amstr
UitgeverW. A.
Lief en leed.
Munckhof, Venray,
Annas leugen.
f @03?
Zaterdag- 9 Mei 190S.
£39ste .Jaargang-.
No. 20
1 m
m
Voorkomen is beter dan
genezen.
Mengelwerk.
Abonnementsprijs per kwartaal
voor Venrav 50 c.
franco per post 65 c.
voor het buitenland by vooruitbetaling 85 c.
afzonderlijke nummers 6 c.
Prijs der Advertentiën:
van 1 4 regels
elke regel meer
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend.
20 c.
5 o.
Tegen de verdrietelijkheden van
het levenweegt toch het weinigje
geluk niet op.
Afgezien nog van het grooto ver
schil dat er ligt tusschen den een,
wiens levensdag onbe'orgd is van
wieg tot grafen den ander, die
ploetert en zweet in gestadige kom
mernis voor zich en de zijnen.
Afgezien vau het verschil tusschen
hebben en niet hebben, in al do
phasen, waarin 't zich voordoet, van
den tobbenden hongerlijder, die geen
werk kan vinden tot den rrulti
millionair, die straks als het zóó
doorgaat, met eenige weinige ande
ren. de aarde en haar schatten
verdoelt.
Meer dan nog, wat al miseries en
jammervol verdriet, wat al teleur
stellingen
Die de aarde een hot van Edeni....
f x Inking van datgene, wat we leeren.
noemt zooa s de dichter zingt, die
woord sprak, toen hij 't alles
ijdelheid der ijdelheden noemde.
De zucl\t naar geluk kan den
mensch niet om niet in het hart
zijn geboren.
Dat zou een wreedheid geweest
zijn van het almachtig Wezen, dat
hem bij 't stofiijk lijf de afscha
duwing van zijn eigen we/en schonk,
de redelijke ziel, het pronkjuweel
van verstand en wil.
Reeds daarin alleen, dat 't zoo
wezenlijk overeenstemt met die
aandi ift binnen in ons, reeds daarin
alleen, ware zelfs alle ander bewijs
nietig mogen wij van den gods
dienst den grond van waarachtigheid
aannemen.
Van den godsdienst, die ons het
ad maiora toeroept toi
dingen zijt gij geschapen.
Niet tot de ijdelheden dezer wereld
niet tot baar teleurstellingen, niet
zelfs tot haar zij 't dan voorbijgaande
genietingen, maar tot verwezen-
>sten
zich
hoogere
altijd mocht op rozen gaan,., zou
zulk een mensch in .werkelijkheid
ooit zijn te vinden f
Of is 't niet veeleer waar, dat ook
voor alle nakomelingen van het
eerste menschenpaar nog steeds de
toegang tot een aardsche Paradijs
door engelen wordt afgesloten met
vlammende zwaarden
En buiten die gaarde des geluks,
in waarheid een dal van tranen.
[in het eenvoudigste, maar teveDs
verhevenste, 'heerlijkste boekje der
wijsbegeerte: Hem dienen, beminnen
hiernamaals eeuwig te aanschouwen.
Zie en smaak, hoe groot de schat
van godsdienst is
Daarover zijn we het allen eens.
Reuzenwerken van genie en kunst; I Voorkomen moet worden, dat onze
van bovenmenschelijke kracht in een kinderen, het ouderlijk huis veriaten-
oogwenk door booze natuurkrachten de, terecht komen bij menschen, die
vernield! zich niets aan hen laten gelegen
Stichtingen en ondernemingen, |jggen, ja. erger nog, misschien wel
waaraan geheelo scharen zich wij- I hun val op 'toog hebben,
den, te niet gedaan door grillig I jltar op jaar trekken honderden
spel van toeval of omstandigheden. meisjes uit dorp of gehucht naar de
Vruchten van diepgaande studie stad om er te gaan dienen, of eeue
en wetenschap ijdel gemaakt, omver betrekking 11 zoeken. De hoogere
geworpen door tegenovergestelde Nonnen, do meerdere afwisseling en
bewijskrachtige resultaten. de vermaken van het stadsleven lok»
Dat alles zou men strevingen der ken hen aan. Of ze er zich geluk-
men8chheid kunnen heeten. in haar kiger zullen gevoelen
genomen; met den eenling, \ye willen niet zwartgallig oor
met het individu staat't niet beier. de. len. Er is in de stad voor menig
Ouders brengen kinderen groot, en J muisje veel te leeren, dat haar
soms tot loon vooral hun moeizaam hn het volgend leven te pas kan
zorgen, hartepijn van ondank en komen. Maar ook, helaas, veel nooit
miskenning! meer te herstellen kwaad. Iloevelen
Anderen offeren al, wat ze hebben denken mot wroeging terug aan de
te offeren, aan de bereiking van wat Jagen barer onschuld, toen- ze nog
ze zich voorstelden, dat hun geluk zou Liets wisten van al de verleidingen
zijn. van het groote-stadsleven
En zie ze verkregen wat ze Van hel hoogste belang is daarom
wenschten, verliest het plotseling, voor alle ouders, die dien schoonen
indien niet alle, dan toch de meeste naam verdienen, de vraag of zij hun
zijner aanlokkelijkheden, zooals» een kind met vertrouwen kunnen laten
kind het'eens verkregen speelgoéd I gaan naar het gezin, waar het eene
toch eigenlijk minder mooi vindt, 1 plaats kan vinden,
dan toen het nog pronkte achter Onbegrijpelijk is de zorgeloosheid
de winkelruiten. van vele ouders, die hunne kinderen
Doch wat 't kind overkomt, maar op goed geluk naar eene groote
gebeurt ook den jongeling, de jonge stad sturen, bijna zonder geld, met
dochter. alleen het adres van een of andere
Wat hem of haar, dit ook defi besteedster of verren bloedverwant
getrouwden man of vrouw, hü den 't fs een wonder dal alles
Dezen hebben weer illussi°s, die j dikwijls nog goed terecht en niet veel
gewenschte inlichtingen te !<ekome.ii
Tijd, gelegenheid en skostel
ontbreken do moeder,
te vergewissen of haar ki
goede omgeving komt.
Welnu, hierin is thans
Gedreven door de gemoe: happe-
lijke overtuiging dat taf w ee$
algemeen en ernstig vol Wlpnj
geldt, hebben verschillende i-artes
tantsche, kdtholieke en ..ïideré
vereenigingen de bande? inetfn
geslagen. Zij vormen samen een
Comité tot bestrijding v a deii
handel in vrouwen, en nobUen)
twee jaren geleden op hei
Nationaal Informatiebu/eau
tot bescherming van vrouwen
en meisjes, thans gevestigd
Weteringplantsoen 22 te
Amsterdam.
Ieder noteere dit adres.
Dit bureau, dat door de tiegee-
ring gesteund wordt, verstrekt
kosteloos in'ichtingen beti .ff'ende
de betrouwbaarheid van betrekkin»
gen van vrouwen of me if is in
binnen- oi buitenland aang -.oden
Eu wilt ge weten, war uwe
zij hare vrije avonden zonder gevaar
kan doorbrengen onder geloofsge
nooten, of wat verder van belang
is te weten op het gebied van
voorkoming, of ook van bestrijding
of redding van gevaren, die het
zedelijk leven bedreigen, het ge»
noemde bureau geeft u gaarne alle
voorlichting. Onthoud dus dit adres:
Nationaal Informatiebureau,
Weteringplantsoen 22, te Am
sterdam.
Er. laat niemand rtu meer zijn
dochter op goed geluk naar de
stad laten gaan, waar de weg om
vcrlrouwbare inlichtingen te beko»
men ibans zoo gemakkelijk is ge»
maakt.
W. SCHMITZ,
F. VERKLEU beden.
J. M. MICHELS
P. SCII0LS. Secretaris.
PASCAL SCHMEITZ,
Geestelijk Adviseur.
dM Smittauer
w
'Wat lifödert
mij dal! antwoordde
George, hij weadde zifih om on liep met
'groote schreden naar het huis toe. Toen
hij de struiken en takken verdringend, het
voetpad beieikte, dat door de weide naar
het huis leidde, zag hij plotseling Anna 's
gestalte opduiken. Zij kwam van den
tegenover gestelde kant en scheen eoi
oogenblik besluiteloos, toen zij George
zag. Het volgend oogenblik wierp zy met
het hoofd in den nek en wilde hem voor
bijgaan. 'Hij pakte echter haar arin en
hield haar vast.
Ik heb het ook moeten aanhooren,
wat gij zooeven gezegd hebt. begon hij
met van opgewondenheid heesche stem.
luister nu maar. Ik zweer je ik had er
geen idee van, dat er zoo over jou en mij
gesproken wordt. Sedert jaren ban je voor
mi.i het mooiste en beste op de wereld ge
wende men
rijpere jaren hun ontnemen zullen,
en eens pas, eens als 't levens
zonnetje ter kimme neigt, komt bij
allen het klare bewustzijn op, dat
de wijste der koningen een waal
meer meisjes verongelukken.
Er zijn ook andere ouders wien
het zedelijk welzijn hunner kinderen
zeer zeker ter harte gaat, maar die
den weg niet weten hoe de
Voor Duitschland
zich aan de
Stellenvermittelung flir welb-
liche Personen.
Weststraat 32, Creield.
Telefoon 2519.
Aan vrouwelijke huisbedienden,
huisdames kinderjuffrouwen keuken
en dienstmeisjes, enz. enz., worden
kosteloos plaatsen bemiddeld.
Het bureau is geopend op werk»
dagen van 11 12i(2 voormiddags,
en van 35 uur des namiddags.
Des Zondags van 1112i(2 des
voormiddags.
Aan meisjes en vrouwen, die van
buiten de stad komen, wordt op
wensch fatsoenlijk en goedkoop
logis aangewezen. Deze plaatsbe»
middeling is eene zuiver philan»
tropische inrichting.
Voor Venray en omstreken wendde
men zich voor gewenschte inlichtin
gen ten kantore der
Venraysche Arbeidsbeurs en
Informatiebureau
in de Schoolstraat,
of tot een der Bestuursleden.
Jos. A ERTS, Voorzitter.
Dr. A. JANSSEN, Onderv.
De ontdekking, éU Smittauer van de
gebeurtenissen niets wist, wentelde Peter
een zwaren steen van het hart.
Michel heeft een kennis, die hier
wel een beetje helpen kan. zeide by be
hulpzaam, ik zal hem eens vragen.
Toen Anna kwam koffie drinken, spraken
de ouders juist over het vertrek van George
doch hielden op, toen zy hun dochter
zagen, om dat zij wisten dat zy zich steeds
ergerde als ze in haar bijzijn over de zaken
spraken.
- Heb je hoofdpijn kind? vroeg de
boerin bezorgd, toen Anna met een ver»
drietig gezicht tegenover haar ging zitten.
Nee, antwoordde zij kortaf en schonk
*'ch een kopje koffie in. Zij nam oen slok
en schoof toen den kop op zjj.
Is de koffie niet sterk genoeg! vroeg
haar moeder.
O, ja, maar ik heb vanmorgen geen
dorst en geen honger en daarop stond
«j weer op en ging by het venster staan
Wat vertelde vader, toen ik straks
binnenkwam? Wie gaat weg? vroeg ze
na een korte pauze.
Och, het is George Huber maar ant
woordde de boerin, hy wil opeens naar
Mecklenburg waarom weet ik niet
en dat zoo midden onder het werk.
besloot zy boos.
Anna antwoordde niet, maar toen haar
moeder naar haar opkeek, zag zij, dat een
donker rood het gezicht van het jonge
meisje bedekte.
'k r
heid. heb heimelijk aangebeden enixina, ea bij op ..mar aocn«s»- t,
nooit heb je het gemerkt, want ik weet, j je ock kon gevat?
dat jij je verheven boven ons, boeren,
waant, en ik dacht liet tot nu toe, dat jij
liet ook was maar op een zonderlinge
manier i3 het mij plotseling duidelijk ge
worden, dat wij toch beiden van een stand
dat wij beiden boerenkinderen zijn ondanks
je steedsche opvoeding en ondanks het feit
ook, dat ik vurig na zoo 'n opvoedin
verlang. God alleen weet, hoeveel meer
ik mij tot de boeken aangetrokken voel
dan tot den ploeg Hij hield meteen
bitteren lach op, toen trok hij het meisje
met ruw geweld in zijne armen en eer zij
zich verweren kon had hij haar een kus op.
de lippen gedrukt.
Ziazoo, riep hij boosaardig, terwijl
hij haar van zich stootte, -nu heb ik ten
minste grond gegeven om mij te haten
Anna was afwisselend rood en bleek ge
worden, half angstig, half zich verzettend
keek. zij haren aanvaller een seconde lang
in de oogen, toen zij echter zijn mooie,
blauwe oogen gloeiend van toorn en kwaad
heid op zich geiicht zag doen sloeg zij hare
handen voor haar gezicht en vluchtte weg.
George trachtte niet haar te volgen. Tegen
een boomstam geleund keek hij de siarue
gestalte na tot zij uit het gezicht verdween.
Toen richtte hij zich op en ging langzaam
heen. In zijn binnenste voelde hij reeds
berouw over het zooeven gebeurde en
onder den invloed daarvan verdween zijn
oom en nam hij zich voor zyn kamera
den geen last te veroorzaken, door aan de
boer zijn dienst op te zeggen, zonder
eenige reden daarvoor op te geven.
Den volgenden morgen verscheen
hij dan ook niet op het werk. De boer
kwam zelf en vroeg aan Peter of hij ook
wist wat er met George gebeurd was, hy
had gisteren laat zijn broeder gestuurd
met de boodschap dat hij 's nachts uit het
dorp zou vertrekken.
Nee, ik weet het niet, zeide Peter
met een onschuldig gezicht, terwijl hy
zyn zeis ijverig met schuurpapier schoon
maakte, -hij heeft al lang van weggaan
gesproken. Dat hij het echter weikelyk
doen zou, had ik niet gedacht. En nu op
eens zoo plotseling! Ja, Ja zoo zijnde
jongelui tegenwoordig.
Als hy tenminste maar gewacht had.
tot het koren binnen is. Waar kryg ik
nu midden in den oogsttyd een anderen
knecht vandaan. Ik met rayn rburaatiek
en myn hnrtkwaal kan ook niet meer
mee helpen als vroeger!
Anna was echter niet in een humeur
om zich de liefdevolle bezorgheid van
haar moeder te laten welgevallen.
Mij mankeert niets, riep zij plotse
ling luid en kwaad, maar ik kan dat leven
in deze vervelende omgeving niet langer
uithouden. Ik ga nu in den tuin en wil
niet gestoord worden! Met deze woorden
liep zy weg en sloeg de deur dreunend
achter zich toe.
Meewarig keken de ouders elkander aan
loen ging ieder met een heimelijken zucht
aan het werk.
Anna liep naar den tuin, ging op den
mosbank onder de groote linde zitten
en liet den vloed harer gedachten den vrijen
loop.
Zoo lang zij zich herinneren kon, had
zy George gekend jarenlang waren zy
als buren iederen dag met elkander naar
school gegaan altijd had George de
boeken van zijne kleine vriendin gedragen
haar bij iedoren gelegenheid beschermd en
te zamen waren zij in de kleine dorpskerk
aangenomen geworden. Daarmee sloot dan
nok do vroolykheid, zorgelooze jeugd,
Anna ging naar stad en door ongelukkig
speculeeren verloor da tot nu toe wel
varende vader van George ziin geheela
vermogen waardoor de jongen, die een
urig verlangen koesterde naar een
hoogere opleiding, zich gedwongen zag,
zich als knecht te verhuren. Gelukkig
bood de buurman bem een betrekking
aan en tot op beden had George hem
trouw gediend.
Toen Anna weer thuis kwam was die
vrymoedige manier van spreken tegen
over hem verdwenen.
En gisteren had zy hem doodelyk
beleedigd, zy had, achter de struiken
verborgen, wel bemerkt, hoe hy onder
de plagende woorden van zyne kame
raden rood van kwaadheid geworden was
bad zij hem slechts *,yd gelaten, zeker
zou hy haar en zich zelf met mannelyke
wooiden verdedigd hebben maar in
hare verbolgenheid was zy zonder na
denken tusschenbeide getreden en had
zich woorden laten ontvallen, die met
haar werkelyk gevoel in lijnrechten strijd
waren. Iedereen had hare woorden in
ernst opgenomen, want niemand ver
moedde zelfs, dat zy lederen namiddag,
wanneer de arbeiders van het veld terug
keerden, in haar kamertje aan het venster
stond en, achter het gordyn verborge^
UUCTUJI., U V, C 11 n liot eonvnnrlI Ofct/i mom' tuniinc
livjoiibcr Tciug l'ijgi.©; i»,