Zaterdag a a \ut 191x5 St. Jozefsfeest te Smakt NACHT. Het gestolen Kind. zeven i:n twintigste jaargang No. 9 Uitgever W. A. Van den Munckhof, Venray. Feuilleton. Landbouw. Een woerd tot ouders wier zonen in dienst moeten KliPPl K f Wl iM HJI Abonnementsprijs per kwartaal Advertentiën: Hoe indrukwekkend kan soms de nacht zijn met zijn zwijgende duis ternis In de steden staat stil de pols- klop van 't leven. Haastige voet stappen klonken nog weg in de verte en hun echo verloor zich in de onbegrensde donkerte. I)e stervelingen hebben zich te ruggetrokken uit het gewoel van den dag, het lichaam deed zijn eischen gelden, en zacht kwam de sluime- mering de oogleden sluiten. Diep verzonken liggen zij, de levende en levendige menschen in werkeloozen slaap. De ziel alleen geeft het werken niet op; zij, met haar machtige verbeelding geholpen, brengt ons, voor onze geestesoogmi, van waar heid en onwaarheid, van werkelijk bestaande en niet bestaande zaken, personen en toestanden, die won der- mengeling. welke wij droomen noemen. Het kind droomt van zijn speel goed, van wat het heeft en wat hem beloofd is. Do moeder droomt van hare lieve kleinen, hoe ze opgegroeid, hare vreugde uitmaken, en haar kroon, helaas arme moedor! misschien blij ven het droomen, misschien zullen uwe zelfde lievelingen uw haren voor den lijd doen vergrijzen, uw oogen een nooit te stillen bron van tranen doen ontspringen. De vader en kostwinner denkt zich in zijn droomen een onbezorgde toekomst, die in werkelijkheid mis schien nimmer komen zal, de hemel weet, zijn zorgen worden zoo 't mogelijk is, nog zwaarder. Arme man hoe pijnlijk zou u't harte ineenkrimpen als gij die werke lijke toekomst vooraf kendet. De gierigaard van zijn goud, de eerzuchtige van zijn eereteekenen en ordelinten, de zieke onherstelbaar van zijn gezondheid, de gevangene van vrijheid. Maar het blijven droomen, liet daglicht zal hun alleen de werkelijk heid brengen, de koude naakte werkelijkheid. Dan zal de gevangene zijn boeien, de zieke zijn pijnen en koortsen terug krijgen, de eerzuchtige het besef, hoe weinig men hem nog weet te respec teer en, de gierigaard, dat er nog zooveel aan zijn schatten ontbreekt. Dan zal de vader en kostwinner weer gevoelen, hoe zwaar de strijd is om bestaan en brood voor hem en de zijnen; de moeder, hoe vee! ze voor haar kleinen nog te zorgen heeft het kind zal tevergeefs roepen om al t moois, dat de nacht hem voor zijn kleine oogjes vertoond had. Daarom om die duizenderlei out-' - - 1 -11111L er dan ook nnts van góchefitigen voor die luizende maal I dat uur de ernstige niet alleen, neen 1 vader wilde duizenden, iaat ze Or aiuna, laat zo de heiizaamste gedachten zijne ziel j «-eren ia T eerst, want bij h«d-ze nog binnentreden, als gasten die niet 1 noo-'t gezien zei hij, verzócht waren maar ook die zich! Daar echter de vader bij oiidef» Maar op de gesloten huizen daarbuiten valt zachtkbns neder het liefheldere maanlicht. ')at trekt ons oog naar boven. Zie daar ver in 't rond liet heerlijk leger der millioarien sterren, rondge strooid met de gulheid van den Almachtige aan liet deri vere uitspan sel. Wat blinken ze en schitteren, wat lichten en glanéèn zie goed toe, wat kleuren verschil van het panische naar het blauwe, van het wit. naar het geel, naar het rood En dan te den kon dat die hemellichamen zelf zoo reusachtig groot zijn, dat onze aarde tot de kleinste behoort, en dat hunne afstand zoo ontzettend ver is, plat dat we duizelen bij lun tijdsbegrip noodig om hen, ji;d<' J/ .mogelijk ware, te bereiken. En dan te zien wat werkelijk mogelijk is bij nauwkeurige vergelij king van hemel en kaart, op de verschillende dagen en uren, dan te zien, dat die die duizend maal duizenden daar ginds rondzwieren in ongetemde vaart, dat ze zelf hun cirkel of ellipsbanen beschrijven, dat zo loepen in de grootste nauwkeurig heid den hun aangewezen weg. En toch lezer, zijn er menschen, die zoo verlichten ze buitengewoon verwaand zijn dat ze heel good dat alles mogelijk achtten buiten een almachtig wezen, buiten onzen groo ten en al wijzen God. De nacht, do stille zwijgende nacht met zijn sterren in de luide prediker van hot Godsgeloofdie dan stil zijn blik' omhoog slaat, in hem komen op Het leven, dat schijnt als een droom ons toe, de eeuwigheid als het waken, en ouwillekeurig ziet het meest zorgelooze oog naar boven, naar hem die geleld heeft de haren van ons hoofd. Neen, het mag waar zijn, dat de w erkelijkheid van or.s leven nimmer ol nooit het schijnschoon onzer droo men nabij komt daar boven hoog boven do sterreu leeft er Een, die ons lot iu zijn handen draagt, die voor ons /.ijno kinderen zorgt, en wanneer wij zelt slechts willen ook zorgen zal ten eeuwigen dage. Oud en Jong. 't Is erg natuurlijk, dat een vader en zoon vaak in inzichten verschillen Elke tijd heeft zijn eigenaardigheden en de jongeren leven in een anderen tijd dan de ouderen gedaan hebben. In dertig, veertig jaar worden op verschillend gebied zooveel nieuwe dingen ontdekt eu men hort de zaken zoo geheel anders inzien, dat het geen wonder is, dat oud en jong vaak met elkander in botsing komen Gelukkig de zoon, die liet goede weet te ontdekken in de oude w etenschap, die de vader aanhangt en gelukkig de vader, die de nieuwigheden, welke de zoon thuis verkondigt, niet on voorwaardelijk verwerpt. Daarvan zag ik onlangs een aardig voorbeeld Een jonge landbouwer had in een boekje over bemesting gelezen, ïoe de Peru-Guano onder andere, hare krachtige werking dankt aan zekere Bacteriën(kleine diertjes), welke in de Peru-Guano evengoed voorkomen als in den stalmest. Nu is de werking van bakteriën iets, waaraan sommige menschen, niet zoo gemakkelijk gelooven en de vinding wist, dat de Peru-Guano op zijn land uitstekende diensten bewees en de jongen hem de zaak erg duide- d el ijk maakte, lachte hij met de nieuwigheid van zijn zoon in het geheel niet en zei op 't laatét't Kan best waar zijn, dit is in elk geval niet zeker, dat wij aan de Peru Guano al menig goeden oogst te danken hebben, d'Aiglenoir. EINDE. ■aa» iMiwiminiii,i fxsvc vmsar :«i-»reo?»*risec»w» suMfcr&aei voor Venuay franco por post voor het buitenland by vooruitbetaling afzonderlijke nummers it. 50 c. 65 c. 85 c van 1 4 re elke regel meer letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maai berekend, Bij gelegenlicid dei jaarljjksche feesten iu de maand Maart, toegewijd aan den grooten en machtigen Beschermheilige der H. Kerk, aan den Patroon van een ge lukkigen levensstaat, der christelijke huis gezinnen en van een goeden dood, zal op alle Zon en Feestdagen. nl. op 4, 11, 18, 1» en 25 ülnart, des namiddags om 3 uur plechtig Lof met Preek gehou- don worden. Maandag 19 Maart, Feest van St Jozef, 10 uur Hoogmis met preek. Zondag 25 Maart. nam. 3 uur komt de H. Familie van Vierlingsbeek. Zondag 6 Mei zal de Congregatie van O. L. Vr. uit Venray ter bedevaart komen en de Hoogmis mot preek om 9 uur bijwonen. Maandag 4 Juni om 3 uur pkchüg Lof met preek, komt de IJ. Familie van Overioon. Zondag 10 Juni zal de H. Familie van Venray ter bedevaart komen en om half 10 de Hoogmis en preek bijwonen. N. B. Z. H. Paus Leo XIII Leeft aan alle pelgrims naar St. Jozef, te Smakt een Vollen Aflaat verleend, op een dag naar verkiezing, ééns in 't jaar op de gowono voorwaarden, mits meu in de nieuwe Kapel kome bidden tot Zijne intentie. 3 En met het masker weer zijn gelaat bedekkende, verdween de knaap in het dichte bosch. Albert 'dAiglenoir telde met groot ongeduld de uren, die er nog verloopen moesten, voor dat het middernacht was. Dat uur kwam eindelijk en driemaal achtereen hoorde men oen uilengekras. De graaf liet erdoor een zijner mannen op antwoordden. Een «ogenblik verliep, Toen w eerklonk dezelfde kreet nog driemaal. Daarna boorde men gekraak in de takken Geen twijfel Er kwam iemand en in de armen van dien iemand zag de graaf een kleine witte gestalte, zijn dochter. Liane, Liane riep bij uit haar aan zyn borst drukkend. Mijn dierbaar kind. Ik die u reeds verloren dacht Liane, myn lieveling Het kind lachte en weende tegelijk. De graaf was als dronken van vreugde. Maar waar is Zando vioeg hij ein d elijk Hier, mynheer de graaf, zeide de jongeling vrymoedig. Albert d'Aiglenoir stak hem beide handen toe. Gy zult ons nooit meer verlaten mijn vriend, als go wilt. Wat ge ir.e voorstelt, mijnhe.-r, zou is u juist w:ll»n vragen. Maar nfr np weg. We moeten zoo spoedig mogelijk uit het boech zyn. Voor de dag aanbreekt, zal Antonio niets bemerken. Maar is de zon een maal op, dan voorwaarts Voorwaarts, herhaalde de graaf. En de kleine troep marcheerde weer vei der. Hij kon het bosch ongehinderd verlaten. Toen de zon opging bevondt hij zich op een groote vlakte. Gered mompelde de graaf gered door u, Zando. De vreugde van den graaf en de gravin de Rochegrise te beschrijven, die zoolang hun kind hadden beweend en het nu terug zagen, zou een onmogelijke zaak wezen,... Gedurende eenige dagen was er groot feest op het kasteel eindelijk moest men aan terugkeeren denken. Maar liet waren nu geen 30 krijgslieden die den graaf vergezelden, hij had er eenige hondeiden by zich. Hy had besloten liet bosch te omsingnlen en de bandieten gevangen te nemen tot den laatsteu man. Aan Zando gaf hy het commando over zijn troep reeds gevoelde Lij voor den knaap een zonderlinge genegenheid. De zon ging op schitterend aan den helderen hemel toen de graaf en zijn sol daten by het bosch kwamen. I Zando kende daarin al de paden, Op blij venlaat zo vurio.-von z io lang het kan, in hun denkbeeldig geluk; en laat intusschen hel afgematte lichaam nieuwe krachten verzamelen voor de zorg en de pijn en het lijden en de bekommernissen van den wel haast nieuw aanbreken,Jen dag. O O O zijn hevelen weiden aan alio uitgangen soldaten geplaatst, vervolgens drong een groote troep, onder aanvoering van den grief en van Zando hot bosch door. Eindelijk kwamen zo op een groote open plaats waar eenige hinten st inden. Zij slapen nog, zeide Z tnjo, wij zulle hen een heerlijk ontwaken bereiden. Zéven of acht boogschutters werden aan den ingang van elke hut geplaatst. Daarop bliezen eenige hoornblazers op hun muziek instrumenten. t>ogenblikkelijk snelden do bandieten naar buiten, maar zij hadden zelfs geen gelegenheid om bun degens te trokken zij werden gegrepen en gebonden, ondanks i tin kreten van woede. Vervolgens werden zij naar de vlakte geleid. Daar kwamen dien nacht ook van alle kanten omwonende boeren aanloo» pen. Allen baddert zich over de bandieten te beklagen. Men hoorde niets dan kreten van wraak en verwonschingen. Zij bobben mijn koe gestolen Mijn huis hebben ze in brand gesto» ken l' Een kind van mij hebben ze ontvoerd Ons hebben ze 't heele huis geplun derd Ter dood Ter dood Mijn akkers hebben ze verwoest Ter dood Mijn koren hebben ze verwoest Ter dood Ter dood Ter dood Het zal gebeuren, zeide do graaf niet weerhouden laten. Een diepe stroom liep door de vlakte. Al de roovers worden er in geworpen, Antonio, bleef at|e»n over, Nu grepen de soldaten hom. Mijnheer de graaf zeide hij. tk zou u een geheim kunnen meedeolen, dat ik anders meeneem in het graf. Ge zoekt genade te krijgen en my te bedriegen, antwoordde de geaaf op kouden toon. Ter dool Ter dood schreeuwden do boeren. Mijnheer de graaf, ik zou u oen woord kunnen zeggen, dat u iiet geluk zou teruggeven voor uw verder leven. Ter dood schreeuwde men opnieuw. De bandiet was niet bang. Hij keerde zie li naar degenen die zoo tegen hem sein eeuwden, en zag ze aan zonder de oogen neer te slaan. Van alle kanten hoorde men vor ivenachin- gen. Komaan zeide bij, Niemand zal kunnen zeggen, dat Antonio ooit gebeefd heeft, 't Is mijne beurt om te sterven. Hij wendde zicli opnieuw tot den graaf lit heb kwaad genoeg gedaan in mijn leven om op het oogeiiblik van mijn dood er nog iets bij te voegen. Ziehier mijn geheim Zando Hy hield op en zag den graaf aan. Spreek, zeide deze bevend. O spreek Is uw zoon Eenige dagen later was er een groot Iu het begin der volgende week do tijd daar, dat uw zoon soldaat moet worden. Ontdokken aan uw zorgen, ia oen ge vaarvolle stad, onder nog onbekende kameraden, zal hij een leven moeten gaan lyden, waarin zijn godsdienst aan het grootste gevaar is blootgesteld. Wy gevoelen ons verplicht u op de gevaren te wijzen en uwe medewerking te vragen. Laat uw zonen niet aan ziebaelven over. Het is u bekend, «lat in verscheidene garnizoensplaatsen Militaire Tehuizen Rijn opgericht, waar uw zonen sieb jjeieliig kunnen Vermak»». Het nut hiervan uiteen te setten zou overtollig zijn. Eén zaak willen wij ti echter onder het oog brengen. Meermalen is het gebeurd dat jongelin- lingan; zoolang zij in de vereniging kwamen braaf bleven, doch zo dra zij deze niet meer bezochten, bun godsdien stige plichten langzamerhand verwaarloos den. En toch zijn er nog ouders die de plicht, die hier op hen rust niet begrijpen. Zij nemen afscheid vau hun zonen, zonder zelfs aan een- Militaire vereeniging te denken. Met alle kracht die iu oas is. roepen wij u toe Zorgt toch, dat uw zonen, terstond bij aankomst in het garnizoen, de Militaire Vereeniging opzoeken, dan hebt gij gegronde redenen te hope», dat zy braaf blijven. Immers, aan het hoofd siaat een priester, die de vereeniging bezoekt en "ff™ feest op het kasteel van deo graaf d'Aigle noir. Al de vrieuden van den graaf cd zijn omlorhoorigea vierden het mee. Zy vierden de erkenning van den jorgen Rauu! als toekomstige» giaaf d'Aiglenoir. Achter den jongen gtaaf atoyd eei^ man in soldaten-uniform, een hooge. Jprsclie-, gestalte, hij droeg den degen van den jongen edelman. Deze krijgsman was Antonio. Schenk hem genade bad RhouI zijn vader gevraagd. Hij zal ïirtü verbetoren' ik sta er u voor in. Hij zal voor mij een tiouw en eerlijk dienaar zijn. De graaf had daaiin toegestemd eu niemand heeft er ooit berouw over gehad. Do oude bandiet deed dooczij" dapperheid en zyn toewijding de afdwalingen, in ziju vroeger leven vergeten. Ik houd veel van Anlonio zeide de jonge graaf wel eens. Hij herriunert mij een verleden, dat voor goed voorbij is, dat droeve herinneringen bij mij heeft achter gelaten en waarvan ik niettemin boüd. Hij Lerinn rt mij den tijd dat ia in het bosch sliep, de nachten zonder hoop, cfe dagen zonder rust, den tijd in éèff woord toen ik het zwervende leven leidde van de avontu riers. Ja, als ik hem aanzie smaak ik te meer genoegen in het tegenwoordige loven, want ik denk aan al de jaren, dat Raou! d'Aig- lcuoir, oenvondig heette -Zando

Peel en Maas | 1906 | | pagina 1