik maar de helft vertelde van wat ik van haar weet, dan was ik met Pasohen nog niet klaar. Kobus Klomp kreeg acht dagen brommen. Na de rechtzitting zei hem de advocaat dat hij onmiddellijk by hem moest komen. Nu, jij bent ook een slimmerd vriendje, begon mr. Wilmers. Hoe aoo 1 Mina, breng de eenden eens hier.... Hier, n°om j" eerden maar weer mee ca

Peel en Maas | 1908 | | pagina 1