?@QÏ UitgeverV. A. Van den Munckhof, Venraj. Onderzoek Hulp aan de armen. Geldleenen zonder borgen. Zaterdag 4= Januari 19O0. £9ste Jaargang. No. 2 Tuin- en Landbouw. Onze heggen. Mengelwerk. Hoe zij lid der Maria-vereeniging werd Abonnementsprijs per kwartaal iVi j 5 der Advertentièn: De Burgemeester van Venray In Kopenhagen is een vereeniging opgericht, om do armen, vooral de bedelai men te helpen. De oprichter is een vroom en rijk man, die door de socialisten den laatste* Christen genoemd werd, onder welken naam hij algemeen bekend is. Hoe deze vereeniging werkt, ver haalt het-Handelsblad" Er staat een bedelaar aan uw deur. Wat zult ge doen Hem wegzenden Ge aarzelt. Misschien heelt hij 't erg noodig. Hem een kwartje gever? -Laat ik 't maar doen, dan ben ik er af.*' Neen, ge zijt er niet af. De eerste de beste kroeg loopt hij misschien binnen, 't Is zonde van uw kwartje, voor u en voor hem ook. Maar ge hebt een Kopenhaagsche kaart van den «laaatste Christen". Ge kunt die geven zonder aarzeling. Nu zijt ge er werkelijk af —ge hoeft niet te denken. De vereeniging denkt voor u. De bedelaar komt met zijn kaart aan het bureau. Zijn naam en woon plaats worden gezocht en meest ge vonden in een reusachtig adresboek waar achter eiken naam vermeld staat 's mans beroep, inkomst gedrag enz. enz. Iedere wijk heeft haar eigen huisbezoekers, die nauwkeurig van alles op de hoogte zijn. Iedere wijk is weer verdeeld in kleinere afdeelingen. Is de persoon, die zijn kaart op het bureel aanbiedt, onbekend, dan gaat onmiddelijk iemand met hem mee. om den toestand te onder zoeken. Reeds op de kaarten staat gedrukt dal het geld alleen wordt uitgereikt aan wie werkelijk in nood verkeert. Bedriegers gaan niet eens met hun bonnetjes naar het bureau, want zij weten dat zij niets krijgen en komen zij toch, dan is hun comedie dadelijk uitgespeeld, want het bureau kent zjjn volkje en voor hun -oogen wordt liet kaartje ver scheurd. -Maar dat is dan toch jammei", meent ge. Neen, dat doet er niets toe. Het geld, waarvoor ge de kaartjes hebt »ekocht, komt dan immers ten goede aan de vereeniging, die daarmede weer andere noodlijdenden steunen kan. Iedereen ir. Kopenhagen koopt deze kaarten en koopt ze gaarne. De zekerheid, dat het geld goed besteed wordt, lokt allen tot geven. 't Is ongelooflijk *oor hoe groote sommen jaarlijks kaarten worden gekocht en hoe de toestand der armen verbeterd is sinds de oprich ting dezer vereeniging... Wat in Kopenhagen gebeurt, zou dat in kleinere gemeenten niet veel gemakkelijker zijn? Daar kent men de menschen voel gemakkelijker. Treurig toch blijft bet, dat er zooveel geld slecht besteed wordt aan menschen die er misbruik van maken, maar nog veel erger, dat wegens het gevaar van misbruik de ware armen niet voldoende krijgen. Zou eene regeling als in Kopen hagen geen punt van studie kunnen uitmaken voor onze Vincentius- vereenigingen Wij gelooven dat men daarbij den steun van de geheele bevolking zou vinden. Do heer A. van Rijen, sec. v. d. Arbeid, schrijft in de -Volksbode" In bijna alle bladen vindt men tegenwoordig herhaaldelijk adverten ties, waarin geld ter leen wordt aangeboden, zonder borgen, tegen billijke, rente, gemakkelijke aflossing enz. Meermaals is reeds gewaarschuwd voorzichtig te zijn voor dergelijke schoonklinkende aanbiedingen. Waar dergelijke annonces in de bladen blijven voorkomen zou men moeten opmaken, dat er goede zaakjes mee gemaakt worden en het lichtgoloovige, onnadenkend publiek aan dergelijke offertjes vertrouwen schenkt. 't Is ook niet zoo onverklaarbaar ale men in geldverlegenheid zit, dit meD het dan ook wel eens wil pro- beeren, om op zoo gemakkelijke wijze aan geld te komen. Om onze arbeiders tot voorzich tigheid met dat soort aanbiedingen aan te manen, vermelden wij het onderstaand geval Iemand, zijn naam en woonplaats doet niets ter zake, had in de -Provinciale Bossche Courant een dergelijke annonce gelezen, en vroeg om inlichtingen der condities. Hij ontving dato 4 Juni 190 i uit's llage een schrijven in machineschrift, met veelzeggend brievenhoofd, waarop zelfs het -Telephoon Interc." niet ontbrak, maar waarbij geen tele- phoon nummer was aangegeven, waai in medegedeeld werd, dat hij eeist moest opgeven, welk bedrag hij wenschte te leenen. De man antwoordde f 50. Twee dagen later ontving hij een gedrukte circulaire, waarop ingevuld was, dal men hem f50.wilde leenen legen 6 pCt. 'siaa.s en dat de aflossingen maandelijks minstens f5.moesten bedragen. Voor informaliekosten en porto's moest f 2.50 vooruit worden ge zonden per postwissel. Na ontvangst daarvan zou hem onmiddellijk een aanvraagbilj^t wor den toegezonden en ijn aanvraag met den moesten spoed worden behandeld. De man zond de gevraagde f 2.50 14 Juni ontving hij sen schrijven, dat in zake zijn aanvraag nog f 1. moest worden gezonnen en dan zou binnen eenige dagen zijn aanvraag zijn afgewikkeld. De man, te goeder trouw, voldeed hieraan en was dus ai f 3.50 voor uit kwijt; 26 Juni kwam er eeu schrijven, dat men d. -w bad hem mee te deelen, dat zonder persoon lijke borgen hem niet meer kon verstrekt worden dan f 20. Voor de verstrekking van dat voorschot was noodig, dat een polis eener Levensverzekering geheel aan bovengenoemde Vennootschap" werd overgedragen. Na eenig over en weer schrijven en na een stuk geteekend te hebben waarin de aanvrager zich onderwierp aan de voorwaarden der -Vennoot schap", zond de man in het begin van October zijn polis zijner Le vensverzekering, na daarop eerst een overdracht aan bovengenoemde -Vennootschap' onderteekend te hebben, in de hoop hem het voor schot van f20.nu omgaand wel zou worden gezonden, doch de man ontving noch het geld, noch bericht van ontvangst van zijn polis. Nu begon de man achterdocht te krijgen en na nog een paar dagen te vergeefs gewacht te hebben, zond hij een schrijven aan do Vennootschap" doch ook dit bleef onbeantwoord. Daarop wendde de man zich tot ons Secreta iaat om raad, daarbij al de van de - Vennootschap" ontvangen brieven overleggende. Wij hebben ons toen tot de -Vennootschap" gericht. Dato 31 October schreef men ons 0. m., dat zij van bedoelden persoon geen schrijven hadden ontvangen en een door aan hem gericht schrijven van 19 Augustus tot heden onbe antwoord was gebleven. Dit ter voorkoming van verkeerde gevolgtrekkingen, schreef men er bij Deze zaak werd nu in handen gegeven van den Officier van Justitie met het gevolg, dat hoewel de -Vennootschap" aan ons geschreven had, dat zij van bedoelden persoon geen schrijven ontvangen hadden en zij nog altijd wachtten op antwoord van hem aangaande hun schrijven jvan 19 Augustus, de man na een paar dagen op het politiebureau te zijner woonplaats*-, zijri polis kon komen terughalen. Zijn gestorte f3 50 plus uo ver schillende portokosten was hij natuurlijk kwijt. E»n goedkoopere omheining, die toch den nieuwsgierigen belet ons te bespieden, vinden we in levende hagen, 't zij van haagb-mk, iep, Thuya, Meidoorn, enz. Wel beschutten zulke hagen, maar ze eten mede van den disch, terwijl men er absoluu» geen verder profijt van heeft. Meidoornhagen vindt men om boomgaarden vrij veel. 't Moet gezegd, dat menig onge dierte, 't welk onze appelboomen bezoekt, ook in Meidoornhagen wordt aangetroffen eu waar we dat weten, zouden we ze raoeteu oprui men. ■Tec- "erliezo men niet uit oog dat ze door de dicht opeen zittende takjes niet alleeu vrij goed beschut» ten, doch tevens beschermen. Minder gewenschte gasten dringen niet licht door een doornen beg heen. 't Blijft echter noodzakelijk, der gelijk plantsoen van tijd tot tijd af te steken. Men graaft op eanigen afstand een diepen greppel en hakt alle wortels, die men tegenkomt af, om den greppel daarna weder op te vullen, desnoods met sintels, kalk- puin of iets van dien aard, waarde wortels niet spoedig doorheen zullen dringen. Ze moeten hun voedsel maar buiten onzen tuin zoeken. PEEL voor Vrnrat 50 c. franco per post 65 c. voor het buitenland bij vooruitbetaling #5 c. afzonderlijke nummers 6 c. van 1 4 regels 20 c. elke rogol moer 5 c' letters on vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, Smaal geplaatst worden 2maal berekend. naar de geoefendheid van lotelingen, die dingen naar het bewijs, hetzij voor lichame lijke geoefendheid dan wel voor beide en Daar de geoefendheid van jongelieden, die dingen naar het Militair getuigschrift, vereischt tot het aangaan eener vei bintenis als vrijwilliger bij het Res ivekader, hetzij der Infanterie, of der Vesting Artillerie, dan wel der Genie. brengt ter kennis van belanghebbenden, dat de lotelingen dezer gemeente, die zich hebben aangemeld lot deelneming aan het onderzoek naar de geoefendheid van bon, die dingen naar een der bovenbedoelde bewijzen, voor dat onderzoek zullen moeten aanwezig zyn op Donderdag den 9 Januari 1907, des voormiddags te 9 uren lb het gebouw der lofanteriekazerne te Venlo. Venray den 21 December 1907. De Burgemeester voornoemd, H. ESSER. Zg vormden een net en geregeld huis houdentje. Hy een bekwaam werkman op '11 meubelfabriek in onze hoofdstad »y eene goede huisvrouw, die den boel netjes in orde hield, de geldmiddelen zuinig be heerde en zelf, het beste getuigschrift voor eene goede huismoeder, altya knap en zindelyk voor den dag kwam. Behoefd hei gezegd, dat hunne beide kinderen, een jongen van 7 en een meisje van 8 j <ar, in alles toonden, uit welk gezin ze kwamen en dat vaders voorbeeld en moeders zorgen goed aan hen besteed waren. Hun woonhuis, dat zij met drie andere gezinnen deelden, was gelegen in eene fatsoenlijke werkmansbuurt en hoewel moeder de vrouw er niet van hield een al ie druk vorkeer met hare naaste buren te onderhouden, ontving zij ze toch wel een enkelen keer, vooral als 't haar bleek, dat het fatsoenlijke lui waren, toonde zij zich in een vrij uurtje van een buurpraatje niet afkeerig. 't Was bij zulk eene gelegenheid, dat de viaag geopperd werd, die boven dit opstel staat. De nieuwe jufier van drie-hoog, die gekomen was om eens kennis met de huurt jes te maken, sprak er hare bevreemding i over uit, dat buurvrouw In de Maria ver- eeniging was, terwijl haar man toch geen lid van het Kruisverbond scheen, daar hij by gelegenheden toch zijn borreltje wel gebruikte. Laten we voor beantwoording dezer vraag haro vis a-vis zelf aan 't woord. •In de eerste jaren vm ons huwelijk" zoo begon zij haar verhaal, wes ik ook niet in de Mariaveroeniging. Mijn man gebruikt van tijd tot tyd een borrel, hoewel dit eigenlyk geen vaste gewoonte van hem is, of als het een of ander onder elkander besproken moet worden, en al znlke dingen meer, gaat hij wel eens na bet werk met hen de herberg binnen. Doch wat in die eerste jaren wel een vaste gewoonte van ons was waarbij ik o.>k meedeed, was 's avonds, als we z>» hij elkander zaten, gezamenlijk oen glaasje bier drinken. E11 ik kan niet ontkennen, het was ons gezelligste uurtje; de kinderen waren dan naar bed en wij bespraken z 10 met elkander de gebeurtenissen van d?n dag. Zoo was 't goed en gezellig, en doch dit zult ge ook wel bemerkt hebben mijn man is de beste ter wereld. Altijd even degelijk, verstandig en hulpvaardig, flink en ijverig in zyn werk, verdient hy werkelijk wel eene kleine versnapering na zyn vermoeiend dagwerk; en wel be klaag ik die mannen, die 's avonds ver geeft in huis de gezelligheid en een» kleine verfnssching verwachten, om dan al spoedig die beide in de herberg te gaan zoeken. Zoo stonden dus de zaken toen, ou on geveer een jaar geleden, een voorval plaats had, dat een diepen indruk op mij maakte en levens mij deed besluiten aan het op zich zelf onschuldige bierdrinken, van ray althans 6en einde te maken. Op zekeren morgen haJ ik myn kleine meid naar de bewaarschool daar ginds op den hoek gebracht, toen ik eenige buiten verder een opstootje zag. Een kring van nieuwsgierigen had zich gevormd om iets, dat daar aan den kant van de straat lag, en telkens ging uit dien hoop een gelach op. Door nieuwsgierigheid gedreven, ging ik er ook op af, en eenig dringen en stooten bracht mij weldra bij hel voor werp van hun lachlust. Wat ik toen zag, wekte in hooge mate mijn verontwaardiging tegen die laffe lachers. Wat was het Een kind van een jaar of vijf. dat daar stomdronken in de goot lag te spartelen en welks vergeefsche pogingen om zich op te richten de lui zoo komisch voork wnm*n. My 11 God dvèht ik indien mijn Marietje daar zoo nu een-- lag, zoo bl-ek, zoo be nauw J als dit schanp en da met zoo'n bende lachende botmuilen er om heen. Ik bedacht mij niet lang. verspilde niet veel woorden aan die harteloozen. maar nam het h in-1 op en spoedde mij naar huis waar ik het in het ledikantje van mijn meisje legde. Ik besteedde alle mogelijke zorgen aan dat kind, dat niets deed dan slaan en schreeuwen, doch overigens alle bewustzyn verloren had. Al spoedig zag ik in, dat hier doktershulp noodzakelijk was, want het werd al erger, doch toen de dokter kwam, kon ook hy er weinig aan doen en tegen den avond was h.et arme schaap na eenige zenuwstuipen gestorven. Niet lang daarna kwam de moeder, die al dien tijd gemeend bad. dat haar kind rustig op school zat, want ze woonde in een heel ander stadsgedeelte. Ge kunt u onmogelijk voorstellen, hoe dat arme mensch te moede was bij het lyk van haar Geertje. Ik deed wat ik kon om haar te troosten, maar wat me vooraf in hare wanhoop het diepst trof, was de uit roep; -Het kind heeft mij toch nimmer dronken gezien Wat was daaruit op ie maken In 't eerst begreep ik het ook niet, doch later werd het mij duidelijk. Dat ongelukkige mensch was aan den drank verslaafd en

Peel en Maas | 1908 | | pagina 1