Suiker als voedsel. Het onbekende nichtje. fk ZATERDAG 29 APRIL 1905. ZES EN TWINTIGSTE JAARGANG. No. 17. Uitgever W. A. Van den Muxckiiof, Venray. Mengelwerk. Abonnementsprijs per kwartaal voor Venray 50 c. franco per post 05 c. voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c. afzonderlijko nummers 0 c. Prijs der Advertentiën van 1 4 regels 20 c. elke regel meer letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentiën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend. Dan bevuilen de bijen don bouw lagere prijs van suiker een middel zou Aan bot verslag eoner voordracht over dil onderwerp ontloenen wij het volgende .- I)e mensch heeft van den ijver dezer diertjes partij getrokken, door ben verblijf te doen houden in korven of kassen, vaar ze den zoeten voorraad (nectar), dien ze uit do bloemen ver zamelen, in do door hen daartoe gemaakte cellen kunnen uitstorten. Dit werk gaat als vanzelf. De bijenhouder heeft er echter voor te zorgen, dat hij de diertjes zooveel mogelijk helpt in het voorkomen van hetgeen bij haar werkzaamheden be lemmerend kan zijp. Ilij moet zorgen voor een goede verblijfplaats, goede voeding, indien de opgezamelde voorraad te gering blijkt, ze tegen baar vijanden spits muizen, koolmeezen enz. beschermen, hun een rustig leven verschatten en zóó hun woning plaatsen en inrichten, dat ongunstige weersgesteldheid den bijen zoo weinig mogelijk schaadt. Dit laatste moet de bijenhouder vooral tegen de nadering van den winter in 't oog houden. Menigeen moet tot zijn schade ver- winter misschien we! zooveel in bevol king Lijn verminderd ais zc gedurende den zomer door 't zwermen zijn toe genomen. Dit heeft de bijenhouder dan aan ondoelmatige behandeling der bijen te wijten. Velen laten óf de bijen in den win ter aan baar lot over, öf hebben geen genoegzame kennis van de maatregelen welke ter beschutting van 't nijvere volkje moet dienen. Daarom houde iedere bijenhouder in 't oog, dat hij slechts die korven Iaat overwinteren die één koningin en een minstens middelmatig aantal bijen hebben. De korven moeten voldoende van voedsel zijn voorzien, minstens G KG. honig of dikke suikeroplossing. Mocht men bemerken, dat in den winter het voedsel opraakt, dan kan men oen groot stuk broodsuiker (oe dienen. Vooral dient, de bijenhouder te zorgen voor beschutting tegen strenge winterkou en scherpen, konden wind, ook tegen verleidelijke winter-zonne- straaltjes, waardoor de bijen misschien naar buiten gelokt worden en zoo van koude zullen omkomen. De bijenstokken moeten daarom vóór do koude behoorlijk beschut en ruim schoots van voedsel voorzien worden. Ook moeten de korven of stokken zoo geplaatst zijn, dat de wind ze geen nadeel kan doen. Wanneer do winter komt, moeten de vlieggaten grootendeels gesloten worden, dit is ter afwering van koude goed, maar ook om spitsmuizen, spech ten, meezen en andere liefhebbers van bijen buiten den korf te houden. Ook moet men de bijen zoo weinig mogelijk in haar rust storendus niet schokken of stooten in de nabijheid der korven. Een ziekte waaraan vaak veel bijen in den winter lijden en sterven is de zoogenaamde roerziekte of loop. cn de wanden der korven en kassen. Haar achterlijf is dan dik opgezwol len en ondanks den konden winter, vliegen ze uit en vinden natuurlijk in velen gevallen den dood. Men meende eerst, dat de oorzaak der roerziekte gelegen was in 't lange zitten der bijen gedurende den winter, doch dit is niet 't geval afwisselende weersgesteldheid, zooals in ons land, is de hoofdoorzaak. •Men tracht nu deze ziekte te voor komen door de korven warm met mos te omkleeden, door de vlieggaten zoo veel mogelijk naar den onderkant te plaatsen, door 's winters water aar. de bijen te geven of een kalkzikje in de honigkauier to leggen, waardoor d vochtigheid in den korf verdwijnt. Dat zich echter bij deze diertjes de mest in het lichaam ophoopt, zooals dit bij andere dieren het geval is, blijkt onjuist, mits men zorgt voor zuivere honig als voedsel. Zuivere honig toch gaat geheel in 't bloed over en daarom dus uitsfuitend gevoederd niet honig van goede hoe danigheid of zoogenaamde «suikerho- nig." Af te keuren voor wintervoedsel zijn om de volksvoeding te verbeteren, en waarom de suiker accijns een slechte belasting is, welke i éi meest de volks klassen schaadt, die het minst kunnen dragen »Wie met, zijn voedsel niet zuinig behoeft te zijn, vindi ruime keus," zegt de schrijver. «Planten en dieren leveren tal van voedingsmiddelen, d.e alle bestanddee- len bevatten, die hot lichaam noodig heeft en telkens we r op andere wijze met elkaar gemengd, en op telkens andere wijze toebereid, een verschei denheid opleveren, dé aan allerlei ook aan de waarlijk niet gering te schatten eischen van den smaak in overvloedige mate voldoen. Maar anders is bet met de groote schare, die in bekrompen omstandighe den verkeert, die moeite hoeft om aan den kost te komen en daarbij nog het grootste aantal levert van hen, die door lichaamsarbeit! in hun nooddruft moeten voorzien. Vleesch, het eiwd-houdende voedsel bij uitnemendheid, is vooi hen niet of nauwelijks ie v rkrijgen, Niet bij vrije keuze, maar door den nood gedrongen, i ulioozen van hen is de ongezegölde honig1, honig van j geheel of nagenoc r „vojretariërs. - 1 in t voorjaar gewonnen is. Met veel succes zal men daarom in den herfst met een suikervoedering kunnen beginnen en den honig uit den korf wegnemen. Met allerlei buitenlandschen honig mag men echter wel zeei voorzichtig zijn. Op 't einde van den winter volge men een speculatie-voedering, welke men kan bewerkstelligen door zuiveren ouden honig te voederen De bijen worden hierdoor opgewekt do koningin een rijkelijke spijsbrij te geven, waardoor deze tot spoediger eieren leggen wordt geprikkeld. Zoo zal men dan de geleden schade in den winter al spoedig weer zien aangevuld, en des te spoediger zullen dan ook de zwermen te voorschijn ko men. Ook tijdens het zwermen moet de ij inker op zijn hoede zijn en alles aan wenden om flinke koloniën te verkrij gen. Nog moet nader gewezen op een veikeerde manier van doen nl. het aanhoudend nazien der korven. Die stoort de nijvere diertjes in haai werk en maakt ze vaak onhandelbaar. Doch wil men do kas nazien, dan kieze men hiervoor het middaguur bij zonnig, kalm weer en gebruike in gewone gevallen de pijp of anders de bekende berooker. Men ga bij de verschillende bewer kingen in de kas of de korf uiterst voorzichtig te work en sluite de kassen spoedig weer, opdat de raten niet te lang aan de buitenlucht worden bloot gesteld. Professor C. A. Pekelharing heeft in een vlugschrift «Do volksvoeding en de accijns op suiker" (uitgegeven door den anti-suikeraccijns-bond Amsterdam De Bussy) uiteengezet waarom een wel in voldoende hoeveelheid voer het onderhoud van het menschelijk lichaam te verkrijgen ai mag ook niet aangenomen worden, dat de zoo uiteenloopende eiwitstoffen van plant- aardigen en dierlijken oorsprong alle gelijke waarde hebben als voedsel voor den mensch, toch heeft de ervaring wel bewezen, dat de volwassen mensch kan leien en in gezondheid leven, zonder ooit ander eiwit dan van planten afkomstig te gebruiken. Maar een groot bezwaar aan het voedsel van den arbeider verbonden, is liet gebrek aan heilzame prikkels. Op het genot van den maaltijd mag niet laag worden neergezien. Eerst dan wordt het voedsel goed verteerd en voor het gebruik door liet lichaam geschikt gemaakt, wan neer het met smaak genuttigd wordt. Daarvoor is honger op den duur niet voldoende. Hot smaakzintuig eischt prikkels en die worden door eenvou dig en dagelijks op dezelfde wijze toebereid plantenvoedsel niet in genoegzame mate gegeven, vooral niet voor den werkman, die veel voed sel moet verleren. IIy heeft voel noodig, niet alleen omdat het hem eerst daardoor moge lijk wordt met brood, boonen, aard appelen, rijst en dergelijke voedings middelen genoeg eiwit op te nemen, maar ook omdat hij, voor zijn arbeid, aanzienlijke hoeveelheden koolhydraten moet verteren. Prikkelende stoffen, als mosterd, peper, ook zout, in die hoeveelheid, waarin het tot verbetering van den smaak gebruik wordt, bewijzen goede diensten, maar hebben dan ook alleen beteekenis voor zoover zij de spijs vertering bevorderen. Zelve zijn zij geen voedingsmiddelen. Wel is keukenzout een van de bouw stoffen van het lichaam, maar de hoeveelheid, die daarvan gewoonlijk aan het voedsel toegevoegd wordt is veel grooter dan noodig is om het dagelijks door de stofwisseling ver oorzaakte verlies te dekken. «Daarin ligt nu de groote waarde van den suiker, dat hij een prikkel is voor den smaak, een middel, dat het genot van het voedsel verhoogt, en tegelijkertijd een voedingsstof, waarvan de waarde, als de opneming op het spijs verteer ingskanaal in het bloed heeft plaats gehad, in geen opzicht onderdoet voor de voedings waarde van het zetmeel. Het zou daarom voor de voeding der arbeidende klasse, voor hetgeen men gewoonlijk de volksvoeding noemt eene groote aanwinst zijn, zoo de suiker zoo laag in prijs werd, dat daarvan bij de toebereiding der spijzen zonder bezwaar een ruim gebruik gemaakt kon worden. Er is aan het gebruik van suiker als voedsel nog een ander voordeel verbonden, dat namelijk, indien hij slechts niet in al te groote hoeveelheid wordt opgenomen, sneller en gemak kelijker dan zetmeel verteerd wordt. In do mondholte wordt rietsuiker niet veranderd, maar zoodra hij door geslikt is en iu de maag komt, begint de vertering, de splitsing in druiven- en vruchtensuiker. oir zoover hij aati de werking van ner maagsap - ontsnapt; mijnheer Jacques zeg, alsof ik u persoonlijk ken. Dat doet de gewoonte Mama spreekt zooveel over n. Toen opende zij voor den bezoeker de deur en zei Maar komt u als 't u beiicf' binüeii. Hot zal mama geweldig spijten Zij zou u zoo graag hebben gesproken en u hebben bedankt voor al uwe Hier bloosde het jonge meisje nog meer. De kamer, waar Jacques Duval binnen trad. onderseheide zich niet, door overdreven weel de. Een tafel en een paar stoelen, dat was alles. Ja, vervolgt hot jonge meisje. Het zal mijn moeder erg leed doen Want zij is voor uw opmerkzaamheid zeer dankbaar. Zoo iets is zoo heel zeiden tegenwoordig nu zelfzucht en onverschilligheid heerseheii. Jacques viel haar in de rede Neen, neen, juffrouw Wat ik doe, is integendeel heel eenvoudig Ik vergeet, niet. dat, mijn vader voor uw moeder een groote genegenheid koesterde. En 't is heel verkeerd van me geweest, dat ik niet al eens vaker by u ben gekomen op dezen dag Maar eerlijk gezegd, ik wist niet, dat u bestond, juffrouw. Dat verwondert me niet. antwoordde juffrouw Dumont. Toen u den laatsten keer ais kind bij mijn moeder kwaarat, was ik zelf nog maar een heel klein meisje. Dat is nu vijftien jaar geleden en het is beo! begrijpelijk, dat u me vergeten heelt. Eu zou ik mogen vragen, hoe u heet lieve nicht? Henri et te al zeer spoedig in den darm waar hij verder verteerd wordt. Er verloopt maar een korte tijd na bet gebruik, of hij wordt reeds naar de lever gebracht, al naar de om standigheden, daar tot glycogeen gemaakt en bewaard, of terstond met het bloed doorgezonden te worden. Wordt dus. bij zwaren arbeid, veel van den suiker van het bloed dooi de spieren verbruikt, dan kan suiker, op dezelfde wijze als zetmeel, maar vlugger het verlies aanvullen en het gevaar voor uitputting voorkomen." De suiker heeft boven allerlei andere stoffen tof verbetering van den smaak dit voor, dat hij ook zelve, voedsel is. Als zoodanig kan hij den arbeider die behoefte heeft aan voel koolhy draten, voortreffelijke diensten bewij zen Maar dan moet hij ook niet gedwon gen zijn, met suiker om te gaan als met een kostbare lekkernij. En die hooge prijs wordt niet veroorzaakt door de kosten der pro ductie, maar door den zwaren accijns, waarmede de suiker belast is. Op de vijfde verdieping, de deur links, had de vrouw van den portier gezegd, Jacques schelde. Mevrouw Dumont vroeg hij. Dat is hier, mijnheer Maar zij kan u op het oogenblik niet ontvangen, daar zij zeer ziek is Als u mij wilt. zeggen, wat. er is ik ben haar dochter. Haar dochter Jacques had tot nog toe niet geweten, dat tante Betsy een doch. ter had en was er zeer over verbaasd. Drommels, een mo >i meisje, dacht hy bij zich zelf. Ik kom u eens bezoeken, ik ben Jacques Duval 0, mijnbeer Jacques Maar zij verbeterde dadelijk haar eigen woorden en zei blozend Neemt u mij niet kwalijk, dat ik wifn nmmm even mooi-ais de persoon maar dat zei hy niet. Was Henriette echter een beetje copuet- ter en leeper geweest, dan zou zy deze woorden uit de blikken van Jacque3 hebben gelezen. Jacques meende intusschen, dat hy tegen dezen indruk moest strijden hij had vandaag te veel leugens en te veel bedrog gezien om dadelijk te gelooven aan de oprechtheid eener waardige armoede. Misschien heeft zo me verwacht, om dat zc weet dat ik jarig ben en is ze nu in liet meidenkamertje gegaan in afwachting van mijn bezoek. Zoodra ik den rug heb gekeerd, gaat ze weer terug in haar elegante woning. Voor een bankbiljetje van vtyfnonderd francs kan men wel zoo'n komedie spelen. Toch zette hij een heel beminnelijk gezicht, toen hij zeide «Zou u zoo goed willen zijn mevrouw uw moeder van me te groeten en haar tevens deze kleinigheid te overhandigen Daarbij stak hij haar de enveloppe toe. Henriette nam dit aan, eeoigszins verward en antwoordde U bent veel te goed, inor.c-er, en de attentie, dat u uw edelmoedig geschenk zelf komt brengen, verdubbelt de waarde er van. Met een zucht vervolgde blik later Hoe graag zou ik tegen u zeggen Wij hebben u gezien en weten nu. dat u aan ons denkt, maar we hebben het geld niet noodig. maak anderen daarmee geluk kig Ja, dat zou ik gaarne tegen u zeggen maar helaas V bent niet gelukkig? vroeg Jacques met zachte stem. O, toch wel, toch wel, antwoordde het jonge meisje op levendigen toon, heel gelukkig. Doordat ik nu wat werk heb. ontbreekt ons niets, en met de toelage, die wo aan u hebben te danken, komen we zeer goed rond. Maar, u zal begrijpen, ik verlang naar den dag, als we deze toelage niet meer noodig hebben Ach, als liet oogenblik maar kwam, dat ik verzoeken mocht ons in plaats van de banknoten eon doosje bonbons of zoo iets te schenken. Maar daar is toch geen haast bij, beste nicht, en je kunt altyd op mij reke nen. Dat weet ik wel maar op den dag als ik door myn werk alleen En waarin bestaat Utf werk zij een oogen- Ni r,t woiTt'w'nRAi." o c. i kr)T>V»t o-.tJiii-iwrl.. b.n j mi ic wja ui p•o-.-veuïuöuöcj eiwu

Peel en Maas | 1905 | | pagina 1