Weekblad imt VIIMT
omstreken.
UitgeverW. A.
Munckhof, Venray.
God in de rechtzaal
z-r d"
Bedelaars en landloopers
Gruwelijken strijd.
Zaterdag1 20 Juni 1908.
29ste Jaargang.
No. 26
Tuin- en Landbouw.
Mengelwerk.
Abonnementsprijs per kwartaal
Prijs der Advertentiën:
Waar t wufte Frankrijk God en
het kruis van den Christus reeds
lang uit de rechtszaal hebben ver»
bannen, houdt het in-godsdienstige
Duitsche volk de gedachte aan den
Almachtige, den Eeuwige Recht
vaardige daadwerkelijk levendig.
En treffend is dikwijls de uit-
wetking er van.
Men kent het proces tegen prins
Eulenberg, aangeklaagd van de
grootste onzedelijkheid.
Daar was een getuige, zekere
Jacob Ernst, die niet bekennen wilde
Na de pauze begon advokaat
Bernstein hem vragen te stellen, zegt
het verslag, met zachten aandrang.
Maar het gaf niets.
Toen probeerde het raadsheer
Maijer. Ook hij vermocht langen
tnd niets tegen de gestage looche
ning, tot hij op eens de volgende
krachtige aanval döed op zijn ge
moed.
«Ik moet sprak de rechter
uw verhoor eindigen. Voor de laat-
Bte maal vraag ik u, waarachtig te
Dat zou hoogstwaarschijnlijk niet
zijn gebeurd, wanneer de rechter
niet zoo treffend op het gemoed
van den jongen man had gewerkt.
Wanneer hij van God had ge
zwegen.
zgo
Hebt u verder werkelijk niets te
zeggen, dan hebben onze herhaalde
waarschuwingen u onrecht gedaan
Wij zijn. meuschen en dwalen als
menschen.
Alwetend is er maar Eén. Die ziet
wat in de plooien van uw hart voor
het licht wegschuilt.
Denk er aan Ernst. Niemand be
driegt den laatsten rechter. Nog iels
anders moet u bedenken.
Wanneer u als jonge borst dooi
een hoogen mijnheer t^t leelijke din
gen verleid bent. zal geen recht
schapen mensch u daar een verwijt
van maken. Niemand, die weieens
in gevaar is geweest en zich zeiven
kent. zal het doen. En de anderen
tellen niet mee. Een open bekentenis
maakt u de achting uwer medemen-
schen steeds waardiger.
Wanneer u echter, zij het uit
schaamte of uit het op zichzelf
prijzenswaardige verlangen, een an
der, wien gij misschien tot dank
verplicht bent en die voor zijn leven
strijdt, te sparenwanneer u hier
valsche dingen bezweert; Ernst, dan
toudt gij voor al de jaren, die u nog
resten, een ongelukkig man met geen
vrede in zichzelf zijn, die voor elk
toeval zou moeten beven; waDt ieder
toeval zou u aan het gevaar van een
ernstige straf kunnen blootstellen.
.Nog is het tijd.
Antwoord kalm, zooals uw ge
weten u ingeeft. Ik vraag u alleen
dezen eenen keer nog; is tusschen
prins Eulenberg en u nooit iets
voorgekomen
Men hoort den adem.
De rechterband van den visscher
grijpt naar zijn hart.
Hij trilt als van pijn.
De tong stokt in de droge keel
en stamelt »Nou nooit
dat kan ik niet zeggen.
De bekentenis kwam los.
Langzaam, zeer langzaam nog
komt er wat milder opvatting en
zachter oordeel over landloopers en
bedelaars, die door de wet nog altijd
worden beschouwd als strafbaar.
Wie landlooperij pleegt, of ge
woonte bedelaar is, loopt de kans
opgezonden te worden naar Veen»
huizen.
Daar worden ze allen gevoed, daar
moeten ze wat werken, daar worden
ze bewaard voor verbetering is
iet daar de plaats niet.
Dat is trouwens niet de roeping
dezer kolonie. Wil een landlooper
daar beginnen met zijn leven te
verbeteren, wil hij vandaar uit
weer in de maatschappij terug»
ceeren als rustig, nijver burger,
die door geregelden arbeid in zijn
onderhoud voorziet Voenhuizeu
wil .hem de gelegenheid bieden, wil
hom volgaarne voorthelpen zelfs.
Doch dat komt te weinig voor om
er roem op te kunnen dragen.
Trouwens, dat opheffen behoort
ook meer eigenaardig tot de roeping
vervulde illusie.
Wie billijk is, mag die menschen
niet te hard vallen. Zeker, onder
hen schuilen stellig niet cH--beste
leden der maatschappij, Maarniet
allen zijn onverbeterlijk.
Velen zouden wel anders willen
doch ze kunnen niet. Waar zullen
ze heen? Wie wil hen in dienst
nemen? Overal vinden re de deur
gesloten.
En zelfs als 't hun een enkele maal
lukt geregeld werk te krijg, n, dan
wordt voor velen op een goéLn dag
de aandrang te machtig en het ver
langen naar het ongebonden leven
van vroeger hun te sterk: ze gaan
weer landloopon en belanden ten
slotte weer in de immer voor hen
geopende bedolaarskolonie. Z.
werking te behouden, zoo versch
mogelijk gebruikt worden en zoo min
mogelijk met water in aanraking
komen.
Aardbeien
Onze aardbeien buiten heoben t
bijzonder getroffen, geen nacht vorst
je heeft dit jaar ook maar eenige
schade aan den bloei v<m leze en
andere vruchtgewassen toegt aciit
't Staat er göed^vo -»beve
Meimaand heeft ruimschoots goc
gemaakt, waarin April is te kort
geschoten.
Zoodra de aardbeien door den
vertoonen zich de
bloei heen zijn
uw» or -o uitloopers of ranken, waaraan zich
van particulieren, van menschen-I de jong0 planten ontwikkelen,
vrienden, die hun illusies willen jy.0 ranken nemen nog al aardig
verwezenlijken om maatschappelijke voe(isei tot zich en waar men geen
schipbreukelingen terug te brengen jonge planten behoeft, kan men ook
tot besef van eigen kracht. die ranken wel missen, dus snijdt ze
Ze zijn er, gelukkig, die voor z00 gauw m0gelijk weg. Dit weg»
dezen arbeid tijd en geld over hebben Lijden raoet geregeld eenmaal in de
en do uitkomst loont vaak hun veertjen dagen geschieden,
moeite en zorg: is het aantal jonge planten, 't
Niet altijd intusschen. welk men denkt uit te planten, be
Te veel landloopers blijven del erSu^ dan iaat men elke aardbei
voorkeur geven aan het vrije, onge- I plant'slechts een paar uitloopers be
bonden, avontuurlijke zwerversleven houden. Dit is èn in 't voordeel van
Ze kunnen het niet hebben, dat de m06derpol en in dat der komende
iemand iels over hen te zeggen heeft. Ijonfjen 6n de kwaliteit der vruchten
of iemand iets op hen te zeggen he«ft L,ordt er vooral niet slechter door.
aat hen koud. Ze kunnen niet aar» f Wie er over beschikt, laat de
den in gestichten, met hun -strenge vrucht8tengels rusten op de welbe»
vormen, g.-bruiken en reglementen,Lende aardbeiboogjes, overigens is
ze hebben een ingekankerden haat men goedkooper uit door er kleine
aan al dat regelmatige, ze willen Lou^n mikjes onder te plaatsen,
zich uiet huigen onder den wil van I Tijdens 't zwellen der vruchten
anderen. Zelf willen ze zeggen wat en veriangt een aardbeiplant veel
ïoeveel ze daags zullen doen. Een waterMocht 'tdan noodig, men ver
ander heeft daarmee niets te maken. I zuime niet 's avonds de planten flink
Geen grooter vreugdedag kent deL0 begieten,
kolonist uit den «krententuin dan Versch gestoken asperge,
ook dan den dag zijner bevrijding. gestoken asperge, die piet
Dan trekt hij een met z.jn uitgaan* V*» tegen
kas, koopt-ch «garen en borrd te™ton 8 door
stapt ineea Ue.n om >yn kornu.ten M u of
van weleer te bezoeken en deze azen Ll.to lerrCTAtï Wan»
al op zijn welvoorzienen geldbuidel,
om hem te helpen dien in den kortst
mogelijken tijd leeg te maken.
Maar in die enkele dagen, dat hij
nog geld heeft, kan de landlooper
zioh dan ook allerlei wereldsche ge
nietingen veroorloven, waarvan hij
al zooveel maanden gedroomd heeft;
in den zomer met een licht pakje
door de stad flaneereu, lekker eten
en drinken, een ander bevelen
in vochtig zand te leggen. Wan
neer men ze in het water legt, zooals
sommigen doen. om het verwelken
te voorkomen, dan gaat hare waarde
verloren. Het fijne aroma, dat ont
staat door hot asparagin, wal de
asperge bevat, gaat verloren en de
asperge is uit het oogpunt van ge
zondheid waardeloos.
Gelijk men weet werkt de asperge
op de gezondheid van lijders aan
PEEL
MAAS
voor Vbnrat 50 c.
franco per post 65 c.
voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c.
afzonderlijke nummers 6 c-
van 1 4 regels
elke regel meer
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiön. 3maal geplaatst worden 2maal berekend
20 c.
5 c.
M
Ze hadden Piet de Mulder om a'n kop
geslagen Ja en ze hadden gemeend ook
dat 't noodig was. Want verbeeld je.
Piet, zoo'n snoodaatd had zijn oogen
durven slaan op 't puikje der Duifhuizer
Maagdenrij Hij de vrètnde kèl zou zich
vermeten de schoonste boeren roos te
napen uit den goedbemesten Venschen
gaard Wie, dien Duifhuisch of Vensch
of Hoogs'raatscb bloed door de aderen
kroop, een klepbroek droeg, en in een
paar hooge klompen zijn of- en defensieve
bewapening vond, zou dien smaad dul
den
Ze waren dus naar Vorstenbosch ge
komen Hemelvaartsdag en toen heel
het dorp reeds een uur droomde van
dure botter en zoggen met veertig baggen,
hadden ze den argeloozen Piet, die wat
lang gebierd had, om z'n kop geslagen.
Deze nu meende zich op dien oogenbhk te
herinneren, dat bij een paar beenen bezat,
maakte een gezwn.dinaisck in de lichting
van het muidershuis', vloog ue UtkyjSL Afc
en was veilig 70or alle aanslagen op zijn
kop. Bij gebrek aan een kop om op te
slaan, begonnen de Vensche eerl.et stellers
natuu'i lijk een bombardement op het
muldershuis en je begrijpt, wat van glas
was, bezweek weldra voor de Duifauizer
werpkracht.
Den volgenden morgen half vier zocht
en vond Jana Piets pet op den stoep van
het Café, waar Piet zijn laatste poijo
gepakt had en wat later,' toen de mare
van 't gebeulde, heerschte er algemeeoe
consternatie. Zoo ver de overlevering
reikte, van de dagen, dat Maarte de
heks nog buisde in 't Lendersgat. tot den
da17, waarop t- eers'e -stoorohetsrytuig
alle paaiden op hol had doen slaan,
nergens kon men vinden het volgende
exempel van grouwelige asirantigueid
.Ze slaón ou ien ouw eigen deip af en
jóji dan de routen ien."
Maar zoo^-ls 't altijd gaat indrukken
verdrijven indrukken en spoedig kregen
de gesprekken over den aanstaanden
houw van Tinus van Hjolem en den
verkoop van Mie Spol de overhand op de
kapotte ruit en net geteisterde hoofd van
Piet. Echter, er bleef iets broeien aan de
lucht en je kond', liet verschillende
Vorstenbossche jongelui aanzien, waui-
onder Piet niet het minst, dal ze zwanger
gingen van groote en grootsche plannen.
Zoo kwam den 2en Pinksterdag, de
dag. die met gulden letteren opgeteekeud
zaf worden in de kronieken van Vorsten
bosch de dag van eerherstel en glorie
vuor bet in den persoon van Piet zoo
diep gekrenkte dorp de dag van jammer
en vernedering voor de Duifhuizer en
Veueche en Hoogstrater eedgenooten, bij
welke deze dag ook nimmer uit het ge
heugen weggowischt zal worden, evenmin
als de merkteekenen, welke dien dag hun
lichamen zijn ingeprent.
Want ziet. op dien dag, die getuige is
geweest van zooveel roemruchtige daden,
vertoonden zich in den namiddag omtrent
de vijfder ure, vier dergenen, welke
zich aan Piets kop en 's Mulders ruit
vergrepen hadden, in een der drie herber
gen! waar zich des Zondags de vreedzame
landbevolking een stemminkje aandrinkt.
Dadelijk achtte men bet raadzaam, dit
den Mulder en Piet te boodschappen,
die dan ook met moed en strijdlust iu het
hart oprukten naar de door de tegen-
En op -de" pad, daar greep heteetste
treffen p'aats, maar helaas, 't bleef by
een -moelgevecht." Wel daverde des
mulders strijdkreet langs de velden, wel
beschreef de vuist van Piet raaklijnen aan
Vensche koppen, wel schitterde het s'aal
reeds in de vuist van den smidsknecht,
wel werden de aardappelen van Dore den
08senboer danig -verspold", doch men
vond het verstandiger eerst nog wat moed
te gaan verzamelen bij Dien'je of Trui
en dan, dan zou de lang geschonden eer
gewroken worden.
Arme Duifnuizer en Vensche en Hoog-
straatsche kinkels, wat deed je ook in
Vorstenbosch en waarom moest je om de
maat der grou welen vol te meten nog
gaan zeggen dat daar zooveel stomme
boeren wonen? Laat ze daar stom zijn,
goed. ik heb er vrede mee, maar gij waart
veel stommer. Of wist ge dan niet, dat dit
het sein zou wezen tot een plotselinge
mobilisatie van heel de heerlykheid Neen,
ge bad niet kunnen denken, dat plots de
geheele straat zou gevuld zyn met gewa
pende boeren, die onder bet uitstooteo
van allerlei geluiden in stormpas zouden
aanrukken te uwer verdelging. Neen, het
mocht niet meer baten, dat gij in een
oogwenk het bekken van Knilles Driek
Moete tot het leveren vin slagzwaarden
dwongt.
Als in de dagen van Deucalion en
Pyrrha scheen uit eiken kei een boer te
ontstaan en allen, allen met 8'ok en riet en
biljuitkeu en mes en klomp en bierglas en
kilrtir' twee'-r- - «bi
zworen o>«fw; cl" Pterwv
Vooraan de Mul de- nis een bneseodt
leeuw, %uaerene quera devote* aurachtar
Piet den woudstier gelijk dan twee
boerenjongens het blanke staal in de vuist
en dan een bonte fou e van mannen,
vrouwen kinderen, allen tierende en
schreeuwende, terwijl hoog boven alle
tumult uitschalt, de strydleus van Narts
den smid -Slaói, slaót en as ge nie 9laón
kunt, dan schupt raar I" Werkelyk Neder
land kan gerust zyn.
Vorstenbosch heeft bewezen dat het
Nederiandsche volk in een minimum van
tijd ten strijde gereed is Ons Vaderland
vindt gewis zyn beste defensie in den
landstorm dat is na hetgeen ik den
tweeden Pinksterdag gezien heb mijn
vaste overtuiging.
N«g eens arme Duifhuizer en Vensche en
Uoogstraaiscl.e kinkels 't ging u bijna
als weleer de Filistyoen armzaliger gedach
tenis, die ook eens een uitstapje over de
grenzen gemaakt, hadden en van een koude
kermis, of beter gezegd in 't geheel niet
meer terugkwamen. Wat hadt ge nu aan
het hekken van Kmllis Driek Moele? Üij
wierpt de wapens weg. en deed wat Piet
Hemelvaartsdag gedaan had. terwijl uwe
stijve panJjassen fladderden in den wind
en uw zijden petten verzeilden naar de
naburige slooten.
Ja ik begryp 't best, dat de aanblik van
dat dreigende heir uw laatste vonkje moed
doofde evenals ik nu ook begi ijp hoe 't
gezicht der huilende barbaren de Romein-
scbe legioenen by Noreja hun heil deed
zoeken in de reddelooze vlucht. Maar of
gij liept, het gansche heer van vervolgers
bleef u bij en zoo werd ge thuis gebracht,
arme drommels en zoo moest ge gedoogen,
dat de Mulder op uw gebied een wapen
schouwing hield over zyn troepen. Dat was
wat andeis, dan iemand in't geniep een
klap te geven En gelukkig voor u hebt ge
de victoriekreten vau het overwinnende
leger niet gehoord, toen het bekranst met
bloeroen uit Vensche tuinen zijn blijde
inkomst hield in 't van neugde weer
galmend Vorstenbosch. Hoe 2oudt ge van
schaamte en spijt geknarsetand hebben,
als ge Teuwske had hooren kraaien
-Hoera, ze zien met den ersten tram
naar Mill." Als ge het nog strijdlust
ademende woord van den Mulder had
opgevangen -Ik had er nog zoo g$r«
W!