voor m. St. Jozefsfeest te Smakt. Een woord tot de ouders, De Aardappel. Let wel gratis. ZATERDAG 4 MAART 1905. ZES EN TWINTIGSTE JAARGANG. No. 9 Uitgever W. A. Van den Munckhof, Venray. Ijandbomv. Mengelwerk. Waarom de sneltrein zoo laat was. Abonnementsprijs per kwartaal. voor Venray 50 c. franco per post 05 Ci voor het buitenland bij vooruitbetaling 85 c. afzonderlijke nummers 6 c. ver:311tikx5r HsÊgT' Prijs der Advertentien van 1 4 regels elke regel meer letters en vignetten naar plaatsruimte. Advertentlën, 3maal geplaatst worden 2maal berekend. 20 c. 5 c. Bij gelegenheid der jaarlij ksr.he fees ten in de maand Maart, toegewijd aan den grooten en machtigen Bescherm heilige der H. Kerk, aan den Patroon van een gelukkigen levensstaat, der christelijke huisgezinnen en van een goeden dood, zal op alle Zon- en Feestdagen, nl. op 5, 12, 19, 25 en 26 Maart, des namiddags om 3 uur plechtig Lof met Preek gehouden worden. Zondag 19 Maarl, Feest van St. Jozef, 10 uur Hoogmis met preek, 3 uur Lof met preek, komt de II. Familie van Overloon. Zondag 26 Maarl, nam. 3 uur komt de H. Familie van Vierlings heek. Zondag 1-1 Mei, zal de Congregatie van O. L. Vr. uil Venray ter bede vaart komen, en de Hoogmis met preek om 9 uur bijwonen. Zondag 18 Juni zal de II. Familie van Venray ter bedevaart komen en om half 10 de Hoogmis en preek bij wonen. N. B Z. II. Paus Leo XIII heeft aan alle pelgrims naar St. Josef te Smakt, een Vollen Aflaat verleend, op een dag naar ver kiezing, ééns in 't jaar, op de gewone voorwaarden, mits men in de nieuwe Kapel kome bid den t t Zijne intentie. wier zonen in dienst gaan. In het begin der volgende week is do tijd daar, waartegen gij reeds met angst hebt opgezien. Uw zoon moet soldaat worden. Onttrokken aan uw ouderlijke zorgen, zal hij wellicht in een gevaar volle slad en misschien onder verkeerde kameraden een leven moeten gaan leiden, waarin zijn godsdienst en deugd aan de grootste gevaren zijn blootgesteld. Wij begrijpen uw angst te meer, wijl de ondervinding heeft geleerd, hoeveel jongelingen in dienst in het verderf worden medegesleurd, ondanks de goede zorgen, die in do laatste jaren worden aangewend, om den jeugdigen soldaat van het slechte pad te houden. Wij gevoelen ons verplicht, u thans nog eens op die gevaren te wijzen. Laat uwe zonen, wellicht niet bekend met de verleidingon der stad, niet te veel aan zich zeiven over. Overbekend toch is het, dat in de meeste garnizoensplaatsen Militairen- Vereenigingen zijn opgericht, waarbij de jongelingen een veilige schuilplaats vinden tegen de gevaren, waaraan zij zijn blootgesteld. Over het nut hiervan in den breede uit te weiden, is een overbodig werk. Ken zaak willen wij u echter onder het oog brengen. Meermalen is het gebeurd, dat jongelingen, zoolang zij in de Verceni- ging kwamen braaf bleven, doch zoodra zij deze niet meer bezochten, langzamerhand in do grootste gevaren en zonden vervielen en hun godsdienst) geheel verwaarloosden. En toch zoo weinig ouders zorgen er voor, dat hunne zonen leden der Vereeniging worden. Vol droefheid en angst nemen zij afscheid van hen, zonder nochihans te denken aan hun ouderlijken plicht, welke hun gebiedt zooveel mogelijk voor het zieleheil hunner kinderen te waken. Het gevolg daarvan is, dat die jongelingen bij het in dienst treden zelfs niet aan de Vereeniging denken, in slechte handen vallen en daar door reeds dadelijk (en \e.rderve gaan. Met alle kracht dus, die in ons is, roepen wij u toe: Zorgt dat uwe zonen terstond bij aankomst.in het garnizoen de Militaire Vereeniging opzoeken en zich aldaar aanmelden, dan hebt gij gegronde reden om te hopen.dat zij braaf blijven. Immers, aan hel hoofd staat een priester, die de Vereeniging geregeld bezoekt, op de hoogte blijfl van hun gedrag, en bij voorkomende gevallen hun een vermanend woord kan toe voegen, wat niet zelden heilzaam werkt en menig jongeling voor dieperen val heeft bewaard. Behalve deze geestelijke Directeur bestaat er een militair bestuur, dat te allen tijde in de Vereeniging aanwezig is en den jongelingen als Militairen en Christenen den weg wijst, dien zij moeten bewandelen, om zich steeds van hunne plichten te kwijten. Welaan dan, ouders neemt deze waarschuwing tor harte. Wilt gij, dat uwe zonen in den dienst braaf blijven, zorg dan dat ze lid worden van de Militaire Vereeni ging- Laat hen voor het vertrek zonder mankeeren het gebruikelijke bezoek brengen bij den Zeereerw. Heer Pastoor. Deze zal hun dan welverder inlichten De aardappel, omstreeks 't midden der 16e eeuw uit Chili (Zuid-Amerika) naar Europa gebracht, wordt tegen woordig in verschillende landen over vrij groote uitgestrektheid verbouwd. Ook in Nederland is het verbouw zeer algemeen. De opbrengst in de verschillende deelen van ons land loopt noga! uit een, wat natuurlijk voorde hand ligt, daar grondsoort en vruchtbaarheid zooveel uit elkaar kunnen loopen. De aardappel houdt van een goed bewerkten vruchtbaren grond. »'t Is een echte kaliplant" hoort men vaak. Zeker Kuim 60o/o van haar asch is kali. Bij de bemesting der aardappels mag de kali dan ook niet vergeten worden. Toch mag de landbouwer elk kali- zout maar niet uitstrooien, wanneer 't hem past. De aardappel is zeer ge voelig voor chloor. Dit verlaagt bei zelmeèlgehalte, maakt liet blad geel en kroes en vermindert de smakelijkheid. Gebruikt de landbouwer voor kali meststof kainiet, zoo moet hij dit voor deu winter uitstrooien. "t Chloor heeft dan den tijd naai den ondergrond weg to zakken. Voor zijn kali behoeft hij niet bang te zijn, dat het mee naar diepere lagen verhuist Dit wordt door den grond vastge houden. Moet liet aardappelland in 't voor jaar nog bemest worden, zoo moet een kalizout uitgestrooid worden, dat geen chloor bevat. Men neme patentkali. Dit zout bevat ruim twee maal zooveel kali als kainiet, dus komt men met de helft van 't aantal KG. toe. Voor een ruime oogst is kali echter niet voldoende, ook phosphorzuur, kalk en stikstof is noodig. Nu vraagt de aardappel minder phosphorzuur dan' kali. De getallen 3 en 2 geven vrijgoed de verhouding tusschen de hoeveelhe den kali en phospho-zuur, die uitge strooid moetent word/ Op zandgrond neemt men meest slakkenmeel voor kleigrond super- phosphaat. Is het land in den herfst voldoende bemest, dan rest ons nog het geven van stikstof in den vorm van Chili- salpeter. Dit zout stiooit men in 't voorjaar en wel in 2 a 3 keer een gedeelte bij 't poten, een gedeelte bij de eerste maal schotfelen en dan later de rest. Het is verkeerd deze meststof te laat aan te wenden. De hoeveelheid wordt verschillend genomen. In de Groninger veenkolonies een echt aardappelland geeft men nog al vrij wat. Daar is 8 baal per II. A. geen zeldzaamheid op zandgronden is dit niet raadzaam. Daar is 4 baal wel voldoende. Wat men zooal geeft voor de ver schillende grondsoorten mag uit on derstaande proefvelden blijken. Alles per II.A. berekend. Proofveld te Ee (kleigrond). Perceel II, 600 KG superphosphaat 1000 KG kalk. 250 KG chilli. Proefveld te Bellingwolde. (Zandgrond). 600 KG superphosphaat. 1000 KG kainiet. 1000 KG kalk. 300 KG chili. Proefveld te Sollingen. (Gebrande veengrond). 1000 KG kainiet. 1000 KG kalk. 600 KG superphosphaat. 500 KG chili. Proefveld te Nieuw-Woerdinge. (Dalgrond). 20 IIL kalk. 800 KG Patentkali. 800 KG slakkenmeel. 500 KG chili. W. Zij, die zich voor 1 April op ,.Peel en Maas*" abonneeren, ontvangen de nog deze maand verschijnende nummers Wij hadden twee minuien verspeeld voor den wissel, tengevolge van een abuis van den man in het seinhuis, en ik deed mijn hest de passagiers op hun plaats te krijgen, om een minuut aldus weer uit te winnen, als ik kon. Een oude dame in een tweede klas waggon gaf mij verbazend veel moeite. -Weet je zeker, dat mijn zwarte koffer in den waggon is, conducteur -Ja mevrouw". -En mijn hoedendoos een wit kartonnen, met een zwarte band er om -Ja mevrouw, ja". -En". -Alles is ér in mevrouw, er staat niets meer op het perron." -Maar ben je er zeker van wou ze weer beginnen, toen ik floot en de trein langzaam zich in beweging zette. Men stond er altijd op gesteld, dat de trein van 6.4 7 op tijd was, en Tom van Bruggen, de machinist én ik werkten daar toe samen zooveel in ons vermogen was. Als hij een minuut of wat te laat was, hielp ik hem aan de stations en omgekeerd, deed hij alles, om mij in de hand te werken. Toen ik in den goederenwagen geklom men was, dacht ik aan de oude dame in de tweede klas en keek ik eens rond naar dieu zwarten koffer van haar. Ik wist, dat niets was achtergelaten, maar toch ik had niet nauwkeurig nagegaan, of haar bagage in den trein was, en wat den zwarten koffer betreft, wel, er waren er.vier zoo, het zou wel wonder'zijn, als er niet één bij was, die haar toebe hoorde. Ik zag geen handbagage, maar die dacht ik, had ze zeker bij zich in haar com- pai tement. Aan het eerstvolgende station riep de oude dame mij weer. -ConducOu'*, fluisterde ze, daar is een man in mijn eoupé". -Wel mevrouw," antwoordde ik -u kunt lu-t com parlement toch niet voor u alleen hebben; en bovendien mijnheer rookt niet. -Nee. maar conducteur, ik Ion erg huig voor vreemde mannen en en ik weet zeker, dut hij straks gaat rookon. We stoppen in t eerste uur zeker nergens, nietwaar -Neon mevrouw, hot duuit 68 minuien". En ik ging verder. Maar zij riep mij terug, stopte een gul den in mijn h.and en fluisterde: -Conducteur, ik ben zoo bang van dien man." Nu had ik juist in een courant, die een portier mij gegeven had, gelezen van de ontsnapping van Hendrik Saunders, een beruchten misdadiger, die voor zijn her haalde inbraken tot tien jaar veroordeeld was, en daardoor kwam een oogenblik de gedachte bij mij op, dat de man, die de oude dame zoo bang maakte, wel eens iemand kon zijn, met wien de politie een nadere kennismaking begeerde. Ik wierp een blik op hem en juist toen ik dat deed. keek hij op en lachte - den leukste», gulsten lach, dien ik ooit gezien had. -Als de dame hang is. conducteur, en je wilt me een handje helpen met mijn koffer dan wil ik met pleizier in een anderen waggon gaan zitten". En oruit was hij. -Dank u van ganscher harte," zeide de oude dam** en tot mijn verbazing stopte zij mij een tweeden gulden in do hand. Nu zag. ik tevens haar handkoffer.' en ik kon nauwelijks een glimlach onderdrukken, want hij was open en ik zag, dat er niets in zat dan een leege vogelkooi. En terwijl ik mijn pijp aanstak, peinsde ik na over den zonderlingen aard der vrou wen. Wij liepen nu met een goed gangetje, en terwijl 1k op mijn horloge keek, dacht ik er met blijdschap aan, dat, als wo nu wat geluk hadden met de verschillende seinen we nog 5 minuien te vroeg, in plaats van 2 minuten te laat zouden zijn, zooals Tom en ik beiden hadden gevreesd, toen plotseling de noodrem ging. Onmiddellijk was ik uit den trein, en hoe t kwam weet ik niet. misschien wel omdat ik den geheelen tijd aan hem gedacht bad, èu omdat die oude dame zoo bang was geweest voor den nieuwen medereiziger ik snelde terstond naar do coupé van dezen laatste. Daar zat hij nog, rustig in slaap, de noodrem in zijn waggon was niet aange raakt. Ik liep den trein langs kijkende in de verschillende waggons, totdat ik kwam aan die, waar de oude dame was die aan het laampje stond, heftig tegen mg' gedisticu- leerde. -Er is niets, zei ik. wees maar niet be vreesd. Want ik was bang, dat ze er uit zou willen, of zoo iets. en weigeren om mee te gaan, totdat het geval opgehelderd was. Maar dat was de reden niet. -Wat is er mevrouw Ik heb nu geen tijd", zei ik. -Wat" vroeg ze, haar hoofd schuin houdend. -Wat?" spreek wat harder. -Er is geen gevaar mevrouw, riep ik want ze was eensklaps doovig. -Een diner Ja, dat wou ik hebben," -Ge zult 't hebben, aan 't eindstatio mevrouw, schreeuwde ik. Ik kan nu niet stilstaan, om met u te praten. Er is a;>,. de rem getrokken. Dat hooide ze. -Ja, dat heb ik gedaan, gaf zij ten an' woord; en waarachtig, toen ik op de tri plank stond, zag ik, dat baar noodrem <Wns overgegaan. II. -Wat is er aan de hand is alleen." Waarom trek u aan de rem Ik werd boos want we hadden zes kostelijke minuten ver loren en de reizigers schaarden zich om mij heen. -Ik wou graag een diner hebben, zei de oude dame glimlachend tot mg. Gaf ik u niet twee gulden op de laatste plaals waar wij stilhielden Ik haalde het geld uit mijn zak en gaf het haar terug, -lk kan u geen diner bezorgen, halver wege de spoorlijn, en u vult zien. dat 't meer dan twee gulden kost, om den sneltrein, voor een dargerlijke dwaasheid 01 ,te lateii staan." •Ik kan u niet verstaan," zeido zij weer, met dien irritsjerenden glimlach, haar eigen. Woedend sprong ik in den waggon en wees haar op de gedrukte reglementen. -Gij kunt lezen, veronderstel ik, als ge niet kunt hooren, zei ik dat grapje zal u boeten kosten. Vijf-en-twintig gulden minstens. -Vijf-en twintig gulden", zei ze -neen, twee gulden en zij glimlachte weer en wees naar een andere kennisgeving, naast de noidrem. -Diners 2 gulden." Zij was juist naast de waarschuwing, en de oude dame liet haar vinger langs het gedrukte gaan. - Wellicht kunt ge lezen cenduefeur, indien go uw fatsoen niet houden kunt, luidde haar antwoord. Daar staat duidelijk zwart op wit: -Trek aan de hel, diners twee gulden". Ik heb een diner noedigor, ik schelde er om. Indien ge het niet hebt, moet ge ook niet adver- teeren." Ik wist niet. wat ik er van denken moest. Dergelijke biljeiten had ik zelf nog nooit in den trein gezien, hoe kwam het daar Maar er was geen tijd, om daarover te ondervragen, ik deed de reizigers dus spoedig PEEL MAAS

Peel en Maas | 1905 | | pagina 1