PASCHEN Het ivoren Kruisbeeld. Aan «Ons Verweer." ZATERDAG TWINTIGSTE JAARGANG No. 15 Uitgever W. A. Van den Munckhof, Venray. Tjaiidbouw. Semeenteraad te Venray, MAAS Abonnementsprijs per kwartaal voor Vrnray 50 c. (ranco per post 65 c. voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. w Prijs der Advertentiën van 1 4 regels 20 elke regel racer 5 c' letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentien, 3maal geplaatst worden 2maal berekend. Duisternis had de aarde omhuld de bodem had gebeefd, de graven hadden zich geopend, het voor hangsel des (empels was van boven tot beneden in tweeën gescheurd, Golgotha dronk het bloed \an den stervenden Godmensch. Het is volbracht Stilte, doodsche stilte, lag op de verlaten wegen buiten Jeitisalem. De opgekomen dageraad verzilverde de heuveltoppen zacht en blank met haar rijzend licht, toen drie vrome vrouwen de schuldige stad verlieten om het graf op te zoeken van den Meester, wiens voorspel lingen en beloften zoo tragisch met Hem daarin waren nedergedaald. Droef zuchtten zij, terwijl ze grafwaarts gingen; en al schrijnender werd haar leed, en al banger haar verwachting en al grooter haar twijfel, hoo dichter zij die heilige rustplaats nader traden. Maar zie; Hen jongeling met een lelieblank kleed omhangen zat Ier rechter zijde van de omsloten groeve en ter linker lag" r(ë "afge wenlilde slien. En als engelentaal klonk het dei- vrouwen in de ooren; «Vreest niet Gij zoekt Jezus van Nazareth, den gekruisigde. Hij is opgestaan. Hij is hier niet Eén oogenblik van ontroering van geestbevanging. Doch dan verandc-it hare zielesmart. Geslaakt zijn de drukkende klemarmen van haar twijfel. En luide jubelen zij het uit Surrexit üominus vere" de Heer is waarlijk verrezen Alleluja. Nog doen die wooiden millioenen harten gelijkelijk opspringen van blijdschap, als het feest der feesten, de plechtigheid der plechtigheden, de dag d. r overu inning is aanga» broken de dag waarop l)e smadelijk ten dood Verwezend Eeuwig dood's Verwinnaar was waarop de Katholieke Kerk, dat meesterstuk van bovenaardsche orde, kracht en grootheid, wier grondslag de met bloed doorweekte Golgotha, wier bouwmeester Christus, de »Man der Smart" de «Koning van hot lijden" is tien Verwinnaar des doods haar zegezangen toejubelt bij den verwonnen dood, bij de ver» worven vrijheid, bij den ontsloten toegang der zalige eeuwigheid, welke «ij deelen in de onsterfelijkheid van Hem, die door zijnen dood onzen dood verdelgd, door zijne verrijzenis ons het leven heeft wedergeschonken. Thans weder wordt boven velden en steden als één toon van vreugde gehoord en één zegelied weerklinkt over de aarde. In onze kei ken hebben de altaren al hun luister hernomen; de sombere sluiers zijn verdwenen en door schil» terende versieringen vervangen; een talloos waslicht flikkert; de geurige wierook stijgt omhoog en de koor» zang hervat onophoudelijk den zege» kreet, aan het geopende graf ver» iromen; iiij nTverrezonj liij is hier niet, alleluja, alleluja Feuilleton. Jean Guillermin, die in 1699 te Avig non stierf, was in zijn tijd een kunste naar van gjooten naam.. Boeldhouwer en schilder tegelijk, muntte hij vooral uit in het drijven der sierlijke al taar kandelaars, die den hoogst en roerr uitmaken van de kunstenaars der Rennai- sance. Vorsten en edelen betwisten elkander het bezit van zijn werken en zoowel Z. H den Paus als de koning van Frankrijk hadden hem met kostbare geschenken beloond. Guillermin, hoewel niet ongevoelig voor deze eerbewyzön, was editor in tegen» stelling met de meeste kunstenaars dier dagen; die in pracht en weelde leefden, zeer eenvoudig gebleven, en woonde met slechts een enkelen bediende in zijn bescheiden huis te Avignon. Daar was het. dat op een vroegen morgen in de maand Juni van het jaar 1655 een tweetal rijk gekleede personen van blijkbaar hoogen stand hem bezoch ten. Nadat zij tot driemaal toe den klopper hadden opgelicht en dezen met een doffen slag teruggevallen was, werd de deur rijzen en ei- stroomt als een vernieuwd en oneindig leyen uit alle verborgen bronnen der herrijzende schepping voort. Bij het herdenken van clit mysterie door de christenheid, bij het juichen van millioenen harten in zaiige vreug de De Heer is waarlijk verrezen, alleluja is in het stralende licht dezer .verrijzenis hun verklaarbaar die hoogreine Christusfiguur, die eerst moest staan t« midden van al die bittere ellende, dat smartelijk lijden, die diepe verguizingen en die onbeschrijfelijk benauwde verlaten» beid. Voor hen is Christus' Verrijzenis het troostend z»geëindpunt der men» schelijke ellenden en van het groote wereldlijden over ons neergesmart door Adams zwakheid in 't aardsche Eden Zijn opstanding is het hooge licht dat dóórliclit het groote levensraadsel voor velen zonder dat licht wanhopig onverklaarbaar. Die verwinning van het leven op den dood wordt ons telkens herinnerd Lente is het feest der verrijzenis in de natuur, in dc lente wordt het Paaschfeest gevierd. Lang was de aarde in het lijdenskleed gehuld; de zaadkorrel, die zij omsloot, moest sterven wilde zij vruchten voort» brengen, dood en leven worstelden in haar echoot. Maar hooger klimt de bezielende zon, Paschen geuaalu, de jeugdige lente is daar. Ieder schepsel verkwikt zich in In t vrolijke licht, de velden herleven en daar is in de natuur geen stem die ons niet toeroept gij zult ver» geopend en op beleefden tno.i klonk de vraag «Hebben wij do oer moester Guil lermin te spreken", waarop liet eve;i offelijk antwoord werd gehoord -Tol uw dienst, komt u binnen." In bet portaal werd een donkerrood voorhangsel opgelicht en de bezoekers Dader, in het atelier van den beeldhou wer, waar deze hun een leunstoel aan bood. Mag ik thans weten, mijne heeren. aan welke omstandigheid ik do eer dank van uw bezoek »Ge zult." was het antwoord van den oudste der beide bezoekers, -wel ongeveoi kunnen vermoeden wie wij zyn Ik. graaf Annibal della Croco kom met mijn vriend den secretaris van den groot- hei tog van Toskane en namens onzen vorstelyken heer om de hulp in te roepen van een bewonderingswaardig talent voor een kunstwerk, dat een zijner kapellen zal versieren." »Ten zeerste ben ik vereerd," zeide meester Guilerrain op gedempten toon -door de keus van den vorst, maar tot myn spijt kan ik mij onmogelijk belasten, met de taak, die hij mij wil opdragen. Ik moet op dit oogenblik arbeiden voor een vorst, aan Wien nooit iemand iets weigeren mag." De beeldhouwer hief zyn hand en oog ten hemel en vervolgde »Ik ben bezig aan een werk, dat voor den Koning des hemels is bestemd." I In ons vorig ai tik>J aau »Ons Verweer" noemden w/j 3e Verweer mannen cle verdrukte onschuld in nummer 4 klagen ze thans zelf: «Zooals de lezers van «Ons Ver weer" weten, wordt dit blaadje door de Kath. pers of doodge zwegen öf verguisd." Hoo aandoenlijk Dat ze 't dan ook met niet één katholiek blad eens kunnen worden Wel schrijven zij in nummer 4 »Wij staan op het standpunt van »I)e Peel en Maas" in haar nummer van 6 Jan." Maar men neme het ons niet kwalijk, dal ook wij feestelijk be danken voor dat gezelschap, zooals trouwens uit geheel ons betoog, duidelijk genoeg bleek; en de regol6 die zij zonder hun verband van ons De graaf hield nog aan, maar to vergeefs. Tevergeefs sprak hij van oen loon van duizend secino'»» van een ln>og eerenmbl aan hei hof van dén groothertog, de beeldhouwer beriep zich siccds op hetzelfde bezwaar, Eindelijk stond hy op, nam een dichtge vouwen cat ton uit een kast en opende liet tegen den muur-ziedaar, mijne heeren, de taak die mij nog wacht." Op het carton was in sobere lijnen, bet plan van een kruisbeeld ontworpen, maar hoewel het slechts een voorloopige schets teekening was, droeg het reeds alle ken- merking van een meesterstuk zeldeu was de stervende Godmensch op zoo treffende wijze afgebeeld, Men zou hebben gezegd dat deze trekken door engelen waren geteekend. De beide vreemdelingen sprongen ver baasd op Weet gij wel, welk een meesterstuk dit is Er is geen vorst in Europa, die het niet met goud en diamanten zou willleo bedekken. Is het voor Z. H. den Paus be stemd Ik zeide u reeds dat het voor God zeiven bestemd is", antwoordde de beeld houwer. Toen de bezoekers waren heengegaan, beschouwde meester Guillermin zijn werk Ja, ik moet een groot offer brengen om zulk een gunst te durven vragen," zei by citceren en tot de hunne maken, doen ons denken aan den drenke ling, die zich met beide handen aan een afgebroken grashalm vast klemt. Maar als men niets stevigs heeft, grijpt men in tijd van nood aan wat men krijgen kan op alle mogelijke manieren. Daar geeft »Ons Verweer" aan houdend blijken van. Uit hun ver band gerukte of verminkte citaten op het-kantje-af-waarheden, wa&r- schijnende onwaarheden, verdacht makingen, beschuldigingen van on christelijkheid enz. ziedaar het wapentuig, waarmede zij zich ver weren. Wat den vorm aangaat, hebben zij al heel goed slag van den redeneer trant hunner roode noordelijke ambtsbroeders en wat den inhoud betreft willen ze een «katholicisme" buiten (is tegen) katb. geestelijkheid en kath. pers. Maakt froBt voor die »bons catho- liques Niet onaardig vonden wij eene drukfout, in ons vorig artikel in dit blad Aan »Ons Verweeringeslopen Wij hadden n.l. gesproken van «het katholicisme van hun hond", waarvan de zetter gemaakt had, het katholicisme van hun brood.'' Eene drukfout was het, maar toch eene curieuze, eene zeer juist teekenende, want eene brood- of liever eene geldkwestie is eigenlijk heel de agitatie van «Ons Verweer''. 't Is dan ook maar goed, dal zooals uit nummer 4 blijkt, hun verweer-materiaal een deficit in de kas veroorzaakt. Dit is het zekerste teeken dat hun verweer verzwakken zal. Zorgen wij maar, hun niet in de kaarten te spelen, want als wij ben aah den slag brengen, zullen zij ons de troef afnemen. B. mot een traan in 't oog. In de maand October van hetzelfde jam- sloop meester Guillermi i, in een langen m:u t -1 gehuld, -'hij het vallen v«n dm avond langs dm muur der gevangenis van Avignon. Voorzichtig rondziende bl-ef hij voor een poo: ljn staan. tr«»k daarna zachtjes aan een in een hoek neerhangend koord en op het dof geluid eener schel werJen voetstappen gehoord.en werd de deur geopend. Een klein lantaarntje wierp zijn licht op Guillerrain's gelaat en een diepe basstem vroeg -Zijt gij daar, meester Na een bevestigend knikje trad de bezoe ker, op wiens anders zoo opgeruimd gelaat,] thans de diepste droefheid staat te lezen, de poort binnen eo de gang in. Nadat zy eenige schreden naast olkaar waren voortgegaan, begon meester Guiler- min met een door tranen verstikte stem Dus onherroepelijk veroordeeld -Onherroepelijk, meester, ik dacht het wel." »En wat zegt hij I" -Hy zegt niets hy schijot versuft te zijn," -Heeft hij berouw -Ik weet het niet, maar stil, want ge weet, ik mag u hier niet binnenlaten, als men ons verrastte, zou het mijn betrekking kosten, zoo niet een nog veel zwaardere straf, Maar weest niet bang de wacht is juist rondgegaan en komt in 't eerste half uur niet terug." Onovertroffen. Er zijn in den laatsten tijd heel wat dingen uitgevonden, die lift oude en ouderwetsche verdrongen hebben, maar er zijn toch ook ta! van zaken op te noemen, die hun ouden roem handhaven, die zich niet laten verdringen, of, als zo voor oen oogenblik uit de mode zijn. toch weder spoedig haar oude plaats hernemen. Welke nieuwerwetsche liflafjos zijn b.v. in staat geweest on/en goeden, ouden Hollandsche kost te verdringen. Eten de menschen tegen» woordig geen hutspot of erwtensoep meer Hebben al die nieuwerwetsche dranken het gezonde gerstenbier kunnen verdringen Alle praaijes en aanbevelingen helpen niets, als de dingen goed zijn, blijven ze gebruikt worden. Welke boer zal b. v. zijn stalmest willen missen i Dat komt. omdat stalmest, alle noodige voedingstoffen bevat, den grond verwarmt, «Ion bodem verbetert en nog veel andere goede eigenschappen heeft. Rn wat van den stalmest gezegd kan worden, is ook waar van de Peru Guano. Alle goode eigenschappen, die de eerste heeft, zijn ook bij de laatste te vinden. De Peru Guano bevat ook alle voedingstoffen, verwarmt den grond ook en verbetert den bodem evenzeer. Daarom blijven stalmest en Peru Guano hand aan hand gaan. Geen boer is zoo dwaas, ze te willen missen Beide zijn zij onovertroffen. OPENBARE VERGADERING van den op Dinsdag 10 Maart 1906. H. Janssen, P. Afwezig de heeren Camps en L. Janssen. Met zyn lantaarn iu de hand ging hy óór, door de lange, lage, dmsttfe gangen welke "ar-r iLt gedeelte do- gevAiigoniv voerden, dat nog heden ten dage hekendri onder den naam van liet -holder zuchten Spoedig ha Jen zy eenige kleine cellen bereikt die door lage ijzeren deuren met de gang in verbinding stonden. Voor-een deur stond dc cipier stil. ram een sleutel van zijn gordel eo opende de deur. die knarsend terugweek en de t- ejang verleende tot een lage ruimte, door een hangend olielampje spaarzaam verlicht. In don rechterhoek, op een bos stroo, lag oen mannengestalte, die met een groote ijzeren ring om zyn middel en oen zwaron kolting aan den muur verbonden was. Naast hem stond een kruik, en lag oen stuk brood. Hij was nog jong een dikke, zwarte haardos oragolfde wild zijn gelaat, dat marmerbleek was en waarin de blauwe oogleden onrustig knipten. Hij scheen te slapen, maar niet vast het was of hij angstige droomen had. zoo pijnlijk was do uitdrukking, die zich som- tijde op dit gelaat nftoekende. Boven zijn leger was aan den muur een groot papier gehecht, waarop in groote leltters Ter dood veroordeeld, wegens moord op een medespeler. Wordt vervolgd

Peel en Maas | 1906 | | pagina 1