yooï
UitgeverW. A. Van den Munckhof, Venray.
Sterk, geleerd en goed.
De Boeteling.
Zaterdag1 S3 November 1907
SSste Jaargang.
No. 4=7.
mmm
Tuin- en Landbouw.
Mengelwerk.
Abonnementsprijs per kwartaal
voor Vbnrat 50 c.
franco per post 65 c.
voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c.
afzonderlijke nummers 6 c.
Prijs der Advertentiën:
van 1 4 regels 20 c.
elke regel meer 5 c.
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend.
Volmaakt de vrouw, die deze drie
hoedanigheden in zich veroenigd.
Doch waar vindt men dit ideaal
Indien gij een keuze had te doen,
geachte lezer, welke vrouw zoudf gij
dan kiezen, de goede, de geleerde
ol de sterke
Een Fransen dagblad heeft deze
vraag gesteld en daarop heel wat.
antwoorden ontvangen.
De rouw heeft kracht noodig en
moed om hare roeping te vervullen,
die eene verheven roeping is vol
opoffering. Kennis heelt zij noodig
groote kennissen zelfs, want zij heeft
ton taak het karakter te vormen van
het kind. En goedheid O ziedaar
de onweerstaanbare bekoorlijkheid
der vrouw
Er zijn sterke vrouwen, in 't bezit
van een krachtig moreel temperament
die noch goed zijn noch geleerd, ge
leerde vrouwen, die zich zwak van
karakter toonen en onaangenaam zijn
in haar omgang; en er zijn werkelijk
goede vrouwen, zonder meer.
In een der antwoorden werd ge
zegd Meer dan de geleerde en de
goede vrouw eischt onze tijd naar
mijn oordeel de sterke.
Geleerde, uitsluitend geleerde
vrouwen kan onze maatschappij mis
sen, die met een voortdurenden strijd
te doen heeft, waarin de man oene
krachtige medewerkster aan zijne
zijde behoort te hebben in de vrouw.
Met uitsluitend goede vrouwen is
zij ook niet gediend, want maar al
te vaak is voor de vrouw even als
voor den man goedheid niets anders
dan angst, onberaadzaamheid en
kleinmoedigheid. Maar de sterke
vrouw, een ware engel des vredes,
zal ten geschikten tijde in de strijd
plaats weten af te dalen om raad te
geven, hulp te bieden en weerstand
uit te oefenen.
Salomon hec-ft zich reeds uitge
sproken voor de sterke vrouw, meer
waard dan de kostbaarste paarlen.
De sterke vrouw behoeft in het ge
heel niet een mannelijk type te
bieden, wij verlangen in haar een
sterk karakter, in staat te lijden en
te handelen, zooals 't schepsel be«
taamt, dat door God is voorbeschikt
tot alle toewijding, tot de grootste
verantwoordelijkheid.
Hoezeer is deze niet noodig in
onzen tijd, waarin goedheid zonder
kracht zwakheid kan zijn en weten
schap zonder wijsheid licht de groot»
ste hinderpaal kan bieden voor de
deugden van het geslacht der vrouw,
Uitstekend roept een ander uit.
Als wij elkander maar goed begrijpen
Moed zonder doorzicht, zonder onder
scheiding maakt den mensch stout,
brutaal en is dikwijls oorzaak van
veel kwaad, zonder toegevendheid en
bezadigheid treedt vermetelheid op
den voorgrond, die ten verderve leidt
Hieruit kan iedereen besluiten,
dat de kracht moet worden getem
perd door het verstand en de goed
heid.
En dan treedt een derde te voor
schijn, die vooral partij trekt voor
de goede vrouw.
Is zij werkelijk goed in den breeden
en verheven zin der lieftallige deugd,
dan zal zij tevens moedig zijn. Goed
heid is in 't geheel geen zwakheid.
Zij kan weerstand bieden aan het
kwaad, strijden indien het noodig is
voor het goede.
Du goede beminnelijke vrouw,
steeds van dezelfde gemoedstemming
verstandig, rechtvaardig, toegevend,
kalm en vriendelijk oefent een bijzon
der krachtigen invloed uit, zoo
zachtmoedig en zoo onweerstaanbaar,
dat deze leidt en bestiert allen, die
haar naderen of ook maar op een of
andere wijze van haar afhangen.
Indien alle vrouwen bepaald goede
vrouwen waren, wat zouden wij dan
met brave kinderen te doen hebben,
met voortreffelijke menschen en wat
zou de sociale wereld dan veranderen
Want van Adams tijden af tot het
einde der wereld toe zal de mensch
worden geleid door de vrouw.
De goede vrouw zal zorgen, dat
de man ook goed zij, zijn geweten
weten wakker te houden en de harten
tén goede te wenden.
De moderne, maatschappij stelt tér
beschikking der vrouw alle facili
teiten om zich »te ontwikkelen in de
wetenschap.
Maar zullen zij zich kwijten van
een nuttige taak, zoo 't haar ont
breekt aan sterkte on aan goedheid
Sterke vrouwen zonder goedheid
worden egoïstisch, trots en dwingend
De goedheid is eene vrucht des
harten, de moed komt uit den wil
voort en nu moeten het hart en de
wil elkander begrijpen.
De vrouwen moeten in deze tijden
veel weten zegt een vierde, daa r zij
misschien wel sociale betrekkingen
zullen hebben te vervullen van be-
teekenis, doch zoo onze tijd zich door
intellectueele aspiration onderscheidt,
een karakteristiek teeken wordt ook
geboden door het zedelijk verval.
Nooit waren b.v, de zelfmoorden
zoo talrijk als in de laatste jaren.
Men is bang van het leven, van de
verplichtingen die het meebrengt,
van zijn horten en stooten
De sterke vrouw zal het karakter
harer kinderen weten te vormen en
hun leeren, hoe zij het leven moeten
inzien.
Het onderwijs schaadt noch aan
de goedheid, noch aan den moed.
Indien het onderwijs goed is gecort»
ditioneerd, indien het verstrekt
wordt zonder de vrouw af te trekken
van het hoofddoel, waarvoor God
haar heeft geschapen het gezin
dan zal dit onderwijs haar aansporen
ten goede, dan zal het een licht zijn,
dat haar veilig geleidt.
Even als men de goedheid niet
mag wegcijferen, omdat zij in zwak*
heid kan ontaarden, noch den moed,
daar deze tot gewold kan leiden,
moet het onderwijs hoog worden
geschat, al moge het ook al blauw»
kousen vormen en belachelijke schep
selen, die reeds door Molière reeds
in zijn tijd duchtig werden gegeeseld
De vrouw moet steri zijn, om
hare godsdienstige en zek-jlijke be»
ginselen te verdedigen, sterk om
hare rechten te doen gelden en het
hoofd te kunnen bieden aan de be»
proevingen, die niet ontbreken, zij
moet goed onderlegd zija om een
open geest te hebben vog'ï de ver
heven waarheden en zichvan alles
wat vernederend is te onthechten,
goed om don vede rondom zich te
verspreiden, een gulle vrool;jkheid te
onderhouden aan den huiselijken
haard en overal om zich heen zachte
zeden te doen heerschen in broeder»
lijkheid en liefde.
Eiwit in het voer.
Goed en krachtig voeren is voeren
met voordeel, en nu is hei, er bij 't
toedienen van voedsel aan onze huis»
dieren niet alleen om te Hoen een
voldoende hoeveelheid voe. te ver»
strekken, maar meer nog om den
dieren voedsel van goede hoedanig»
heid te geven.
Bij het bepalen van do voeder»
waarde der verschillende stoffen
hebben we rekening te "heïtiffefr met
eiwit, zetmeel of beter gezegd met
koolhydraten en vet.
Vooral het eiwit i$ van groot
belang, want dit ontwikkelt en ver«
sterkt de verschillende organen in 't
spijsverteeringskanaal, levert het ei»
wit, dat ook steeds in 't dierlijk lich»
aam voorhanden moet zijn en ver»
hoogd het eiwitgehalte der gepro»
ducoerde melk.
Aangezien onze gewone voeder*
gewassen in den regel te weinig
eiwit bevatten, is de boer verplicht,
vooral in de wintermaanden, kracht
voer, of eigenlijk gezegd eiwitrijk
voer bij te koopan.
In wolken vorm dit krachtvoer
wordt gegeven, hetzij in lijnkoek,
raap, sesam, grondnotenkoek, katoen
zaadmeel of wat dan ook, hij moet
altijd groote sommen besleden om de
zoo hoog noodige eiwitten te ver»
krijgen
En een boer, die nog al vaa hou
vast is, schrikt wel eens voor da
onkosten en verstrekt daardoor te
weinig eiwit aan zijn huisdieren,
zeker niet tot zijn voordeel.
Hoe meer eiwit er nu in zijn eigen
gewonnen voeder voorkomt, hoe
minder de landman natuurlijk moet
bijkoopen en hoe voordeeliger dei-
halve zijn rekening zal sluiten.
Het is van algemeene bekendheid,
dat erwten en boonen, granen enz.
ook tot de kracht voeder middelen
gebruikt worden juist wegens hun
hoog gehalte aan eiwit.
En wanneer de landman daarvan
veel wint, voorkomt hij gedeeltelijk
groote uitgaven. Maar het eiwit
gehalte van de producten zijner
boerderij zijn niet altijd even hoog.
De wetenschap heeft weer uit
gemaakt, dat eiwit een zeer stikstof
rijke stof is, zoodat alle planten,
die veel stikstof zullen bevatten,
ook veel stikstof opgenomen en
verwerkt moeten hebben.
En wijl de planten de stikstof uit
den bodem opnemen in den vorm
van salpeter, vindt de boer in de
bemesting de gelegenheid om goede,
voedzame, eiwitrijke producten te
vinden. Aanwending van chilisalpeter
verhoogt in gras hooi en granen het
eiwitgehalte, dat is door proeven
bewezen.
Het was 15 Mei.
Graaf St. zit aan 't ontbijt en leest den
krant. Het op het park uitziend venster
staat open, en een stroom van licht,
warmte en voorjaarslucht kwam binnen.
Uit lange slangen heeft men juist een
verfrisschenden regen over bloembedden
en grasperken doen neerkomen en een
sterke grondlucht mengt zich in de
geuren van roos en vlier.
Het is nog zeer vroeg, nauwelijks
zeven uur. Maar de graaf houdt van
vroeg opstaan en volgt het voorbeeld
zijns keizer, d.w.z, hij gaat met den dag
ter ruste en staat met hem op.
Op dit oogenblik wordt er bescheiden
aan de deur geklopt. Als de graaf -biu-
nen" heeft, geroepen, vei schijnt een grijze
gladgeschoren dienaar. Zijn door ontet
bare vouwen en rimpels geteekend
gezicht met de verbleekte oogen en
tandenloozen mond strijdt tegen zijne nog
immer vaste, kaarsrechte, bijna militaire
houding.
De jonge graaf, die pas voor eenige
maanden bezit heeft genomen van zijns
vaders erfenis, kent den bijna 80jarigen
grijsaard al zoolang hij eenigszins denken
kan. Hij weet, dat de oude, vroeger
portier in het paleis, nu reeds 10 jaren
genadebrood eet, zich streng afzondert van
de andere bedienden en zijne dagen stil
doorbrengt in een kiein dakkamertje,
wanneer hij niet by lichtere werkzaam
heden een behulpzame hand biedt. Graaf
Leopold St. heeft altijd een weinig
belang gesteld in den ouden dienaar, die
hem. zoolang hij nog jongen was, zelfs
geheimvol toescheen. Op dit oogenblik is
hy verbaasd den oude bij zich te zieD
binnentreden,
«Zoo. Sebeneder. hoe kom je vandaag
al in alle vroegte bij mij vraagt hij op
gemeenzamen toon.
«Ik kom,' heer Graaf, om mijn drie-
daagsch verlof te vragen, dat mij nog
ieder jaar gegeven werd, sinds ik de eer
had af doorluchtig huis te dienen," aut
woordt eerbiedig de dienaar.
De jonge graaf ie een weinig verbluft
zoowel door den ernstigen toon van den
verzoeker, a's door het verzoek zelf;
wijl hij van een regelmatig verlof niets
wist.
«Zoo drie dagen verbf? Vanzelf je
hebt ze Sebeneder Wilt ge misschien
uwe verwanten bezoeken
«Neen, heer Gfaafik ben heel alleen
in de wereld."
«Of een reisje maken
«Ik heb nog maar een reis te goed, en
daartoe zou ik verlof voor eeuwig moeten
vragen."
-Maar waarom dan f Mag ik weten,
waarom gij die dagen verlof noodig hebt,?'
-Het is een belofte. Zou heer graaf
niet zoo goed willen zijn niet verder te
vragen ik zou niet kunnen antwoorden."
Do graaf zweeg en zag den oude ver
wonderd aan. Nu was hij eerst eeht
nieuwsgierig geworden en zou nog
gaarne iets meer gevraagd hebben, doch
een blik op het onheweeglijk gelaat des
grijsaards zegt hem, dat dit tevergeefs
zou zijn. Hij zegt dus kort -Goed, Sebe
neder, gij kunt gaan."
Een kwartier later, toen de graaf op
punt stond zijn morgenwandeling te be
ginnen. zag bij door da vestibule Sebene
der het huis verlaten. De oude droeg nu-
een zonderlinge, reeds lang buiten gebruik
gestelde soldatenuniform en liep nog
stijver dan anders.
-Waar gaat gij toch naar toe f En
wat beduidt die uniform vroeg de
graaf aan den portier, reeds sinds 15 jaar
Sebeneders opvolger. Deze schokte de
schouders.
-Niemand weet het. heer Graaf. Ieder
jaar op 15 Mei trekt hij haar aan gaat
's morgens uit en komt eerst 's avonds
terug. Dit duurt drie dagen. Den 18an
kleedt hij zich weer in livrei en doet zyn
gewoon werk.
-Zonderling" mompelt de gr.iaf. Daar
volgt hij den oude, die juist den hoek van
een straat omslaat. Hij volgt hem door
verschillende straten tot midden in de stad
Op het Stephanus-plein staat de grijsaard
stil en gaat dan in eefi waskaarsenwinkel.
Met eene groote dikke kaars beladen
komt hij buiten.
Onmiddelyk gaat hij den Stephanus-dom
binnen.
Verbaasd blijft do graaf een oogenblik
staan. Zou dat dan het geheim zijn De
oude wil bidden Maar daarvoor heeft hy
toch geen drie dagen verlof noodig
Besluiteloos ziet hij een wijl nu eens
•■naar den dom, dan naar het gewoel daar
rondom. Dan maakt hij het besluit den
oude te volgen. Hy vindt hem niet, zooals
hij vermoedt had bij het miraculeus Maria
beeld, waaioij tarhjoze ka&raeii haar
schittering werpen in do schemerende,
onmetelijke gewelven der kerk maar
geheel alleen by een zij-altaar.
Daar staat de oude op de trappen van
het altaar, dicht aan de evangeliezijde.
Op een ijzeren standaard brandt zijn
kaars. Aan de voeten van Sebeneder op
de steenen treden staat zijn tschako met
de witte handschoenen daarin. Hij houdt
een oud boek in de hand en bidt hardop,
als ware hij moederziel alleen in den
tempel.
De graaf zette zich in een der rijk
gesneden koorstoelen naast het altaar,
die zoodanig zijne gestalte omvat, dat hij
in het heerschende halfduister als onken
baar is. Spoedig bemerkt bij, dat zyn
dienaar telkens dezelfde woorden spreekt,
soms onderbroken door een hartelijk uit
hot boek geLezen gebed,
-Heer vergeef mij want ik heb U
vervloekt Heer, vergeef mij want ik
heb niet aan U geloofd Heer vergeef
mij want ik heb gedood Heer, ver
geef mij, want ik heb gelasterd tegen U,
raaaf Gij hebt mij daarvoor geregend..."
Met brandende, smeekende hartstocht
werden deze woorden uitgestooten. On
willekeurig sidderde de graaf...
In die droomeDde stilte die den dom
zwaar vulde, klonken die wootden als
bazuinstooten. Het mystisch halfdonker
weid doortheu verlicht als door vlammen
die ergens uit een onbekende diepte
opdoemden.
Uren vergingen en de oude veroerde
zicti niet van zyn plaats en bad onop
houdelijk voort.
Eindelijk hield de graaf het niet langer
uit en verliet de kerk.
Als een uit de dooden verrezene
ademde hy met diepen wellust de frissche
voorjaarslucht daarbuiten in, Den ganschen
dag vervolgde hem het beeld van zynen
biddenden bediende. Toen de namiddag
reeds overging in don avond werd hij
nogmaals getrokken naar den dom. Nog
allijd hetzelfde beeld, nog altijd hetzelfde
woord....
Ontroerd zoekt bij den wachter op, die
zijn ronde maakte door den dom.
Het kan immers niet zijn dat die arme
oude daar den geheelen dag gestaan heeft?
Toch is het zoo. De wachter kent hem
zeer goed. Ieder jaar k«>rot hij gedurende
drie dagen, staat ononderbroken van
's morgens tot 's avonds en bidt hardop.
Eens was het bijna tot een schandaal
PEEL
MAAS