voor
n amstr
UitgeverW. A. Van den Munckhof, Venray
Landbouworganisatie
Gestolen goed gedijt niet
Zaterdag 1 Augustus 19Q8.
29ste .Jaargang-
No. 32.
in binnen en buitenland
M-eng-eivvei
Abonnementsprijs per kwartaal
-« i
Prijs der Advertentiën
Na een geheel jaar van schier on
afgebroken werkzaamheid, van allot-
lei beslommeringen, worden thans
de zorgen des levens voor een paar
dagen aan den kant gezet en het
volk geeft zich ongestoord over aan
eene gepaste vreugde.
Ouden en jongen van dagen ver
heugen zich; afwezige familieleden
koenen voor een oogenblik in den
schoot hunner familie terug; vrien
denhanden worden gedrukt, kortom
or heerscht eene algemeene gu le
vroolijkheid.
Dat mag wel. dat moet wel, zoo
eetiige afwisseling in 't zorgvolle
werkzaam bestaan, van den mensch,
vooral die van aardsche goederen
niet ol slechts weinig bedeeld is.
Laat men vrij dus den boog ont
spannen, laat schuldeloos genoegen
en vroolijk pleizier onzen levenslust
verfrisschen, om daarna met ver
nieuwden ijver weer de soms groote
taak te aanvaarden, waartoe de
plicht ons roept.
Wenschea wij daarom allen een
aangename kermis, onder begunsti
ging van schoon weder, en wenschen
wij ook in overdrachtelijken zin, dat
deze dagen mogen voorbijgaan zonder
wanklank
ii.
Het is jammer, dat er onlan
eene hoogst onaangename poleraie
plaats vond over het landarbeiders
vraagstuk tusschen de pers der
Rijnlatidsche boeren en die der chris
telijke arbeiders-organisaties een
strijd, die veel kwaad bloed gezet
heeft en onze sympathie voor de
Rheinische Boerenverein. wel een
beetje verminderd heeft; daar er uit
blijkt, dat de boeren te weinig aan
hunne landarbeiders denken.
Door de leden der Bauernverein is
ook eene vereeniging opgericht tot
waardevermeerdering der melk. Deze
vereeniging stelt zich ten doel aan
die steden, waar melkgebrek is.
(zooals dat o.a. vaak in de groote
Duitsche steden kan voorkomen) ge
zonde en zuivere melk te leveren.
Verder heeft de onderlinge 'nagel-
verzekering in 1904 meer dan M.
133,000 aan schadevergoeding uit
gekeerd, terwijl ook de onderlinge
spa&riustellingen van den bond ten
zeerste in ontwikkeling toenamen.
Uit de algemeene rekening der
Bauemverein bleek, verder, dat de
bond een inkomen had van ruim
M. 414,928,00, een uitgaven van
M. 185,598,41, zoodat een batig
saldo van M. 228,431.58 overbleef.
Tegenover de eerstgenoemde landen
maakt Engeland of beter gezegd
Groot Brittanje op 't gebied der land
bouworganisatie een minder gunstig
figuur.
Tooh is 't een verblijdend ver
schijnsel., dat in Groot Brittanje
het land der Lordschappende
1901 tot
ar.dbouworganisatie's van
1907 \erzeven\oudigd zijn.
Volgens opgaven der Agricultural
Organisation Society bestonden in
ingeland in 1901 nog slechts 23
verschillende landbouw vereen igingen
terwijl in 1907 naar getal lot 154
geklommen was. Deze vereenigingen
verdeelen zich over verschillende
graafschappen en streven verschillen
de doeleinden na.
Zoo heeft men 109 in- en vèrkoops-
lenoolschappeti, 13 crediotinstellin-
gen, 13 zuivelbonden. 19 land-
arbeidersorganisatie's, bijen vereeni
gingen enz.
Het totaal aantal letlen is
nauwelijks zoo groot als dat van
den Limburgschen Lanilbouwbond.
t Bedroeg in 1906 circa 9000.
Maar het gebeurt wel eens meer,
dat ook kleinere vereen igingen
iractisch kunnen werken. Want
terwijl in 1901 de vereenigingen
nog slechts 149,340 Shilling om-
-'etten, beliep die oinzet einde 1905,
4,430,480 en einde 1906 zelfs
7,000,000 (coöperaties, credietver-
eenigingen, zuivelbonden enz. alle
maal inbegrepen).
Veel meer dan in Groot Brittanje
is de landbouwersorganisatie in
Ierland ontwikkeld.
Van Ierland hebben wij in de
kringen onzer sociale beweging nog
zoo betrekkelijk weinig gehoord,
Daarom gelooven wij dat 't wel van
belang is, er iets uivoeriger bij stil
te staan.
Volgens Dr. Ileintich Pudor in
zijn werk over Das landwirtschaft-
lichc Genossenschaftswesen in Aus-
II Bandis bet lersche vraagstuk,
zooals velen dat meenen, niet alleen
een politiek, maar ook een sociaal
vraagstuk.
Terwijl toch do lersche politiek
arenlang door de geheele wereld
met opmerkzaamheid gevolgd werd,
werden d6 oeconomische vorderingen
van Ierland, zelfs door Groot
Brittanje, zoo goed als geheel
voorbijgezien.
De landbouw was daarvan vooral
de dupe.
Omstreeks het jaar 1890 stond hij
bij 't einde eener verdrukkingsperiode
van niet minder dan twee en een
halve eeuw.
Twee en een halve eeuw lang was
de lersche boer door Engeland en
Schotland beheerscht geworden
Arthur Balfour zeide dan ook
terecht in 1895, te Alnwick, dat de
armoede van Ierland ten deele de
schuld van Engeland en Schotland is.
Alles ontbrak den Ierschen boer.
Zonder raad en hulp moest hij
strijden, terwijl hij da cultuur
methode's zijner voorvaderen volgde
en op slechte markten slechte
prijzen behaalde. Hoe kan hij met
den georganiseerde» en vakkundig
opgevoeden Eranschman en Deen
concurreeren, die daarbij nog staats
hulp genoten?
Het gevolg was dat de bevolking
met millioenen achteruitging en, dat
de landverhuizing het beste bloed dei-
natie aan het land onttrok. Nog in t
jaar 1900 bedroeg de landverhuizing
uit Ierland 42,890 personen,
Zoo stond het met den Ierschen
boer nog voor korte jaren. Er is in
dien toestand echter een aanmerke
lijke verbetering gekomen, dank zi
de uitbreiding der lan>y,mi«'orga
nisatie in Ierland.
Opgewekt door hunne voorman
nen als éen Sir Horace Plunkett,
een Lord Monteagls, een Anderson
on niet te vergeten den {Jezuïeten
pater Finlay. begonnen omstreeks 't
jaar 1890 de leren langzamerhand
met de stichting van lam. bouw ver
eenigingen en syndicaten.
In 1894 bestonden er needs 40
landbouwvereenigingen waaruit de
algemeene lersche landbouwbond
Irish agricultural Organisation
Society te voorschijn kwam.
In 1900 werd een landbouw-
ministerie voor Ierland-gesticht.
En den 31 Juli 1907 telde
Ierland .-
349 zuivelbonden met 16370 1.
165 inkoopsver. met 14190 1.
255 credietorganisaties 13260 1.
147 andere landbouw
vereenigingen 10845 L
916 organisaties met 34665 1.
In 1903 beschikten 287 zuivel»
bonden over een kapitaal van
10.176 pond sterling in aandeden,
96,813 pond sterling in leeningen,
194,654 pond sterling in gebouwen.
Die zuivelbonden verwerkten
46,220,398 galldhen (Ierse, e maat)
melk, waarvoor 722,194 popd st.
betaald werden, d. i 3' duiver
per galloon.
Wholesale society aankoops»
vereeniging kocht in 1903 voor
ruim 100,000 pond sterling.
Prachtig werken in Ierland levens
de andere landbouwvereenigingen,
eieren en bijenbondeu.
Reeds in 1901 zeide de Jezuiet
Father Finlay op de algemeene
vergadering van den Ierschen
Landbouwbond
Wij hebben nu ongeveer 500
vereenigingen met 50,000 leden,
waarvan de meesten een gezin
hebben.
Rekenen wij nu op elke familie 4
hoofden dan zijn 200,000 Ieren ge»
organiseert!.
met levendige belangstelling de ont»
wikkeling (Ier lersche landbouw»
organisaties gevolgd en richtte aan
Horace Plunket de vraag, welke de
voornaamste beginselen der lersche
hervorming zijn l
Sir Plunket antwoordde op de
volgende teekenende wijze
1. »De opleiding der hoeren in
de techniek van het modern land
bouwbedrijf. 2. de organisatie der
boeren tol handels- en zaken-
mensch en. 3. de verfraaiing en
verbetering van het landelijk
leven
Deze drie punten heeft ook
president Roosevelt tot grondslag
genomen, toon hij zijn adres aan de
Amerikaansehe boeren richtte.
Begeven wij ons nu van het
Groene Erin enkele oogenblikken
naar het zonnige Zuiden, dan zien wij
dat ook in Italië de lar.dbouworga»
nisatie sterk ontwikkeld is. Men
heeft zich daar voornamelijk bezig
gehouden met de regeling van het
landelijk crediet. De Opera dei
Congressie e dei Comilati cattolice
heeft alleen meer da» 700 Raiffeisen»
banken in 't leven geroepen.
Slot volgt.
I>e bevolking van Ierland was
van 8,295,061 menschen i» 't jaar
1845 door do landverhuizing ge»
daald tot 4,705,750 menschen in
't jaar 1891
Deze 500 vereenigingen beschik»
ken over een kapitaal van 6,000,000
shilling en hadden in 't jaar 1900
een omzet van 25 millioen. Zij
bevinden zich dus in uitstekenden
staat. De winst, bedraagt tusschen
360,000 en 400.000 shilling.
Daar de lersche landbouwbond
meer dan oen half millioen shilling
heeft uitgegeven voor de propaganda
der organisatie, zoo heeft deze
vereeniging bijna 80 pCt. winst van
haar kapitaal gemaakt, wat eveneens
op een uitstekenden toestand wijst.
liet grootste succes bestaat echter
in het verkregen zelfvertrouwenHet
meest productieve kapitaal is hiei het,
karakterde deugd en het sociaal
gevoelen van den mensch. Hier heeft
de landbouworganisatie de rijkste
vruchten geoogst. -
Op zulk een treffende wijze be»
sprak pater Finlay in liet jaar 1901
de werkzaamheid dor lersche land»
bouworganisatie.
Sedert heeft zich het lersche
organisatiewezen, zooals wij gezien
hebben, steeds verder ontwikkeld.
De geniale president der Vereenig»
de staten Roosevelt heeft dan ook
PEEL
voor Vbnray
franco per post
voor het buitenland by vooruitbetaling
afzonderlijke nummers
50 c.
65 c.
85 c.
0 c.
MAAS
van 1 4 regels 20 c.
elke regel rneer
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën. 3raaal geplaatst worden 2maal berekend.
5 c.
Langzaam werkte liet voertuig zich tegen
de helling in het bosch op. Het ging reeds
tegen den avond, en zwaar viel de vochtige
sneeuw op de zwarte dennen langs den
weg. Links zat, in zijn pels gehuld,
de rentmeester van het nog op eemge
mijlen afstand gelegen landgoed Ersvike,
een krachtig gebouwd man van raiddel-
baren leeftijd. Hij was op weg naar de
stad om voor de maatschappij, wier raads.
mm i ij was. een aankoop van bosch grond
af te sluiten. In dien tijd was liet nog niet
altijd veilig bij den weg voor reizigers, van
wie men kon vermoeden, dat zij groote
geldsommen hy zich hadden, maar Olanson
had voor liet ergste ge «al ee.i stevige
twoelooppistool in den gordel.
Links in zijn j ia had hij de geldtosch
»e'o wgen. Naast hem zat de rijke boer. de
eigenaar van het voertuig, wion ook eer.
deel van het landgoed Ersvika toebehoorde.
Toen zij de helling achter don iu_; had
den, verzocht Olanson zijn buurman even
stil te houden, om zijn pijp aan te steken;
na lang zoeken vond hij zijn lucifers in den
linkerzak van zijn pels en nu ging het weer
in galop vooiuit.
je hebt een fluiken harddraver, Erich
zeide Olanson lachend.
De boer glimlachte, hield de teugels
strak en koek knipoogend naar het sneeuw-
gewarrel. Aan den kant van den weg
verrezen twee schimmen, die iets riepen,
doch in de schemering waren zij spoedig
verdwenen.
Opeens sprong Olanson op.
Hilt, halt, houd in godsnaam bet
paard in.
Wat is er dan mijnheer
Mijn tascb. Houl dan toch stil. Mijn
geldtasch 1
Is zij weg vroeg de boer verschrikt.
Ik weet het niet. Wij moeten eens
in de slede kijken.
Zij stapte uit. Olanson haalde alles eruit
keerde elk siuk om. trok zijn pels uit,
zocht in zijn jas geen geldtasch Zij
doorzochten alles tevergeefs.
Wij moeten omkeeren. Zij ligt zeker
boven aan den heuvel, waar wij hebben
stilgehouden. Daar had ik ze nog. Die
vervloekte tabak, riep Olanson en gooide
de pup woedend tegen den grond. Terwijl
ik de pyp aanstak, verloor ik de geldtasch.
Bij de helling sprong hij uit de slede en
begon te zoeken.
Hier zijn de sporen van voetstappen,
zeide hij opeens, heb jij die menschen van
daar straks berkend, Erich
Ja de een was een knecht uit het
naburige dorp, Helmer heet hij. Als die de
tasch heeft, kiijgt u ze zeker terug.
Hij voelde en taschte in de sneeuw en
zocht en zocht Erich hielp hem. Alles
vergecfsch. Verslagen keken zij elkander
aan.
Wij moeten de twee mannen achter
halen, die hier geloopen hebben. Rijd zoo
hard als je kunt, wij moeten ze hebben.
Maar na een poosje hield Erich het
hijgende paard in.
Hier zijn ze van den weg afgegaan,
het dichte bosch in.
Hulpeloos staarde zij elkander aan.
Olanson wist geen raad.
Ik zal ze achterhalen, zeide hij hard
en stapte uit de slede. Ik zal ze vast
houden.
Hier kwam de boer tegenop. Het was
immers krankzinnig, een onbekend bosch
binnen te gaan, terwijl liet spoedig pik
donker zou wezen.
Ik zal ze grijpen, herhaalde Olanson
Rijd maar naar huis. Ik zal den weg wel
vinden.
Neen, niet voor dat u terugkomt,
mynheer, zeide de boer op vasten toon.
Na een poos kwam Olanson terug.
Onmogelijk, zeide hy wanhopig. Ik
ir'Jf •anmojflitk >r
Laat onl das maar naai huis ryden.
OlaDSon heeft zijrf geldtasch nooit terug
gekregen. Huis en hof en al wat hy bezat
heeft hij opgeofferd, om de verloren duizen
den te vergoeden, en nooit ia hij dien slag
te boven gekomen.
Ziekte kwam erbij en bracht hem geheel
aan lager wal. Hij verdiende een schraal
stukje brood met schrijven voor de dorps-
winkelieis, die niet al te best met de pen
konden omgaan.
Eindelijk nam boer Erich, die hem op
den noodtottigen dag gereden had, hem iu
huis, opdat hij niet tol last van de gemeen
te zou komen. En de vroeg oud geworden
gebogen man, met zijne grijze haren, at tot
zijn dood bet biood van boer Eiich.
Waar was Olanson's geldtasch gebleven?
De twee mannen die zij onderweg ont
moet hadden, beweerden heslist. dat zy
tiaar niet gezien haddon. Een gerechterlijk
onderzoek bracht niets aan het licht. Men
kon hun niets bewijzen. Kr werd verteld
J ,t Olanson na alle mislukte pogingen op
den oenen knecht afging, hem in de oogen
keek, dat de man bleek weid en hem
toen driftig don mg toekeerde Maar tot
den andere zeide hij
Als jij de tasch gestolen hebt, zal
je niet lang meer l.-ven.
Twee weken daarna stieif de man,
zonder dat hij riek was geweest; Helmer,
de andere, ging naar Amerika. Volgens
de geruchten bad hij zijn makker ver
giftigd, om zich alleen meester te maken
van den rijken buit, doch bewezen werd
dit nimmer.
Verscheidene jaren waren verloopen.
Velen, die deze gebeurtenis beleefd
hadden, waren gestorven, en niemand
sprak meer over de zaak. Daar kwam op
zekeren dag uit het Westen een man, die
zich Helmer Drowson noemde.
Hij scheen ryk te zijn. Hy kocht een
groot stuk grond en liet daar een deftig
huis bouwen. Hij kocht een zaagmolen
en dreef handel in hout op een manier,
die daar in die streken nog niet bekend
was. Hy kocht de aatideelen in Eisvike
op en ten slotte was het een groot man.
die overal bekend was.
Maar waar Drowson ging, liet by de
boo'.e sporen na, zoodat de menschen achter
zijn rug leelijke gezichten trokken. Waar
hij was werd de lucht nooit geheel zuiver,
woldra werd het bekend, dat de heer