Over Köjjenick
ZATERDAG 3 NOVEMBER 1906.
ZEVEN EN TWINTIGSTE JAARGANG
No. 44
Uitgever W. A. Van den Münckhof,
Ven ray.
Feuilleton.
Het hart van den anarchist.
en nog waf,
Abonnementsprijs per kwartaal.
voor Ven rat 50 e.
franco per post 65 c.
voor hot buitenland b\j vooruitbetaling 85 c.
afzonderlijke nummers 6 c.
v mm
Prijs der Advertentiën
van 1 4 regels
elke regel meer
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën, 3raaal geplaatst worden 2maal berekend.
20 c.
5 c.
(dair Ve"'° 008 wolkom ontvangen t&l. J propaganda dag te Ven.o te bezoek en (tón. de burgemeester
Reeds schreef men vnnuitVenlo1
aan do Volksbode, dat men zich za
Morgen den 4e" November wordt
te Venlo de derde Limhurgsclie pro-
pagandadag gehouden.
L)e eerste vond in 't jaar 1904
onder een reusachtiger, toeloop plaats
te Sittard. De tweede weid gehouden
in 't jaar 1905 te Roermond.
Op den derden Limburgschen
propagandadag te Venlo, zullen alle
propagandaclubs, die over onze pro
vincie worken vertegenwoordigd zijn.
Ook de ijverige propagandaelub
van Venray zal ongetwijfeld hare
vertegenwoordigers naar den Lim
burgschen propagandadag zenden.
En wij hopen dan ook vele Ven-
raysché propagandisten op onzen
derden propagandadag te ontmoeten.
Ja, op zoo'n propagandadag mag
eigenlijk geen enkel propagandist
ontbreken.
Reeds op den Weerter Katholie
kendag heeft Venraysch edelste
zoon, Dr. Pools met zooveel nadruk
gewezen op 't werk onzer propagan
disten, en heeft de doctor als zijn
hartewensch uitgesproken, dat onze
jongeren toch aan den arbeid zouden
gaan.
Welnu, door de oprichting van
den Limburgschen Propagandabond
dio onder het devies van Dr, Schaep-
man «Credo Pugno" (ik geloof en ik
strijd) optrekt voor do verdediging
onzer heiligste belangen, is zeker de
hartewensch van l)r, Poels vervuld.
Geen enkel Venraysch propagandist
onthreke dus op 't appel.
De jaarlijks wederkeerende propa
gandadag is de wapenschouwing dei
propagandisten.
Daar moeten do gebruikte wapenen
onderzocht, de nieuwe wapenen uit
gereikt worden, opdat de heilige
strijd, die wij voor onze Katholieke
actie te voeren hebben, des te vrucht
baai der en des te roemvoller worde.
Wo kunnen ervan overtuigd zijn,
beijveren om allen eeno goeila ont
vangt to bereiden.
Doch niet alleen de propagandisten
ook de voormannen onzer verschil
lende bonden en vereenigingen. zoo
als do landbouwers, drankbestrijders
onderwijzers. middenstanders en
werklieden worden op dezen propa
gandadag verwacht,- eb zullen er van
harto welkom zijn.
Immers het werk van de voorman
nen onzer bonden houdt ten nauwste
samen met het werk der Limburg-
schfi propagandisten.
Wat doen de propagandisten
anders, dan het werk der bonden
vergemakkelijken.
Waar geen vereenigingen zijn}
dan trachten de mannen van den?
Limburgschen propagandabond ver*
eenigingen op te richten.
En waar de bestaande vereeni-*
gingen nog niet genoeg levensvat
baarheid toonen, daar trachten zij
nieuw leven in de vereenigingen te
brengen.
Had bijvoorbeeld Venray zijn
wakkere propagandisten niet gehad
dan zou menige bond, die thans
bloeit op bet oogenblik achteruit zijn
gegaan.
Zoo ziet men van hoeveel belang
het werk der propagandisten is, en
hoe belangrijk tevens de algemeene
propagandag zijn zal.
Reeds in den morgen zullen de
vergaderingen beginnen, en tegen
vijf uur des namiddags vindt de
groote algemeene vergadering in de
zaal Apollo plaats.
De uren zijn dus zoo gesteld, dat
eenieder, na de laatste vergadering
nog tijd in overvloed heeft om den
laatsten trein, die 8.18 van uit Vonlo
naar Nijmegen gaat, te halen.
En zoo bestaat op dit gebied voor
geen enkel Venraysch propagandist
en bondsman bezwaar de vergade
ringen van den derden Limburgschen
Rn ik geloof n. want men zegt dat gij
edel en goed zijt. O ik viel op mijn
knieën voor hem, smeokto hem u to gaan
spreken mrihr hij lachte mij uit...
Gij gelooft mijn vader zeker een
harteloos wezen maar er leeft geen
edeler mensch.
Nooit nog heeft hij zijn handen met een
misdaad bezoedeld, maar u hier ie weten,
beroofde hem zoo goed als van het ver
stand. Het scheen eene beleediging de
nagedachtenis zijner moeder aangedaan.
Rudolf knikte somber. Hij doorzag den
toestand,
Zyn open, kinderlijke uitdrukking had
plaats gemaakt voor eon trek van diepon
ernst.
Ik ben u veel verschuldigd, zeide
hy. Gij waagdet heel wat door te komen.
Waarom deedt gij dat
Omdat ik stervend hen. sprak zij
eenvoudig. Zoo ik het niet gedaan had,
ware ik zoo goed als medeplichtig ge
weest aan een moord en zoo kon ik niet
heengaan.
Waar langs komen zij
Langs het atelier. Hij weet hoe het
venster te openen. Eerst komt er een
verkenning, dan een om den uitgang lo
bewaken en eindelijk mijn vader. Vlucht
thans terw ijl ik ze zal opwachten
Rudolf schudde vastberaden het hoofd.
Ik denk niet aan vluchten, sprak
hy. Ga naar boven en verberg u in de
eerste kamer, die gy voor u ziet. Houdt
u stil, al mocht ge hooren schioten en zoo
ik slaag, zult gij geen ondankbare in mij
vinden, Ga nu.
Het meisje was gehool uitgeput en go»
hoorzaanido zwijgend. Rudolf hoorde hoe
zij zich naar boven sleepte 011 spoedde
zich toen naar het atelier, waar hij
zich haastig van zijn jas ontdeed, om
daarmede oen ledepop to bedekken, die hij
op de sofa uitstrekte 'en half bedekte met
een zijden deken.
IIjj stak haar ook een brandende pijp
in den mond en zette haar een pet op.
Daarna haalde hij een sterk koord voor de
zalm-visscherij en ging zich achter een
harnas dicht hij de rustbank verbergen.
Niet heel lang nog had hij daar gestaan,
toen hij een voetstap op het kiezelzand
hoorde kraken.
Eeinige oogenblik ken later voelde hij
een kouden luchtsti oom, die de brandende
zwam. door hem in do pijp gestopt deed
gloeien.
De indringer had blykhaar do roer-
looze gestalte op de sofa gezien, want hij
sloop er op toe.
Op hetzelfde oogenblik had Rudolf hem
bij de keel, Die aanval was zoo onverwacht
gekomen, det de anarchist er weerloos
X.
Mon kent het vo.-ival, hetwelk
afgespeeld werd in L» voorstad van
Berlijn, Köpenick en hetwelk over
geheel Europa een schaterlach ver
wekten over de bespottelijk uniform
vrees in Duitschland
Een geniale deu.gr ifet. zich ver-
sleodend in kapiteins-uniform neemt
van het parade-veld ;-en compagnie
soldalen weg en steel? met hun hulp
en onder hun beschernpng eer. burge
meester, eeu ontvango.- en de inhoud
der gemeentekast. -ij
De heide eersten levert hij over
aan het gerecht, beslaatste echter
eigent hij zich toe.
Geniaal Echt geniaal
Een boevenstreek, Vie hem Schin-
derhannes en Oaitenhes benijden.
De man, die dit zaadje opknapte,
is zeker de popular? u van heel
Duitschland. Met d ,4on en dui
zenden werden van gebeurtenis
prentbriefkaarten en andore illu-
stratien gemaakt en verkocht.
Wat massel daarmede gemaakt
werd blijkt wel uit de bijzonderheid
dat de kaarten verkocht werden voor
10 pfenning en gefabriceerd voor
3.50 Mark per honderd. En daar
waren verkoopers, die in 'n oogen
blik SO k 100 Mark hadden gebeurd.
Het stuk werd opgevoerd als sa»
tyrische revue in het Metropooltheater
voor welks ingangen, zich eindelooze
queus vormden. Reeds een paar
dagen daarna verscheen een geïllus
treerd verhaal van het gebeurde.
Inderdaad populairder man be
staat er niet dan de «Rauberhaupt-
man von KöpCnick', wien zeker een
reusaciitigo ovatie wacht van de
witzigo Berliner".
Intusschen het gezag zit er leelijk
door werd.
Zoo gij een woord uit, zijt gy dood,
sprak do koning,
Maar do man had roeds genoeg van die
ijzeren handen. Hij liet zich als een kind
vastbinden en een prop in den mond
stoppen. De sterke jonge man droeg hem
naar de eetkamer, waar hy' hom neer liet
vallen en onder de tafel rolde, om zelf
daarna naar het atelier terug te keeren.
Tot dusverre was het lot hom gunstig
geweest. Hij vertrouwde, dat ook de rest
goed zou afioopen. Do groote voorzichtig
heid der anarchisten, achter elktiider te
komen was zijn behoud.
Op dat oogenblik flikkerde do zwam in
de pijp weer op, want andermaal werd
het venster ontsloten.
De tweede man ging omzichtiger te werk
Er lag meer van sluipmoordenaar in zijn
tred. Eenmaal in het atelier gekomen,
bleef hij stilstaan. Klaarblijkelijk ontstelde
hy van den aanblik der roerlooze gedaan
te.
Hij trad een stap achteruit, aarzelde en
stond een oogonblik stil. Daarna besloot hy
blykhaar zijn slag te slaan. Hij kroop langs
Rudolf heen en in het volgende oogenblik,
werd hij bijna doodgedrukt door een paar
forsche armen.
De aanval was zio onverwacht, zoo
hevig geweest, dat het slachtoftei alleen
naar adem kon snakken. Rij het bleeke
maanlicht kon de koning, een vervallen,
lafhartig gezicht onderscheiden. Deze man
kon alleen betaald zijn voor zijn daad
on ontvanger
'lor plaats, de bevelvoerende offi
cieren van het paradeplein, de ge
dupeerde soldaten, vooral echter de
in Duitschland boven alles heilige
uniform, zijn een spot geworden voor
geheel Europa.
't. Is waarlijk geen wonder, dat
»der Oberste Kriegshei r" alles be
halve vt ooi ij k is over het zaakje.
Ook de Duitsche pers zoekt op
allerhande wijzen de mogelijkheid
dezer gebeurtenis te verklaren en
haar blameerend karakter te ver
kleinen, Zelfs was er een blad zoo
ouhandig ei Dausin Johanna, hersen
schimmiger gedachtenis, bij te halen.
Minder onhandig verdedigt zich de
Koln. Volksz. die 'n paar voorbeelden
van grootsch bedrog aanhaalt, waar
van liet eene in Frankrijk, het andere
in Engeland werd opgevoerd.
Het eerste is de geschiedenis van
zekeren Pierre Cognard. Deze was
als tuchthuisboef ontsnapt en ver
moordde in zijn herkregen vrijheid
den Franschen emigranten officier
den markies Ponlit Ste Hólóne.
Met de papieren van zijn slacht»
offer begeeft hij zich tijdens de 100
dagen naar Gent, waar Lodewijk
XVIII verbleef, wien hij zijne dien»
sten aanbood.
In die dagen waren er niet vee
officieren, die den moed daartoe
hadden. Men begrijpt dus, hoe de
bedrieger, wiens papieren schijnbaar
in orde waren, welkom was.
Wel had hij vreemde, ruwe ma»
nieren, doch men schreef dit toe aan
zijn leven te velde.
Bij de tweede restauratie trok ook
Cognard de Tuilleriën binnen, werd
door den koning benoemd tot generaal
luitenant, geridderd en met een com»
mando in Parijs bekleed.
Het ongeluk wilde echter dat een
ketting»kamoraad van den gorid»
derden gunsteling vrij en naar Parijs
kwam. Hij herkende den boef, wilde
van dit geheim profiteeron, maar
zeer zeker onhandig
ur
werd,
Geen woerd snauwde Rudolf hem
toe. Zoo gij luid spreekt, zijl gij veiloreu.
Fluister mij nlleen toe. op welk sein Bi erna
wacht.
De groote VeHotiaansche klok in
het voorhuis, hijgde de man doodsbleek.
Carlo had de wijzers op middernacht
moeten zotten en haar laten slaan voor den
tijd.
Brema kan dat van buiten hooren.
Goed Kom mede, en zoo gy een
hik gooft, is het met uw gedaan. Uw zak
doek
Do man gehoorzaamde bevend en
een oogenblik later was hij gabon ten.
Ziezoo spotte Rudolf gij zult in
goed gezelschap zyn. Than9 ga ik liet par
tijtje comploet maken door den beroemden
Carl Brema hij u beiden te voegen.
Na den man bij zijn handlanger te
hebben geschoven liep hij naar het voor
huis. De groote klok wees twintig minuten
voor twaalven aan. Rudolf verschoof de
wijzers tot vlak bij middernacht.
In liet atelier brandde de pijp nog altyd
voort. Hij had haar niet meer noodig, maar
plaatste zich in de schaduw der venster
deur en wachtte met een revolver in de
hand.
III.
De Venetiaansche klok sloeg twaalf. In
de verte huilde een hond. Zoo moedig als
hij was voelde Rudolf zijn hart kloppen,
want hij was zich bewust dat het ditmaal
geen kinderspel zou zjjn.
doorzijn makker smadelijk de de
uitgeworpen.
Het gevolg was een onmiddelijke
aanklacht.
In 't eerst vond hij weinig geloof
bij de politie, die een zoo hoogge»
plaatsten overste en markies niet
durfde gevangen nomen, De aan»
klager hield echter aan en zeide,
dal het bewijs zijner bewering in dc
schouder van den geridderde was
ingebrand met de bekende letters
T F.
Men besloot te onderzoeken en de
markies moest zijn mooie jas ver»
ruilen tegen de tuchthuislivrei.
Toch smaakte de man de vol»
doening politie en hof, tot den Koning
incluis, zoo leelijk gefopt te hebben.
Niet mi rul er brutaal is de volgende
Engelsche bovenstreek, door de
Daily Telegraph herinnerd.
Bij een juwelier in de City ver.
voegde zich op zekeren dag een
geestelijke, die verzocht zilveren
thee en koffiekannen en vazen te
mogen zien.
Bij gaf voor namens zijn gemeente
een cadeau te mogen koopen en
betaalde het gekozene met een bank»
noot van 100 pond ff 1200).
De juwelier talmde met het inpak»
ken der geschenken en zond intus»
schen iemand met het bankbiljet naai
de dichtbijgelegene Engelsche bank
om het briefje te laten onderzoeken,
Dit werd ais echt erkend. De
koopman stak het briefje vergenoegd
in zijn zak, en was bezig voor den
geestelijke een kwitantie te schrijven
toen de winkeldeur op nieuw ge»
opend werd en een tweede geeste»
lijke inkwam.
De beide geestelijke heeren zagen
elkander eerst verbaasd aan, doch
braken weldra in blijde erkennings»
blijken uit.
Zij begroeten elkander hartelijk
als oude kennissen, die zich in
langen tijd niet gezien hadden e«
noemden elkander Smith en Brown.
De juwelier werd dolprettig ge»
Breiua's verkenners waren niets waard.
Brema zelf was iets anders.
Hij was in aantocht. De schaduw van
een lang hoofd kruiste het maanliaht en
evenals een schaduw sloop Brema liet ver
trek binnen.
Bijna onroiddelyk daarop werd de koude
loop van een revolver tegen zijn slaap aan
gedrukt.
Handen op, Brema, sprak de koning
bedaard.
Do man gehoorzaamde mot een zucht,
3ij gaf geen ontroering of verbazing te
kennen.
Dat was mooi gedaan, zeide hy op
koelen toon. En is uwo majesteit geheel
alleen
Geheel alleen en voor uwe vrienden
is goed gezorgd. Ga mij roor naar de eet
kamer do weg is u bekend. Brema's tan
den knarsten op elkander.
Ik zal hem niet spoedig vergeten,
zei hy langzaam, Volgens al wat lecht en
billijk is, behoort dit huis mij toe. De aan
blik, de lucht der plaats grijpen mij aan
en de herinnering aan...
Zij waren thans in het voorhuis gekomen
en Rudolf zag nu zijn gevangene aan. Hfi
was een man van slanke, tengere gestalte,
met een edel, bleek gelaat en droefgeestige
oogon. Het scheen bijna onmogelijk dat hij
een van Europa's gevaarlijkste revolutio
nairen was.
Wo7'dt vervolgd.
MAAS