UitgeverW. A. Van den Munckhof, Venraj. Addergif. Hun huwelijksreis. Zaterdag1 27 Juni 19Q8. 39ste Jaargang. No. 37 Het zout der aarde. Abonnementsprijs per kwartaal Prijs der Advertentiën: De nieuwste toepassingen van addergif door den beroemden professor Calmelte, hebben nog eens opgerakeld, hoe groote rol de adder in de geneeskunde der verloopen eeuwen heeft gespeeld. De adder had volgens de geleer den uit die tijden, wel te verstaan na haar dood, buitengewone eigen, schappen. Zekere Charas beweerde, dat men door zich met haar vleesch te voeden wel honderd jaar kon worden, dat men van haar beet genas, door haar kop op te eten, dat ze haar gelijke niet had voor t tanden krijgen der kinderen. (Zoo iets als onze moderne 't zij met eerbied vergeleken tandhals- bandjes dus, waar ook heel wat menschen een rotsvast vertrouwen in hebben.) In den tijd van Lode wijk XIV was adderbouillon zeer in de mode. Madame de Sévigné geeft een recept er voor. De adder was een uitstekend middel, zei men, tegen zoo ongeveer alle ziekten verlammingen, hart- aandoening, pleuris, -leverkwalen, rheumathiek, de hemel weet wat meer Onze moderne geneeskunde ruimt dit gevaarlijk diertje niet zulk een groote plaats in het heeft bij onze dokters zijn goeden naam zoo wat verloren. Maar wat vroeger de adder na haar dood verschafte, dat laat de bovengenoemde professor Calmelte, eenigermate althans, haar bij haar leven schenken, dat is geneeskracht of liever te zijn e<m voorbehoed middel. Na verschillende ernstige proef nemingen schijnt hij namelijk tot de ontdekking te zijn gekomen, dat inspuitingen met addergif den raensch voor het addergif zelf, voor de gevolgen ervan ongevoelig maken. En dat zou inderdaad een schoone uitvinding zijn. Want er zijn landen en streken, waar de adder nog veelvuldig voorkomt, waar haar beet dus, vergezeld als die steeds gaat met den inbreng van addergif in de wonde, de ramp zaligst') gevolgen na zich sleept. In ons land, in onze streek heb ben wij van de echte adders weinig last. Gelukkig. Vau de echte adders want als van adders gesproken wordt, van addergif, van addervenijn, dan komt in onzen geest haast onver mijdelijk de gedachte op aan dat soort menschen, die als adders onder de medemenschen rondsluipen ja, er zijn talen, waarin men met het zelfde woord de adder en de laster tong aangeeft. Vond daartegen iemand een tegen gif uit, verbazend wat zou hij een opgang maken, wat zou zijn naam schitteren ver boven professor Cal» met te. Want zooveel kwalen als de vroegere geleerden zeiden als door addervleesch konden genezen worden nog veel meer kwalen, rampen, ellenden, zijn de gevolgen van het addergif. dat de lastertong uitwerpt. Verlammingen... maar wat werkt meer verlammend dan de laster op zijn slachtoffer hoe' wordt dit ge» dwongen tot machteloosheid, tot werkeloosheid, waar het moordend gif in al zijn bewegingen hem beletn mert. alle connecties voor hem afbreekt, alle deuren voor hem sluit. llartaandoeningen... zeker, en tol doodelijka toe. liet langzame besef dat hij slachtoffer van den laster is geworden, heeft menigeen geestelijk en lichamelijk zijn weerstandskracht geknakt. De adder, die zich verschuilt, is moeilijk te ontdekken. Argeloos raakt haar den voorbijganger met den voet en het dier in woede ont» stoken, uit instinctmatig zelfverweer, brengt zijn onwilkeurige!) aanrander den doodclijken beet toe, Ook de lastertong is moeilijk te kennen. Voorzichtig, zij schuilt misschien wel onder vrienschapssom, zij werp wellicht haar boos venijn, een minuut nadat gij argeloos hebt staan praten, en vertrouwelijk met wien gij meendet, dat U weigenegen was. Maar dit heeft de lastertong niet met de adder gemeen waar deze nooit aanvalt, alleen maar zich weert, daar is juisl, de booze zucht van gewoonte, de verfoeielijkste licht» zinnigheid aan gene tot voldoende oorzaak Nog eens welke professor geeft togen dit venijn ons een tegengif Het heeft aan sommigen een blijde verassing bezorgd zegt het C. te lezen dat to Parijs onder deelneming van duizenden en met practische resul» talen oen katholiek congres werd gehouden. Men had oen al te droeve voor» stelling van het katholiek leven in dit veel beproefde land, als zou er nu zoo ongeveer niets meer zijn over» gebleven van geloof en van liefde voor liet geloof, on men bespeurt nu, dat al mogen de bladeren worden afge» rukt, de bloesems vertrapt, de takken gescheurd, toch de stam nog staat en de wortel gezond is, vol krachtig sap dat leeft en verwachtingen wekt. Ongeveer eenzelfde gevoelen trilt in hetgeen de staathuishoudkundige Eugène Rostand schrijft in het, wel gematigde, maar aan de linkerzijde staande «Journal des Débats.'' Schrijver behoort niet tot do katholieken, maar hij istoch te helder geleerd om niet te zien, dat het Frankrijk van den huidigen tijd in zijn zedelijk bestaan ten ergste-vrordt bedreigd. Hij wijst zelf op de be» denkelijke verschijnselen die onbe» driegelijk vertellen waarheen het gaat«jaarlijks sterkere daling van het geboortecijfer, ontbinding van het gezin, afglijding naar de vrije «liefde" langs de vermeerde» ring van hot getal echtscheidingen, door' een verdwaasden wetgeverj ]VT011g'GlWGÏ*k. gemakkelijk gemaakt vooruitdrin» gen van het brutale of i et verfijnde kwaad op het tooneel, i.t het boek, in de pers verwoest! igen dooi den geesel van hot alcoholisme, verslapping der karakters, dorst naar snel genot zonder arheid..en nog meer wordt door hom als verschijnsel genoemd, du (lelijk voor ieder, wiens goede Douw door geen belang- of partij zecht wordt verblind. Het geeft, gelijk hii zegt. een smartelijke ongerustheid zooveel jonge menschen te zien fier zede» lijk leven ziek is in hoogere kringen onverschilligen,, egoisten, spotters, strovers naar mooie posities in lagere! standen materialisten, ruwe geweldenaars nog lager zullen die vermaak scheppen in de misdaad en-die trotsch gaan op hot kwaad. Maar daartegenover zijn troostvolle lee» kenen te zien van een Herleving, feiten die zelfs door een blad, als het Journal des Débats niet m minach tend zwijgen kunnen worden voor bij gegaan. En het eerste, wst-Lïj-.scn toornt onder de verschijnselen die een betere toekomst beloven, is de katholieke vereeniging der Fransche jongelingschap, een federatie van 2000 organisaties, die in provinciale of diocesane bonden onderling sa menhangen. »Allezijn bezield met denkbeelden die in de katholieke wereld werden herwekt door de encycliek, welke de teekenende Roomsch latiniteit aan duidt door den symbolische^ titel Rerum Novarum. De schrijver vertelt dan, hoe deze organisaties zijn ingericht en wat zij doen, hoe zij geen politiek nastreven maar sterke neiging hebben tot vak- vereenigingen, tot coöperatie, tot sociale verzekering, tot alles dus wat de veibioken solidariteit van wat de s imenleving moest wezen, kan herstellen. «Wanneer men die stemmen hoort gevpelt men zich in een atmosfeer van geestdrift, van geloof, van zuiver heid, \an karakter, van zelfver! loochening." «Vergelijk het dorre scepticisme van een toekomstig onderprefect, van een aanstaand Kamerlid, een minis teriebeambte of zelfs van een student zonder idialen, met de verheven geestdrift van die jonge mannen, uit zoo verschillende kringen voortge komen, die er vreugde in vinden, do zwakken te steunen die de machtigen niet vleien, die noch een baantje, noch een zetel, noch lauweren na jagen, die zich toewijden aan anderen De schrijver zegt het niet ronduit, maar de gedachte ligt in zijn hart en het is een ware gedachte, dat Frank rijk slechts door datzelfde katholiek geloof, hetgeen het trachtte te onder drukken, kan en zal worden bewaard voor algeheel bederf. Hij levert aldus eene schoone ge» tuigenis deze niet katholiek van de sociale geneeskracht der katholieke beginselen. voor Vknrat franco per post voor hot buitenland by vooruitbetaling afzonderlijke nummers 50 c. 65 c. 85 c. 6 c. van 1 4 regels 20 c. elke regel meer 5 c. letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, Smaal geplaatst worden 2maal berekend. Heniy Griggs en zijn aanlig vrouwtje, met wien hij pas twee uien getrouwd was. dachten dut ze op weg waien naar Scarborough. Ze hadden 't mis. Door een licht ver klaarbare vergissing waren ze op de verkeerde boot geraakt. Griggs kon t ook niet beipen; hij had geen verstand van schepen Hoe kon hij h *t onderscheid zien tusschen een eigen stoomjacht van 2000 t->n en een kustboot van 3000 De schuld lag waarschijnlijk fian den koelsier, dia hen naar 't verkeerde dok had gereden, en aan drie zeelui, die zij op den stijger vonden en die heel hulpvaar» dig de bagage hadden afgeladen. Griggs volgde hen. en aan den loopplank vond hij kapitein Anderson, wachtende op de twee geheimzinnige passagiers, die de -Thetis" hadden afgehuurd. Hij had geen instructies welke hiven de naaste be stemming zou zijn, naar Anderson die veel had meegemaakt, bekommerde zich om zulke kleinigheden met Hij wist dat er flink betaald was aan zijn reeders, door iemand die beschreven werd als -exentriek' hij wist dat de boot voor twee weken was gehuurd. Meer had hij niet noodig. Welkom op de Thetis', zei hij zijn pet albemena voói het fraar. Dank mijnheer, zei Giiggs, verheugd over zulk een hartelijke ontvangst. Dit is mijn vrouw we zijn van morgen pas getrouwd. Wel gefeliciteerd. Mijn vrouw vond, dat 't lekker rus» tig zou zijn aan boord van n schip. Griggs lachte en zijn vrouw bloosde. Henry. Nu is 't best hoor ij zijn mooi op tijd hè, kapitein? Ja meheer. Wilt u de boot dadelijk bekijken zooals u wilt. Nu dan is 't misschien beter te wach ten tot we naar zee gaan? Hij wees hun een paar gemakkelijke dek- stoelen. Wanneer vertrekt u kapitein? Ik dacht van zoo dadelijk. Maar de andere passagiers? I)e kapitein lachte, U zult het rijk alleen hebben. Och kom! zei Giiggs: ik had t gehoord; maar zoo! Nu des te heter. Ver beeld je, lieve, met zijn tweeën, We moesten nu maar van wal steken, meende, de kapitein: Als u mij noodig hebt kunt u mij vinden op de brug. Uitstekend. De kapitein ging en liet bet echtpaar alleen met hunne verbazing en voldoening over dat alleen zijn. De chef-hofmeester, een man van elegant voorkomen, kwam zijn instructies te vra gen. Wat heeft u aanboord vroeg Griggs- Welke wijnen, bedoelt u. Hm... Ja, antwoerde Griggs iet wat onzeker. De hofmeester rammelde oen lange lijst af van louter fijne merken namen die Griggs noch zijn vrouwtje ooit hadden hoorei) noemen. Geef maar do laatste," die u noemde. Goed mijnheer. De hofmeester was 't met den kapitein eens, dat 't een raar spannetje was voor menschen met zooveel geld. Zie je, kind. verklaarde Griggs aan z'n jonge viouw, moeteen beetje royaal doen; als ze je zoo behan delen. Zij vond dat ook. Een bediende kwam met bestelde en accepteerde als fooi den halven kroon, dien Griggs hem gaf als betaling voor den wijn. Deze koste tien shilling de flesch maar hoe kon Griggs dat weten De jongelui bleven boven, tot de -Too- tis" bijna Southend Pier voorbij was, toen verzochten ze, dat men hun hut zou wijzen. De chef hofmeester geleidde hen naar een prachtige kajuit in wit lak en goud, met crème stoffeering. Griggs voelde teekenen van verassing zijn vrouwtje nam alles op als zelf bospie- kend: Dit is toch onze hut niet vroeg de passagier die nu geheel verbluft was. Ja, meneer, antwoorde de plechtige hofmeester eerbiedig, De schol is rechts als u iets noodig heeft. IJ ij verdween. Wat ben je toch eeD goede jongen Henry zei mevrouw Griggs verrukt: wat een verrassing Ik had geen idee van zoo iets. Kyk Henry, alles in zyde. Je hebt mij gefopt hoor. Dit reisje kost veel meer dan 32 shilling retour. Deugniet je moogt mij niet zoo voor gek houden Heken nu maar. Hemy protesteerde flauwtjes. Hij leek te droomen enkeek verwezen om zich heen. Tevergeefs zocht hij verband tusschen deze weelde of den prijs, dien bij betaald had voor do biljetten. Heb je naar ,t nummer op de deur gekeken lieve vroeg hij eindelijk. Laat mij de kaartjes nog eens zien. Mevrouw Griggs haalde de hutnum mers uit haar beursje. Nrs. 31 en 62 !as zij luid. Griggs opende voorzichtig de kajuit deur en keek aan den buitenkant. Er was niets van een nummer te ontdekken. Vreemd, zij hij, de deur weer slui tend. r Kort daarop werd er geklopt, 'c Was de hofmeester. De complimenten van kapitein Anderson, en dat u de vrachtbrief kunt vinden in de lade van de schrijftafel; een klerk van den reeder heeft hem gister avond gebracht. Hier is de sleutel men O, dank u, dank u. zei Griggs nerveus. Mevrouw was zoo druk bezig met het uitpakken van haar valies, dat ze den blik van onsteltenis in haar ega's bleek gelaat niet kon zien. Zij vond het zaakje geheel in orde. Haastig opende Griggs de aangewezen lade en haalde er een groote couvert uit, geadresseerd aan «W, IIOtley Esq. stoomschip "Tnetis. Zonder aarzel n scheurde hij I et open en doorvloog den inhou 1. H as een overeenkomst tusschen de Nord f! >ast Stoombootmaatschappij en den hoer VV. H. Otley, waai bij aan dezen voor 950 pond sterling de -Tlietis" zou aanleggen in welke haven de huurder verkoos, mits niet meer dan zeven honderd mijlen van Londen, Toen hij die gelezen had, sloeg Griggs de oogen in wanhoop ten hemel. Nu werd hem alles duidelijk. Geen wonder dat het scheepsvolk zoo akelig, beleefd was. Hij voelde zich als een misdadiger. Hij die met biljetten van 32 shilling genoo van de luxe, door iemand betaalt met 950 pond, een som, die hij waarschijn lijk nooit in zijn leven zou bezitten. En 't was zijn huwelijksreis. De stem van zijne vrouw deed hem ontwaken, Henry, wat ben je bleek en naar. Doe toch die akelige papieren weg. Griggs stopte den vrachtbrief in zijn zak. Ik ben wat benauwd. Ik ga even aan dek. Jy blijft zeker zöotsng bier Ik kom gauw terug. Griggs stapte het dek op en neer, diep denkend. Na vijf minuten had hij zijn plan van actie gereed. 'Kr stond maar een weg open hij zou 't onschuldig bedrog volhouden, liever dan zijn vrouw tje op zijn huwelijksreisje verdriet aan te doen. Hij zou den kapitein gelasten, hen

Peel en Maas | 1908 | | pagina 1