Ter dood veroordeeld.
v™I!y I Pnrtinnriïl» was doA ar- Paus zijn
ZATERDAG 28 JULI 190<S
ZEVEN EN TWINTIGSTE JAARGANG
No 30
Uitgever W. A. Van des MuiVckiiof, Venray.
Feuilleton.
Landbouw.
kwartaal
Abonnementsprijs
Prijs der Advertentiën:
De Burgemeester van
De Burgemeester van Venray
irCommis-, I UI LX LftlXo ULXcl*vrijgevigheid in zoverre beperkfo,
dat hij den aflaat slechts te 'erdienen
Den 2 Aug. 1216 beklom Fran»
ciscus te Perugia het spreekgestoelte
en sprak op zijne eenvoudige en
innemende wijze tót de dichtopéén-
gedrongen menigte
»lk wil u allen het paradijs bin-
gaf vanaf de Vespers op T Aug. tot
aan de Vespers op 2 Aug.
Toen de Paus van dezen aflaat een
autentiek schrijven wilde geven,
weigerde Franciscus dit, het woord
des Pausen was hem genoeg.
1 ï- 1 Het eerste officieel schrijven over
nenvoeren en verkondig u daarom a A
1 ,1 ,11 j 11 oen aflaat dagteekent dan ook
cien aflaat, die ik van den mond des
opperpriesters bekomen heb. En allen
clie heden hier zijt gekomen, en allen
die jaarlijks op dezen dag met goed
en rouwmoedig haite komen zullen,
zullen cok voor alle hunne zonden
vrijspraak van straf hebben. Ik
wilde den aflaat hebben voor 8 dagen
doch verkreeg dit niet."
In dtizo woorden werd aan do
christenheid <*èti weldaad verkondigd
die gehwl en al. onder ieder opzicht
nieuw was 111 de geschiedenis der
kerk en vermaard werd over de
gehpele wereld als de aflaat van
Portiuncula;
Nu de goedheid en barmhartig
heid der Kerk de gelegenheden om
aflaten te verdienen, ook volle, zoo-
zoor hebben vermenigvuldigd, kan
men zicii moeielijk een donkbeeld
maken van den indruk, welke Fran
ciscus eenvoudige predikatie over de
geheele chrisielijke wereld maakte.
Toen ler tijd was een volle aflaat
verbondon aan het deelnomen aan
een kruistocht
En daar zou men eenzelfde gr00tie
gunst kunnen verdienen door t<
komen bidden in liet kerksko van
Portiuncula
Zou die gemakkelijkheid niet af
breuk doen aan do beweging dei-
kruistochten
En waarlijk de kardinalen, door
deze gedachte geleid, drongen er bij
Paus Honorius III op aan den aflaat
niet te verleeneri.
Paus Honorius had echter zijn
woord gegeven en wilde dit getrouw
blijven. Het eenige wat zij verkrij»
L 1 111-L- A "HR———5—
eerst
van 31 Oct. 1279.
Franciscus was geen liefhebber
van al die officieele schrifturen. Hg
maakte er zelfs een afaonderlijk ver»
bod van, dat zijne broeders; onder
welk voorwendsel ook «brieven
zouden vragen van het Hof van
Rome doof zich of door een tusschen
gezette persoon". Hem, deneonvou»
dig.o, was dat officieele overbodig,
God zou toch wel zorger» dat de
weldaad van den Portiuncula aflaat
bekend werd.
Meermalen vroeg Franciscus aan
zijne gezellen «Hoort gijiook wat
ik hoor V' En als deze bekenden, dat
zij niets hoorden, verklaarde hun.
Franciscus, dat hij de «temmen en
het -geluid veler volkeren Hoorde en
veler talen, die opgingen tiaar de
heilige plaats". (Portiuncula;.
En waarlijk, ondanas de \reese»
lijke hitte van het}aarg'eliiil< 'room
den jaarlijks op 2 Aug. ii u^enudfi
en duizenden (floor elkander rekende
men op 200.000 bezoekers P.
Ign. Joilor) naar het wonderbare
kappelletje,,waar zoo groote genaden
hun ijver loonden.
Tot in 1480 kon deze aflaat slechts
in Portiuncula verdiend worden.
In dat jaar gaf P. Sixtus IV eerst
den Clarissen, daarna allen Francis»
canen het privilege in hunne kerken
den aflaat te verdienen.
Door Paus Gregorius XV en an»
dere Pausen werd dit privilege uit
gestrekt tot alle geloovigon, die in
oprecht berouw, na gebiecht en ge»
commüineeoril te hebben een open»
bare kerk der Franciscanen zoudenlbouwer van daar en ik samen gingen
bezoeken.
In latei"© jaren werd dit privilege
uitgestrekt tot verschillende andere
kerken buiten de orde. Voorde leden
der derde orde werd zelfs bepaald
dat zoo zij vertoeven op een plaats
waar geen kerk der 3 franciscaansche
orde is, zij toch den aflaat kunnen
verdienen bij een bezoek in hun pa
rochiekerk.
En dat toties quoliestelkens als
dit bezoek herhaald wordt
O, wij zijn wel veel verschuldigc
aan Sint Franciscus van Assisie voor
het verkrijgen dezer heerlijke gave
van vergiffenis en kwijtschelding
Niet alleen voor ons zeiven, maa
nog voor de geloovige zielen, voor
onze dierbare overledenen is het een
zegenrijke gave.
»Ik wil u allen in den heme
voeren," sprak de ongeëvenaard een»
voudige Franciscus; en hij bad voor
ons een gave af, die zoo innig beant»
woord aan de behoeften ODzer zondige
zielen, aan de verlangens onzer min
nende harten.
Beantwoorden wij aan dit heerlijk
inzicht en verzuimen wi; het niet den
tyd, verloopend tusschen de vespers
van 1 Aug. en zonsondergang van
2 Aug. met hebzuchtige» ijver te
besteden voor belangen, die wij in
ieder opzicht moeten beschouwen al3
de hoogste en dierbaarste, die wi
ken ti en.
J.
Wat een Groninger boer mij
vertelde.
Zooals de lezers zullen weten, is
de streek der Groninger Veenko
loniën de hoogst ontwikkelde land
bouwstreek van geheel Nederland,
misschien wel van de heele wereld.
En van deze landbouwers kan
ieder nog wel wat leereu.
Bij een haverveldjc, dat een land
bekijken, maakte hij o. a. de volgen
de opmerking
«Kijk, dit veld heeft de chili ook
te laat ontvangen; daar zitten van
die witte draden onder aan de pluim,
die korrels hadden moeten worden.
De eigenaar van 't veld moest toe
stemmen, dat hij met de koude dagen
toen de haver niet vooruit wou, de
chili pas had toegediend, wel laat
in 't voorjaar, maar 't had toch
geholpen,
»I)oe 't nooit weer, was de raad
van den Noordelijken practicus, zaai
Chili steeds zoo vroeg mogelijk, dan
doet ze wel nut en geen schade.
»Ja die chilisalpeter, zoo ging de
praatgrage voort, heeft vroeger heel
wat geloof in kunstmest uitgeroeid.
Men zaaide op aanraden van anderen
flink wat chili, maar als 't gewas dan
halfhoog was dan zakte de boel
tegen den grond, dï zat geen kracht
in, slappe boel werd het, een heel
lawaai boven de grond, maar geen
opbrengst.
De kali heeft het krediet terugge-
feracht. Och, och, jonges jonges,
je moet nou 't gewas zien, kerels-
hoog met halmen als pijpesteeleu,
als pinken zoo dik soms, en van
eren natuurlijk geen sprake,
al gooi je ook 3 a 400 KG. chili
op de bunder.
Maar met kali zijn ze ook niet
zuinig. Nu is aardappelen wel 't
hoofdgewas, doch voor andere ge
wassen moet je de kali ook niet
sparen.
Gemiddeld rekent men bij ons
14002000 kg. kainiet, 300 a 400
kg. superphosphaat en 200—500
kg. chili per H.A.
Stalmest gebruiken we niet meer.
De meeste boereu hebben maar een
of twee koeien meer, om zelf melk
in de koffie, boter op 't brood en
karnemelk of ondermelk voor de
varkens hebben, die je voor eigen
Slot volgt.
MAAS
voor Vknray
franco per post
voor het buitenland bij vooruitbetaling
afzonderlijke nummers
van 1 4 regels
elke regel meer
letters en vignetten naar plaatsruimte.
Advertentiën. 3maal geplaatst worden 2maal berekend.
20 c.
5 c.
Gezien de missive van den lieer
saris der Koningin in Limburg d.d 14 Juli
1906.2de Afd. no. 6451fl gelast by
deze de aan den \oet dezer genoemde mili
cien-verlofgangers. der lichting 19C1 b*e-
hoorendc tot hot 2do Regiment Infanterie,
om zich voorzien van alle voorwerpen van
kleeding en uitrusting door hen bij huil
vertrek met grootverlof mede genomen en
van hunnen verlofpas; op Maandag don 13
Augustus, a. s. voor vier ure des namid
dags bij hun korps in garnizoen te Roer
mond aan to melden, ten einde, ingevolge
artikol 111 der Militiewot 1901. onder do
wapenen te komen.
Verheugen Joh. Hubert Joseph Antoon.
Verbeek l'etiiu llubertus Adolp! us,
Wijst genoemde verlofgangers er op de
verlofpassen minstens 3 dagen voor den
terugkeer naar het korps ter §rcretane
dezer gemeente ter afteekoning moeten
worden bezorgd, en dat do bewijzen van
vi ij vervoer langs de Spoorwegen, tor go-
melde sceretario te hoknmen, ruim een
hall' uur voor het vertrek aan den station
chef van den spoorweg (e Venray behoort
te worden afgegeven. En zal deze op ge
bruikelijke wijze worden bekend gemaakt.
Venray, 16 Juli 1906.
De Burgemeester voornoemd,
11. ESSER.
Gezien de missive van den heer Com
missaris der Koningin in Limburg d.d. 14
Julf 24e Afl. no. 6151/1 gekat bij deze de
aan den voet dezer genoemde milicien ver
lofgangers der lichting van 1901. beboe
rende tot het 2e Regiment Infanterie om
zich voorzien van al dn voorwerpen van
kleeding en uitrusting, door hem bij /ijo
Vertrek met groot verlof mede gtiionTen
en van zijn verlofpas op Maandag den 13
Augustus a. s, voor vier ue des namiddags
by zijn korps in garnizoen te's Hertogen
bosch aan te melden, teneinde ingevnlgo
artikel 111 der Militiewet 1901 onder de
wapenen te komen.
RolLis Johannes Ma»tinus.
Wijst genoom Ie verlofganger erop de
verlofpas minstens 3 dagen voor den terug
keer naar liet kotps, ter secro'arie dezer
gerneento moeten worden bezorgd en dat de
bewijzen van vrij vervoer langs de spoor
wegen, ter gemelde secretarie te bekomen,
ruim een half uur voor liet vortrok aan dey
stationchef van den spoorweg te Venray
behoort te worden afgegeven.
En zal deze op gebruikelijke wijze wor
den bekend gemaakt,
Venray, den 16 Juli 1906
De Burgemeester voornoemd,
11. ESSER.
-Ik wil den nieuwen knecht Jaar wijzen
hoe hij ploegen moet. voor ik naar de
markt ga," antwoordde de pachter gelaten,
en keek de twee vrouwen aan, die met ver
wonderde oogen de herschepping aanstaar
den, welke inmiddels de vluchteling on
dergaan had.
De geboeide, met slik bedekte jonkman
in het afgrijselijk druipend tuchthuispak
was plotseling een zorgeloos schijnende
boerenknecht geworden in een versleten,
afgedragen en gelapt buis met klonters
klei aan de schoenen, een gedeukten hoed
op het hoofd en een zwart gebrand pijpje
in den mond.
-Nu voorwaarts, het wordt tijd dat ge
aan het werk gaat.
Hij heet Poter Johns, Kaatjo, en is
sedert een maand bij ons I Ontbond dat?"
-O, vader, beste vader 1" -O, Pat,
goede Pat 1" riepen nu moeder en dochter
tegelijk, terwijl zij vol bewondering rot
den pachter opzagen.
De jonkman nam de pijp uit zijn
mond,
Moge God u er altijd voor zegenen Pat
Mor.ui," zei de hij plechtig, -ook u vrouw
Moran, en u, Ka.-tja, en 11 Mir'iji»
vervolgens schud le hij allen buur tilings de
hand.
-Kom, hot is zes uw," zei Pi»t. Ge weei
waar do p'oeg staat. Peter,
Nu gij, Mu tijti moet mar je smi'Iso
terug.
Gij Kaa jc moet deze kloedereu uit den
weg rui 111 "iizoo (is ik gezegd heb Kom
nu
Een half uur later reed hij in een ge-
mnkkclijken draf met zijn veulen naar de
mat kt, behoedzaam een blik op het veld
werp-mie, waar hij zijn nieuwen knecht
rustig achter den ploeg zag gaan.
Sedert jaren was de oude stal niet
in zulk een opschudding en verwarring
geweest. Het geheelo garnizoen was op
geroepen geworden, om den ontsnapten
misdadiger op te sporen,
Troepen roodrokkon trokken door dè
straten, eu begaven zic'i buiten do stad
waar zij velden, weiden heggen 011 strui
ken doorzochten.
Honderden landlieden die in do stad
waren gekomen, om do doodsvoltrekking
bij te wonen, vulden de pleinen ervan,
Allerwogo sprak men over dn raadselach
tige vlucht van den misdadiger, welke
sommigen voor een voorwendsel der over
heid hielden.
Met moeite baande Pat zich een weg
tot aan de poort dor gevangenis, cn liet
zijn oog ijverig rond gaan, of hij ook
iem ind van Tern's nabestaanden kon ont
jakken.
Eindelijk zag hij do gezoülilen bij een
hoop druk met elkander, sprekende men
schen.
-Geloof ge Int Pat riep eon der
mannen hem to>, zoo dra hij den pachter
in het, oog kreeg.
-Gelooft ge dit onze arme Tom zich
werkelijk uit dien verdoemden pas gered
heeft
-Hij is ontkomen. André
«God spare ons riepen allen eenparig
-Voorhands kan ik niets meer zeggen.
De snaken daar roet de blanke knoopen
zouden mij kunnen hooren," hernam Pat.
terwijl bij op een der gevangenbewaar
ders wees, die in het poortgewelf zicht
baar waren. »Maar gij Andrè en George
komt van nacht met een rijtuig op den
kruisweg, achter het veer (e middernacht
verstaat ge, en ge zult .een vriend zien.
Maar gezwegen, zoo ge je leven lief
hebt,"
In de gevangenis had men spoedig ont
dekt op welko wijze de veroordeelde ont
snapt was.
Een paar moedigo beambten waagden
zich verscheidene schreden in het riool,
maar zij keerden haastig om en verzekerden
dat iemand slechts een half uur in die
verpeste lucht daaronder leven kon.
Niettemin zochten zij op den oever der
rivier naar voetstappen, maar de vriende-
lijko vloed was er eerder geweest dan zij.
Dat alles weerhield hen echter niet
hunne navorschingen op de andere zyde der
rivier voort te zetten.
Een aantal gevangenisbeambten en sol-
d.t'eii werd overgezet en m •rolleerden
regelrecht op Pat's huis toe.
Kaatje voederde juist hare kippen en de
moeder schilde juist aardappelen op de
bank voor de huf, toen haar de glans van
rood© rokken en wit ledergoed in de oogen
glinsterde en de gelijkmatige tred der nade
rende bende hare ooren trof.
i -Do Heer zij ons genad.g I" stamelde
de oude vrouw, terwyl zij van schrik de
aardappelen rp den grond liet vallen, én
ernstig haar doodsbleek gelaat tot hare
dochter wendde.
-Moeder, lieve, beste Moeder 1" fluister
de Kaatje, -om 's hemels wil wees kor
daat! kloek, kloek, kloék 1" riep zij ver-
volgens met vroolyke stem, terwyl zy
voor de hoenders de graankorrels uit
strooide,
-Uw dienares sir," begroette zij knikkend
een officier van groote gestalte, die op de
deur toetrad en door het klinken zijner
sporen de kippen verjoeg.
-Is dit huis van pachter Moran, lief
kind
-Ja sir."
-Zijt ge zyn dochter
-Ja sir, en daar is myne moeder."
-Waar is uw man, vrouw Moran
vroeg de officier zich naar Je arme vrouw
wendend, die alles deed wat in haar ver
mogen was, om bedaard te schynen,
Op de markt, sir er is hem toch
geen leed overkom»»
Welk loed bedoelt ge misschien
wegens den ontsnapten misdadiger her
nam de i ffieier haar s'rak in do oogen
ziende.
-Welken misdad ger vroeg Kuaij».
-Hoort ge moeder Wat vei haat le ons de
jongen i"
-Welke jongen ?"wroeg de militair.
-Een kleine jongen, sir een pa-ar
minuten geloden kwam hy op o»s tooge-
oopen en verhaalde ons, dat do man, die
heden opgehangen zou worden ontsnapt
was j maar wij hebben er goen woord
van gelooid" zei Kaatje met zulk een tegen
woordigheid van geest en zulk een onooo-
zel gelaat, dat de militair voUtrakt geen
achterdocht koesterde.
-Vrouw Moran," nam hy nu weder hot
woord, -gij hebt er immers niets tegen,
dat wij u«ve woning visiteeren
Men vermoedt dat de gevangene zich
hier ergens verscholen beeft."
-Hoe kunt ge zoo iets denken, ant
woordde de pachteres verstoord.
Waarachtig, wij zijn blijde, zoo wij
niets met de wetten te maken hebben.
Maar, mynontwoge, visiteer het huis. Het
is echter een onaangename zaak, dat een
eerlyk man bij zich huiszoeking moet laten
doen, als ware hij een booswicht."
Ik moet mijn plicht doen," antwoord
de de soldaat.
-Mijnheer zal ons geen kwaad doen,
moeder." zei Kaatje.