in
UitgeverW. A. Van den Munckliof, Veiiray.
Holkert.
Nederlandsche arbeiders
in Duitschtand.
Zaterdag" IB «Juli 19Q8.
29ste Jaargang-
No. 30.
Mengelwerk.
Abonnementsprijs per kwartaal
Prijs
der Advertentiën:
Om meer bekendheid te geven aan
het werk van het St. Joseph Comité
dat zich belast met de zorg voor onze
katholieke arbeiders in Duitschland,
werd besloten in de katholieke bladen
het werkprogram te publiceeren, dat
door het Doorluchtig Episcopaat van
Nederland, alsmede door den Kardi
naal-Aartsbisschop van Keulen en
de Bisschoppen van Keulen, Munster
en Paderborn werden goedgekeurd.
I. Toestanden onzer
Nederlandsche arbeiders.
Ie. Hoe groot het aantal Neder
landsche katholieke arbeiders in
Duitschland is, kan thans nog niet
juist bepaald worden. Doch zekci is
het, dat er duizenden alom verspreid
zijn. Het Comité zal trachten zoo
spoedig mogelijk de noodige ge
gevens te verkrijgen, statistieken op
te stellen en aan het Doorluchtig
Episcopaat aan te bieden.
2e. Hoofdzakelijk komen onze
Nederlandsche arbeiders uit de pro
vinciën Gelderland, Noordbrabant,
Zeeland en Limburg en uit de groote
steden van Noord en Zuidholland.
Wat de provincie Overijsel betreft,
kunnen wij nog geen gegevens ver
strekken. Ongetwijfeld gaan uit de
grensplaatsen dezer provincie velen
naar Duitschland.
3e. De Nederl. arbeiders ver
blijven vooral in de streken, waai
de industrie zich concentreert, o. a.
in het Ruhrgehied en in de streek
DusseldorfKeulenAken
Men kan deze arbeiders verdeden
in: vastblij vende arbeiders, die daar
met hunne gezinnen wonen of, zoo
ze ongehuwd zijn, in kosthuizen hun
intrek nemen en op fabrieken, bij het
mijnwezen en bij de havenwerken
arbeiden; verder in zoogenaamde
seizoenarbeiders, die sorteren ot
langoren tijd in Duitschland ver
blijven. Onder deze categorie rekent
men arbeiders in de bouwvakken,
aan de steenovens, bij de grond
werken en hen, die bij de boeren
werken. Van beide categoriën is het
aantal zeer groot.
4e. Over het algemeen zijn de
godsdienstige en zedelijke toestanden
onder onze landgenooten allertreu
rigst. Zeer groot is de onverschil
ligheid op godsdienstig gebied, gods
dienstplichten schijneu velen hunner
niet te hebben of te kennen. De
zedeloosheid en losbandigheid is
schrikbarend, de verwildering schier
algemeen. Dat alles laat zich echter
gemakkelijk verklaren.
Veelal komen onze arbeiders in
zeer groote parochiën, waar te weinig
geestelijken zijn, om in aller behoef
ten te voorzien.
Noodzakelijk gevolg daarvan is
voor de vreemdelingen; te weinig en
onvoldoende zielzorg. Komt daarbi
nog onbekendheid met de Duitache
taal, dan laat het zich gemakkelijk
verklaren, darde overgroote meer
derheid dier vreemde arbeiders zich
al spn*>dig vr»n a'W godsdienst ver
vreemden. Voorts zijnde kosthuizen
en vooral de keeten een ramp op
zedelijk gebied.
Voeg daarbij hooge loonen, ver
leiding en ergernis, geen behulpzame
hand die hem opricht, en men kan
zich licht begrijpen, hoe dieptreurig
het daar met onze arbeiders gesteld
is.
II. Wat werd tot beden
voor hen gedaan
Sinds drie jaar heeft de Weleerw.
Pater Innocentius, Capucijn, in
sommige streken van het Ruhrgehied
onder de Nederlandsche werklieden
waargenomen. Sinds eenigen tijd
is hem een confrater als mede
werker toegevoegd. Deze zielzorg
bestond vooreerst in voortdurend
misbezoek.
De ondervinding heeft geleerd,
dat 't verkregen succes daaraan
ïoofdzakelijk te danken is. Ver
volgens is voor hen te prediken en
biecht to hooren in de Nederland
sche taal, hen te vereenigen tot
algemeene communiën enz.
Zooveel mogelijk tracht de Mis
sionaris hen ook door Holl. St.
Joseph vereenigingen voor gou?dienst
geloof en zeden te behouden. Van
dit vereenigingslevën gaat een
krachtigen steun uit voor de ziel
zorg.
Het is bovendien een geschikte
gelegenheid om met de Hoil. ar»
beiders in aanraking te komen,
voeling met hen te houden en aldus
het geestelijk en godsdienstig pijl
te verhoogen
Daarenboven de leden van zulk
een vereéniging werken dagelijks
op fabrieken enz. door woord en
voorbeeld op een wijze, die ons pries
ters verbaast. Tevens kan men door
onze vereenigingen en hare leden
gemakkelijk een dam opwerpen
tegen misstanden als kosthuizensys»
teem enz. Dat dit verenigingsleven
een apostolaat is, heeft de ondervin»
ding reeds herhaaldelijk bewezen.
III. Wat moet er in de toekomst
geschieden
Vooreerst moet bet aantal missio»
narissen worden uitgebreid en deze
worden verdeeld over de verschil»
lende districten. Het centraal comité
zal trachten zoo spoedig mogelijk te
komen tot afpaling van het Missieter»
rein. Dit is een noodzakelijke ver»
eischte voor den loop der werkzaam»
hedeD, De Capucijnen werken b.v.
sinds 4 jaren in het Ruhrgehied,
waarvoor zij ook in de toekomst
gaarne de zorg op zich blijven nemen
Andere gedeelten van het missiege»
bied moeten aan andere missionaris»
sen worden toevertrouwd.
IV. Arbeid van het Centraal
Comité St Joseph.
Het eerste er. voornaamste doel
van het St. Joseph Comité moet zijn.-
Ie De missionarissen steunen,
a liet verschaffen van allo inlich»
tingen, die op het missiewerk betrek»
king hebben. Het aanleggen en bij»
houden van namenregisters en de
adressen.
b. do'w bij voorkomende mooi»
lij k heden op wolkgebied r,ok,'hetzij
met de Regeering. te steunen en to
helpen en dit bovenal door de voor»
spraak van het doorluchtig Episco»
paat van Nederland.
c door het verschaffen en beheeren
der noodige gelden.
Je. Wat kan het Centraal comité
St. Joseph voor de arbeiders doen
a hun aanbevelen bij de missio
narissen en hunne verschillende
particuliere belangen aan dezen be»
kend maken.
b naar het vermogey met de mid»
delen die het ton dienste staan, hen
aan geschikt werk trachten te helpen
c eveneens op deze wijze zorgen
voor goede kosthuizen.
d hen krachtig aansporen zich
aan te sluiten bij het veivenigings»
.even en hen daarom bij voorkeur
naar die plaatsen sturen, waar ge»
regeld een missionaris komt.
c hen bij vertrek alle benoodig»
de papieren verschaffen, vooral bij
het aangaan van een huwelijk. Dit
laatste is een zeer voornaam punt.
1' vervolgens door het verschaffen
on verspreidon van goede 'ectuur en
zoo mogelijk door het uitgeven van
een eigen blaadje.
3e Verdere werkzaam! den van
het Centraal Comité.
Öm in al deze poging. „«cces ie
hebben, zal het Centr. Comité zich
eerst en vooral in verbinding stellen
met de Z.E.W. Heeren Pastoors van
die plaatsen, vanwaar vele Hollan»
ders naar Duitschland vertrekken.
Het zal daarom trachten
a de pastoors aan te sporen in
hunne parochies sub comités op te
richten bestaande uit drie of vier of
meer geschikte personeD, die zich
geregeld belasten met het opmaken
en bijhouden van registers, stati»
stieken en van alles, wat verder deze
arbeiders en hunne belangen betreft,
b Vervolgens de Zeoreerw. heeren
pastoors te bewegen tot het verstrek»
ken van alle mogelijke inlichtingen
aan die arbeiders, die uit hunne pa»
rochie naar Duitschland willen.
c Hen verzoeken alle mogelijke
verkregen inlichtingen aan de mis»
sionarissen te willen verschaffen en
als zij het behoeven door het bureau
van informaties de noodige inlich»
tingen inwinnen.
d Steeds zullen zij aan die ar»
beiders aanbevelingsbrieven mede
geven.
e Van het hoogste belang is het,
dat zij boerenknechts en meiden, die
naar de kleinere dorpen zich begeven
waar geen missionaris komt een aan»
bevelingsbrief voor de parochiegeea»
tel ij ken of vereenigingen medegeven.
Aan dit werkprogram is door het
St. Joseph Comité reeds met kracht
gewerkt, gelijk uit verschillende be»
richten in dagbladen blijkt.
Nog eens mag wellicht herinnerd
worden aan hel informatiebureau,
dat voor de plaatsen Essen, Duis»
burg, MulheimStyrum, Kerkrade
en Oberhausen te BabberichOud
Zevenaar is opgericht.
Viarsen, Gladbach enz. zullen ook
spoedig een St. Joseph vereeniging
oprichten.
Moge de subcomités, wanneer zij
opgelicht zijn krachtig overeenkom»
stig dit werkprogram werken
PEEL
voor Vbnray 50 c.
franco per post c.
voor het buitenland bij vooruitbetaling Ho c.
afzonderlijke nummers 6 c.
MAAS
van 1 4 regels
elke regel meer
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend.
20 c.
5 c.
Werktuigelijk stak hij dan sleutel in 't
slot, werktuigelijk opende hij de straat
deur en,sloot ze achter zich. werktuigelijk
liep hij de flauw verlichte gang do >r, en
stapte zijn donkere eetkamer binnen.
Want George Ankerman had de gewoonte
tot heel laat 's avonds op zijn kantoor in
de stad te blijven, on zuinigheidshalve
draaide zijn vrouw bij het naar bed gaan
het gas uit. Bij de lamp bleef hij staan,
en zocht in zijn zak naar lucifers.
Geen licht.
!>io twee woorden, die slechts, fluis
terend werden geuit, maar waarin toch een
bevel en een bedreiging klonken, deden
den eigenaar van 't huis stokstil staan van
verbazing, terwijl nog een ander gevoel
koude rillingen langs zijn mg joeg.
Wat zei je 1 vroeg Ankerman, om
iets te zeggen, want hij had 't maar al to
goed verstaan
Ik zei -geen licht". Ik heb 't liover
donker.
Do stem scheen, te komen van de deur,
die Ankerman bü 't binnenkomen achter
zich had gesloten. Ontsnappen was dus
niet mogelijk. Ankerman beheerschte
zich en vroeg kalm-
Een inbreker!
to zekeren zin, ja.
-I- -•»'*•»'ifcl -
ittCirnj v-.j -
schen iach.
Ik wist niet dat er nog graden van
inbrekers waren. Ik dacht dat er maai
een flinke, afdoende manier was...
Mijn geval is geen gewoon geval.
Ik heb al meer dan een uur gewacht.
Hoe wist je. dat ik uit was vroeg
Ankerman, meer en meer verbaasd
Ben je boven geweest?
Neen ik vond hier uw souper klaar
staan en uw jas en hoed hingen niet in de
gang, dus wachtte ik. Ik ging liever
niet naar boven, omdat ik bang was dan
uw vrouw te verschrikken, die als ik mij
niet vergis, op 't oogenblik een beetje
ontzien moet worden.
Dat is zoo, zei Ankerman; maar hoe weet
je dat
Door dat aardige, kleine goedje, dat
ze hééft zitten naaien. Zij heeft 't voor u
daar op 't eind van de tafel neergelegd, om
t u te laten bewonderen. Onder de
omstandigheden heb ik mij er mee verge
noegd, een sigaar van u op te steken en
kalm op u te wachten. Maar gaat u nu
toch zitten, en eet uw souper. U kunt
alles uitstekend verschalken zonder
licht.
George Ankerman deed zooals het hem
gezegd was, hoewel alle honger hem was
vergaan bij 't merkwaardig onderhoud.
Zijn oogen raakten gewend aan 't donker en
hij ondei scheidde nu bij de deur iets, dat
naar een menschelijken vorm zweemde. De
man had echter de rijke, zjjden draperie
die over de deur hing. om zich heen getrok
ken, en er viel baast niets van hem te
bespeuren. Ankerman achtte het
trouwens niet politiek, al te onderzoekend
'e kijken, en deed alsof hij at.
Wat is 't dool van je bezoek 1 vroeg
hij toen.
Herkent u dan mijn stem niet moer,
meneer Ankerman
Ankerman keek belangstellend op, en
zocht in zijn geheugen. Toen zei hij:
Neen, eerlijk gezegd niet, Ken ik je
dan
Ik dacht niet dat een jaar verblijf in
de gevangenis zoo'n ver schil zou maken.
WatHolkert Ben jij 't
Ankerman sprong op, en wilde naar
den inan toeloopen, toen de bevelende
stem klonk:
Blijf zitten en maak geen leven
Ja, ik bon Hoikort.
Ontsnapt
Zogt n liever: begonnen te ontsnap
pen. Ik heb mijn gevangongenis-pak nog
aan. Dan kan je je nog niet als ontsnapt
beschouwen. Maar als ik u goed ken,
meneer Ankerman, en ik geloof, dat ik dat
doe, dan zal ik mezelf, als ik dit huis
verlaat, wel vrij man kunnen achten.
Als 't van mij afhangt... Ik hoop
dat 't je lukken zal, Holkert, met mijn
heele hart...
Dank u. Ik weet dat u meent wat u
Toen. op den dag vau mijn veroor
deeling, zag ik, hoe het u aangreep, en al
kondeü de vergoedelijke woorden, die u
sprak, me niet redden, ik heb ze toch
gewaardeerd en waardeer ze nog, U kunt
niet weten, hoe me 't berouwt, dat ik u
bestal
Dus was jö't toch werkelijk
Ach, meneer ik vertelde een sprook
je aan de rechters. Voor u beken ik,
Wei, wel, Holkert. ik kan je niet
zeggen, hoe verbaasd ik daar over ben. Je
moet weten, dat hoe meer ik overtuigd
raakte van je ontschuld, en ik heb sedert
ecu paar weken een privaat detectie! aan
den arbeid gezet, die gewerkt heeft langs
den indertijd door jouwen je verdediging
aangegeven weg, en nu, we dachten
nogal, dat de zaken goed voor je liepen..
Heusch.
Een paar seconden sprak niemand.
Hoe dan ook, laat alles vergeten
zijn, Holkert. Je straf lijkt me toch veel
te zwaar, ik had reeds een paar maai
premissie gevraagd, je in de gevangeuis
te mogen bezoeken,
- Had ?k alles geweten, wat u me
nu zegt, dan zoo mijn v^.iana amgero-
ker zijn geweest. Maar t is nu te iaat,
meneer Ankerman, te Iaat I t 1-even
van een gevangene is 't vagevuur, maar
't leven van een ontsnapte gevangene, die
weer opgepikt wordt, dat is de hel
De dood... misschien; de gevangenis...
nooit meer.
Neem een stoel. Je zult honger heb
ben.
Ik zou niet kunnen eten. En dan:
ik zou 't niet kunnen verdragen, dat u
uw eens vertrouwden klerk in gevangenis
plunje zag.
George Ankerman leunde achterover
in zijn stoel en dacht na. Sn toen deelde
hij zijn bezoeker zijn gedachten mee.
Holkert. zei hij oprecht, ik wil je
graag helpen. Ondanks heb ik de oude
sympathie voor je, en als we een goed
plan kunnen maken, wil ik je van dienst
zijn, Maar laat me eerlijk met je spreken.
Ik heb voor mezelf te zorgeu. en voor
andere... Mezdf zou ik kunnen wagen,
maar die anderen mag en wil ik niet
wagen, Begrijp dat goed.
Ik begrijp het volkomen.
Best. Luister dan. 't Helpen ontsnap
pen van een gevangene is een ernstig ding.
Dat weet je zoo goed als ik. Ik wenscti
iet voor den rechter te verschijuen,
beschuldigd van 't vetleenen van dte hulp..
We mooten een plan bedenken.
Zonder zulk een plau «>u ik niet
hier zijn. Dit huis is wel de laatste
plaats, waar de politie naar me zal
zoeken.
Holkert, denk daar niet aan. Ik kan
ie hier niet verbergen. Mijn vrouw...
Natuurlijk kunt u dat niet. Als ik
dit buis verlaat, vprlaat ik t voor altijd.
Alleen: naar de gevangenis ga ik niet
niet terug, tenzij dan voor een lijkschou
wing van mijn persom.
Houd op. Holkert 1 Je bent toch met
van plan de hand aan jezelf te slaan
Zeker niet; maar als ik gesnapt
wordt wel
En wat is dan je plan
Mijn ergste moeilijkheid is op 't
oogenblik om van mijn gevangenis-pak
af te komen. De meeste vluchtelingen
geven juist door hun plunje in te ruilen
de politie do eerste aanwijzing van hun
verblijt en richting. Ilebt u een pak voor
me, meneer Ankerman
Wel zes.
Slot zie Tweede Blad.