voor
Uitgever
den Munckhof, Venray.
Bijgeloof en nog wat.
Zaken gaan voor.
Zaterdag* 89 Augustus 19Q8.
SÖste Taarg-ang-
-3
No36.
Mengelwerk.
Abonnementsprijs per kwartaal
Prijs der Advertentiën:
Er zijn in "'onzen tijd van over
beschaving; fl) heusch niet weinig
menschen, die geloof hechten aan
spoken en geestesverschijtiingen en
ora die booze of goede geesten
gunstig te stemmen hechten ze wel
waarde aan het dragen van een
medalje of kruisje. En dat komt
voor niet precies onder het onbe
schaafde lands volk, waaraan
steed8che wijsneuzen hun langge-
punte bruine schoentjes minachtend
zouden willen afvegen, maar bij
die luidjes die het in de verlichting
zoover brachten, dat zij de
openbaring en het godsbestaan
durven loochenen. Zij hechten alleen
aan hetgeen zij begrijpen (niet veel
derhalve hoor en hetgeen ze zien.
Niettemin zijn zij zoo bijgeloovig
dat er geen baker of vischvrouw
voor op zij behoeft. Zij zijn vol
van het magnetisme, van tafeldans,
spiritisme, klopgeesterij en meer
van dien bombast, waarbij zij alles
en allerlei zien en waarbij het
helaas, vaak erg onzedig toegaat.
Moeten zulke groote heeren en
dames 's nachts alleen 'in een
donkere kamer of langs een kerk
hof in den avond, dan staan zij
doodsangsten uit.
Maar waarom toch Een gees
tesverschijDing is alleen mogelijk
met Gods toelating. Wil God
iemand door een geest waar
schuwen of iets meedeelen, dan
zal hij u dien geest wel behoorlijk
thuis zenden, maar wat dom idee
aoo'n geest te willen zien op het
kerkhof, in een onbewoond huis,
(liefst 's nachts als er niemand
komt) of bij de goocheltoeren van
een of ander sluwen bedrieger.
Sommigen hebben steeds den mond
vol van suggestie en verbeelding,
als het gaat over verschijningen en
genezingen, als te Lourdes, maar
op de spiritistische séances daar is
alles werkelijkheid
Neen bedrog, verbeelding en
bijgeloof. Schrijver dezes sprak een
kundig geneesheer, die hem ver
klaarde op beruchte spiritistische
séances te zijn geweest waarvan
den volgenden dag de couranten
vol stonden. Van alles was er te
zien geweest ik heb echter nooit
iets gezien, zei hij.
Ik neem de gelegenheid waar,
om den lezer of lezeres te beduiden,
dat men dergelijke vertooningen
niet mag bijwonen.
Op nog een klas van bijgeloovigeo
wil ik wijzen, nl. op hen die vast
meenen, dat deze of geene de macht
heeft anderen te kwellen of te
benadeelen. Als er bij een boer een
paar koeien achter elkaar ziek
worden, of als een kindje Diet wil
groeien, dan hebben sommige
liefderijke menschen dadelijk een
oud vrouwtje in de buurt op het oog,
die de kwade hand" aan de wieg
heeft gehad, die den stal heeft
betooverf, of 's nachts als een
weerwolf (brrr...) rondwaart.
En o wee, wanneer de slordigo
moeder vergat enkele weken
achtereen het kussen op te schudden
en dan opeens in het peluw een
krans ontdekt. Geen tien pastoors,
die het haar of hem uit het hoofd
praten, dat er geen hekserij of
tooverij bestaat.
Onnoodig te zeggen, dat zoo'n
gedachte van den evenmensch te
koesteren een gruwel is, want ze
gaat uit van de veronderstelling, dat
zulk een mensen met den duivel een
verbond sloot om anderen te schaden
of te kwellen.
Tooverij toch heet men door stil
zwijgende of uitdrukkelijke aanroe
ping des duivels wonderbare dingen
uitwerken.
Dit dient goed onderscheiden van
de goochelkunst, die door hoogere
kennis van natuurkunde, door be
hendige vlugheid en andere listen
schijnbaar wonderbare dingen
uitwerkt.
Wat een gewoon mensch buiten
gewoon lijkt, is voor een deskundige
vaak onbeduidend. Dus raen oórdeele
niet te gauw,
Dat men in de middeleeuwen aan
de beruchte heksenprocessen deed, is
te verschoonen, omdat de natuur
kennis gebrekkig was, het gods
dienstonderwijs beneden peil, en de
mensch heeft nu eenmaal een zwak
voor geheimzinnige dingen... Doch
die den naam van christen in onzen
tijd met eere wil dragen, zette dit
spel der dwaze verbeeldingskrachten
op zij en kome zeker niet bij de
priesters of aan de kloosterpoort om
raad, om een medalje of gewijd
water teneinde om de heks of den
toovenaar te bezweren.
Hoe sterk de verbeelding werkt,
zal ik uit een ware gebeurtenis
leeren. Er kwam bij de Capucijnen
te Velp een boer die bekekst was
Hij kwam uren ver. Het zweet
parelde op zijn voorhoofd. Angst
belette hem haast to spreken. «O,
het was niet pluis op den stal", enz.
enz...
De gardiaan hoorde zijn klaag
tonen bedaard aan. Op de vraag, wat
de overste ervan dacht, zei de
gardiaan; Vriend, ze leeren ons,
dat twee dingen moeten samengaan
om behekst te zijn. Zoo dat niet is,
dan hebt ge niets te vreezen."
De boer was nieuwsgierig. «Wel
nu", zei de gardiaan «die behekst
is, heelt koud zweet," Het boertje
kromp al ineen, want waarlijk van
angst parelde het koude zweet reeds
op ziju voorhoofd.
«En het tweede vroeg hij.
«Wit bloed", sprak de pater.
Dadelijk werd de proef op de som
genomen en de Lezer begrijpt, dat
de man rood bloed had als ieder
sterveling. Blij ais een kind ging hij
nu huiswaarts. Hij was genezen van
zijn inbeeldingsziekte.
De koeien waren ziek, de varkens
wilden niet vet worden, de karn
wilde niet boteren, telkens werd
er wat vermist, in één woord, «de
kwade hand" was in 't spel.
Heeroom had voor dien oudwijven-
praat geen ooren en wees den boer
gauw de deur uit. Ook rie 1 hij niet
aan te bidden of eenig saciamentalie
(wijwater, medalje enz.) te gebrui
ken, want dan zouden die verwarde
hoofden nog gaan denken, dat de
priester er eenig geloof ac n hecht.
Doch de pastoor had buiten den
waard gerekend het angstige
boertje kwam driemaal op één dag
terug. Het was niet meer om uit
te houden op de boerder j «alles
draaide" enz. enz. De pastoor moes
en zou komen. Waar was hi
anders ook voor...
De pastoor besloot dan !e komen
en hij zou de too verkol psporen.
De boer dacht natuurlij;* dat
de pastoor zou komen met wijwater
en stool en er heel wat Latijn aan
zou verspillen Niets van c at alles.
Hij pompte een emmer helder
water, zette die raidden o. 'iet erf,
'iep ei een keer ol due bi»:.een en
zei «Hannes, in dien emmer zult ge
dadelijk zien, wie de boerderij
behekst heeft." De pastoor liep er
nog enkele keeren rondom en het
boertje keek met open mond en bleek
van schrik toe.
Ten laatste zei de pastoor plechtig:
«Hannes nu is het uw tijd. Kijk eens
goed op den bodem van den emmer.
De boer deed het met angst.
«Wat zie je nu V' vroeg de
pastoor.
«Niemand dan mij zeiven," riep
de boer.
Precies", zei Heeroom, «dan heb
je juist de rechte tooverkol te pak
ken. We behoeven niet verder te
zoeken. Uw kwade hand is in 'tspel.
Al gij wat minder plakt in de kroeg
uw zaken wat beter nakijkt en
kraakhelder zijt op uw melkgerij,
dan zullen uw zaken van stonde af
zonder wijwater of stool heel
wat beter gaan."
De man keek geweldig nuchter op
zijn neus. Zoo had hij het heelemaal
niet verwacht, dat begrijp je. Hij is
nooit meer op de pastorie geweest om
te klagen, schaamde zich ook om het
ooit iemand te vertellen, maar op de
loerderij heeft men ook nooit iets
meer gemerkt van de... kwade
hand.
men
Een pastoor, wiens raad
inriep, probeerde het anders.
Op een boerenerf spookte het.
PEEL
voor Vbnray - 50 c.
franco per post 05 c.
voor het buitenland by vooruitbetaling 85 c.
afzonderlijke nummers 0 c.
MAAS
van 1 4 regels
elke regel meer
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend.
20 c.
5 c.
Het was den dag nadat Harry zijn ont
slag had gekregen toen er te Barrelsville
brand uitbrak. Wut men vreesde was dus
geschiedt. Alles wat armen had snelde ter
hulpe. Ook Harry. De spuiten en andere
bluschtoestellen uit Sharpsville gearriveerd,
waren weldra op weg naar de plaats des
onheils. De meeste huizen van Barrelsville
waren van hout en tot op een halven meter
hoogte hadden ze dagen lang in de petro
leum gestaan. In een van deze houten
huizen was door onvoorzichtigheid brand
ontstaan en de vlammen vonden een wel
kom voedsel in de met petroleum door
weekte deurposten en balken.
Onophoudelijk ging de brand verder;
men zag weldra in, dat nlle pogingen tot
blusschen vergeefs waren. In een oogwenk
gingen geheele rijen huizen in vlammen
op en weldra zag men iets zeer eigenaar
digs.
Door de hitte van 't uur ontwikkelde
zich uit van de petroleurn doorweekten
grond gassen, welke eveneens aangestoken
werden. Zoo was het mogenlijk, dat hui
zen, die tamelijk ver van Barrelsville
verwijderd waren, ook plotseling ïn
vlammen opgingen.
Als dwaallichten,huppelden de vlammen,
voedsel vindend aan de opstijgende gassen,
.over het vrije veld.
Tegen den middag wist men, dat geheel
Barrelsville verloren was. De menschen
moesten zich perken in de van den brand
het verst verwijderde huizen het eigendom
der bewoners te bergen. Ook deze moeite
bleek weldra te vergeefs, want ook de
buiten viijstaande hutten vlogen in brand
door het uit den grond opstijgende gas.
Toen het avond werd, had het gevaar
zyn toppunt bereikt. Wat men steeds had
gevreesd, begon thans: het vuur sprong
op een in werking zijnde petroleumschacht
over. Het tastte den boortoren aan, ver
nielde al het houtwerk, en ten slotte vatte
een reusachtige tank, een verzamelbekken,
dat ongeveer honderdduizend vaten petro
leum bevatte, vuur. Een onzetteud zwarte
dikke walm steeg tegen den hemel op en
werd toen door den wind verder gedragen
ook de afgelegen plaatsen verkondigend,
dat oen geweldige hracd was U'tgabrokpo.
Vervolgens ontplofte een tweede tank en
de brandende petroleum stortte zich over
het volgende boorwerk en zette ook dit in
vlammen. Toen de morgen kwam, scheen
het lot van alle petroleumschachten beslist.
Men had getracht aarde wallen op te
werpen om het vuur te keeren en de bran
dende petroleum tegen te houden, maar
ook het zand, waarmee men de wallen
opwierp, was van petroleum doortrokken
en spelend huppelenden de vlammen over
den aarden wal en tasten het nabijzijnde
pompwerk aan.
De spoorweg bracht uit de naburige
groote steden beroepsbrandweer to hulp,
maar de petroleumgassen spotten met elke
bestrijding.
De brand was ook de terreinen van
Graham genaderd, en bovenal de raffina»
rijen met hare reusachtige bassins, waarin
millioen liters petroleum werden bewaard,
bleek heel gevaarlijk.
Graham zat wanhopig in zyn bureau.
Don volgenden morgen was hij een
bedelaar, want zijn fabrieken waren niet
verzekerd, de verzekeringsmaatschappijen
voor deze petroleum werken een byna
ongehoorde premie verlangden. Alle voor»
raden, alle gebouwen en machines, alles
ging hoogstwaarschijnlijk dien nacht ver
loren zijn eigen kapitalen en dat van
zijn vriend Goodwin.
Laat in den namiddag verscheen deze,
die van den ontzettendeu brand te Barrels
ville had geboord. Hij stelde voor den
brand met chemicaliën te bestrijden. Deze
poging werd ook gedaan, maar ze mislukte
volkomen. Nog maar enkele uren bleef
den beiden eigenaars Goodwin en Graham
over. Reeds was de hitte vao het naderend
vuur zoo groot, dat men het nauwelijks
in de houten gebouwen kon uithouden. Het
noodlot was dus niet meer af te wenden.
Volslagen gebroken zaten de beide com
pagnons in het bureau, toen Harry bin
nentrad.
Wy hebben niet veel tijd te verliezen,
mijne heeren, zei hij. Ik hoorde dat mister
Goodwin hier was, en ik dacht, dat wij met
elkander zaken konden doen. Binnen drie
uren zal ook hier de heele boel in brand
staan. Uw geld, mister Graham en mister
Goodwin, gaat verloren, want u bent niet
verzekerd.
Jammer van de fabrieken 1 Wat geef
u me wanneer ik den'brand blusch
U wilt den brand blusschen i vroeg
Goodwin met een verachtelyk lachje.
Maar Graham nam deze laatste kans
met heide handen aan. Wat, kunt u <M
riep hij opspringend. Dan maar gauw,
gauw, 't is hoogtijd 1
Kalmpjes, kalmpjes, mister Graham,
zaken gaan voor. Wat geeft u me
Wat verlangt u mister Wallstone'f
U kunt het wel denken, mister Gra
ham: de hand van uw dochter. Bovendien
zal ik als deelnemer in de firma worden
opgenomen. Daar mister Goodwin juist
hier is kuDnen we de zaak gemeenschap
pelijk bespreken. Wil mister Goodwin
zijn geld redden, dan moet hij zich ver
plichten mijn huwelijk met Florine toe te
staan zonder u 't kapitaal, waarmede hij bij
uw deelnemer is. op te zeggen. Wil hij het
niet, dan zal hij zijn geld verliezen, en het
uwe. Ik zet in zekeren zin het pistool op
de borst mister Graham, maar zaken zijn
zaken, u hebt met mij niet anders gehan
deld en thans zijn voor mij de kansen
gunstig.
Goodwin en Graham overlegde een
oogenblik met elkaar, toen zei Goodwin:
Goed, mister Wallstone, blusebt u den
brand, ik verklaar het met uwe voorwaar
den eens te zijn Ook mister Graham geeft
zyn toestemming.
Wij staan u toe als deelnemer in de
firma op te treden. Redt u de geheele zaak
en een vierde er vaD zal u toebehooren en
uw aandeel vormen.
Dat is dus in orde zei Harry, nadat
hem de beide eigenaars ten teeken van de
bekrachtiging hunner belofte de haad had
gegeven. Ik 7,a' de zaak voorbereid»'!
onderiu8Schen zet u ouze overeenkomst
schriftelijk op. Direct na de onderteekening
daarvan begint mijn reddingswerk. Is
er vuur onder de ketels, mister Graham i
Neen we hebben het uit vrees voor
brand gebluscht.
Dan moet vuur gemaakt worden.
We moeten binnen drie kwatier, hoog
stens een uur stoom hebben. Er moet met
overblijfselen uit de raffinaderij gestookt
worden, zoodat we een flink vuur krijgen.
Laat u door de werkbel de werklui by-
eenroepen.
Tien minuten later loeiden onder de
ketels der pompen de vlammen en daar de
petroleumafval niet gespaard werd en daar
door een buitengewoou hevige en heete
vlam werd verkregen, steeg de stoomspan»
mug. in de manometers reeds na korten
tijd. Oiidertusschen was het verdrag on-
derteekend en Harry liet de groote leeren
slangen, die anders aan de pompen waren
verbonden om petroleum naar de reser
voirs te voeren, aatieetikoppelon en gereed
leggen.
Een uur later was hij met zijn voorbe
reidsels klaar. Reeds naderden enkele vlam
men, do sporen van het uit den grond op-
steigende gas volgend, ook het fabrieks
terrein vau Graham. Nog kon men enkele
kleine vlammen uitslaan met natte doeken,
ja zelfs uittrappen, maar een stroom
brandende petroleum kwam thans van de
naburige schachten aangestroomd over een
breedte van miusteiis dertig meter, en daar
tegenover scheen geen redding mogelijk.
Harry had opgemerkt, dat brandende
petroleum door hot onttrekken van lucht
gebluscht wordt. Zelfs het uitstrooien van
aarde helpt niets, wanneer deze eveneens
van petroleum doortrokken is, want gooit
men do aarde op de petroleum, daü ont-*
wikkelen zich direct gassen, die opnieuw
doorbranden. Wanneer echter gemakkelijk
ontvlambare, ongeraffineerde ruwe olie in
een kleine metalen schaal wordt aange
stoken, dan kan men de vlam uitblazen.
Thans, nu het uitdooven in het groot
betrof, kwam Harry op de gedachte, door
gebruikmaking van stoom het uitdooven
te verrichten en hij hoopte dat de stoom
de vlammen van zuurstoftoevoer zoude
berooven, en ze zou uitblazen.
Toen de brandende petroloumstroom
zoover was genaderd, dat men den stoom
uit de lederen slangen kon laten stroomen,
werden de noodige signalen naar het
ketelhuis gegeven, en met luid gesis en
gebruis spoot de stoom uit de slangen en
het vuur tegemoet.