en omstreken.: UitgeverW. A. Van den Munckhof, Venraj. Vergeten menschen. De Troonsopvolging. De roovers. Zaterdag1 10 November 19Q7. 2 Bate J aarg-an g. No. 40. Tuin- on Landbouw. Men gel werk Abonnementsprijs per voor het buitonland bi.j vooruitbetaling afzouderlijke nummers kwartaal 50 c. 65 c. 85 c. 6 c. Prijs der Advertentién: van 1 4 regels elke regel meer letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend. 20 c. 5 c. Er is dezer dagen, wij raeenen door een blad uit het Noorden van ons land bij het bespreken van 't ingediende wetsontwerp voor ouder domspensioen, ecu lans gebroken voor een klasse, die wij de vergeten menschen zouden willen noemen. 't Is niet voor 't eerst., dat er de aandacht ook door ons op wordt gevestigd. Een raar geval tegenwoordig. Die in macht slaan ol geld heb ben. of zaken, die klinken als een klok, zij laten zich waar achtig de kaas niet van 't brood eten. Zij laten hun macht niet onge brui kt. Zij laten hun geld weer geld produceeren, op de meest voordeelig ste wijze. In éên woord, zooals 't heet: ze zijn er wel achter. Dat is in de hoogere laag der maatschappij. Wat de onderste lagen betreft, die met hard werken hun daaglijksch brood verdienen, zeker daar valt nog heel wat te doen voor hen. Maar op den socialen stroom onzer dagen vaart bijna geen schip, of' bergt voor de arbeiders iels goeds in zijn lading. De eene wet volgt de andere op hun ten voordeel. Overheid, rechtvaardigheidsge voel, humaniteit, maar ook een wel begrepen zelfkrachtig optreden zijn er gedurig op uit, dat er gezorgd wordt voor hun menschwaardig be* staan, of ze jong of oud zijn, ziek of gezond, in staat om den kost le verdienen, of niet daartoe in staat. De telkens nieuwe ontwerpen van wet doen niet anders dan deze ge dachten bevestigen. En wij, wij zullen de laatsten zijn, daarover een enkel woord van af keuring te uiten. Want hun lot is inderdaad dik wijls veel erger geweest, of is het soms nog, dan dat der slaven uit de oudheid. Gelukkig dus, driewerf gelukkig als daar een einde aan komt. Maar toch welk een ontzettend onderscheid is er tusschen de hoogere en de lagere klasse eenerzijds, en de middenklasse anderzijds. Wij bedoelen niet bijzonder den handeldrijvende» middenstand, want daar zijn er bij, die een vorstelijk bestaan hebben Wij bedoelen evenmin bijzonder die ambtenaren, welke door geluk of langen diensttijd het gebracht hebben tot een waarlijk tevreden heid-barend bestaan. Maar die te groot zijn voor een servet en te klein voor tafellaken. Die in kleeding en veel uiterlijk heid beter moeten schijnen dan ze in werkelijkheid kunnen zijn; wier kinderon niet op armenscholen kun nen, omdat 't nu eenmaal niet past. Die eindelijk om eens ter zake te *yn, zeker wel iets meer dan 1000 gulden b.v. verdienen en dus ook thans weer zouden vallen buiten het ouderdomspensioen, maar w ie de toe komst, de ouderdom, de dag van later dikwijls tegengrijnst als een dreigende en zorgwekkende spook» gestalte. Het particulier verzekeringswezen is natuurlijk wel daar, om hun de hand te reiken, maar er is zooveel, zoo heel veel, wat niet alleen eerder noodig, maar bijna onmisbaar is. Van die vergeten menschen zwoegen er in de maatschappij duizenden en duizenden in den zwaren bestaansstrijd, een dikwijls ver dienstelijk leven door. Wanneer zal de sociale zorg ook iets meer over hen zich gaan uit» strekken. Mr. S. van Houten, bespreekt in no. 3 van zijn «Staatkundige Brieven" de troonsopvolging, Hij schrijft «Het gevaar van kinderloos over lijden van de Koningin wordt gaandeweg grooter en het Saksen Weimarsche vorstenhuis verwijdert zich van het Nederlandsche volk, èn als gevolg van overlijden en tijdsverloop, èn door een handeling als den verkoop der vorstelijke bezitting aan den Scheveningschen weg voor bouwterrein. Men weet nog wel, wie door de Grondwet tot den troon zal worden geroepen, maar niet wie dien zal bestijgen, daar een of meer eerstge- roepenen kunnen weigeren of afstand doen. Denkt men zich, dat de ver» wijdering tusschen ons volk en de geroepenen nog eenige tientallen op gelijke wijze voortgaat, dan zal er een toestand ontstaan, dat de een of ander geheel aan land, volk on taal vreemde hier als koning of koningin aan het hoofd der regeering komt wellicht een, die niet. eens meer tot den hoogen vorsten kring behoort, waarin niet alleen aan de Oranje's steeds een der eerste plaatsen werd toegekend, maar dezen ook doorgaans optraden op een wijze, die aanzien en waardig» heid aan onzen Staat verleenden. Men verwijt mij wel eens, aan de Kroon niet genoeg beteekenis toe te kennen, maar men moet haai' inderdaad ten eenemale alle betee» kenis ontzeggen, om dezen staat van zaken onverschillig te kunnen aanzien." Nu een grondwetsherziening aan» bangig wordt gemaakt, die de samenstelling der Staten Generaal raakt, acht de schrijver het den plicht der Staten Generaal, de Kroon te wijzen op de grootere noodzake» lijkheid, om de regeling van de bekleeding der hoogste waardigheid in geval van kinderloos overlijden der Koningin in nadere overweging te nemen, bepaaldelijk de vraag »Of niet de noodige veranderingen de Grondwet moet worden gemaakt, om de uitoefening van erfopvolgingsaanspraken van vreem» dolingen bij kinderloos overlijden der Koningin afhankelijk te stellen van goedkeuring der St afrit Generaal in dubbele getale bijeen u> roepen, en aan deze ook de bevoegdheid toe kennen om alsdan era over de staatsvorm en over de keuze van een president of stadhouder t>- besluiten naar gelang hei staatsbelang hun alsdan zal schijnen te eischen, «Vooreerst staan cimiddelijk naast de Koningin twee personen, aan wie het volk zeer zeker liever de hoogste waardigheid zou opdragen clan aan onbekende Duitse hè vorsten of vorstinnen, en wier optreden krachtens keuze een geleidelijken overgang zou vormen ftot een toestand als in Franki.jk of in Zwitserland. Voorts staat ons land lé zetel-te worden van een periodiek bijeenko» mende internationale conl *rentie en door haar in het leven roepen rechtscollegiën voor de ge amenlijke monarchieën en republi ken, die natuurlijk geen voorliefde voor een bepaalden staatsvorm 1;ut non heb* oen, maar wel me.-:! verwachten, dat de regeering hier te ande een uitsluitend Nedorlandsob 1 en niet in hare hoogste representanten nader sta of schijnen te staan aan onzen Duitschen buurman. Niet, minder bedenkelijk zou het zijn, althans van het standpunt van hen die, als ik, op goede betrekkin» gen met dezen buurman den aller» hoogsten prijs stellen, als het lot ons een vorstenhuis beschoor, dat in rivaliteit of veete met de Hohen zollerns leeft. Ook schijnt het den schrijver een goed tijdstip, om de wenschelijke verandering in de Grondwet te maken, nu de uitoefening van moge» lijke aanspraken nog ver verwijderd schijnt en nog niemand weet, ten wien. behoeve de grondwettelijke bepaling zullen werken. Houdt de koeien zuiver. De koeien schoon te houden heeft eenen grooten invloed op do gezond heid der dieren, daardoor benuttigen zij ook veel beter bun voeder. Daarom verzuime niemand ook in den winter veel zorg te besteden aan 't lichaam van zijn rundvee. Men ziet het spoedig bij elk dier hoe goed zulk zuiverhouden doet. Aardbeien. November is de beste tijd om op aardbeziebedden korten mest, bij voorkeur half verganen paardenmest tusschen de planten te brengen, na dat men deze eerst van de nog resten» do uitloopers heeft ontdaan. Vroeg in het volgende voorjaar wordt die mest dan ondergewerkt. Welke bewerking heeft de kalkbemesting. De bemesting met kalk heelt drie» voudige uitwerking ten gevolge. Vooreerst eene terstond voedende uitwerking. De plant heeft kalk als voedsel noodig, en zal daar, waar ze niet in voldoende mate kalk vindt, ook niet groeien en opleveren wat ze kan. Dan eene scheikundige uitwerking De kalk bevordert do spoedige om» zetting der mineraion in den grond, bespoedigt de verweering on maakt zouten, vooral kali oplosbaar, bindt minerale en organische zuren en ont» zuurt dus den vochtigen grond. Ook eene natuurkundige uit» werking De kalk maakt den bodem zacht, vooral den onvruchtbaren weinig humus bevattenden leemgrond Men heeft opgemerkt dat na lang» jarig verbouwen van enkel halm» vruchten en knollen in 't bijzonder veroorzaakt door weinige bemesting met zouten, vooral ook met chilisal» peter, de* grond in een zeer onguns» ligett toestand brengt; hij wordt hard en vormt eene korst. Zulke ongunstige toestand wordt verdreven door kalkbemesting. Er waren eens twee roovers, die hun otji'oep uitoefenden :n oen onherbergzaam deel des lands. Maar door het toenemend spoorwegverneer gingen de zaken heel slecht, er was geen droog brood meer aan te verdienen. Daarom besloten de beide heeren de affaire over te plaatsen naar de hoofds'ad, waar ze wel in korten tijd rijk zouden zijn. Des avonds laat van den dag hunner aankomst bevonden de roovers zich in een stille wijk van de stad en loerden op prooi. Het duurde niet lang of ei naderde iemand, een heer, in eenigzins zwaaionden toestand, den hoed op èén oor. den wandelstok over den rechterschouder. Sta je geld of je leven brulde een dor bandieten. Ws... wat luidde het antwoord van den student, die lekker vet, uit de kroeg op weg was naar zijn kast. Wa...a...t,ge...eld A...as je mo w...ilt p. .poffen Ma...ar., ga m.. mee., naar in mijn k..ast... daar he..eb., 'k nog co..cognac Wiedend grepen de roovers hun eersten -klant" aan en doorzochten zijne zakken. Niet alvorens een hunner een geduch te muilpeer te pakken had. kregen zij portefeuille en porteinonnaie van den muzenzoon in handen. Haastig doorzochten zij den inhoud de portefeuille bevatte een lommerdbriefje van een horloge, in de portemonnaie zaten twee centen... Met een hartige verwensching smeten zij beide voorwerpen tegen de straat en snelden weg. De student zat hen op de keien hartelijk uit te lachen en riep hen na. Zeg, Ge. org., leen' me t..ien p..op zèg Nijdig over het slechte begin, liepen de roovercompagnons voort, met het vaste plan beter uit hun oogen te kijken. Ha dat was wat 1 Zij bevonden zich Dij een groot en schitterend verlicht gebouw, een sociëteit en juist kwam er een voornaam heer uit. Op zijn wit vest, bengelde een breede, schitterende ketting en in het felle licht, zagen de bandieten de steenen van zijn ringen fonkelen. Een eind weegs verder wachtten zij den buit op. Sta I Je geld of je leven 1 De voorname heer schrikte niet in 't minst. Zoo, mannen, wat beteekent dat Geef op, alles wat je van waarde bij je hebt, horloge, ringen, al uw geld. of... Dreigend werd hem een revolver onder den neus geduwd. 't Spijt me heeren. dat ik niet aan uw verzoek kan voldoen. t)e ringen en ketting kunt ge met plezier krijgen, maar 't is namaak Geld Geen duit heb ik hier zie maar De wantrouwende roovers kregen een portefeuille te zien, dik van... onbetaal de rekeningen en de portemonftaie be vatte twee broeksknoopen.,. Bijna huilend van teleurstelling gingen zij het bosch in, het ironisch «góeden- nacht heeren van den - voornamen heer" met een vloek beantwoordend. Wel tien minuten liepen de beide boeven naast elkander vooit zonder een woord te zeggen. Plotseling, vlak hij den hoofdweg gekomen, trof een nog ver verwijderd geluid hun oor en het was, alsof hun dat nieuwen moed gnf. Oe oe oeoe 'n Auto zeiden ze tegelijk. Dat was geen bluf. Wie zich de luxe van een automobiel kan permitteeren, wordt niet door de bedeeling onderhouden, Het voertuig naderde snel. Reeds wierpen de acetyleenlampen sterke lichtbundels op den weg... Pang Pang Twee schoten vielen en verbrijzelden de groote lantaarnglazen, waardoor het licht gedoofd werd. Bijna onmiddelijk stond de auto stil en meteen sprongen de roovers op de tree planken en klonk het dreigend Je geiu je leven Fameus fameus zei de baron, die de bestuurder van het kostbare voertuig was. O wat een heerlijk avontuur, wat kolossèl interessantvoegde de jonge barones erbij. De bandieten stonden een oogenblik paf. Maar dreigend klonk het weer Je geld of Na het -of- werd een revolver op den baron gericht. De dame danste bijna van blgdschap. Zèg heeren zei ze, breng ons als het u belieft naar uw hol 0 1 verbazend leuk, dèr zal ik succes mee hebben. Heeren naar uw hol, kom Ed 1 Hol Er is geen hol Geef op de duiten anders Wat geen hol en willen jullie dan echte roovers zijn Nee mèr Schiet op. geef hier dat valies Zeg, Ed een kiekje moeten we er toch van hebben, hé Steek jij het mag nesium aan, dan zal ik de heeren -nemen-! De brave roovers kregen de stuipen op het lijf toen zij van pliotografeeren hoorden Een hunner gre p het zware valies en ze sr.elden weg, het bosch in. verstomd over die menschen uit de stad. In ieder geval hadden zij den luit. ern rijken buit naar het gewicht te oordeelen en dat vergoedde al den tegenspoed, die zij al geleden hadden. In een boSchje werd Üoor een der com pagnons het valies opengesneden, terwijl de andere met een electnsche dievenlan taarn bijlichtte. Het eerste wat er uitgehaald werd, leek eet) pakje bankbiljetten. Wat onbetaalde rekeningen, waaronder een van de automobiel ten bedrage van f12000 Schoeljes vloekte de roover. Zenuwachtig draaide hij verder in liet valies toiletartikelen, zeep, odeur, kam men, en., steenen, niets anders dan stee nen.,. Met een gil van woede sjtond de roover, die voor het valies geknield was, op, smeet het ding tegen een boom en liep als razend weg, alsof de duivel hem op de hielen zat... Angstig ging zijn metgezel hem na en kwam nog juist op tijd aan om het water van de rivier boven zijn compagnon te zien sluiteu... Dit tragische voorval maakte zoo,n PEEL MAAS ■JWi VOOT VUNRAY franco per post

Peel en Maas | 1907 | | pagina 1